Fladderende Baldadigheid op het Braakhekkebultenpad

Dat is me een veelbelovende titel, of niet. Toen ik de auto uitstapte had ik net naar politiek commentaar geluisterd over de BBB in de verschillende Provinciale Staten. Zelf ben ik geen fan, verre van dat, maar ik ben ook geen fan van de grachtengordelbevindingen over de staat van het land, laat staan de landbouwstaat. Eigenlijk weet ik er zoals 90% van de Nederlanders niet zoveel van af. Ik weet dat ik van klompenpaden houd, als ik even niet op let een oostelijke tongval heb, maar me ook zorgen maak. Bij een van de andere wandelingen werd ik door een familielid geattendeerd: ,, Sta eens stil en luister!” Ik luisterde, maar hoorde niets. Dat zei ik dan ook tegen mijn wandelgenoot. “Ja en dat is heel gek, je hoort geen enkele vogel en dat was 25 jaar geleden echt heel anders.” Mijn wandelgenoot bij die wandeling keek zorgelijk. Het zou te maken hebben met pesticiden? Zoals ik al zei, ik hoor bij die 90% feitelijk onwetenden.

In Harfsen was er wel vogelgeluid en op zeker moment was er ook een enkel vlindertje! Vlindertje? Opeens besefte ik dat ik in het vroege voorjaar wat vlinders heb gezien, maar verder eigenlijk helemaal niet zoveel. Niet tijdens de wandelingen, maar ook niet in mijn eigen tuin. Vreemd, in voorgaande jaren vielen de fladderaars met altijd wel op, zeker als ze heel vroeg in het seizoen zichtbaar waren, maar ook diep in november heb ik ze wel zien vliegen. Vreemd. Nu weet ik dat de stand van de insecten zeer zorgelijk is als ik de natuurliefhebbers moet geloven. En al weet ik niet van de hoed en de rand, ik begrijp wel dat het ecosysteem gebaat is bij stabiliteit en insecten zijn een belangrijk bestanddeel in de voedselketen. Ik gooi het voorlopig maar op de vele regen die in het voorjaar is gevallen en dat daarom veel rupsen niet uitgekomen zijn? Weet ik veel, maar dat zei ik al.

Voorlopig geniet ik van het boerenlandschap en een rustiek klompenpad in Harfsen en ik ga niemand nu de schuld geven van het ontbreken van vlinders dit jaar. Ik kan het ook niet met iemand delen, want in alle rust liep ik vandaag in mijn eentje, vandaar dat ik het maar even met u deel.

Een korte boodschap voor de vrijwilligers, aan bordjes gedurende de wandeling geen gebrek, hulde daarvoor, maar zoals bovenstaande foto laat zien, volgens mij een beetje vandalisme in the middle of nowhere? Zullen we het baldadigheid noemen van een wandelende oudere wandelaar?

Plaatjes en Kletspraatjes: Een punkboom, kan dat?

Dit is de aanstichter van deze kletspraat, zoals je ziet flink dichter bij gehaald met mijn mobiel, dus behoorlijk wazig zal de kenner zeggen. Ik vind het een mooie foto.

Met vele vragen reed ik vanmiddag naar Loerbeek. Een daarvan was kan een boom een punker zijn? Voor dat iedereen een leger van witte jassen op mij af wil sturen, behoeft dit enige uitleg. Vorige week maakt ik een mooie wandeling op het nieuwste klompenpad rondom Kilder. Ik maakte bovenstaande foto omdat ik de kale takken boven de kruinen van de andere bomen interessant vond. Maar ook gebouwen ervoor wekte mijn interesse. Mijn ogen zijn vrij slecht, dus ik dacht daar kijk thuis wel even goed naar.

Terugkomend op de vraag of een boom een punker kan zijn. Ik denk van niet, maar in een tijd van fluïde denkbeelden mag je van mij denken wat je wil. Het is ook al weer 30 jaar geleden dat Harrie Jekkers ‘Wereldmensendierendingendag’ propageerde met het Klein Orkest. Dus laat een boom ook lekker punk zijn. Toch!

Het gebouw was een oude molen of wat daarvan over is gebleven, met een hele grote groene silo erbij, ook al vrij gedateerd. Even googelen leerde me dat dit de Molen van Bernsten in Loerbeek is. En als het aan de heer Van Huize Bergh had gelegen was de molen er nooit gekomen. Nu, hij kan gerust zijn, de molen is ruim 170 jaar later vervallen tot een soort van ruïne die op mij in ieder geval aantrekkingskracht heeft. Die wil ik wel van dichterbij bekijken. Ik zou ook best meer van de geschiedenis willen weten, maar dat komt nog wel. Eerst mijn slechte ogen maar compenseren door er op een mooie zondagmiddag naar toe te rijden om wat plaatsjes te schieten. Bovendien hoe ziet Loerbeek eruit? Ik wist het niet, alleen van afstand dat er een oude molen was.

En ik wilde er mooi weer bij hebben, want met een blauwe lucht kan een foto bijna niet mislukken is mijn bescheiden oordeel. Zondag 13 november was een hele mooie zondag, bijna warm. Veel bomen zijn nog best wel groenig al loopt de ouwewijvenzomer echt wel op zijn eind vermoed ik. Dus veel later in het jaar had het niet meer gekund.

Al fotograferend zie ik mensen aan het werk en één van de werkers ziet mij ook. Ze loopt over het terrein dat met een beetje fantasie ook een 19e eeuwse Havezate kan zijn. Ze komt naar me toe. Bouwmeester Tessa legt uit dat ze er met zijn zessen gaan wonen, allen (aangetrouwde) familie van elkaar. En dat het een klus van een lange adem zal worden. Ik heb er bewondering voor met mijn linkse handen. Ik krijg al buikpijn van de aanstaande verbouwing van (als het goed is) drie maanden in mijn eigen huis. Ik wens Tessa en alle andere bouwers veel succes en plezier met het project. Ik zal het de komende jaren in de gaten houden, in ieder geval een reden om een vaker naar Loerbeek te gaan.

Plaatjes en Kletspraatjes: De zwarte cross-ontmaagding.

Kun je je aangesproken voelen bij de warme woorden ‘Welkom Thuus’ als je er nog nooit geweest bent? Voor mij is het antwoord volmondig ja, dat kan. 15 juli 2022 was ik voor het eerst op de Zwarte Cross in Lichtenvoorde. Ik voelde me welkom en ik was meteen thuus. Het kan echt. Zo’n kleine 20 jaar geleden stond ik op camping Beusink in Lievelde. Toen heb ik over het terrein terrein van de Zwarte Cross gelopen (De Schans) Op die camping kwamen steeds meer tenten van de bouwers van de Zwarte Cross. Je voelde wel de kriebelende spanning van alle betrokkenen. Ik had geen aandrang om te gaan. Ook niet toen ik naar een concert van Jovink was geweest in Didam omdat ik er voor de Gelderlander een stukje over mocht schrijven. Het is een lovend stuk geworden en dat kwam toen recht uit mijn hart. Het heeft tot 2022 geduurd toen ik ja zei op de suggestie van mijn vrouw die opperde “Zullen we naar de Zwarte Cross op vrijdag?” Het kwartje is gevallen, een soort van Zwarte Cross-ontmaagding als het ware.

Wat is dan thuiskomen? Biertje, ongedwongen sfeer, humor en veel, heel veel keus in muziek en theater. Maar het is volgens mij vooral, naast de uitstekende organisatie op alle fronten waar bijna aan ieder detail is gedacht, het publiek dat het festival maakt. Ik ben geen Achterhoeker, getogen in Salland en woon inmiddels al weer zo’n 25 jaar in de Liemers. Het bijt elkaar allemaal niet, sterker wat bijt elkaar wel op de Zwarte Cross?  Het is een beetje één grote love&peace-attractie in de boertige weide van Tante Rikie. In tijden waarin we van de ene naar de andere crisis denderen, is het ook wel een beetje een festival van de Hoop.

In dit thuisgebeuren was het eerste dat we zagen een band De Ponders. Jordanese Levensliederen op een reggaebeat, een geniaal concept. Stukjes race meegepakt en slenteren, toen we onverwacht werden geconfronteerd met Drukwerk. Jaren niet meer aan Harrie gedacht (sorry Harrie) maar veel liedjes kwamen als vanzelf weer boven. Tussendoor lopen over het immense terrein (24.000 passen gemaakt) hier en daar stilstaan en even kijken. De planning voor de avond was Danny Vera, De Heinos en Dropkick Murfys. Danny was goed, De Heinos betekende met Normaalnummers feest en toen werd het tegen elf uur. Op aanraden van mijn zoon naar de Dropkick Murfys, maar we waren moe na 12 uur Zwarte Cross. We keken elkaar aan en geloofden het wel. Misschien heel jammer en een gemiste kans, maar het voordeel van thuis welkom zijn: Alles kan, maar niks mot.

Volgend jaar weer.

TIP

Voor de Zwarte Crossgangers die dit vanavond in hun bedje lezen en dit te veel woorden vinden, morgen weer een nieuwe dag want Alles kan, maar niks mot. Misschien wel herlezen na de ongetwijfeld wijze preek van Eus ( Özkan Akyol) in de oecumenische dienst. Ik zou er graag bij zijn geweest. Veel plezier nog.

Wijsheden van een Amsterdams filosoof krijgt op humoristische wijze een eigen(tijdse) invulling. Humor een belangrijk concept van de Zwarte Cross die niet overal goed begrepen wordt.
Als de humor niet vanuit de Zwarte Cross organisatie komt, dan nemen de bezoekers ze zelf wel mee. Een van de vele voorbeelden.
Alsof tante Rikie hier optreedt als Anny Vera, de zus van de beter bekende Danny. Eigen humor.

Wat heb ik de eerste keer gemist op het Ganderpad

Wat heb ik me vergist die eerste keer op het Ganderpad. Ik zat nog in het prille begin van mijn klompenpadloopbaan. Ik denk dat dit het 7e pad was. Over voorgaande wandelingen was ik om uiteenlopende redenen zeer enthousiast, maar met deze kreeg ik de klik niet. We schrijven 20 november 2019. Met gemengde gevoelens liep ik het Ganderpad voor de tweede keer, voor een belangrijk deel omdat alle paden gelopen moeten worden en voorzien van een stukje tekst en een paar foto’s. Het weer zat vandaag mee, dat was de vorige keer anders. Het was mistig en kil, de zon deed haar best om zich door de wolken te vechten. Maar ’s morgens wist je al, dat gaat niet lukken. Het bleef somber. Vandaag was het mooi weer en ik startte meteen met de routeverlenger, die had ik toen niet gelopen. Verder kan ik me zo voorstellen dat we ons vergist hebben in de route, want vandaag ben ik op stukken geweest waarvan ik zeker weet dat ik er niet eerder ben geweest. Ook rond Doetinchem ontspon zich het allercharmantste Achterhoekse landschap in al haar prachtige facetten. Ter vergelijk, een foto van bijna twee jaar geleden.

Ook vandaag speelde de zon af en toe met mijn gemoed om me maar duidelijk te maken, ik schijn wel op de Achterhoek maar zorg jij er maar voor dat er een leuk verhaaltje geplaatst wordt. Of het leuk is, daar ga ik niet over. Wel weet ik zeker dat het Ganderpad via in ieder geval de foto’s (zie ook Instagram titiissprakeloos) een boost zal krijgen. Wat jullie?

Heel gewoon, Kom d’r bi-j, een jeneverstokeri-j/ NORMAAL

“Ich bin ein Berliner”

Een gevleugelde uitspraak van Kennedy in de moderne geschiedenis. Een oneliner die hout snijdt. Over vijftig jaar zal dit nog een begrijpelijke tekst zijn waarbij de meesten de historische context ongetwijfeld nog zullen begrijpen. Andere steden die kunnen buigen op een vergelijkbare kreet ken ik eigenlijk niet. ‘I ‘m living in de Big Apple’ komt daarbij het meest in de buurt. Het is dat New York dusdanige mondiale bekendheid heeft dat het niet per definitie een pathetische uitspraak is. Maar op de keeper beschouwd is New York niet meer of minder dan elke willekeurige andere stad. Goed, er wonen meer mensen, maar dat is dan ook alles. Een grove schatting van mij is dat er misschien wel vijftig steden in de wereld zijn die meer inwoners hebben. Toch zijn er velen die hun verblijf, tijdelijk of langdurig, in New York vergezelt laten gaan met een air van ‘nou, daar heb je niet van terug.’ Dat zul je bewoners van Mexico City, Karachi of enkele Chinese steden nimmer horen zeggen.

 In Nederland heb je iets soortgelijks, weliswaar op kleinere schaal, maar er is een categorie mensen die het wonen in Amsterdam en daarmee het Amsterdammer zijn erg bijzonder vinden. ‘Neij, moet je waitu, ik wown in Amsterdam, midden in de Paip. Dus…….?Dus wat, denk ik dan. Moet ik medelijden hebben met je omdat geluidshinder, parkeeroverlast en gebrek aan frisse lucht je parten speelt zodat je niet meer normaal kunt denken. Of moet ik nu tegen je opkijken? Uiteraard doe ik geen van beide. Ik vind Amsterdam een leuke stad om te zijn en een leuke stad om weer te vertrekken. Een mooie stad zoals er vele anderen zijn, in Nederland en daarbuiten. Geen reden om specifiek trots op te zijn. Net zo min als het statusverhogend is om te vermelden Fries, Groninger of Brabander te zijn.

Begrijpt u me misschien niet?

“Ik ben groots een Duivenaar te zijn.!!!!

Dat is toch zielig? Meteen denk ik dan waarop die Mokummers, Friezen of Brabo’s dan zo trots zijn? Waaraan meten zie die fierheid? De grootte, de mate van uitzondering of het aantal kroegen, musea of hoerententen? Of is het gewoon een beperkt ego dat jengelt om bevestiging omdat ze niet gewoon blij kunnen zijn met de plaats waarin ze wonen of geboren zijn.

Bovenstaande tekst is enorme lange brug om tot mijn eigenlijke onderwerp te komen, want u had waarschijnlijk niet door dat dit een muziekcolumn was. Echt waar.

Een groep Nederlanders heeft zich de laatste decennia pas een beetje geëmancipeerd in het trots zijn op hun achtergrond, hun tongval, taal of dialect, hoe u het ook maar noemen wilt. Dat zijn de Achterhoekers. Hun voorganger is jarenlang Benny Jolink van Normaal geweest en hij doet dat op bescheiden schaal nog steeds. Een fenomeen in de Achterhoek en inmiddels voor een groot deel van Nederland.

Ik weet dat dit ten Westen van Utrecht niet altijd begrepen wordt en de term provinciaal vooral een hele negatieve lading heeft. Maar och, wat maakt dat uit, emancipatie is vooral een beweging die de groep zelf verheft en waarbij het niet nodig is om je eigen vreugde, of trots zo u wilt, te meten aan het geluk of de eigengereidheid van anderen. De Achterhoeker is dus trots en terecht.

En even voor de goede orde, Duiven is geen Achterhoek, want leer mij de Westerling kennen die alles ten Westen van Utrecht en tussen Groningen en Nijmegen al snel Achterhoek noemt. Ik weet het, te bizar voor woorden, want wanneer je Leiden in de kop van Noord-Holand plaatst, wordt er al snel aan je geestelijke vermogens getwijfeld. Ik wil daarmee zeggen dat ik niet aan zelfpromotie doe, integendeel.

Ik vind De Achterhoek leuk en Benny Jolink met zijn band Normaal een topgast.

Wat is er trouwens mis met boeren? Zondag gaan we weer met miljoenen kwijlen bij het programma ‘Boer zoekt vrouw’ waarbij de mooie en ideale schoondochter Yvon Jaspers de plattelandse romantiek toont.

Graag wil ik een nummertje met u delen. Het repertoire is vanaf 1975 bijna oneindig en ik vind het moeilijk om een representatief liedje te kiezen. Ik heb het uiteindelijk gevonden in ‘De jeneverstokeri-j. Een boertig liedje dat vrolijk, simpel, maar in mijn optiek ook zo tijdloos en alleszeggend is.

Ik zou zeggen, luistert en geniet en zing vooral uit volle borst mee. Geneer u niet.

 

 

Ik heb speciaal slechts een beeld in het filmpje gemaakt. Allereerst dat leidt niet af van de tekst. Iets anders kan ik trouwens ook niet.

Hej ’t al geheurd, ‘t mot gisteren zijn gebeurd

Zie hebt bij Manus Mazzelkamp een inval gedoan

Ik heb altied al gedacht da’k iets aan Manus zag

Jeneverstokeri-j had ie op de dèle stoan

Toen de politie kwam op het erf sjouwen

Was Manus net begonnen een jenevertjee te brouwen

Hie had toen weinig keus, hie pakte toen een deus

Die dijen vol met flessen schreeuwen met een rooie neus

Kom d’r bi-j (4x)

In mien illegale jeneverstokeri-j

Kom d’r bi-j (4x)

Twee kwartjes veur een borrel en de toegang die is vri-j.

De stoere hermandad, dach bi-j zien eigen wat
Kan ’t ok verdommen, zunde van ’t jenevertjeee
As wi-j dit zaakjen meldt, dan kost ‘m dat völ geld
Wi-j holt ’t onder ons en dan is iedereen tevree
Wi-j doet veur disse keer een rechteroogjen dicht
Manus draaien deur tot an ’t ochtendlicht
Der wier ok noageproat deur de gemeenteroad
Zie hielden ’s margens vrog een polonaise op de stroa

Kom d’r bi-j (4x)

In mien illegale jeneverstokeri-j

Kom d’r bi-j (4x)

Twee kwartjes veur een borrel en de toegang die is vri-j.

Moar Manus hiel gin moat
Zie vonnen um langs de stroat
Doar lag hi-j te kreperen
Zien leaver was niet best
De rest van ’t stel was niet te pas
En vuulen zich onwel
Moar zie bunt allemoal op de begrafenis gewes

In de ri-j (4x) met ’t verlies van Manus was niemand bli-j
Kom d’r bi-j (4x) Noa ’t condoleren ston een pötjen pils der bi-j

Kom d’r bi-j (4x) as wi-j schuunsmarcheren kump d’r nog een pilsjen bi-j

Kom d’r bi-j (4x) Een borreltjen mag ok wel, maar nimmer dan slechts twe-j

Kom d’r bi-j (4x) Ie drinkt moar wat ie wilt, want in dit land bun ie doar in vri-j

Kom d’r bi-j (4x) En ai n keertjen niks drinkt bun je d’ andere murgen blij