Vertrutting of Verkutting

In 2007 schreef ik naar aanleiding van een documentaire van journaliste Sunny Bergman een blogje met bovenstaande titel. Op dit moment is Sunny Bergman met een vrolijker seksueel onderwerp bezig en dit legt ze uit bij Pauw & Witteman. Ik zal het in de herhaling bekijken, maar donderdag a.s. is haar documentaire Sunny side of sex op tv te zien. Er zit mogelijk wel weer een blogje in, maar eerst even een ‘gouwe ouwe’ op mijn blog gooien. (In het reageergedeelte, zet ik ook nog de reacties die het toen kreeg bij het volkskrantblog.)

UIT 2007: Vertrutting of verkutting, that’s the question. Na Sunny Bergman’s documentaire over de maakbaarheid van de mens, zijn er nieuwe groeperingen waaronder die van Myrthe Hilkens (zie bijvoorbeeld http://www.iaspm.nl/Opinie%20NRC.pdf ) die zich inzetten tegen de verseksualisering van de maatschappij. Vaak worden dit soort initiatieven door zich liberaal noemende mensen, of anderszins vastgeroeste hippe vogels, weggehoond. De initiatiefnemers worden gezien als moraalridders of preutse Victorianen. De persoonlijke vrijheid wordt ingedamd is hun argument. Nou, mijn persoonlijke vrijheid wordt ernstig belemmerd omdat een groep mensen die publieke ruimte in toenemende mate denkt te moeten gebruiken als één grote huiskamer. En ik wil niet weten wat iedereen doet, draagt of niet draagt in zijn eigen territorium, dus zeker niet op straat.

Minister Plasterk heeft zich geschaard achter de ideeën van deze nieuwe Victorianen. Plasterk bekent dus kleur. Daarvoor mijn nadrukkelijke hulde. Nu maakt Plasterk deel uit van een kabinet dat voor grote groepen in de samenleving toch al een spruitjesgeur uit de jaren vijftig met zich meedraagt. Veel commentaar is dus zijn deel nu de overheid zich bemoeit met vermeende vrijheden van individuen. Maar als nota bene Femke Halsema zich ook tot deze groep schaart, breekt mijn traditionele klomp. Zij vraagt zich af of dit een overheidstaak is en betwijfelt de effectiviteit ten zeerste.
Tegelijkertijd roept ze dat allerlei economische maatregelen en vergroting van maatschappelijke participatie van vrouwen hetzelfde resultaat zullen hebben. Graag wil ik Femke wijzen op het feit dat vrouwen in toenemende mate maatschappelijk deelnemen, al zal dat terecht in haar ogen nog niet voldoende zijn. Maar het lijkt erop dat hoe meer vrouwen maatschappelijk participeren, des te nadrukkelijker de verseksualisering van de maatschappij zich manifesteert. Een oorzakelijk verband? Nee, natuurlijk niet, maar het toont wel aan dat haar argumenten niet deugen en dat een uitspraak zoals die van minister Plasterk meer zoden aan de dijk zet. De maatschappelijke discussie wordt er mee aangescherpt.

Over vier jaar stem ik bovendien liever op mensen of partijen die ook op immaterieel gebied zaken uitdragen, al is dat truttigheid ten top. Leven Trut(h) Plasterk.

Roodeschool, dorp van begeerte

 

Het treinstation in Roodeschool

Verlangens uit 2008 zijn nog niet vervuld, dus deze gouwe ouwe van mezelf maar eens geplaatst.

Ineens had ik vandaag de onweerstaanbare behoefte om naar Roodeschool te gaan. Waarom? Ik heb geen idee hoe deze gedachte in me is gevaren en waarom juist Roodeschool? Misschien dat grondige psychoanalyse op Freudiaanse leest meer inzicht zal geven, maar daarmee ga je niet naar een psychiater. ‘Beste dokter kunt u duiden waarom ik de behoefte heb om naar Roodeschool te gaan?’ De zielknijper zal raar staan te kijken met zo’n hulpvraag. Het is dat met de wens om naar Roodeschool te gaan je geen gevaar bent voor jezelf of je omgeving, dus niet met een Rechterlijke Machtiging kunt worden opgenomen. En dat is maar goed ook, want dan kan ik al zeker niet naar Roodeschool.

Roodeschool, ik ken de naam van mijn topografielessen op de lagere school. Was dat nu de eerste plaats die je moest leren, of was dat toch Delfzijl of Winschoten. Als ik mijn ouders zou bellen, kunnen ze me het antwoord op die prangende vraag meteen geven. In mijn tijd had ik sporadisch nog te maken met verouderde lesmethodes, maar de degelijkheid van onderwijs van direct na de Tweede Wereldoorlog heb ik niet in mijn bagage.

Waarom ga je niet naar Roodeschool kunt u zich afvragen? Praktische bezwaren denk ik. Doordeweeks moet ik werken en in het weekend zijn ook tal van bezigheden die een trip naar het uiterste Noorden van ons land in de weg staan. En als ik het voorstel zou doen om een camping of huisje tijdens de zomervakantie te boeken in Roodeschool, mochten die al aanwezig zijn, zal dat in huiselijke kring op weinig enthousiasme kunnen rekenen. Ik druk me dan voorzichtig uit. Bovendien, hoe klein Nederland ook is, een retourtje Roodeschool is al snel een volle tank benzine en dat is om milieutechnische redenen onverantwoord om gewoon eens te kijken in Roodeschool.

Dus, we googelen maar eens om te kijken wat Roodeschool te bieden heeft. Het is weliswaar een pover alternatief voor een echt bezoek. De herkomst van de naam kom ik te weten en is weinig verrassend, een foto heb ik niet kunnen vinden van een rood schooltje uit 1830. Om milieubezwaren te omzeilen kan ik met de trein naar Roodeschool leer ik en het plaatsje van mijn begeerte maakt deel uit van de gemeente Eemsmond, waarbij men kan genieten van de weidsheid van het Groninger landschap. Een impressie van het plaatsje zelf, volgens de tekst van oudsher een lintdorp, heb ik niet kunnen vinden op foto’s. Dus daarmee blijft de charme van Roodeschool nog een groot geheim voor me.

Maar de charme van Roodeschool ten spijt, Roodeschool zal het voorlopig zonder mij moeten doen en ik zonder Roodeschool. Maar zoals ze over het Italiaanse Napels zeggen, geldt voor mij: ‘Eerst Roodeschool zien, dan pas sterven.’

Leve de allochtone feut

 ‘Ik heb het licht gezien, driewerf Eureka!!!’
Mooier kan ik een stukje niet beginnen, maar ik heb er ook alle redenen me oprecht gelukkig te voelen.
‘Waarom?’
Ik weet nu hoe we het integratievraagstuk moeten oplossen. Ik verwijt mezelf dat ik niet eerder op de gedachte ben gekomen, het had de Nederlandse maatschappij een hoop narigheid kunnen besparen, zowel op menselijk vlak als in economisch opzicht.

‘Hoe Sprakeloos, hoe? Vertel het ons!!!’
We hebben te maken met de verplichte inburgeringscursus. Zòu dit fenomeen werken, dan kost dit een lieve duit, maar de effectiviteit is nooit bewezen. En volgens goed Nederlands gebruik heeft de bureaucratie weer hard toegeslagen op dit beleidsgebied en de wachtlijsten zijn enorm. Ook volgens goed Nederlands gebruik wordt dan niet meer over de effectiviteit gesproken, maar gekeken hoe de procedures verbeterd kunnen worden. Of iemand nu de Nederlandse taal spreekt, weet wie Willem van Oranje is en wie vadertje Drees, doet niet ter zake.
De bureaucratie streeft naar optimalisering van deelname. Is dit optimum bereikt dan is succes verzekerd?!?!

Maar beste lezers, in ons onvolprezen land hebben we een instituut dat al decennialang een werkzaam procédé heeft om mensen maatschappelijk aan elkaar te koppelen en wel voor hun leven lang.
‘O ja, Sprakeloos, vertel!
Waar zijn de Captains of Industry, ministers, hoge ambtenaren, kroonprinsen en directeuren van non-profitorganisatie bijna allemaal zonder uitzondering bij geweest?
Ik zal u niet langer in spanning houden, het is de studentenvereniging, het corps wel te verstaan. Vanuit deze verenigingen worden netwerken voor het leven gecreëerd, baantjes worden elkaar toegeschoven en in moeilijke tijden staan ze klaar voor elkaar. En iedereen mag lid worden, mits ze de ontgroening maar op een goede manier doorkomen. Maatschappelijk succes verzekert, want dat alleen de beste mensen op topposities terechtkomen, daar geloof ik niet in. Voor goede banen en invloed zijn vooral netwerken van belang.

Dus Sprakeloos?
Zien jullie het niet, 1 + 1 = 2, toch?
We schaffen de inburgeringscursussen af en een ieder die vrijwillig naar Nederland komt, wordt vakkundig ontgroend, de kennis is immers in huis. Na een aantal weken van vernedering krijgt een iedere de mogelijkheid om zich in te vechten in de Nederlandse samenleving. De saamhorigheid onderling van de allochtone feuten groeit en bij een succesvolle missie hebben ze al een waardevol netwerk om hun positie in de Nederlandse samenleving te beginnen. Succes verzekerd.

En Sprakeloos, hoe ziet die ontgroening eruit?
Euhh, ja ik ben geen ervaringsdeskundige, want nooit lid geweest van een studentenvereniging. Ik voelde me ‘destijds te individualistisch en te goed voor zo’n drilcursus en bovendien ontbrak het me aan een hete aardappel in de keel. Dus ik ben nu slechts blogger die zijn frustraties over studentenverenigingen maar wegschrijft bij het ontbreken van een glansrijke maatschappelijke carrière. Ik heb mijn kans op ontmenselijking en wedergeboorte die erop volgt helaas gemist. Ik zal er mee moeten leren leven, maar ik gun anderen die kansen natuurlijk wel.

Hoe de ontgroening eruit moet zien? Nu, moslims verplicht bier te laten drinken en varkensschnitzels consumeren, strenge moslima’s in badpak laten paraderen tijdens ontgroeningsbijeenkomsten. Antillianen en Surinamers ontdoen van alle blingbling en in het vooruitzicht stellen dat monogamie de eis is.
Nou Sprakeloos, dit is wel hard en gebaseerd op vele vooroordelen.
Goed, goed, ik geef toe, ik weet niet hoe de ontgroening gaat, daarvoor zijn anderen die hun leden succesvol de maatschappij in weten te loodsen. Laten zij dit werk doen.

En het gevolg?
Gelukkige mensen, geen enge partijen meer en gezamenlijk worden we nog beter met de Olympische spelen.
Weg met de inburgering, leven de allochtone feut.

Hoe het bloggen ooit begon, een generatieconflict.

 Een blogje, column zo u wilt, vindt de beste voedingsbodem bij frustratie, boosheid of soms zelfs onredelijkheid. Ik kon toen op het internet niet meteen de juiste knop vinden om mijn stukje te plaatsen, maar vond wel het volkskrantblog. Het was september 2007. Sindsdien ben ik verknocht aan het bloggen, maar ruim 500 stukjes later, hadden hogere machten besloten dat een gerenomeerde krant geen blogsite meer nodig heeft. Ik ben opnieuw begonnen bij WordPress, snel gevolgd door Twitter en Facebook.

Mijn boosheid betrof de arrogantie van een babyboomer. Rond die tijd had ik enkele andere stukjes elders geschreven.  Hieronder een drietal stukjes uit mijn verleden. Want langzaam maar zeker plaats ik zoveel mogelijk van mijn schrijfsel op dit blog.

 

1. In reactie op geboren in 1953

Graag wil ik reageren op ‘Geboren in 1953’ (VK 1 september 2007) van Rob Vreeken, zelf volwassen geworden begin jaren zeventig, gedurende de rafelranden van de jaren zestig-mentaliteit. De columnist vereenzelvigt zich nog vol overgave met de toenmalige postrevolutionaire sfeer en brengt een adhesiebetuiging aan Jan Pronk. Hij beschrijft hiervoor het monsterverbond tussen jong volwassenen en de babyboomers.

Gemakshalve meent hij Jort Kelder te moeten aanhalen als boegbeeld van vermeend graaiende 30-ers en 40-ers. Indringend wil ik Vreeken wijzen op het volgende: Het relatief beperkte aantal rijke ‘niet-nixers’ staat in schril contrast met de rijkdom van de zogenaamde ‘bevlogenen’ (Bram Peper, Marcel van Dam etc, etc. etc). Jort Kelder(achtigen) hebben bovendien hun vermogen veelal vergaard in de commerciële sector, de generatiegenoten van Jan Pronk vooral in (of met behulp van) de publieke sector.

De gehele publieke sector wordt sinds jaar en dag gedomineerd door de generatie van de huidige vijftig en zestigplussers. Zij zijn daardoor ook medeverantwoordelijk voor het neoliberale klimaat. De generatie onder hen heeft daar nimmer wezenlijke invloed op kunnen uitoefenen. Electoraal hebben Wouter Bos c.s. slechts durven/kunnen volgen. Helaas! Het vereiste nieuwe elan voor bijvoorbeeld de PvdA kan toch niet zitten in een parodie uit vervlogen tijden, hoe aardig het sprookje voor de Lowland-gangers ook mag lijken? Het mag toch niet zo zijn dat eigentijdse bevlogenheid van twintigers misbruikt gaat worden door de gevestigde orde?

2. Pronkzitting

En weer lukt het zo’n ouwe hip alle aandacht naar zich toe te trekken. Dit keer Jan Pronk die op het voorzitterschap van de PvdA aast. Hoewel het in een democratie is toegestaan voor een ieder, ongeacht leeftijd, sekse of ras zijn ambities na te leven, heb ik het wel helemaal gehad met dat machtscordon bij de PvdA dat zich al vanaf de jaren zestig voortsleept. Wanneer is dat nu eens afgelopen met die betweterige linkse dominees die hun gelijk keer op keer opeisen en dat ook krijgen omdat ze met zo veel generatiegenoten zijn? Hele hordes ouwe hippen, voormalige communisten, ex-feministen in paarse overals en ander gajes dat nog steeds tegen de gevestigde orde strijdt, terwijl ze dat al decennialang zelf zijn. Elkaar baantjes gunnend, terwijl onderwijl de revolutie en vrije seks van weleer besproken wordt onder het genot van een hapje en een drankje. Allen verzekerd van een bovengemiddeld inkomen, blijven ze de achterhaalde Nieuw-Links idealen herhalen. Nu zul je van mij niet horen dat mensen niet veel geld mogen verdienen, ook linkse mensen gun ik de welvaart die ze toekomt. Maar niet die linkse drammerige potentaten, die tot in lengte van dagen publieke gelden weggrissen!

Dus nu wéér Jan Pronk, een anachronisme pur sang. Reeds minister in het kabinet Den Uyl en ook onder Paars weer van de partij, heeft vol vuur recent namens de Verenigde Naties goed werk gedaan in Darfur. Het mocht uiteindelijk niet baten, maar dat lag niet aan de passie en vurigheid van Jan Pronk. Ere wie ere toekomt, hiervoor krijgt Pronk mijn credits. Over vurigheid gesproken, de geruchten gaan dat de losse seksuele moraal uit vroegere tijden altijd aan Pronk is blijven kleven. Maar dat zijn slechts geruchten.

Met Jan Pronk komen ook de oude kameraden weer in het nieuws om hem lippendienst te bewijzen. Marcel van Dam denkt dat Pronk het tij kan keren en Bram Peper ziet na zoveel jaren de kans dat een radicale koerswijziging de zon voor de PvdA weer zal schijnen. Dit horende zit ik inwendig te vloeken en denk dan:

“Welk tij moet gekeerd worden en heeft de zon nu al jaren niet meer geschenen?”
Hun enige doel is terugkeer naar hun eigen ideale jongensdromen en heel de (linkse) maatschappij moet met ze mee.
Nou, ik toevallig niet en ik hoop van harte dat het PvdA-congres een andere kandidaat kiest, bijvoorbeeld Solomon Tesfaye. Solomon Tesfaye? Ja, Solomon Tesfaye, ex-Ethiopiër, ex-prins Carnaval in Oldenzaal en raadslid voor de PvdA aldaar. Alles beter dan Pronk.

De PvdA van Bos is gebaat bij rust en stabiliteit en moet kritisch gevolgd worden met hedendaagse inzichten en standpunten, rekening houdend met het huidige sociaal-maatschappelijke krachtenveld. Pronk en de zijnen zullen de sociaaldemocratie zeker niet redden, integendeel.

En een ieder met maar een ietsepietsie sociaaldemocratisch gevoel moet helemaal op zijn hoede zijn als generatiegenoot Hans Wiegel van de VVD alle beschikbare veren in de reet van Jan Pronk probeert te stouwen. Zijn column in “De Pers” van 28 augustus 2007 heeft als titel meegekregen, jawel, “Pronkjuweel”.
Als een voormalig politiek tegenstander, en zeker geen hippie, je gaat roemen, moet je oppassen. Als ook oud-premier Dries van Agt wordt aangehaald en zijn welgemeende goedkeuring geeft aan het voorzitterschap van Pronk, zijn de rapen gaar.
Ik begrijp best dat het orakel uit Diever het wel ziet zitten met Jan Pronk. Met een radicale koerswijziging van de PvdA kan de VVD weer normaal liberaal doen. Ze hoeven dan geen rekening te houden met populaire politieke jokers als Geert Wilders. En Rita Verdonk kunnen ze dan definitief de mond snoeren. Een radicale PvdA geeft electorale ruimte in het midden en zorgt ervoor dat de PvdA weer voor jaren de oppositiebankjes in moet. Pronk een pronkjuweel? Jazeker, maar dan wel voor de historische parlementaire geschiedschrijvers.

 

 

 

 

 

3. Grijs, maar wijs

Onderstaande tekst is van juli 2004, toen de heer Bram Peper een interview in de Volkskrant gaf en bij mij heel veel irritaties opriep. Gezien het feit dat er toen veel gereageerd is klaarblijkelijk niet alleen bij mij. Onderstaande reactie had mijn ijdelheid moeten strelen door het geplaatst te zien in de Volkskrant, het heeft niet zo mogen zijn.

Mijn ‘missie’ als Don Quichot tegen de babyboomers is niet ontstaan naar aanleiding van de strijd om het partijvoorzitterschap bij de PvdA. (zie mijn bijdrage van 1 september 2007)

IN TEGENSTELLING TOT BIJVOORBEELD VREEKEN IN DE VK VAN 1 SEPTEMBER 2007, VERFOEIDE PEPER IN 2004 DE OVERHEERSENDE JONGERENCULTUUR.

Bram Peper, vooraanstaand lid van de peper en zout-generatie, pepert zijn gehoor in met een aanstaande revolutie. Als 38-jarige ben ik niet in staat om een mooie toepasselijke Latijnse spreuk te gebruiken; of anders een krachtige uitspraak van een geleerde oude Griek aan te halen. Ik moet het daarom doen met een platvloerse en vlakke woordspeling om mijn reactie op het interview met Bram Peper te beginnen, gewoon omdat de kennis me ontbeert.
Gezien mijn leeftijd kan ik me geen representant noemen van de jongerencultuur en ik heb nog lang niet de gezegende leeftijd van een 50 plusser. Helaas moet ik constateren dat mijn ergernis ten aanzien van Bram Peper vele malen groter is dan de door hem verfoeide overheersende jeugdcultuur.

Het moet me van het hart dat hij een juiste diagnose maakt ten aanzien van vervlakking en gebrek aan (historische) kennis in de hedendaagse maatschappij. Dit geldt volgens mij voor de hele maatschappij en niet voor één specifieke groep. En mocht vervlakking en gebrekkige kennis alleen bij jongeren aanwezig zijn, dan moeten de voorgaande generaties zich daar vooral voor schamen. En niet, zoals Peper doet, zijn eigen leeftijdgenoten ophemelen ten koste van jongeren.

Wat mij zo ergert aan het interview met Peper is de verschrikkelijk aanmatigende toon van hem. Deze toon is zo kenmerkend voor zijn generatiegenoten die zich, vooral aan de linkerzijde van het politieke spectrum begeven. Het zijn zij die lang hebben mogen studeren, zij die ongeacht hun studie verzekerd waren van een baan met toekomstperspectief, zij die van hun regenteske voorgangers wel de kansen kregen om mee te mogen doen, zij die de macht al hadden toen ze amper droog achter hun oren waren, zij die door hun demografische omvang de machtsfactor zijn bij ministeries, gezondheidsinstellingen en het onderwijs, zij die hun jeugdcultuur veertig jaar later nog steeds tot norm verheffen.
Het zijn zij, met hun regenteske mentaliteit, die helemaal geen revolutie nodig hebben. Oproepen tot een revolutie klinkt bij Peper vooral als een pathetische roep om aan de macht te blijven, terwijl ze al meer dan veertig jaar het pluche bezetten en daarmee de normen en uitwassen van de generatie van Nieuw Links bewaken.

Met mijn gebrek aan historisch besef, mogen ze van mij alles wat met Bram Peper c.s. te maken heeft, uit hun publieke ambten halen. Een nieuw elan moet zich dan aandienen, namelijk Grijs-wijs Links. In dit nieuwe elan staan vijftig plussers op, die met reflectie kunnen terugkijken op hun eigen rol in de Nederlandse samenleving. Dit moet dan de basis vormen voor een nuttige bijdrage aan de Nederlandse samenleving. Hun reflectieve vermogen kan niet anders dan leiden tot mildheid jegens jongere generaties, die mede door henzelf zijn gevormd.
Of dat met mensen als Bram Peper gaat lukken is nog maar de vraag, maar ik wil niet meedoen aan het creëren van een generatiekloof à la Peper, maar wel gebruik makend van alle krachten die iedere generatie in zich herbergt.

 

 

Nationaal Historisch Museum ON BLOG

En dan gaan we zelf maar aan de slag, eigen initiatief wordt op prijs gesteld. Het Nationaal Historisch Museum komt er niet. Dat is jammer voor Arnhem, dat is jammer voor Nederland en dat is jammer voor ons als land dat de kenniseconomie wil stimuleren. Want ik ben ervan overtuigd dat kennis van het verleden onontbeerlijk is voor een goede toekomst.

De nieuwbouw wordt niet door het Rijk gesubsidieerd, dus andere methodes moeten gevonden worden. Of deze (snel) gerealiseerd zullen worden is op dit moment de vraag. Ik wacht er niet op en ga mijn eigen Nationaal Historisch Museum OP BLOG openen. Een helse klus voor mij als museumdirecteur. Ik heb alle bureaucratie overgeslagen, heerlijk was dat en ik ben begonnen onder het mom: ‘Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat.’

Als directeur heb ik geheel belangeloos mijn 12 jarige zoon weten te strikken voor de technische realisatie. Oneindige vaderliefde is zijn deel.

In de wetenschap dat het beter, gelikter en vooral ook wetenschappelijker kan, zullen na noeste arbeid: bloed, zweet en tranen de eerste afdelingen worden geprepareerd voor het publiek.

Dus 30 oktober 2010, nog geen 24 uur na het fatale nieuws van de bezuinigingen voor het Nationaal Historisch Museum, zullen de eerste drie zalen (stadsimago, kunst/ historie en politici) van het Nationaal Museum OP BLOG geopend worden. Geheel gratis, want een nationaal museum is van en voor alle Nederlanders. Derhalve is ook zonder schroom op het internet gestruind naar documentatiemateriaal en de verplichte bronvermelding is verloren gegaan in de haast. Voor de goede zaak moet het maar even.

Hierbij verklaar ik het Nationaal Historisch Museum voor geopend:

 Voor de leesbaarheid even dubbelklikken op het filmpje en je komt op youtube zelf, dan kun je het beeld vergroten

Zalen die nog onder constructie staan zijn:

–          Jaartallen

–          Klederdrachten

–          Schaatshelden

–          TV uit de oude doos

–          Nederland elders in de wereld

–          Typisch Nederlands

–          Nederland, natuur of ontwerp (landschappen)

–          Belangrijke vrouwen

–          Sporticonen

Suggesties en opmerkingen zijn altijd van harte welkom. Heb je een aanvulling op de collectie in de bestaande zalen of wil je een nieuwe zaal openen. Het kan allemaal zonder meteen garanties te kunnen geven voor directe realisering.

Treedt allen binnen en geniet van het Nationaal Historisch Museum ON BLOG.

De sokkenhel(d), ik ben echter niet alleen

Sinds vandaag weet ik dat ik niet alleen ben in de hel die sokken kunnen zijn. Aaf Brandt Corstius schreef er vandaag over in de Volkskrant. Even goede oude herinneringen ophalen met een blog van vorig jaar. Tussendoor zijn er nieuwe rondes geweest, het is maar dat u het weet.

Ik weet het nu zeker. Bloggen is niet verslavend, het is slechts een legitiem vluchtmiddel om je te ontdoen van hogere bezigheden, of in ieder geval een nuttiger Aardse invulling van je bestaan. Is verslaving dan niet een soort van vluchten, hoor ik de kritische drinker, roker of blower al roepen.

Is goed mogelijk, ga het vooral na voor u zelf. Bloggen heeft geen verslavende werking, maar het is het middel om je te ontrekken aan rotklusjes.

Mevrouw Sprakeloos doet de boodschappen en er ligt nog het een en ander te wachten in huize Sprakeloos.

Zal ik eerst even op het vkblog kijken of meteen aan de slag?

Eerst maar even bloggen.

Maar er is nog genoeg te doen.

Is er nog gereageerd of heeft iemand nog een leuk stukje geschreven?

Maar we lopen al weken iedere ochtend sokken bij elkaar te zoeken. Ik moet die stapel eens gaan uitzoeken.

Bloggen!

Sokken…..

Bloggen!

Sokken…..

Een sokkenblog of blogsokken, wie zal het zeggen.

 

In ieder geval, ik ben er nu even niet.

Het is een blijvend fenomeen, op 18 december 2014 was het weer zover, nu binnen. De zomerwerkplaats is te zien door het raam. Tussendoor zijn er meerdere sessies geweest, ik kan het u verzekeren.

20141210_143657

Eindexamen in Sarajevo, 2006

In 2006 hadden we Taida Pasic. Kent u haar nog. Nederlandse kleinzielige naargeestigheid overviel het toenmalige zoveelste kabinet van Balkenende. Rita Verdonk had zitting in dit kabinet. Vandaag krijgt Sahar Hbrahim Gel te horen dat ze mag blijven. Verwesterde Afghaanse (en andere vrouwen en meisjes) mogen blijven. Gelukkig wel voor haar en haar familie.

 

 

 

 

 

 

 

 

In 2006 schreef ik voor www.fok.nl de volgende column. Het had ook zomaar over Sahar kunnen gaan.

Na nauwgezette controle met camera’s bij het hek, verschijnt een vlotte lenteachtige gedaante bij de zware deur van de Nederlandse ambassade. Een meisje, of eigenlijk een jonge vrouw, wordt verwacht en binnengelaten door het geïnstrueerde personeel.

Haar tas moet ze bij binnenkomst afgeven en bewapend met slechts een pen, potlood, gummetje en een flesje water, gaat ze het examenlokaal binnen, een in de haast omgebouwd kantoor van een van de diplomaten van de Nederlandse consulaat in Sarajevo.
Voor de gelegenheid heeft de betrokken diplomaat zijn werkzaamheden elders gevonden, twee ondergeschikte collega’s zullen de komende dagen surveilleren en het meisje in de gaten houden.
Geen spiekbriefjes dus, geen teksten op haar mooie meisjesbenen en ook geen mobieltje om de kluit te belazeren. Want als het om fraude gaat, heeft ze geen beste reputatie.

Het recht op een regulier eindexamen is voor Taida wat omslachtig en vermoedelijk een stuk duurder voor de Staat der Nederlandsen dan wanneer ze dit bij haar vrienden in Winterswijk zou hebben gedaan. Maar goed, een politiek ego moest gered worden, sterker nog, gesterkt worden. Een politiek ego dat zo ongelooflijke veel angst heeft om voor politiek correct versleten te worden. Een politiek ego dat iedere vorm van mildheid gelijkschakelt met de verfoeilijke gedoogcultuur, zodat er geen plaats meer lijkt te zijn voor ethische correctheid.

Het is juist de partij van Rita Verdonk die nu worstelt met hun eigen Taïda in hun midden. Hun eigen kleine fraudeur, Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, heeft willens en wetens ook de kluit belazerd om ons land binnen te komen. En dit wisten ze mogelijk al bij de VVD, maar andere zaken waren belangrijker. Bijvoorbeeld het binnenhalen van een heuse troetelmoslima, nog wel weggepikt bij de PvdA. Dat is goed voor een paar zetels extra. Nu hebben ze dat geweten bij de VVD. De superintelligente Ayaan Hirsi Ali ontpopte zich alras tot een enfant terrible. Ze liet zich niet modelleren tot een bleke bankzitter in de Kamer. Volgzaamheid dat kende ze al wel in haar Somalische leven.
Aangemoedigd door andere slijprechters als Hilbrand Nawijn, begin jarig negentig nog verantwoordelijk voor de IND en dus de binnenkomst van de Somalische, wil Verdonk alsnog kijken of Ayaan Hirsi Ali alsnog over de grens gewipt kan worden.

Ondertussen dwaalt Taida boven haar examenvraagstukken even weg. Misschien gaan de opgaven wel over de Amerikaanse geschiedenis van vrijheid en gelijkheid. Of ploegt ze een moeilijke Franse tekst door over ‘Liberté, Egalité en Fraternité’ en moet ze onwillekeurig terugdenken aan het gedoe rondom haar eigen persoontje. Heel even fronst ze haar wenkbrauwen, heel even maar en gaat daarna geconcentreerd en moedig verder.

Want moedig is ze, want welke minderjarige in moeilijke omstandigheden is zo vastberaden om alsnog haar examen te willen doen in Nederland? Wie heeft de intelligentie om zich in zo’n kort tijdbestek aan te passen in een vreemd land? Welk meisje kan zich staande houden in een periode van onzekerheid of zij en haar gezinsleden in Nederland mogen blijven? Welk kind heeft het raffinement om in weerwil van bureaucratie en Verdonk toch te kiezen voor haar eigen toekomst en een beetje persoonlijk geluk?

Taida is zo’n vrouw. Een parel voor de Nederlandse samenleving, intelligent, wilskrachtig en begaafd. Nederland kan alleen maar hopen dat wanneer de Kosovaren volwaardig burgers van de Europese Unie zijn, over twintig jaar bijvoorbeeld, een veertig jarige vrouw dan denkt:
‘Goh, laat ik eens kiezen voor een topbaan in Nederland bij een bank of universiteit, ik ken immers de taal en de mensen.’
Dat kunnen we dan alleen maar hopen in een land waar de vergrijzing toeslaat.

Vanaf deze plaats wens ik Taida Pasic vooralsnog vooral veel succes bij haar eindexamen (en veel leuke eindexamenfeesten uiteraard.)

En anno nu, succes aan Sahar en haar familie.

Een héél fout…..goed lijstje

 

Het positieve vervolg op een goed fout lijstje, ook van februari 2009

De directe aanleiding kan ik niet eens helder voor de geest halen, maar gisteren had ik in één keer de idee dat het in Europa maar een zooitje was. Met de beschrijving van een goed fout lijstje heb ik zonder al te veel zelfcensuur maar eens een verzameling platte negatieve typeringen van de verschillende Europese landen gemaakt. Een klein aantal reacties was voldoende om me weer bij zinnen te brengen. Eigenlijk wel een heel negatief rijtje, daar is geen soep van te maken was één van de commentaren.

Dat klopt, dus ik ga nu maar eens een positief rijtje maken, een heel fout goed lijstje. Of je er soep van kan maken, ik vraag het me af? Hooguit een feestelijke ratatouille, maar wel van een all in Europese signatuur.

Wederom in alfabetische volgorde:

België: Een diep verdeeld land zo op het oog, maar het blijft ze goed gaan. Ze draaien lekker mee in Europa. Die clowneske verdeling tussen Frans- en Vlaamstaligen is niet meer dan een uit de handgelopen Belgenmop. Ten aanzien van mondiaal foute mensen fungeren ze als het geweten van Europa, want ze worden allemaal voor het Belgische gerecht gesleept. Hulde.

Bulgarije: Nieuwbakken lid in Europa en meteen laten ze van zich horen. Ze willen graag meedoen maar laten zich niet koeioneren door vage kunstenaars uit Tsjechië. De assertiviteit van de Bulgaren is te waarderen. Het is tevens de spirit om van corruptie en stalinistische bureaucratie af te komen.

Cyprus: Het levende bewijs dat oude vijanden in vreedzame co-existentie goed verder kunnen en uiteindelijke maken ze een mooi vakantieparadijs van hun eiland. Een voorbeeld voor de ‘echte’ Grieken en Turken.

Denemarken: Een prachtig voorbeeld van nuchterheid en hantering van het vrije woord op een positieve manier. Als eenheid presenteerden de Denen zich op het moment dat moslimfanaten voor de poorten van de verschillende Deense ambassades stonden. Nee, de Denen krijg je niet gek en als prettige bijkomstigheid leveren ze goede voetballers.

Estland: Jarenlang onder het juk van de Russen en toch accepteren ze onder bepaalde voorwaarden de aanwezigheid van de voormalige Sowjetrussen die nu een prachtige kans krijgen in hun nieuwe vaderland, integratie pur sang.
Klein, ogenschijnlijk onbeduidend maar samen met de andere Baltische Staten vertegenwoordigen ze een belangrijk stukje Europese historie die ze om weten te bouwen naar het hedendaagse Europese perspectief.

Finland: Autonoom en welvarend. Ze hebben als geen ander land ervaren wat het is om te leven naast een grote machtige wereldleider. Deze kennis zullen ze zeker inzetten om Europa door de economische en politieke crisis heen te loodsen. Stille wateren, en die zijn er veel in Finland, hebben diepe gronden.

Frankrijk: Het grote brutale jongetje van Europa. Lef van een losgeslagen puber, maar op zijn tijd de diplomatieke gaven van een doorleefde volwassene. Laat Frankrijk maar schuiven al zetten ze met enige regelmaat hun te grote voet op lange tenen, ze bedoelen het goed voor de rest van de wereld. En als een duveltje uit een doosje, ze hebben in noodgevallen een heel fijn leger tot hun beschikking. Een beetje vreemd, maar het legioen is altijd inzetbaar.

Griekenland: De bakermaat van onze beschaving en democratie. Eeuwenlang overwoekerd door wilden van elders, maar het genenpakket is niet verloren gegaan. Grieken zullen hun klassieke beentje voortzetten ten behoeve van de hedendaagse Europese beschaving.

Hongarije: Historisch centraal in de Europese geschiedenis en is dat ook op dit moment weer. Een typische Hongaarse eigenheid die terug gaat tot Atilla de Hun. Door de geschiedenis zijn ze in aanraking gekomen met verschillende culturen waarvan ze het goede hebben weten te behouden. De onverschrokkenheid van de Ottomanen, het sociaal voelende van de Sowjets en het punctuele van de Duitsers. Al kijkend over de poesta’s wordt intense weemoed omgebouwd tot een waarachtig Europees gevoel.

Ierland: Van het lelijk eendje van de EU is het uitgegroeid tot een prachtige zwaan. Alleen de frisse groenheid van het land staat al symbool voor de ecologische toekomst van Europa. Van hieruit zal het milieu-aspect Europa indenderen. Let op mijn woorden.

Italië: Het altijd speelse, sarrende, maar tevens briljante Italië heeft als eerste begrepen hoe de Griekse beschaving te integreren in het toenmalige donkere Europa der Barbaren. Trots op hun geschiedenis en trots op hun eigen identiteit hebben ze voor rechtlijnigen de onhebbelijkheid van het prediken van het behoud van de basisnormen zoals daar zijn het moederschap, de enige kerk en de esthetiek. Toch zijn ze flexibel genoeg om daar in hun eigen leven moeiteloos van af te wijken. Pragmatisme is hun bijdrage aan Europa.

Letland: zie Estland

Litouwen: zie Estland

Luxemburg: Een ‘geslepen’ briljant in Europa. Voor een kijkje in het Europa van 2050 hoeven we alleen maar naar het Groot Hertogdom te reizen.

Malta: Zonnig, een pietsie Brits, ligt het strategisch in de golven van de Middelandse Zee, Afrika en Azië in de nabijheid, maar onmiskenbaar Europa.

Nederland: Een gidsland pur sang en al leven we in moeilijke tijden, de Nederlanders zijn goed in het verkondigen van de moraal. Waarom, omdat ze te groot zijn voor het servet en te klein voor het tafellaken. Een wezenlijke functie in en voor Europa, want zonder al te negatieve consequentie kan Nederland de gewetensfunctie van Europa vertolken. Bovendien het legt ze geen windeieren en dat is ook voor Europa weer positief.

Oostenrijk: Bakermat van de klassieke waarden en normen van het oude Europa. Een bezienswaardigheid voor alle Europeanen die een stukje historisch besef bijgebracht willen krijgen. Oostenrijk als een groot openlucht museum, fantasierijk weggedrapeerd tussen prachtige bergen en schone dalen.

Polen: Vooral echte survivers en dus dienen ze als voorbeeld voor alle anderen in Europa. Bovendien voor allen die de weg kwijt zijn in spiritueel op zicht, ga naar Polen. Het ware en enige christelijk geloof met de wortels in Israël is nog zichtbaar in Polen. Een echte aanwinst voor Europa.

Portugal: Een typisch voorbeeld van ‘wie het kleine niet eert, is het grote niet weert’ Berusting en tevredenheid zijn de inbreng van de Portugezen in de Europese ratatouille.

Roemenië: Een volk dat de dictatuur van Ceaucescu weet te overleven is een sterk volk, een volk dat weet wat het is om ontberingen te lijden. Een volk dat derhalve de tijd moet krijgen om er ook geestelijk bovenop te komen. Geduld en tolerantie is wat de Roemenen door hun aanwezigheid in Europa kunnen kweken bij de andere lidstaten. Het bezien van een Roemeen is dus eigenlijk een gezonde spirituele training tegen je eigen vooroordelen. Heel belangrijk in tijden van crisis waarbij je geneigd bent snel een zondebok te zoeken.

Slovenië: Klein Oostenrijk met dezelfde historisch waarden die Oostenrijk vertegenwoordigd in Europa, ook laten ze nog een klein stukje van de meest moderne geschiedenis zien, een vleugje Oostblok. Bovendien koploper in welvaart van de voormalige Oostbloklanden.

Slowakije: De opdeling van Tsjechoslowakije had wat de Slowaken betreft niet gehoeven, maar nu het eenmaal een feit is, maken ze het beste ervan en tot nu toe niet onverdienstelijk. Laten de Slowaken maar schuiven.

Spanje: Temperamentvol en temporiseren, twee tegenstrijdige eigenschappen in één volk. Vurig als de zon, donker als de nacht in de binnenlanden en beweeglijk als de alom omringende zeëen. En lukt het ondanks het Spaanse temperament niet, dan is er morgen weer een dag. Manhana!

Tsjechië: Voor de Eerste Wereldoorlog de bakermat van kunst, cultuur en wetenschap. En dat zijn ze nog niet vergeten, die Tsjechen. Ambities om het verloren terrein op de recente historie terug te winnen, verdient navolging. De Tsjechen zijn een echte aanwinst voor Europa.

Verenigd Koninkrijk: Naast de vluchtige eigenschappen en flexibiliteit die sommigen landen in Europa brengen, biedt Engeland het nodige tegenwicht. Goed geconserveerde manieren en de neiging om het grootste verleden te roemen, geeft Engeland de functie van ‘pas op de plaats’.  Voor azijnpissers ‘ een rem op de voorsprong’, maar met deze ogenschijnlijke kleppen op dwingen ze menig land tot bedachtzame beslissingen. Bovendien is Engeland het aangewezen land om Europa een beetje USA minded te houden en dat is in periodes van crisis niet onbelangrijk heeft de recente geschiedenis geleerd.

Zweden: Het is geen toeval dat de verschillende kwaliteitsproducten gepaard gaan met de reclamespreuk “Uit Zweden”. Net als Volvo, Saab, Nilfisk en Ikea staat het land Zweden voor stabiliteit en kwaliteit. Dat is mooi om dat binnen de Europese landgrenzen te hebben.

Dat is nog eens een ander lijstje dan dat negatieve gedoe van gisteren. En dan te bedenken dat de landen van het voormalige Joegoslavië niets liever willen dan meedoen, dus hun gretigheid brengt niets dan goeds voor Europa. En met Albanië als kansland, Noorwegen om de olie, Zwitserland om de gewezen neutraliteit en IJsland als stichtend voorbeeld hoe het niet moet in bankzaken,  kunnen we toch maar een ding zeggen. ‘Ik ben Europeaan en wel een blijde Europeaan.’  We komen er wel met zijn allen. Toch?

Een goed fout lijstje

Dit stuk schreef ik in februari 2009 op het volkskrantblog, is er veel veranderd?

Jarenlang heeft Nederland zichzelf geprofileerd als een gidsland voor de rest van de wereld. Als klein, maar belangrijk land moesten we een voortrekkersrol gaan vervullen. We waren immers groot genoeg om iets in de pap te brokkelen, maar niet groot genoeg om een bedreiging te vormen voor de grootmachten in Europa en/of de rest van de wereld. Nu dat kwam mooi uit, want het schizofrene karakter van enerzijds de dominee, anderzijds de koopman, zat ons toch al in het bloed.

Nu is Nederland, of we nu willen of niet steeds meer aan het opgaan in Europa. Ook de rest van de wereld, in positieve en negatieve zin, is akelig dichtbij aan het komen door de voortschrijdende globalisering. Het is het oude Europa geweest waardoor twee wereldoorlogen zijn ontstaan. En naast de bekende oorzaken (verdrag van Versailles, dood van troonopvolger van de Keizer in Sarajevo etc., etc, etc…) en de schuldvraag die wordt gelegd bij Nazi-Duitsland, waren natuurlijk ook tal van instabiele factoren in andere Europese landen aan te wijzen.

Dat doet bij mij de vraag opkomen, hoe zit dat nu in Europa? Hoe zit het met de losse onderdelen van de Europese Unie, de aparte lidstaten? Hoe stabiel zijn ze economisch en politiek? Die vraag is des te interessanter omdat we als Europa wel menen van alles te mogen zeggen over de rest van de wereld als het gaat om democratische normen en mensenrechten. Maar als we onszelf als Europeanen eens goed in de spiegel bekijken, wat zien we dan?

Voor mezelf heb ik eens een rijtje gemaakt van alle Europese lidstaten en een aantal landen die daar (nog) niet bijhoren. Op basis van wetenschappelijke inzichten of gedegen kennis? Wel nee, op basis van stereotypen, krantenkoppen en de waan van de dag.

Zo zie ik dus de verschillende Europese lidstaten op dit moment: (in alfabetische volgorde)

België: Ogenschijnlijk stabiel met belangrijke Europese instituties binnen de landsgrenzen, maar al jaren heel erg diep verdeeld. Vlamingen en de Walen vreten in hun strijd de schatkist leeg en de politieke instabiliteit is enorm met de afwezigheid van een serieuze regering. Voor de buitenstander is het onbegrijpelijk dat het nog zo’n welvaart heeft. Bovendien klagen ze op grond van hun eigen wetgeving alles en iedereen in de wereld aan die niet deugd.

Bulgarije: Corrupt en bureaucratisch of beter gezegd bureaucratisch en corrupt. Van enige economische ratio bij de overige lidstaten van Europa is geen sprake geweest bij hun toelating. Slechts lid geworden van de EU om Rusland te pesten en/of de Bulgaarse afkeer tegen moslims te misbruiken. Bovendien hebben ze geen humor want ze worden heel boos als een kunstenaar Bulgarije afbeeld als een Turks toilet.

Cyprus: Instabiel tot op het bot. Turken en Grieken die daar al decennialang een toneelstuk opvoeren en daarmee hun onderlinge rivaliteit aan de wereld tonen. Vast een mooi vakantie-eiland, maar voor een stabiele factor in Europa niets waard.

Denemarken: Een klein land met nuchtere mensen. Zelden komt het land in het wereldnieuws, maar als ze dit halen dan doen ze het ook goed. Geheel ten onrechte vinden allerlei geloofsfanaten het nodig om in Islamitische landen onnozelaars te laten figureren voor hun eigen haat. Denemarken deugt volgens hen niet. Ik vind Denemarken een oase van rust en een van de weinige stabiele factoren in Europa.

Duitsland: Een belast verleden, maar momenteel wel een premier (Angela Merkel) die goed ligt in Europa, maar minder in haar eigen land. Duitsland is economisch en politiek het belangrijkste land van Europa al zullen de Fransen dit beslist niet zo zien. Ook geografisch strategisch is het natuurlijk een land dat centraal ligt en waarbij de veelal kleinere buurlanden nauwlettend kijken wat hun grote buur aan het doen is.

Estland: Klein en onbeduidend in het grote geheel en voor mij als buitenstander vermoed ik dat de invloedsfeer van de Russen nog lang niet weg is. Vele Russen wonen er nog en dat loopt volgens mij niet lekker.

Finland: Al jarenlang voor mij het meest autonome land van Europa. Je hoort ze niet, je ziet ze niet en ze zijn er toch en doen lekker mee, economisch dan. Waar ze voor staan is me een groot vraagteken.

Frankrijk: Met Sarkozy krijgt Frankrijk weer het stereotype beeld van: La France, c’est le monde. Bij de wat nationalistische Fransen zal dat een positieve uitwerking hebben, maar het wekt wrevel, heel veel wrevel. Zo’n 200 jaar geleden is ook een heel klein Frans mannetje ten onder gegaan aan een overdreven compensatiedrang. Te grote bek, maar te weinig positieve daden.

Griekenland: Letterlijk aan de rafelranden van Europa. Een instabiele democratie bleek onlangs nog, waarbij het militaire verleden nog heel vers in het geheugen van de Grieken leeft. Door het jarenlange militaire bewind lijken de Grieken zich nu pas bewust te worden van burgerlijke vrijheden die ze mogelijk onvoldoende hebben. De jaren zestig moeten nog plaats vinden in Hellas.

Hongarije: Oorspronkelijk een land dat vanuit het Oostblok het meeste op het Westen gericht was. Af en toe hoor ik van dit land het een en ander over ernstig nationalistische politici. Roma in eigen land en Hongaarse minderheden in buurlanden (met name Roemenië) zijn dan het gespreksonderwerp. Stil, maar zeker niet heel stabiel.

Ierland: Een van de oudere leden van de EU. Heel lang het lelijke eendje van de Europese Gemeenschap, maar de laatste jaren economisch ontzettend gegroeid. Met de huidige crisis moet blijken hoe stabiel die groei is geweest. De kans op heel hard terugvallen is erg groot.

Italië: In de jaren ’90 leek Italië heel hard mee te doen met de rest van Europa. Het maffiatintje verbleekte of werd bestreden. Het aantal regeringswisselingen was nog buitenproportioneel, maar dit ter zijde. Recentelijk heeft Berlosconi weer de absolute macht. De wijze waarop hij de comapatiënte Eluana verdedigde en daarmee haar familie en de rechterlijke macht bruuskeerde was ongemeen gênant. Bovendien is Italië het land waarbij advocaten veroordeeld worden omdat ze zwijggeld hebben aangenomen van een president die vrijuit gaat. Italië stinkt op dit moment zoals bijna geen ander land in Europa. Wat dat betreft is de vuilnisproblematiek in Napels en omgeving maatstafgevend voor heel Italië.

Letland: zie Estland

Litouwen: zie Estland

Luxemburg: Een rijke oase van rust. Ik weet niet of de rijke belastingdeskundigen daar ook zo over denken, maar als de rest van Europa een kopie zou zijn van dit kleine hertogdom dan zou ik me geen zorgen maken.

Malta: Buiten het feit dat Britse gebruiken nog aanwezig zullen zijn, is er weinig opzienbarends over dit eiland te zeggen. Een duur maar mooi vakantieland?

Nederland: En nu even kritisch zijn. In de huidige omstandigheden mag het geen gidsland zijn. De onderbuikgevoelens komen nadrukkelijk naar boven. Op zichzelf is dat geen probleem, maar om dit nu als fatsoenlijke politiek te beschouwen i.t.t. de oude politiek gaat te ver. Toch is deze neiging er wel. Als Nederland relatief niet zo’n klein land zou zijn, denk ik dat de rest van Europa of de wereld zich ernstige zorgen zou maken. Waar gaat het heen?

Oostenrijk: In grootte heel erg onbeduidend en het oerconservatieve is gebaseerd op democratische principes dus wie kan daar iets verkeerd over zeggen? Zolang het grote buurland Duitsland stabiel is, kabbelt het lekker door in Oostenrijk zonder dat de rest van de wereld ervan opkijkt.

Polen: Oerconservatief tot zelf reactionair katholiek en dat is geen vrolijke duo, dat intens belijdende katholicisme en conservatisme. Een land met een getraumatiseerde geschiedenis en een land waar vele landgenoten hun geluk elders proberen te vinden. Hoe hartelijk zullen de denkbeelden over Europa zijn van al die Polen die misbruikt worden en mogen opzouten nu het slechter gaat met de economie. Zo lekker zitten die Polen toch al niet in Europa. Hun afkeer van de Russen is slechts het enige dat ze in staat stelt om uiteindelijk hun politieke onfatsoen jegens Europa in beetje in te binden.

Portugal: Arm, ondanks het jarenlange lidmaatschap van de EU. Wat ze fout doen, ik zou het niet weten, maar dat ze iets fout doen is zeker. Ook met de aanstormende crisis zal de lethargie weer opvallend zijn.

Roemenië: Net als Bulgarije nog lang niet klaar voor de EU en nu ze eenmaal binnen zijn, is de behoefte omdat alsnog te gaan worden niet meer aanwezig. De prikkel om ergens te komen is door de voormalige dictator Ceausescu er wel hardhandig uitgeramd. Hun grootste exportproduct is naast een opgepimpte Oostblok auto onmiskenbaar de Roma die het nog slechter hebben dan de Roemenen zelf.

Slovenië: Een soort milde kopie van Oostenrijk met een vleugje Italië en in het achterhoofd nog een pietsie Oostblok. Desalniettemin een land dat na de val van de muur zich snel ontwikkelde en het goed lijkt te doen.

Slowakije: Af en toe wat rechtse sentimenten en als het slechter gaat zullen die sentimenten luider worden of de roep om het socialisme zal nadrukkelijker tot uiting komen. Het steekt de Slowaken dat ze het minder goed doen dan hun voormalige landgenoten, de Tsjechen.

Spanje: Lijkt heel goed uit de Franco-tijd te zijn gekomen, zowel economisch als politiek. De Basken blijven een ‘pain in the ass’, maar mogelijk doemen zich er nog grotere problemen op. De economie doet het heel slecht en de werkeloosheid vliegt harder omhoog dan elders in Europa. Een ‘in-de-gaten-houdertje’ dat Spanje.

Tsjechië: Een relatief welvarend land in vergelijking tot veel andere Oost-Europese landen. Het neigt misschien wel tot arrogantie, zeker jegens de Slowaken, maar ook naar de rest van Europa. Hun kunstzinnig aanmatigende houding onlangs toen ze voorzitter werden van de EU sprak boekdelen.

Verenigd Koninkrijk: Een land dat nog steeds niet beseft dat de globalisering doorgaat en dat die luttele 32 kilometer die hen scheidt van Frankrijk en daarmee de rest van Europa echt niets voorstellen. Zorgelijk is dat in tijden van voorspoed de Labour-klasse groot blijft en dat er in dat land door de grote rijke bovenlaag nog nooit iets is ontstaan als het stimuleren van een echte arbeidersemancipatie. Nu het economisch slechter gaat zal de armoede in de Engelse steden als eerste hele nare plaatjes kunnen gaan opleveren.

Zweden: Eigenlijk een van de weinige landen, zo niet het enige land dat langdurig stabiel en welvarend is. Ook politieke problemen (moord op belangrijke politici) worden bijna rimpelloos opgevangen door de Zweedse maatschappij.

Ik vind het bovenstaande lijstje niet iets om echt vrolijk te worden. Als we daar de landen van het voormalige Joegoslavië en Albanië nog eens bij rekenen dan word ik niet zo vrolijk van Europa. Landen als Zwitserland, Noorwegen en IJsland kunnen dit gevoel niet compenseren, zeker IJsland niet.
Europa daar kom je verder mee.

(lees ook het positieve lijstje als vervolg hierop)

Earth Hour 2011

Op het volkskrantblog ontpopte ik me als virtuele blogdorpsomroeper en deed in 2010 een oproep om stil te staan bij Earth Hour. Toen wel, dit jaar glad vergeten. Ter compensatie en om mijn eigen geweten te sussen een herplaatsing van de oproep van vorig jaar. Het is nog steeds van toepassing, misschien nog wel veel meer.

 

Een unieke mogelijkheid doet zich voor om twee vliegen in één klap te vangen en wel gedurende Earth Hour. Ik meld het u maar even als plaatselijke volkskranblogdorpsomroeper. Zegt het voort.

Mondiaal wordt er een signaal gegeven om spaarzamer om te gaan met energie. De fossiele brandstoffen zijn eindig en de alternatieven nog niet lang niet voldoende ontwikkeld. Warmte, licht en een heel arsenaal apparaten dat ons ter wille is om het leven te veraangenamen, kosten oneindig veel van de natuurlijke hulpbronnen.

Earth Hour moet de mensheid tot bezinning brengen en op zaterdag 27 maart 2010 tussen half negen en half tien ’s avonds wordt een ieder opgeroepen om de lampen een uur lang uit te doen. Deelnemers over de hele wereld doen mee en ook het Wereld Natuur Fonds probeert Nederland er warm voor te krijgen.

Als Dorpsomroeper heeft mij dat geïnspireerd tot een geweldig idee. Op dat tijdstrip wordt er een uur lang niet geblogt bij de Volkskrant. Een uur lang geen laptop of computer meer aanzetten en dat allemaal om ons steentje bij te dragen om moeder Aarde steviger in het zadel te helpen.

En nu komt het, een uurtje niet bloggen heeft oneindig veel meer voordelen. Het brengt niet alleen een klein beetje fysieke hygiëne op Aarde, ook de mentale hygiëne van een individu, u als blogger, zal een steuntje in de rug krijgen.

 

Moet u zich eens voorstellen:

EEN UUR verzekerd van een gezondere lichaamshouding en daarmee verbetering van de bloedsomloop met alle voordelen die daar bij horen.

EEN UUR extra toewijding aan gezin, geliefde, hond of buurvrouw, zomaar in uw schoot geworpen.

EEN UUR geen gezeik over Wilders of andere misantrope verlossers.

EEN UUR geen gezeik over de Islam

EEN UUR geen gezeik over misbruik van de katholieke geestelijkheid.

EEN UUR geen gezeik over gristelijke politiek.

EEN UUR lang geen Bos, Balkenende, Pechtold of Halsema.

EEN UUR geen partijpolitiek gezwets.

Geen terreur van de hits op je eigen blog en wel EEN UUR.

In contact komen met je eigen blogverslaving door het EEN UUR bewust te negeren.

EEN UUR geen verplichte beleefheidsbezoekjes afleggen om daarmee je eigen blog te promoten.

EEN UUR niet zoeken naar stroperige woorden om bij een ander in het gevlij te komen.

EEN UUR los van virtuele ruziezoekers en dramkonten ter linker en rechterzijde van het politieke spectrum.

En zeker niet onbelangrijk, EEN UUR lang verlost van alle Actuallity’s van welke aard dan ook. Ze zijn vaak niet bij te houden.

Maar ook EEN UUR lang niet de kans om Paco en zijn illustere maat Ab tegen te komen.

EEN UUR geen zedenpreken of onzinnige bevlogenheid.

EEN UUR geen mogelijkheid om te bannen of geband te worden en zeker niet om verontwaardigde metablogs te schrijven.

Kortom, EEN UUR van bezinning.

Het rijtje voordelen is met zekerheid uit te breiden, maar dit is slechts een eerste aanzet en het lijkt me ruim voldoende om een ieder te overtuigen. Doe allen aankomende zaterdag mee met  Earth Hour, voor moeder Aarde en voor je eigen mentale hygiëne.

De dorpsomroeper doet een oproep om de markt voor EEN UUR te sluiten. Zaterdag 27 maart 2010 om half negen tot half tien. Als eerste vrijwilliger heeft Sprakeloos zich aangemeld, wie volgt?