Dit stuk schreef ik in februari 2009 op het volkskrantblog, is er veel veranderd?
Jarenlang heeft Nederland zichzelf geprofileerd als een gidsland voor de rest van de wereld. Als klein, maar belangrijk land moesten we een voortrekkersrol gaan vervullen. We waren immers groot genoeg om iets in de pap te brokkelen, maar niet groot genoeg om een bedreiging te vormen voor de grootmachten in Europa en/of de rest van de wereld. Nu dat kwam mooi uit, want het schizofrene karakter van enerzijds de dominee, anderzijds de koopman, zat ons toch al in het bloed.
Nu is Nederland, of we nu willen of niet steeds meer aan het opgaan in Europa. Ook de rest van de wereld, in positieve en negatieve zin, is akelig dichtbij aan het komen door de voortschrijdende globalisering. Het is het oude Europa geweest waardoor twee wereldoorlogen zijn ontstaan. En naast de bekende oorzaken (verdrag van Versailles, dood van troonopvolger van de Keizer in Sarajevo etc., etc, etc…) en de schuldvraag die wordt gelegd bij Nazi-Duitsland, waren natuurlijk ook tal van instabiele factoren in andere Europese landen aan te wijzen.
Dat doet bij mij de vraag opkomen, hoe zit dat nu in Europa? Hoe zit het met de losse onderdelen van de Europese Unie, de aparte lidstaten? Hoe stabiel zijn ze economisch en politiek? Die vraag is des te interessanter omdat we als Europa wel menen van alles te mogen zeggen over de rest van de wereld als het gaat om democratische normen en mensenrechten. Maar als we onszelf als Europeanen eens goed in de spiegel bekijken, wat zien we dan?
Voor mezelf heb ik eens een rijtje gemaakt van alle Europese lidstaten en een aantal landen die daar (nog) niet bijhoren. Op basis van wetenschappelijke inzichten of gedegen kennis? Wel nee, op basis van stereotypen, krantenkoppen en de waan van de dag.
Zo zie ik dus de verschillende Europese lidstaten op dit moment: (in alfabetische volgorde)
België: Ogenschijnlijk stabiel met belangrijke Europese instituties binnen de landsgrenzen, maar al jaren heel erg diep verdeeld. Vlamingen en de Walen vreten in hun strijd de schatkist leeg en de politieke instabiliteit is enorm met de afwezigheid van een serieuze regering. Voor de buitenstander is het onbegrijpelijk dat het nog zo’n welvaart heeft. Bovendien klagen ze op grond van hun eigen wetgeving alles en iedereen in de wereld aan die niet deugd.
Bulgarije: Corrupt en bureaucratisch of beter gezegd bureaucratisch en corrupt. Van enige economische ratio bij de overige lidstaten van Europa is geen sprake geweest bij hun toelating. Slechts lid geworden van de EU om Rusland te pesten en/of de Bulgaarse afkeer tegen moslims te misbruiken. Bovendien hebben ze geen humor want ze worden heel boos als een kunstenaar Bulgarije afbeeld als een Turks toilet.
Cyprus: Instabiel tot op het bot. Turken en Grieken die daar al decennialang een toneelstuk opvoeren en daarmee hun onderlinge rivaliteit aan de wereld tonen. Vast een mooi vakantie-eiland, maar voor een stabiele factor in Europa niets waard.
Denemarken: Een klein land met nuchtere mensen. Zelden komt het land in het wereldnieuws, maar als ze dit halen dan doen ze het ook goed. Geheel ten onrechte vinden allerlei geloofsfanaten het nodig om in Islamitische landen onnozelaars te laten figureren voor hun eigen haat. Denemarken deugt volgens hen niet. Ik vind Denemarken een oase van rust en een van de weinige stabiele factoren in Europa.
Duitsland: Een belast verleden, maar momenteel wel een premier (Angela Merkel) die goed ligt in Europa, maar minder in haar eigen land. Duitsland is economisch en politiek het belangrijkste land van Europa al zullen de Fransen dit beslist niet zo zien. Ook geografisch strategisch is het natuurlijk een land dat centraal ligt en waarbij de veelal kleinere buurlanden nauwlettend kijken wat hun grote buur aan het doen is.
Estland: Klein en onbeduidend in het grote geheel en voor mij als buitenstander vermoed ik dat de invloedsfeer van de Russen nog lang niet weg is. Vele Russen wonen er nog en dat loopt volgens mij niet lekker.
Finland: Al jarenlang voor mij het meest autonome land van Europa. Je hoort ze niet, je ziet ze niet en ze zijn er toch en doen lekker mee, economisch dan. Waar ze voor staan is me een groot vraagteken.
Frankrijk: Met Sarkozy krijgt Frankrijk weer het stereotype beeld van: La France, c’est le monde. Bij de wat nationalistische Fransen zal dat een positieve uitwerking hebben, maar het wekt wrevel, heel veel wrevel. Zo’n 200 jaar geleden is ook een heel klein Frans mannetje ten onder gegaan aan een overdreven compensatiedrang. Te grote bek, maar te weinig positieve daden.
Griekenland: Letterlijk aan de rafelranden van Europa. Een instabiele democratie bleek onlangs nog, waarbij het militaire verleden nog heel vers in het geheugen van de Grieken leeft. Door het jarenlange militaire bewind lijken de Grieken zich nu pas bewust te worden van burgerlijke vrijheden die ze mogelijk onvoldoende hebben. De jaren zestig moeten nog plaats vinden in Hellas.
Hongarije: Oorspronkelijk een land dat vanuit het Oostblok het meeste op het Westen gericht was. Af en toe hoor ik van dit land het een en ander over ernstig nationalistische politici. Roma in eigen land en Hongaarse minderheden in buurlanden (met name Roemenië) zijn dan het gespreksonderwerp. Stil, maar zeker niet heel stabiel.
Ierland: Een van de oudere leden van de EU. Heel lang het lelijke eendje van de Europese Gemeenschap, maar de laatste jaren economisch ontzettend gegroeid. Met de huidige crisis moet blijken hoe stabiel die groei is geweest. De kans op heel hard terugvallen is erg groot.
Italië: In de jaren ’90 leek Italië heel hard mee te doen met de rest van Europa. Het maffiatintje verbleekte of werd bestreden. Het aantal regeringswisselingen was nog buitenproportioneel, maar dit ter zijde. Recentelijk heeft Berlosconi weer de absolute macht. De wijze waarop hij de comapatiënte Eluana verdedigde en daarmee haar familie en de rechterlijke macht bruuskeerde was ongemeen gênant. Bovendien is Italië het land waarbij advocaten veroordeeld worden omdat ze zwijggeld hebben aangenomen van een president die vrijuit gaat. Italië stinkt op dit moment zoals bijna geen ander land in Europa. Wat dat betreft is de vuilnisproblematiek in Napels en omgeving maatstafgevend voor heel Italië.
Letland: zie Estland
Litouwen: zie Estland
Luxemburg: Een rijke oase van rust. Ik weet niet of de rijke belastingdeskundigen daar ook zo over denken, maar als de rest van Europa een kopie zou zijn van dit kleine hertogdom dan zou ik me geen zorgen maken.
Malta: Buiten het feit dat Britse gebruiken nog aanwezig zullen zijn, is er weinig opzienbarends over dit eiland te zeggen. Een duur maar mooi vakantieland?
Nederland: En nu even kritisch zijn. In de huidige omstandigheden mag het geen gidsland zijn. De onderbuikgevoelens komen nadrukkelijk naar boven. Op zichzelf is dat geen probleem, maar om dit nu als fatsoenlijke politiek te beschouwen i.t.t. de oude politiek gaat te ver. Toch is deze neiging er wel. Als Nederland relatief niet zo’n klein land zou zijn, denk ik dat de rest van Europa of de wereld zich ernstige zorgen zou maken. Waar gaat het heen?
Oostenrijk: In grootte heel erg onbeduidend en het oerconservatieve is gebaseerd op democratische principes dus wie kan daar iets verkeerd over zeggen? Zolang het grote buurland Duitsland stabiel is, kabbelt het lekker door in Oostenrijk zonder dat de rest van de wereld ervan opkijkt.
Polen: Oerconservatief tot zelf reactionair katholiek en dat is geen vrolijke duo, dat intens belijdende katholicisme en conservatisme. Een land met een getraumatiseerde geschiedenis en een land waar vele landgenoten hun geluk elders proberen te vinden. Hoe hartelijk zullen de denkbeelden over Europa zijn van al die Polen die misbruikt worden en mogen opzouten nu het slechter gaat met de economie. Zo lekker zitten die Polen toch al niet in Europa. Hun afkeer van de Russen is slechts het enige dat ze in staat stelt om uiteindelijk hun politieke onfatsoen jegens Europa in beetje in te binden.
Portugal: Arm, ondanks het jarenlange lidmaatschap van de EU. Wat ze fout doen, ik zou het niet weten, maar dat ze iets fout doen is zeker. Ook met de aanstormende crisis zal de lethargie weer opvallend zijn.
Roemenië: Net als Bulgarije nog lang niet klaar voor de EU en nu ze eenmaal binnen zijn, is de behoefte omdat alsnog te gaan worden niet meer aanwezig. De prikkel om ergens te komen is door de voormalige dictator Ceausescu er wel hardhandig uitgeramd. Hun grootste exportproduct is naast een opgepimpte Oostblok auto onmiskenbaar de Roma die het nog slechter hebben dan de Roemenen zelf.
Slovenië: Een soort milde kopie van Oostenrijk met een vleugje Italië en in het achterhoofd nog een pietsie Oostblok. Desalniettemin een land dat na de val van de muur zich snel ontwikkelde en het goed lijkt te doen.
Slowakije: Af en toe wat rechtse sentimenten en als het slechter gaat zullen die sentimenten luider worden of de roep om het socialisme zal nadrukkelijker tot uiting komen. Het steekt de Slowaken dat ze het minder goed doen dan hun voormalige landgenoten, de Tsjechen.
Spanje: Lijkt heel goed uit de Franco-tijd te zijn gekomen, zowel economisch als politiek. De Basken blijven een ‘pain in the ass’, maar mogelijk doemen zich er nog grotere problemen op. De economie doet het heel slecht en de werkeloosheid vliegt harder omhoog dan elders in Europa. Een ‘in-de-gaten-houdertje’ dat Spanje.
Tsjechië: Een relatief welvarend land in vergelijking tot veel andere Oost-Europese landen. Het neigt misschien wel tot arrogantie, zeker jegens de Slowaken, maar ook naar de rest van Europa. Hun kunstzinnig aanmatigende houding onlangs toen ze voorzitter werden van de EU sprak boekdelen.
Verenigd Koninkrijk: Een land dat nog steeds niet beseft dat de globalisering doorgaat en dat die luttele 32 kilometer die hen scheidt van Frankrijk en daarmee de rest van Europa echt niets voorstellen. Zorgelijk is dat in tijden van voorspoed de Labour-klasse groot blijft en dat er in dat land door de grote rijke bovenlaag nog nooit iets is ontstaan als het stimuleren van een echte arbeidersemancipatie. Nu het economisch slechter gaat zal de armoede in de Engelse steden als eerste hele nare plaatjes kunnen gaan opleveren.
Zweden: Eigenlijk een van de weinige landen, zo niet het enige land dat langdurig stabiel en welvarend is. Ook politieke problemen (moord op belangrijke politici) worden bijna rimpelloos opgevangen door de Zweedse maatschappij.
Ik vind het bovenstaande lijstje niet iets om echt vrolijk te worden. Als we daar de landen van het voormalige Joegoslavië en Albanië nog eens bij rekenen dan word ik niet zo vrolijk van Europa. Landen als Zwitserland, Noorwegen en IJsland kunnen dit gevoel niet compenseren, zeker IJsland niet.
Europa daar kom je verder mee.
(lees ook het positieve lijstje als vervolg hierop)