‘Einsteigen und schnell bitte’ schalt Dorus naar zijn gevolg. Het geluid draagt ver weg op deze koude, maar reeds zonnige lenteochtend. Flarden mist bedekken het gemeenteparkje en de huizen in de verte zijn slechts met moeite te onderscheiden, maar overduidelijk gaat het een zonnige dag worden.
Nogmaals maakt Dorus zijn misplaatste grap en voegt er aan toe: ‘In einem Augenblick fahren wir in das Land unseren Nachbarn, aber wir bleiben dort nur 7 Stunden.’ Dat was immers de planning van Dorus om zeven uur later in de buurt van het Zwitserse Basel te zijn op weg naar hun vakantiebestemming in het Noorden van Italië.
Dorus kan Duits wauwelen tot hij een ons weegt, zijn kroost zit al meer dan tien minuten in de auto. Ze zijn opgewonden over het feit dat ze met hun ouders op vakantie gaan. De lange autorit nemen ze voor lief in de wetenschap dat de gameboy, snoep en op zijn tijd een culinair hoogstandje bij één van de alom geprezen Duitse Raststättes, hun deel zullen worden. Dora daarentegen laat zich niet van haar plan brengen om strijkijzer, koffiezetapparaat, televisiekabels en wat al niet meer voor de derde keer deze ochtend te controleren, want er gaat niets boven de binnenboel veilig achter te laten.
Als Dora dan eindelijk naast hem komt zitten, kan Dorus de verleiding niet weerstaan:
‘Heb je ook de computer uitgezet?’
Met een zucht wil Dora uitstappen, maar als ze het gezicht van Dorus ziet en ook de protesten van de kinderen tot zich laat doordringen, begrijpt ze dat een extra controle niet meer nodig is.
‘Flauw hoor.’ zegt ze, om vervolgens aan de volgende ronde te beginnen namelijk het controleren van passen, pinkaarten en verzekeringspapieren. Terwijl Dorus de auto start, weet hij dat tien kilometer verderop, als ze de landsgrens zijn gepasseerd, de vakantie echt kan beginnen. Dora heeft zich er dan van vergewist dat alle documenten meegenomen zijn.
De Duitse autobanen kent geen geheimen voor Dorus, dus van een echtelijk dispuut over borden volgen, kaartlezen of de mate waarin het ruimtelijk inzicht aanwezig is bij de vrouw, hoeft geen sprake te zijn. Geen vuiltje aan de lucht, dus niets staat een voorspoedige reis in de weg.
Traditiegetrouw staat een Nederlandse zender, te weten Radio 1 aan, om getuige te zijn wanneer het gekraak van dien aard is, dat uitgeweken moet worden naar ander auditief vermaak. Soms is dat al voor Oberhausen, vaak is de zender nog wat langer te beluisteren. Als het gekraak te erg wordt, zal een aanvraag voor een CD vanuit de achterbank gelanceerd worden.
‘Mag mijn CD erop?’ vraagt de oudste.
Dorus inmiddels wijzer geworden, berust zich met de wetenschap dat hiphop, rap of vage R&B zo dadelijk door de auto zal schallen.
‘OK, maar straks weer onze muziek, eerlijk de tijd verdelen.’
De laatste twee vakanties is Dorus gewend geraakt aan Alie B, allerlei DJ’s of wat te denken van Emenem, die zelfs nog enige acceptabele nummers voor het gehoor van Dorus heeft geproduceerd. Niets vermoedend stopt Dorus het schijfje in het apparaat.
‘Heb ik zelf gedownload.’ krijgen Dora en Dorus toegevoegd.
Bij Keulen wordt een parodie van de laatste zomerhit door de speakers geknald, alsof wijlen ZKH prins Bernard aan het zingen is. Het gaat over Duitsers hier, Duitsers daar, Duitsers overal.
‘Me dunkt’ mompelt Dorus, ‘we zijn Keulen voorbij.’
Wijselijk houdt hij zijn mond dicht, maar het kan nog erger blijkt.
Het tweede nummer wordt door de achterbank en de luidsprekers luidruchtig meegezongen.
‘Ich bin Schnappie, das kleine Krokodill.’
Dorus kijkt Dora aan en zegt:
‘Ik wist van het bestaan van dit lied, maar had het nog niet eerder gehoord. Dat uitgerekend dit culturele dieptepunt van menselijke degeneratie in onze eigen auto moet worden gedraaid, bewijst het falen van onze opvoeding.’
Dorus draaft altijd een beetje door als hij geraakt wordt door totale wansmaak.
‘Ach laat ze toch effe’ meent Dora.
Mokkend rijdt Dorus verder richting Frankfurt. Hij denkt aan vakanties van zo’n vijf jaar terug. Liedjes van ‘Ja zuster, nee zuster’ zijn voor hem verbonden met de vakantie. Ook allerlei CD’s van Ernst, Bobbie en de rest doen hem denken aan betere tijden in Frankrijk, Tsjechië of waar dan ook in Europa. Zelfs de veel te hoge kinderstemmetjes van koortjes die oude liedjes van vroeger zingen, zouden in plaats van ‘Schnappie’ een zegen zijn geweest.
Met een glimlach op zijn gezicht neuriet Dorus:
De koningin van Lombardije
Ging in haar rijtuig, ging in haar rijtuig
De koningin van Lombardije
Ging in haar rijtuig rijen
“Wat zeg je?’ vraagt Dora naast hem.
‘O niets, ik zei tegen mezelf dat we naar Lombardije gaan.’
Dorus weet uit het liedje dat het slecht afloopt met die koningin die haar volk bedroog met een louter zwaaiende hand uit de koets. Verder weet Dorus helemaal niets van de geschiedenis van Lombardije, behalve dat het iets met het Congres van Wenen heeft te maken en met die Habsburgers, die overal in de Europese geschiedenis op de meest onverwachte tijden en plaatsen weer te voorschijn kwamen.
Ook Dora vindt dat de bagger die vanaf internet is geplukt genoeg en zoekt naar een gezamenlijk compromis. Met Acda & De Munnik wordt Frankfurt inmiddels genaderd. Daarna volgen Karlsruhe, Basel, Luzern en San Gothardo om vervolgens in Lombardije aan te komen. De hele dag blijft de koningin van Lombardije in het hoofd van Dorus zitten. Het liedje eindigt dat op haar graf de nephand nog immer aanwezig is. Bij harde wind zou die hand nog steeds naar het volk van Lombardije zwaaien.
“We moeten misschien maar eens op zoek naar het graf van de koningin van Lombardije’ zegt Dorus die een poging doet om de vakantie ook een opvoedkundige en culturele dimensie te geven.
‘Wie is dat dan nu weer.’
‘O, dat is een heel beroemde hip-hopster uit de 19e eeuw die het geschopt heeft tot koningin van het land waar we nu zijn, Lombardije heette het toen. Toen ze echter haar mensen voor de gek ging houden met allerlei rare liedjes en grapjes hebben ze haar vermoord.’ Er is nog steeds een kinderliedje dat over haar gaat, dat hebben we vroeger vaak gezongen, weet je nog.’
Dora kijkt hem aan en denkt waarschijnlijk, los dit zelf maar verder op. De kinderen laten zich echter niet bedotten.
‘Mag mijn CD er weer op.’
En met Schnappie das kleine Krokodill bereikt Dorus en zijn gevolg de plaats van bestemming in Lombardije.