Associating Pressure 5: Het gevaar van de witte ghetto’s

Onder druk van drie actuele steekwoorden associeer ik er op los en verwacht van mezelf binnen een uur een verhaaltje van maximaal 500 woorden.

22 mei 2013 zijn de woorden: whisky, gevaar, ghetto’s

Tien jaar geleden werden de geruchten steeds hardnekkiger. De onderbuikgevoelens waren echter al zo oud als Methusalem. Steeds vaker deden de verhalen de ronde dat een buitenstaander niet meer veilig is in de wijk. Buitenwettelijke waarden en normen heersen er. Enkele jaren terug werden de malle Pietjes met een’LegerdesHeils-look’ al geweerd, later mocht iedere mediterrane Nederlander zich verheugen op een ongezonde portie wantrouwen, tegenwoordig is iedereen met een casual look bij voorbaat verdacht. De ongeschreven kledingvoorschriften zijn Christian Dior, Prada en Luis Vuitton om er nog maar een paar te noemen. Heuse informele zedenpolitie ziet er op toe dat buitenstaanders geweerd worden. Vaak opereren deze zedenwatchers onder het mom van bewakingsdienst.

Na de zoveelste crisis veroorzaakt door het kapitaalterrorisme in 2008 was de maat vol voor Jan Rap. Hij richtte zijn eigen partij op gericht tegen het kapitaalterrorisme. Onder de veelzeggende naam Kapitaal Voor eigen Volk (KVV) ziet partijleider Rap zijn electoraat groeien. In het begin werd hij uitgelachen door de gevestigde partijen, later genegeerd, inmiddels is hij het niveau van ‘luis in de pels’ ontstegen. Met het groeien van de populariteit doet Jan Rap steeds radicalere uitspraken. Aanvankelijk riep hij: “Ik heb niets tegen het kapitaal, slechts tegen de uitwassen van het kapitaal.” De KVV verwijt de gevestigde orde vooral dat ze wegkijken van de problemen en niet inzien dat er steeds meer gebieden ontstaan die als een broedplaats voor de onoirbare praktijken kunnen worden aangemerkt. Heuse ghetto’s zijn in wording en de regeringspartijen, die vooral geïnteresseerd zijn om hun ‘dikke reten’ op het pluche te behouden, kijken weg of drinken glaasjes whiskey on the rocks met de bewoners van de ghetto’s.

Jan Rap houdt zijn volgelingen voor dat het kapitalisme an sich niet hoeft te worden bestreden, maar wijst op de gevaren van het kapitaalterrorisme die de meer egalitaire doelstellingen van ons land in gevaar brengen. Die uitwassen moeten bestreden worden, want straks nemen ze ons nog meer over dan ze nu al doen. Gesteund door de groeiende populariteit doet Jan Rap steeds radicalere uitspraken. Gisteren heeft hij de uitroeiing van het fundamentalistische kapitalisme geëist. Vandaag zet hij zijn woorden kracht bij om zo’n broedplaats van het kwaad te bezoeken. Met de woorden dat hij een werkbezoek gaat brengen aan zo’n ‘wit ghetto’ is hij verzekerd dat hij niet alleen ‘in the ghetto’ zal lopen. De hele nationale pers zal hem en zijn KVV vergezellen. En Jan Rap zal zich geen rad voor ogen draaien door whiskey te nuttigen in de lokale Proeverij.

Buiten de drukte van een gros persmuskieten die blind reageren op de zoveelste hype van de KVV, Jan Rap weet inmiddels hoe hij nietszeggende hypes kan creëren, is het rustig. Bewoners houden zich afzijdig. Ze weten zich veilig achter grote hekken en afzetting. Een enkele bakfietsmoeder en een Hummer zijn te zien. Jap Rap ziet een provisorische welkomsvlag die hem welkom heet ondanks zijn vuurrode hart. Op zijn beurt geeft Jan Rap aan dat iedere kapitalist die hem met een lach benadert, een vriendelijke glimlach terug kan krijgen.

Jan Rap weet dat zijn wandeling het avondnieuws zal beheersen en dat hij nieuwe potentiële stemmers heeft wakkergeschud om met hem, de KVV, te strijden tegen het kapitaalterrorisme.

Associating Pressure 4: Eerste vergangelijkheidsdag

Onder druk van drie actuele steekwoorden associeer ik er op los en verwacht van mezelf binnen een uur een verhaaltje van maximaal 500 woorden.

21 mei 2013 zijn de woorden: feestvarken, verjaren, vergankelijkheid

Ik heb wel wat met varkens en dan niet alleen op mijn bord. Sinds ik kennis heb gemaakt met Mephisto in de film the Unbearable Lightness of Being ben ik niet alleen een beetje verliefd op Juliette Binoche, maar ook het varkentje Mephisto heeft een plekje in mijn hart veroverd. Als ik later groot ben, veel geld heb en een mooi buitenhuis, ga ik een huisvarkentje aanschaffen. Natuurlijk zal hij Mephisto heten en misschien krijgt hij ook nog een vriendinnnetje. Maar ik heb niet veel geld, geen buitenhuis en ik ben al zeker niet groot, al heb ik de proporties van een stevig varkentje.

Wat minder heb ik met feestvarkens, zeker als ik het zelf ben. Toen mijn kinderen nog klein waren, liet ik me nog welgevallen dat er eens per jaar een dag is om te verjaren. Nu niet meer. Het metier van feestvarken is me niet op het lijf geschreven. Ik herinner me nog wel het voorleesboekje ‘Het Feestvarken’. Vaak heb ik het voorgelezen. De kinderen vonden het prachtig.

Het Feestvarken verheugde zich zijn verjaardag te vieren met al zijn vriendjes. Moeder Varken had ruim inkopen gedaan en het feest kon niet mislukken. Eten en drinken was in ruime mate aanwezig, maar ze was nog één ding vergeten te kopen. En toen sloeg het noodlot toe. Er werd aangebeld door hongerige en noodruftige dieren. Ons Feestvarkentje had medelijden en gaf weg wat moeder voor zijn feestje had gekocht. Uiteindelijk was er niets meer over toen Moeder Varken terugkwam. Het Feestvarken huilde tranen met tuiten en was ontroostbaar. Maar toen de gasten zich aandienden, bleken ze allemaal spijsen en dranken bij zich te hebben voor het gulle Feestvarken. Er kwam een feest zoals nog nooit is geweest. Er werd gezongen en gedanst onder het genot van taart, hapjes en drankjes.

Hoewel de kinderen genoten, had ik ernstige moeite om me met de hoofdpersoon te identificeren. Het zijn van een feestvarken, het zal wel. Ik doe het niet meer. Ik vind er niets aan om te vieren dat je weer een jaar ouder bent. Dat ouder worden is nog niet zo’n ramp, maar om daar pontificaal bij stil te staan, terug te blikken of vooruit te kijken als Feestvarken? Dat relativeren en over de vergangeklijkheid van het leven te broeden zit toch al wel in mijn persoonlijkheid. Dat opgeteld bij de leeftijdsfase waarin ik verkeer, kan gesteld worden dat het geen feestdag is. Ik stel dus dat het vandaag niet mijn 47e verjaardag is, maar mijn eerste vergankelijkheidsdag en dat is geen reden om te vieren. Ook niet om te somberen hoor, maar gewoon door te gaan met het leven vol muizenissen en gedachtenspinsels die op een dag als vandaag niet anders zijn dan anders.

Misschien zoek ik nog wel even een bijpassende film die ik vanaf vandaag iedere vergangelijkheidsdag ga zien. Het zal u niet verbazen dat er een mooie vrouw in voorkomt en een lief varkentje. Ook de rest van de film past uitstekend bij mijn vergankelijkheisdsdag. Ieder jaar op 21 mei 2013 ga ik naar The Unbearable Lightness of Being kijken. Dat lijk me een prima traditie.

Hoe de vergankelijkheid ooit begon: 21 mei 1966

Associating Pressure 3: Mark de spookverschijning

 

Onder druk van drie actuele steekwoorden associeer ik er op los en verwacht van mezelf binnen een uur een verhaaltje van maximaal 500 woorden.

20 mei 2013 zijn de woorden: Meubelboulevard, koopmansgeest, Mark Rutte

Het is Tweede Pinksterdag en ik wil nog even in de geest van de geesten blijven. Dit maal geen Heilige Geest, maar de koopmansgeest. Het is immers een goed gebruik in Nederland, ondanks de domineesgeest, dat op zondagen de euro’s moeten klinken. Er zijn nog wel reutelende gemeenschappen in ons land die dat tegen willen gaan. Maar het is een feit dat op veel plaatsen de meubelboulevards zich tonen als ware pretparken die hele families lokken. Zeker nu het weer tegenvalt, zal verveling en leegheid als door een toverformule omgezet worden in koopgedrag oftewel V + L = K3 daarbij ernstig rekeninghoudend met het synergetische effect van V en L.

 

 

Ik trek even alle registers los van mijn middelbare school economie, maar ik geloof dat we in de jaren tachtig deze formule nog niet hadden. Ik leerde wel van ene Keynes die het had over overheidsinvesteringen in tijden van crisis. En daar zaten we toen in. Om de economie op gang te brengen waren overheidsinvesteringen nodig om individuele besteding te stimuleren. En dan was er nog iets met een multiplier-effect, de formule bespaar ik u omdat ik die niet zo snel kan opdiepen.

 

 

En dan ineens ontwaar ik iets anders geestigs, namelijk de geest van Mark Rutte. Ondanks dat hij onze premier is, een hele kleine geest, slechts af en toe zichtbaar, bijvoorbeeld vandaag op de geopende meubelboulevards. Want hij doet het andersom. Hij vraagt financiële uitgaven van de burger. De burger die te maken heeft met koopkrachtdaling; de burger die te maken heeft met mogelijke werkloosheid of dreiging ervan; de burger die moet sparen om de schulden ongedaan te maken die hij heeft opgebouwd door op te grote voet te leven afgelopen tien jaar vanwege de ‘woningbubbel’. Kortom de burger die geacht wordt verstandiger met zijn geld om te gaan dan de afgelopen periode. Diezelfde burger moet gaan kopen, blijmoedig zijn kop in de zoveelste financiële strop leggen ten faveure van? Ja van wat eigenlijk. Om een schaamlap te zijn voor het economisch falen van dit kabinet? Als de economie aantrekt, dan komt dat door de geest van Mark Rutte, terwijl de privéschulden verder oplopen?

 

 

Tweede Pinksterdag, de meubelboulevards zijn open met goedkeuring van Mark Rutte. Misschien volgend jaar ook op eerste Pinksterdag en het jaar erop ’s nachts? Blijmoedig trekken hele hordes naar de koopgoten en vervangen hun uit de modezijnde driezitter voor eenzelfde exemplaar in een net iets andere kleur. Het mag van Mark Rutte, sterker nog, het moet van Mark Rutte. Of ga eerst naar een garage en koop een nieuwe auto om te pronken op weg naar die meubelboulevard. We zijn immers een blijmoedig volk dat in alle ‘hitlijsten’ van geluk bovenaan staat. We hebben immers niets te klagen maken we ons zelf wijs. Kopen, kopen, kopen!!!!!

 

 

Ik ga deze middag de zolder op en de schuur in. Opruimen en constateren dat er nog niets nieuws bijgekocht hoeft te worden. Je zult mij niet vinden in een te grote winkel en in een file lopend, op zoek naar iets dat ik helemaal niet mis. Ik weet het, het is niet in de geest van Mark Rutte, echter ik zal u een geheimpje verklappen. Ik hoef het koopmansevangelie van Mark Rutte niet te ontvangen. Sterker nog, ik blijf graag ver weg van deze zieke geestverschijning.

 

Associating Pressure 2: God is geen vent

Onder druk van drie actuele steekwoorden associeer ik er op los en verwacht van mezelf binnen een uur een verhaaltje van maximaal 500 woorden.

19 mei 2013 zijn de woorden: Pinksteren, weer, bijbel

Pinksteren is misschien wel het meest onduidelijke christelijke feest dat er is, of zo u wilt de meest onbegrepen Hoogtijdag. Tenminste dat was het voor mij als kind en eigenlijk nog steeds. We houden er een vrije dag aan over om de onduidelijkheid te benadrukken, maar om nu te zeggen dat Pinksteren leeft, zal ik niet beweren. Op Twitter, is Kerst en zelfs Pasen altijd ‘trending topic’ en leven mensen er naar toe. Bij Pinksteren is dat minder vanzelfsprekend. Een groot deel van de mensheid weet niet wat er gevierd wordt en als ze het al weten, produceren ze iets van ‘De Heilige Geest’. Daar kunnen ze vervolgens niets mee en prompt komen er flauwe grapjes van pauselijke verspreking over de ‘Geilige Geest’.

In alle eerlijkheid, ik weet het ook niet precies. In de tijd dat ik de bijbel nog een beetje letterlijk nam, voorvoelde ik wel dat er ‘meer’ achter moest zitten. Zeker bij dat gedeelte van de Heilige Geest wist ik zeker dat een mens op zoek moest gaan naar het spirituele en niet naar de letterlijke waarheid geciteerd door de bijbel. Met die wetenschap heb ik vanaf 12e nimmer meer bewust gezocht in de bijbel. Dat is niet erg, maar daarmee moet ik constateren dat ik Pinksteren niet echt kan duiden. Maar tegenwoordig is er internet voor de vlugge antwoorden.

Ik lees er:

Plotseling kwam er uit de hemel een geluid dat leek op een enorme windvlaag en het vulde het hele huis, waar zij zaten. Op hun hoofden vertoonden zich tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen. Zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, zoals de Geest het hen gaf uit te spreken.

Handelingen:2:1-4

De mensen die nu vervuld zijn met de Heilige Geest gaan naar buiten en spreken tongentaal, profeteren en verkondigen het Evangelie in allerlei talen. Ter gelegenheid van het feest van de eerstelingen was er veel volk in Jeruzalem, afkomstig uit alle delen van het Romeinse Rijk en daarbuiten, en door alle geluiden wordt een grote menigte aangetrokken.

Ik kom er niet veel verder mee. Het eerste wat ik denk dat in het verre verleden stommiteiten zijn begaan die de apostelen nu moeten bezuren. Want was de toren van Babel niet gebouwd, zouden de mensen nu geen verschillende talen spreken en hoefde de Heilige Geest niet in tongentaal verdeeld te worden onder de apostelen. Een en dezelfde boodschap in dezelfde taal zou een hoop gemak hebben opgeleverd.

Onbevredigd begeef ik me naar het Pinksterontbijt. Alleen dat woord al klinkt niet echt lekker in tegenstelling tot paas- of kerstontbijt. Het kan geen toeval zijn, maar in de bijlage van de Trouw legt dominee Ter Linden uit wat de Heilige Geest in zijn beleving betekent. Hiervoor moet ik het interview op een aantal punten in mijn eigen woorden uitleggen.

Dominee Ter Linde spreekt niet van een God als een manspersoon, maar hij heeft het over het Essentiële. In de bijbel staan boodschappen, de mens heeft immers de behoefte aan houvast, die niet zo zeer letterlijk genomen moeten worden en zeker niet vaststaan. Er is sprake van een evolutie van ‘bijbelse’ verhalen en die zullen naar tijd en tijdsgeest opnieuw vertolkt dienen te worden. Daarbij is het uitgangspunt ook niet dat iedereen christen moet worden, wel mens. De veel gehoorde (fundamentalistische) zinsnede: ‘De mens is geneigd tot al het kwaad’ wordt mogelijk bewust niet afgemaakt want dient aangevuld te worden met ‘Tenzij wij door de Heilige Geest wedergeboren worden’. In mijn optiek betekent dit dat wij ons lerend opstellen en mogelijk daarbij de Bijbel als inspiratiebron gebruiken zonder anderen wetten op te leggen.

In dit kader leert dominee Ter Linden, de hofpredikant, me en passant nog de taalkundige achtergrond van het woord ‘zonde’. Ditis afgeleid van het Griekse werkwoord ‘je doel missen’. Dat klinkt toch heel wat vriendelijker dan het zwartekouserige zonde. Ik kijk mijmerend naar buiten. Het is mooi weer. Prachtig pinksterweer, maar of ik het nu helemaal bevat, durf ik niet te zeggen. Zou de traan van Maxima, de traan der tranen, die de dominee live heeft mogen meemaken, een uiting van de Heilige Geest zijn? Ik denk dat ik daar niet over kan oordelen en me met mezelf bezig moet houden. Voorlopig is dat maar eens eenvoudig genieten van de mooie Pinksterdag.

Associating Pressure 1: Anouk, smaak en vrijheid

Onder druk van drie actuele kernwoorden associeer ik er op los en verwacht van mezelf binnen een uur een verhaaltje van maximaal 500 woorden.

18 mei 2013 zijn de woorden: Anouk, smaak, vrijheid

Als kind keek ik naar het Eurovisie Songfestival. Dit is waarschijnlijk begonnen na Teach In met Ding-a-dong. Zonder het te realiseren was Oranje toen één. Ik begreep het niet, maar voelde de eufore stemming blijkbaar wel aan. Toen ik oud genoeg was om op zaterdagavond iets langer op te blijven, keek ik met plezier. Mijn eerste bewuste winnaar was de Engelse Band, Brotherhood of Man. Mijn favoriet was de Française Catherine Ferry met un, deux, trois… Van de Nederlandse deelname herinner ik me Sandra of Xandra met Colorado. Ik weet niet of dit in hetzelfde jaar was.

Het hoogtepunt was altijd de puntentelling. Krijgen we punten van België, Duitsland? Vooral de ‘douze points’ van Israël waren altijd een zekerheid. Dat Duitsers de immer slecht presterende Oostenrijkers veel punten gaf, had zeker nog te maken met de ‘Anschluss’? En die Vikingers gaven elkaar ook altijd maar de punten cadeau. Ik denk dat hier mijn interesse voor Internationale Betrekkingen is geboren, hetgeen later uitmondde in de studie politicologie. De wereld was toen nog overzichtelijk.

Vele jaren later, de Oost-Europeanen doen mee met rockgeweld en veel te blote meisjes. Ik ben inmiddels ouder en wijzer geworden, zo u wilt een ouwe lul. Hoewel stevige rock mij niet tegenstaat en ik ook niets tegen te blote meisjes heb, kijk ik al jaren niet meer naar het liedjesfestival. Buiten de overheersing van de Oost-Europeanen schijnt het fanatieke publiek vooral te komen uit de homoscene. Ieder zijn meug, maar glitter en glamour is niet aan mij besteed.

Dit jaar is het anders met Anouk. Al ken ik de muziek van Anouk amper, ik weet dat ze een rockchick is en onbewust zal ik hits van haar hebben meegekregen. Ik ken ook haar status als ‘enfant terrible’ een beetje. Ze schijnt nogal onaangepast te zijn? Zo hoorde ik op 3FM ooit eens een verhandeling over de menstruatie van de zangeres naar aanleiding van tweets door Anouk zelf in de wereld geholpen. Het kan me niet boeien en diep in mij constateer ik een Victoriaan die denkt: ‘Moet dit nou?’ Ze schijnt overigens ook met haar blote kont te bewonderen te zijn en dat past wel weer bij die andere blote meisje.

Juist mijn arrogante houding over de wansmaak van dit festival, waarbij een parade van eendagsvliegen zich voor Europa mag etaleren, is mijn hoop gevestigd op Anouk. Het zijn van een ‘enfant terrible’ komt in mijn optiek nu heel goed van pas. Laat ze met haar ‘Birds’ al die ééndagsvliegen maar opslokken. Of ik ooit fan van Anouk zal worden weet ik niet, wel ben ik ervan overtuigd dat ze boven de middelmaat uitstijgt. Haar winst, het zal mijn Oranjegevoel amper beroeren, geeft mogelijk wel de vrijheid om volgend jaar de smaak van dertien in een dozijn te ontmoedigen.

Vanavond ben ik erbij, maar waarschijnlijk niet eerder dan vanaf de puntentelling. We zullen zien of het uitkomt:

Birds falling down the rooftops
Out of the sky like raindrops
No air, no pride
That’s why birds don’t fly

Anouk met Birds 2013

Sandra met Collerado/1979

Brotherhood of Man met Save your kisses for me/1976

Catherine Ferry met 1,2,3/1979

Teach In met Ding-a-dong/1975