39. De grote Stad uit de serie de kabbelende 100

Af en toe overkomt je dat. Terwijl het waterkoud miezert, loopt je op een plek die de plaatselijke VVV niet op de cover van een toeristisch reclameboekje zou zetten. Bovendien is het in Arnhem. Toch zie je de omgeving ineens anders. Of het nu komt door sporadische oplettendheid, autonome prettige gedachten of de belichting van dat moment? Ik weet het niet, maar ineens ben ik blij met de aanwezigheid van de techniek middels een mobieltje die mijn oplettendheid in combinatie met mijn prettige gedachten en de juiste belichting probeert vast te leggen. In eerste plaats voor mezelf, maar ook anderen gun ik het delen van mijn momentopname in de grote stad. De plek had bij het invallen van de avond iets heel kosmopolitisch.  Met mijn verlichte gemoed zag ik grootstedelijke lampen en een mooie symmetrie. Achteraf zie ik vooral dat ikzelf de fotograaf ben in de grote stad Arnhem.
20141216_165659

Met de voortschrijdende technische verfijning kan iedereen fotograaf spelen. De sociale media wordt vooral gevuld met allerlei groepjes vriendinnen die gezellig op de foto staan in een uitgaansgelegenheid, of voetbalmatties die stoer een clubje vormen op de gevoelige plaat. Het is niet anders dan vroeger alleen vluchtiger en iedereen kan het delen. Het mobiele gemak zorgt ook voor meer ‘kunstzinnige’ foto’s van wannebee artistiekelingen, soms niet eens onverdienstelijk. Zelf schaar ik me niet onder die groep kunstzinnigen, ik ken mijn beperkingen en wordt bij het eindresultaat hierin bevestigd. Toch voel ik ook de drive om ‘het moment’ te willen delen en op dusdanige wijze dat anderen mee kunnen genieten. Dat zij ook voelen, zien en ervaren wat ik op dat moment ervoer. Ik had geen last van de miezerige koude regen, mijn gedachten waren bij het zojuist opgehaalde rapport van mijn zoon en dat stemde tevreden. Ik was op weg naar een provisorische kerstborrel bij ons vrimibo-kroeg en voelde me één met het beton, asfalt en de lichtval van dat moment bij het Arnhemse station. Het vertalen en overbrengen van (kunstzinnige) gevoelens is toch echt een vak apart besef ik. Was het niet Winnie-the-Pooh die zei: “When you are a Bear of Very Little Brain, and you Think of Things, you find sometimes that a Thing which seemed very Thingish inside you is quite different when it gets out into the open and has other people looking at it.”

Misschien is dat wel het wezen van vele menselijke emoties en communicatie.

Filmblik: Clouds of Sils Maria

 

,,Ga je zaterdagavond mee naar de film.”
Die vraag werd me onlangs gesteld door niemand minder dan mijn vrouw. Dan zeg ik geen nee, ze weet namelijk echt wel wat ik leuk vind en vooral wat ik niet te pruimen vind. Vrouwenfilms in het algemeen en Bridget Jones’s Diary in het bijzonder, tenminste dat gehalte is aan mij niet besteed. Noem het inflexibel, bot, ongeëmancipeerd, of beschouw me vooral niet als metroman, ik vind het allemaal best. Mijn vrouw weet het immers allemaal, dus ‘in the blind’ zeg ik ja, is goed. Leuk, zeker als we vooraf ook nog ergens gaan eten, al is het in Arnhem.

,,We gaan naar ‘Clouds of Sils Maria’ in het filmhuis in Arnhem.”

Ik was nog nooit in het filmhuis in Arnhem geweest, dus dat is mooi, maar bij de titel van de film ging geen lampje branden. Tussen neus en lippen door gaf ze te kennen dat het de nieuwste film met Julliette Binoche is. Ze kon mijn verbaasde gezicht niet gezien hebben, want de mededeling kwam via de telefoon. Maar ik weet nu dat ik op mijn hoede moet zijn. Bij de keuze van de namen voor de kinderen kwam bij mij de naam Julliette zeer hoog op het namenlijstje, sterker nog het had mijn sterke voorkeur. Sinds 1986 ben ik onder de indruk van de actrice Binoche en haar vertolking in ‘The Unbearable Lightness of Being’, als actrice en als onbereikbare vrouw. Dit zal ongetwijfeld de reden zijn geweest dat de naam Julliette resoluut werd afgestreept van het lijstje van mogelijke namen voor een dochter. We kregen twee zoons, dus ik hoefde hierover niet lang te treuren. Een kleine drie jaar geleden kregen we een hond, een teefje, dus opnieuw probeerde ik mijn heldin in mijn dagelijkse leven te krijgen. No way, het werd Pippa. En nu ineens neemt zij het initiatief voor juist een film met haar. Ik vroeg haar waarom deze keuze en ze wist waar ik op doelde.
,,Ze heeft inmiddels ook een ouwe kop gekregen.” Ook had ze gelezen dat ze de rol vertolkte van een ietwat verlopen actrice. Ik had het kunnen weten. Vrouwen!!!

Op de dag dat Arnhem volgelopen was met mensen die Operation Market Garden herdachten en ’s avonds vooral biertjes dronken op de verschillende pleinen in de stad, vonden wij een tafeltje bij Rubens. Omdat we vrij vroeg waren vertrouwden we erop dat we bij Filmhuis Focus nog wel een kop koffie konden drinken. Dat kon, maar de entourage beviel ons niet zo heel erg. Een holle ruimte met een eenzijdig publiek dat alle stereotypen van filmhuispubliek goed wist te vertolken en personeel dat er die avond weinig zin in had, zo oordeelden wij. Maar het ging uiteindelijk om de film natuurlijk en een beetje om Julliette.

 

Ik had in de krant vluchtig gelezen waarover de film handelde. Julliette Binoche speelt een gevierde actrice (Maria Enders) die twintig jaar daarvoor doorbrak met de rol van assistente van een belangrijke zakenvrouw waarbij een liefdesrelatie aan de orde was. Nu zou ze de rol van die oudere vrouw spelen, een confrontatie van tijd en leeftijd. Ik heb gelezen dat er parallellen lopen met de loopbaan van Binoche zelf en de schrijver van haar eigen filmdoorbraak en de schrijver van Clouds of Sils Maria. Maria Enders gaat de confrontatie aan met de tijd(sgeest) en wordt daarbij geassisteerd door de jonge Valentine (Kirsten Stewart) die haar terzijde staat om zich de rol eigen te maken en de strijd aan te gaan met haar tegenspeelster en enfant-terrible Jo-Ann Ellis (Chloë Grace Moretz).

 

En het was maar goed dat ik wat ankerpunten had om de film te volgen, want zelfs nu kostte het me het moeite om in de film te komen. Het begon nog wel vermakelijk met een veelheid aan moderne middelen qua communicatie. Je doet in de (film)wereld niet meer mee als je niet minimaal twee mobieltjes hebt om te communiceren met ‘tout le monde’, maar dit gegeven had meer te maken met wat projectie op mijn eigen dagelijkse leven en minder met de film. Na ongeveer een half uur was ik in de film en kon ik me losmaken van de geluiden van de Korenmarkt die tot in de filmzaal doordrongen. De oefensessie tussen Maria en Valentine in de Zwitserse Alpen waren soms vermakelijk, soms heel intens en soms ook wat minder begrijpelijk. Ze boeide me wel, maar omdat dit ongeveer het enige was dat me echt raakte, is dit voor de film als geheel wel wat mager. Omdat Jullliette Binoche meespeelde zocht ik nog naar argumenten om de film echt mooi te vinden. Het lukte me niet. Vanwege de dialogen tussen Binoche en Stewart heb ik grote delen zeer aandachtig bekeken. Zo aandachtig dat ik niet merkte dat mijn wederhelft echt afhaakte en haar ogen even heeft gesloten, hoe lang weet ze zelf niet. Ik was vooral geïrriteerd over de slapte van het einde van de film dat voor mijn gevoel een beetje afgeraffeld werd.

Natuurlijk heb ik de parallellen die overal ingeweven waren wel kunnen ontdekken, maar diep onder de indruk was ik niet. Natuurlijk wel over Julliette Binoche, ook nu ze een rijpere actrice speelde. Ze heeft voor mij niet ingeboet in populariteit. Het is bij mij net als bij boeken, die moeten vooral niet over schrijvers en het schrijverschap gaan. Zo moeten films maar niet over het filmwereldje gaan en niet over actrices en hun lege levens. Al met al een film die normaal gesproken een zeer mager zesje zou zijn geweest als Julliette Binoche niet meegespeeld had. Ik ga nu voor een 7-.
Meer filmblikken, volg de link

30. DE VERFOEIDE PAUZEWANDELING uit de serie de kabbelende 100

Ik vind het bijzonder eng. Laat ik er maar eerlijk voor uitkomen. Als ik ergens pukkeltjes van krijg zijn het groepjes wandelende collega’s die hun broodjes oppeuzelen in de straten rondom hun kantoor. Vaak zijn ze nog hevig discussiërend en met volle mond pratend hun werk aan het overdoen. In die pauzes lijken sommigen tot hoogstaande inzichten te komen en proberen een murw gewerkte collega juist op dat moment te overtuigen. Ze praten alsof ze de directeur zijn en dat het bedrijf zonder hun inbreng tot een desolate ruïne van bureaucratische existentie zal verworden. Misschien dat de frisse lucht tot die Einsteinachtige plannen noopt, maar ’s middags zullen ze gewoon weer een radartje zijn in hun eigen machinerie. Andere groepen lopen doods en zwijgend soms met wel acht mannen. Vast een bedrijf met veel bèta’s en die ene vrouw die meehuppelt was blijkbaar goed op haar toekomst voorbereid.

2014-03-31 12.29.45

Ik heb het niet op de middagwandeling, maar het is wel gezond zeggen mijn collega’s. De hele dag op je krent zittend in ongezonde kantoorlucht, je rug en je ogen naar hun grootje helpend van het computerwerk is ook niks. Ik zou het eigenlijk standaard moeten doen, maar mijn eigen vastgeroeste oordeel over groepjes loonslaven houdt me tegen. Daarmee ben ik dus een rem op mijn eigen gezondheid, want wie mij ziet, denkt niet meteen aan een man die zijn lichaam als een tempel onderhoudt. De oplettende lezer kan nu het verband leggen met een gezonde geest. Dus als de druk van ongetwijfeld goedbedoelde collega’s samenvalt met een opkomende koppijn, ga ik overstag en praat natuurlijk de hele weg over het werk als een directeur die de sleutel in handen heeft voor verbeteringen in de zaak. Of ik praat over Feyenoord en dat is dan wel weer leuk. En eerlijk is eerlijk, er is niets mis met mijn collega’s, maar mogelijk met mij want waar ik ook loop in de pauze, ik zie plukjes werknemers en probeer hun beroepsmatig in te schalen. Wat doe je trouwens als je in de haven van Rotterdam werkt op een bezoedeld kantoortje, of wanneer je je ontspanning moet zoeken tussen de flats van de Zuidas in Amsterdam? Ik moet me dan maar gelukkig prijzen met het Arnhemse Sonsbeekpark in de directe nabijheid. Hoewel ook hier de werktorens oprukken, zijn ze nu nog slechts horinzonvervuiling, een uitzondering, net als ik met mijn rare ideeen over de verfoeide pauzewandeling.

17. PARADIJS VAN DE VROUW? uit de serie de kabbelende 100

Wandelend door de winkelstraten kom ik bedrijvigheid tegen bij het pand waar De Bijenkorf gevestigd was. Een bestelbusje, mannen achter geblindeerde deuren maken lawaai en een beveiliger ziet erop toe dat de geheimen van achter de blindering ook geheim blijven. De Bijenkorf is het Walhalla voor de meeste vrouwen, te vergelijken met een pot voetbal voor mannen. Een zinnig gesprek is dan niet meer te voeren, de hersenen zijn uitgeschakeld en alle zintuigen zijn gericht op de koopwaar van het meest vermaarde warenhuis van Nederland. Met de dolle dwaze dagen, alleen de naam al, is het allemaal nog een graadje erger. Maar het kan niet meer in Arnhem. Ik kan er niet om treuren, er zijn nog genoeg andere winkels. Bovendien er komt iets anders moois voor meisjes en vrouwen, de Primark. Ik vraag me daarbij af of het om dezelfde vrouwen gaat die de Bijenkorf als hun clubhuis beschouwden?

2014-01-10 10.22.09

Ik moet denken aan mijn middelbare schooltijd toen ik het Frans probeerde machtig te worden. Het is nooit echt gelukt. Ik kan een volzin fabriceren. Mocht een Fransman mij verstaan dan zal de vloed aan Frans dat me tegemoet komt te machtig zijn. Ook moest ik boeken lezen. Het is nooit duidelijk geworden of dat percé in het Frans moest, of dat je ook de vertalingen mocht lezen. Gezien mijn staat van Frans, was ik aangewezen op de vertalingen. Dapper begon ik aan ‘Het Paradijs van de Vrouw’ geschreven door Emil Zola. Mijn ouders hadden het in de boekenkast staan. Ik vond er geen klap aan. Het ging over de verwikkelingen rondom het warenhuis Lafayette, één van de eerste in zijn soort. Misschien is dat ook geen leesvoer voor een 17-jarige jongeman. Toch moest er minimaal één dik boek gelezen worden naast de Franse leesliflafjes. Opnieuw de boekenkast van mijn ouders nagespeurd en ja, Simone de Beauvoir. Na de mislukking van Au Bonheur des Dames moest het met de Mémoires d’une jeune fille bien rangée toch lukken. Mogelijk was door het existentialistische gehalte de kost nog zwaarder, maar ik heb me erdoor heen geworsteld. Het eindexamen was zowaar een succes omdat één van de bijpersonen in het boek nog les had gegeven aan de rector, pater Bos. Ik zou zijn laatste kandidaat zijn, ik kon zijn oud-leraar benoemen. Het stemde hem mild.

Zouden de zogenaamde welopgevoede jongedames tegenwoordig wel naar de Primark gaan, of is dat te min voor ze.

15. HOEKIE OM uit de serie de kabbelende 100

Rotterdam
Schiedam
Vlaardingen
Maassluis

hoekie om
trappie af

gekkenhuis

Misschien wel het meest bekende gedicht van Jules Deelder. Dat zegt natuurlijk meer over mijn verhouding tot de hogere kunsten van het dichten dan over Rotterdamse Jules Deelder. Maar dit is het niveau dat ik aankan, zonder op mijn tenen te hoeven staan. Ik moest eraan denken toen ik vanmiddag beroepshalve door Arnhem liep. Het doel was niet het gekkenhuis, maar de rechtbank. Het is aan uw oordeelsvermogen om uit te zoeken of de verschillen wezenlijk zijn. Kuierend door de winkelstraten was ik in gedachten bij de komende zitting. Ik kwam het hoekie om en had zicht op de Eusebiuskerk midden in het centrum van de stad. Nog nooit had ik de ingepakte kerk vanuit dit gezichtspunt gezien. Eigenlijk best wel mooi, hoewel de wereldvermaarde Bulgaarse kunstenaar Christo het vast beter zou hebben gedaan. Mijn gedachten bleven steken bij het inpakken.

2014-01-06 13.27.42

Mijn associatie bij ingepakte kerk liep naar Paus Fransiscus. Hoewel bij mijn weten de Eusebiuskerk geen katholieke kerk meer is, denk ik in deze dagen bij de kerk aan de grote baas in Rome. Het feit dat de kerk ingepakt is, heeft te maken met de langdurige restauratie van mogleijk meer dan 20 jaar. Hoewel de kerk na de oorlogsschade is hersteld, moet met name de toren opnieuw onderhanden genomen worden. Veel vroeger is de kerk ook verwoest, maar dat zullen wij onze hervormende medelanders niet meer kwalijk nemen. Een geste die mijns inziens geheel in de lijn ligt van de Paus. De Paus die katholieken over de hele wereld lijkt in te pakken. En zie daar de associatie.

Of zal de mores de Roomse Katholieke Kerk de Paus uiteindelijk gaan inpakken? Ik hoop het niet, want ik van Fransiscus best wel goed in inpakken. Wat gebeurt er eigenlijk als alles is ingepakt door de Paus. Dan moet het op zeker moment ook weer uitgepakt worden. De vraag is dan hoe het eruit zal zien. Dat blijft voorlopig een verrassing. Net zoals het een geduldig wachten is voor het aanzien van de Gelderse hoofdstad, als de Eusebiuskerk kan worden uitgepakt. Ik kijk naar boven en bedenk dat ik bij een volgende wandeling weer eens in de toren moet stijgen, want er is een fijne lift beschikbaar. Je hebt er een prachtig uitzicht over Arnhem en omstreken. En niet onbelangrijk, bij helder weer is de mooiste Gelderse stad ook te zien.

5. ARNHEMSE LUCHTEN uit de serie de kabbelende 100

En dan kom je uit je werk, de afstand naar het station is niet voldoende om mijn werkbalast van die dag van me af te gooien. Waarom bestaat er eigenlijk niet een cooling down voor werksituaties en dan in de baas zijn tijd natuurlijk. De cooling down van ’s avonds languit op de bank liggen is natuurlijk gesneden koek. Maar echt in mezelf gekeerd ben ik echter ook weer niet niet, blijkt uit de opmerkzaamheid mijn omgeving waar te nemen. De hele dag had het gestormd, al mochten we in het oosten des lands amper meepraten vergeleken met de windsnelheden langs de kust. Toch leverde het een pracht van een foto op. Tenminste ik was zelf lyrisch over de ondergaande zon in de razende wolkpartijen waarbij de aanstormende donkere woestenij nog even wordt tegengehouden door het laatste zonlicht van de dag. De herfst dient zich definitief aan, de zomer heeft uiteindelijk verloren.

wind en zon

De lucht doet me vooral denken aan het gedicht van Liselore Gerritsen dat wij passend vonden toen onze oudste zoon werd geboren. We plaatsten enkele regels ervan op het geboortekaartje.

oktoberkind oktoberkind

opdat je niet vergeet

de allerlaatste zoete braam

is de eerste die jij eet

een laatste warme zonnestraal

verwarmd jou eerste dag

en een laatste zwaluw die vertrekt

is de eerste die jij zag

dat is waarom een oktoberkind

niet geloofd in laatste dingen

’t zal een herfstdag als een lentedag bezingen

De aanstormende herfst maakt mij op zijn zacht gezegd melancholisch, waarbij de seizoensgebonden dip altijd op de loer ligt. Ik ben dan ook geboren in mei, dat verklaard voldoende. Maar met de schoonheid van dit natuurgeweld en met de herinnering aan het optimisme van het oktoberkind, zal ik me er wel door heen slaan, de aankomende donkere maanden. Want als zelfs de lucht boven Arnhem zo mooi kan kleuren, dan moet het wel goed komen. De foto is gemaakt op het mooiste plekje van Arnhem zoals insiders zullen herkennen, aan de Sonsbeekzijde van het station. Hier vertrekt de trein naar Nijmegen, beter is er niet in de Gelderse hoofdstad. Ik mijmer in stilte hoe mooi de lucht op dat moment zou zijn met zicht op de Waal en Sint Stevenstoren. De kwestie is derhalve: Arnhemse luchten of het Arnhemse niet luchten. Dan komt de forens in mij naar boven, ik wandel naar het perron, want Arnhemse luchten of niet, de trein vertrekt ook zonder mij.

Eerder verschenen:

1. KNIPBEURT

2. PEURNO AAN DE MUUR

3. HET BRILLENPERSPECTIEF

4. CANDY CRUSH CALVINISME

Met Gémak naar Roodeschool, deel 1 tot Arnhem

Duiven Arnhem

Waarom? Je kunt het je haast niet voorstellen, maar Roodeschool klonk bij mij als kind exotisch in de oren. Ik ben van zo’n tussengeneratie die nog wel iets van topografische kennis heeft, maar voor het betere stampwerk van de lagere school moet ik bij mijn ouders zijn. Maar met Roodeschool begon voor mij de provincie Groningen in de vierde klas bij juffrouw W.

De naam Roodeschool is ingedaald in mijn geheugen en is er nooit meer weggegaan. Enige jaren terug schreef ik al een blogje met de veelbelovende term: ‘ Roodeschool zien en dan sterven.’ Zover wil ik het niet laten komen. Echter als aan het einde van 2011 de goede voornemens ter sprake komen voor het nieuwe jaar, weet ik dat 2012 in het teken staat van Roodeschool. In november 2012 was het zover. Met fototoestel, pen en papier, bammetjes en een beetje zakgeld, ging ik op stap. Natuurlijk een onderneming van niets, je vraagt je af waarom je het niet eerder hebt gedaan?

Omdat het nieuwste boek van Geert Mak als leesvoer is meegenomen krijgt mijn reis naar Roodeschool als werktitel: “Met Gémak naar Roodeschool.”

Koud is het niet, het miezert slechts een beetje. Een grijze dag is beloofd, maar veel neerslag zal er niet vallen zeggen de weerdeskundigen. Het station in Duiven maakt zich klaar voor de 21e eeuw, het plein is opgeleukt met bankjes en kunst. Vervoerder Syntus mag nog een maand Duiven aandoen, want in oneindige wijsheid heeft men besloten dat het Openbaar Vervoer geprivatiseerd moet worden. Omdat Syntus niet voldeed en/of te duur was, maar Arriva het vanaf 9 december 2012 doen, ik mag nog met Syntus. En dat is maar goed ook, weten we met de kennis van nu. Ik moet nog een kaartje kopen en dat ik natuurlijk knap stom. Even niet op de aanbiedingen gelet, dus de volle prijs is voor mij, 47 euro en een beetje. Jammer van het geld, maar het vaste en vertrouwde gezicht achter het loket bezorg ik op de valreep van haar loopbaan nog primeur: “Retourtje Roodeschool alstublieft!” Een over een maand moet ze bij haar nieuwe baas kaartjes knippen, de bemensing op de stations van Arriva zijn wegbezuinigd.

blog roodeschool 1

Nog even kijk ik mijn rugzak na of alles er is en ik dub nog over het fototoestel. Moet ik dat bij de hand houden om vooral pro-actief, o wat heb ik de schurft aan die term, foto’s te maken. Of maak ik zo maar wat kiekjes in de wetenschap dat mijn foto’s niet meer zijn dan wat versiering voor het blog. Accuraat of slonzig foto’s maken, voor de kwaliteit zal het in mijn geval niet zoveel uitmaken.

Zo’n eerste startplek is eigenlijk niet zo heel anders dan een werkdag naar Arnhem, dus eigenlijk niet zoveel ‘uitgevoel’ lijkt er te zijn. Deels dezelfde koppen, waaronder ‘haantje-net-niet-de-voorste’.  Een van de medepassagiers die me is opvallen met name door zijn vriendelijke uitstraling terwijl hij niet vooraan heeft gestaan bij de bedeling. Hij heeft flaporen, zijn neus is op zijn minst fors, zijn huid pokdalig en bovendien draagt hij een bril, vandaar de bijnaam in gedachten, die ik vooral voor mezelf houd. En ondanks alles valt vooral zijn vriendelijke uitstraling op.  Andere gezichten komen me bekend voor, al neem ik een trein of wat later dan normaal. De idee van vandaag Roodeschool te zien, maakt al het dagelijkse iets feestelijk, zelf het station van Arnhem.

arnhem station roodeschool eindImpressie station Arnhem, voor de liefhebber. Het mooiste van Arnhem is trouwens hier te vinden,  namelijk de trein naar Nijmegen.

Arnhem

Snel een koffie halen en de Spits meegenomen. De kop van de krant meldt een en al arnhem muskensrampspoed. Als het al zo slecht gaat, hoe lang kan een gewone kiosk de koffiemelk, roerstaafjes en melk nog vrijelijk laten staan. Wanneer slaat de geest van bisschop Muskens toe en nemen we op weg naar huis en passant suiker en melk mee. Dan hoeven we dat niet meer te kopen met de wekelijkse boodschappen.  De foto is gemaakt in de wetenschap dat er commentaar gaat komen op de nonchalante manier waarop de beurs voor het grijpen ligt. Ik kan u verzekeren het had al mijn aandacht.

4. Kerst met mijn zussie

Weinig fijnbesnaard zingt Alex ‘Midden in de winternacht’. Zijn stem galmt over het water en lijkt te weerkaatsen tegen de dijk aan de overkant.
‘Laat de beltrom gaan, laat de beltrom gaan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen, Jezus is geboren.’
Gedurende een korte onderbreking weerklinkt de echo nog. En dan is het stil. Te stil in de optiek van Alex die prompt heel vals Gloria in Excelsis Deo zingt of eigenlijk schreeuwt.

Alex gaat zo op in zijn devote gezang dat hij niet eens opmerkt dat twee haastige voorbijgangers hem verbaasd gadeslaan.
Op het moment dat Alex de wandelaars waarneemt, staakt hij abrupt zijn lied en begint meteen een conversatie.
‘Een echte familiebijeenkomst, hè’ zijn de eerste woorden.
Oprecht verheugd door de aanwezigheid van anderen zegt hij:
‘Kerst is een echt…… een echt familiefeest, toch?’
Onder het mompelen van een goedenavond versnellen de twee hun pas. Ze worden nog nageschreeuwd door Alex.
‘Ze is mijn zuster hoor, mij zus uit Italië. Niet mijn eigen zus, maar zo voelt het wel.’
Alex denkt na over zijn eigen woorden en mompelt nog een keer:
‘Mijn zussie.’
Dan staat hij plotseling op en loopt naar de rand van de kade om te piesen. Zijn straal klatert in de rivier en door de kou slaat de damp er vanaf.
‘Ook dat nog, niet alleen de geboorte van Christus, ook de Heilige Geest is vanavond present.’
Alex schatert om zijn eigen grap. Als hij klaar is met plassen, neemt hij zijn omgeving eens ernstig in zich op.

De brug over de rivier staat in de blauwe schijnwerpers. In de verte liggen passagiersboten te wachten op reislustigen voor een reisje langs de Rijn. Op kerstavond zullen die zeker niet komen. De kerstverlichting op het zomerdek bewijst dat het december is. Voor de rest ziet Alex een desolate omgeving van beton en oude containers. Het is er verder stil, kaal en koud. De kou voelt Alex nu op zijn buik, want hij staat nog steeds in de plashouding. Rustig en kalm kuist hij deze onbetamelijke positie en doet vervolgens zijn gulp dicht.

In de verte schreeuwen een paar junks. Ze zijn vast boos omdat ze de boot niet op mogen, zelfs niet op kerstavond. De boot is de opvang voor onverbeterlijke junks. Alex moet niets hebben van die junks.

‘Ik ga maar weer eens naar mijn zussie, ze zit daar maar alleen te wachten.’
Alex neemt de fles aan zijn mond en drinkt het laatste restje. Automatisch graait hij met zijn andere hand in de plastic boodschappentas. Tevergeefs zoekt hij naar de derde fles. Hij voelt nog eens goed en ziet dan even verder op twee flessen staan, allebei leeg.
‘Ach, ach, ach’ kreunt Alex, ‘Lieve eerwaarde zuster, nu laat je me helemaal alleen achter.’
Nog een keer doorzoekt hij zijn tas tegen beter weten in. Geen Pleegzuster Bloedwijn meer te bekennen. Ook de fles sterke drank om ‘zijn zusje’ mee op sterkte te brengen was leeg.
‘Dan maar een plekkie zoeken om te slapen.’
Alex schuifelt wankel in de richting van het centrum. Hij zingt nog zachtjes van midden in de winternacht. De goede stemming is echter met zijn zusje verdwenen.

 

Kakelkrant van Sprakeloos 12: Polderbergen of berg je in de polder.

 

We zijn weer thuis, of eigenlijk ver van huis, want hedenochtend brak mijn klomp over het laatste poldernieuws. We gaan de hoogte in. Tenminste, na een column van Thijs Zonneveld van De Pers, die een twee kilometer hoge berg in de polder voorstelt, schijnt heel sportminnend Nederland uit zijn voegen te barsten van enthousiasme. Kunt u het zich voorstellen, twee kilometer hoog? Het lijken de jaren twintig wel, toen onder druk van armoede en diepe crisis de meest rare plannen en weddenschappen werden afgesloten. Na ‘the roaring twenties.’ dan nu ‘the amazing decade’?

Over de technische realiseerbaarheid laat ik me niet uit. Ik heb twee linkerhanden en een ruimtelijk inzicht van een amoebe, maar dit lijkt hoogmoedswaanzin. De ondernemers onder u zullen zeggen dat zonder lef en fantasie, nog nooit iets voor elkaar is gekomen. Wij, jongens van stavast, die hun land door de eeuwen heen hebben ingepolderd, zullen ook de hoogte bedwingen. “Dieu creé le monde, mais les Hollandais creé Hollande.”

Zo lust ik er ook nog wel wat. Als we nu niet één, maar in iedere provincie hoofdstad een berg maken en dan niet van twee, maar van 5 of van mijn part 8 kilometer hoogte. Het zand halen we uit de Noordzee, hebben we meteen extra bescherming tegen de stijgende zeespiegel, tenminste dat hoop ik. De protesten van de ecologen lappen we aan ons laars, bovendien zullen ze in mijn plan ruimschoots gecompenseerd worden.

We maken tussen die hoofdsteden een enorm kabelcomplex. Zo starten we bijvoorbeeld in Zwolle op 8000 meter NAP en kunnen uitstappen in Arnhem op een bescheiden op ongeveer zeespiegelniveau. Wilt u verder, gewoon met de kogellift naar boven en aldaar kunt u uw reis via hetzelfde kabelbaanprincipe voortzetten naar Den Bosch of Utrecht. Alle gondels, en het zullen er veel zijn, worden voorzien van zonnecollectoren, dus het hele systeem van reizen is ecovriendelijk, bovendien helpt de zwaartekracht nog een beetje mee, de nieuwe energiebron zwartekrachtenergie. Het altijd dreigende verkeersinfarct wordt opgelost en CO2 wordt een term die alleen biologiestudenten nog begrijpen. Slechts regionaal verkeer is nog noodzakelijk. Voor deze voordelen mogen we De Noordzee wel opofferen dunkt me en misschien ontstaat er wel een nieuw ecologisch systeem à la de Marianentrog.

Ik ben Thijs Zonneveld niet, maar slechts een onbezoldigd blogjesschrijver van de Kakelkrant, maar volgens mij is dit idee, niet vreemder dan die ene berg in de polder. Het is slechts een uitwerking en een verfijning van zijn idee. The amazing decade zal ik maar zeggen. Dus een oproep aan alle lezers, beschimp dit plan niet, maar roeptoeter het lekker door via Twitter (@sprakeloosID) of welk medium dan ook. Misschien is het over enkele weken ook een hype die op realiseerbaarheid wordt bekeken en staat het bedrijfsleven in rijen om te investeren.

Nationaal Historisch Museum ON BLOG

En dan gaan we zelf maar aan de slag, eigen initiatief wordt op prijs gesteld. Het Nationaal Historisch Museum komt er niet. Dat is jammer voor Arnhem, dat is jammer voor Nederland en dat is jammer voor ons als land dat de kenniseconomie wil stimuleren. Want ik ben ervan overtuigd dat kennis van het verleden onontbeerlijk is voor een goede toekomst.

De nieuwbouw wordt niet door het Rijk gesubsidieerd, dus andere methodes moeten gevonden worden. Of deze (snel) gerealiseerd zullen worden is op dit moment de vraag. Ik wacht er niet op en ga mijn eigen Nationaal Historisch Museum OP BLOG openen. Een helse klus voor mij als museumdirecteur. Ik heb alle bureaucratie overgeslagen, heerlijk was dat en ik ben begonnen onder het mom: ‘Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat.’

Als directeur heb ik geheel belangeloos mijn 12 jarige zoon weten te strikken voor de technische realisatie. Oneindige vaderliefde is zijn deel.

In de wetenschap dat het beter, gelikter en vooral ook wetenschappelijker kan, zullen na noeste arbeid: bloed, zweet en tranen de eerste afdelingen worden geprepareerd voor het publiek.

Dus 30 oktober 2010, nog geen 24 uur na het fatale nieuws van de bezuinigingen voor het Nationaal Historisch Museum, zullen de eerste drie zalen (stadsimago, kunst/ historie en politici) van het Nationaal Museum OP BLOG geopend worden. Geheel gratis, want een nationaal museum is van en voor alle Nederlanders. Derhalve is ook zonder schroom op het internet gestruind naar documentatiemateriaal en de verplichte bronvermelding is verloren gegaan in de haast. Voor de goede zaak moet het maar even.

Hierbij verklaar ik het Nationaal Historisch Museum voor geopend:

 Voor de leesbaarheid even dubbelklikken op het filmpje en je komt op youtube zelf, dan kun je het beeld vergroten

Zalen die nog onder constructie staan zijn:

–          Jaartallen

–          Klederdrachten

–          Schaatshelden

–          TV uit de oude doos

–          Nederland elders in de wereld

–          Typisch Nederlands

–          Nederland, natuur of ontwerp (landschappen)

–          Belangrijke vrouwen

–          Sporticonen

Suggesties en opmerkingen zijn altijd van harte welkom. Heb je een aanvulling op de collectie in de bestaande zalen of wil je een nieuwe zaal openen. Het kan allemaal zonder meteen garanties te kunnen geven voor directe realisering.

Treedt allen binnen en geniet van het Nationaal Historisch Museum ON BLOG.