ZO TROTS ALS EEN PAUW
Bij het wegzakken van een hazenslaapje kreeg ik het terloops nog mee. In het programma van Mathijs van Nieuwkerk werd de Sonja Barend Award uitgereikt aan niemand minder dan Jeroen Pauw. Met de kop nog vol snot, herstellend van een akelige verkoudheid, dacht ik nog ‘Hebben we dan niet beter in Nederland?’ Blijkbaar niet en ik ging over tot de orde van de dag, in mijn geval wegzakken in een broodnodig slaapje om me verder te herstellen van de griep. De wereld draait toch wel door.
Een goed uur later, mijn gestel had blijkbaar meerdere slapen nodig, werd ik kattig wakker. De vermoeidheid nog sterker in mijn lijf zoals te doen gebruikelijk is als een hazenslaapje onverwacht uitloopt. Het duurt dan vaak een hele poos voordat je je herstelt hebt van je rust. Een quality-nap was het zeker niet. Dit zijn ook de momenten dat de misantroop in me naar boven komt. Snel zoek ik op internet, het is toch niet waar dat die Pauw een prijs gewonnen heeft? Het blijkt dat ik niet gedroomd heb. Hij heeft gewonnen. Wat is er mis mijn mijn oordeelsvermogen vraag ik me neerslachtig af?
Het is al jaren vaste prik om met plezier de dag te eindigen met een afsluiting à la Barend en Van Dorp, Jinek, Pauw en Witteman en Knevel & Van de Brink. Toegegeven, als een setje te lang achter elkaar bezig is, ontstaan er sleetse vlekken. Dat was bij Pauw&Witteman onmiskenbaar, al lag dat volgens mij meer bij Pauw dan bij Witteman. Toch mocht de eerste alleen verder. Al weken erger ik me in toenemende mate aan zijn zelfingenomenheid, ongeïnteresseerdheid, ja zelfs gebrek aan professionaliteit. Ik vind hem bij uitstek een vertegenwoordiger van de door mezelf uitgevonden term ‘grachtengordelfascisme’. Ik weet dat je voorzichtig moet zijn met zulke termen, maar soms mag je die vrijheid nemen en hanteer je in een column de hyperbool. Daar staat ie dan weer vanavond, zo trots als een Pauw de beste interviewer te wezen. Eén voordeel, tegen die tijd ben ik weer hoentjesfris en kan ik mijn slaperige mening staven met frisse argumenten. Die komen toch wel.
Beterschap.