O primeiro dia: Vind ik me toch zomaar terug in de Algarve! Errug!!!!!

Geen groter vermaak dan leedvermaak moeten de talloze kampeerders denken als zij hun eigen leed en huiselijk geweldsessie al weer vergeten zijn, en met het grootste plezier de verhandelingen van de overburen, en toekomstige vrienden voor twee weken, gade slaan. Ook zij moeten de tent of kampeerwagen klaar zetten voor een gerieflijk verblijf in Tirol, de Dordogne of gewoon op de Veluwe. Lachen!!!!!

Gelukkig gaan wij niet met de tent, sleurhut of op een andere manier back to basic. Wij nemen het vliegtuig: klimaat, corona en vliegschaamte in zijn algemeenheid maar even trotserend. Maar daar waar je in het slechtste geval een uur vermaak bent voor de andere campinggasten, biedt het vliegveld waar dan ook ter wereld ook heel wat vermaak van mensen die hard hebben gewerkt om naar de zon te gaan. Of groepjes puistenkoppen en bakvissen die nog even wat hersencellen wegzuipen voor dat ze de examenuitslagen gaan ontvangen en dan maar af moeten wachten wat ze er in de herkansing van gaan maken. Nu heb ik me op het vliegveld nog wel redelijk neutraal gedragen, maar de wijze waarop mensen in een vliegtuig zitten als mestvarkens, waaronder ikzelf, is wel een reden om de lol van de vakantie in twijfel te trekken. Misschien is dit niet zo zeer lachen, maar het geeft wel een grote dosis zelfspot en kritiek en dat is dan weer lachen!!!!

Eenmaal op de plek van bestemming is alles zo vergeten? Of niet. Vakantie is herinneringen maken zeggen ze wel eens. Een jaar of twintig geleden had de reisbranche het over de ‘broodnodige, vitamine V!!!!! Echt waar, maar voor de dertig-minners, dat is net zoiets als tegenwoordig  levensgevaarlijke dingen doen in je vakantie onder het mom, You only live once-mythe. Allebei uitgedokterd door idiote marketeers die nog grotere idioten er in laten geloven. Maar ook ik kijk altijd uit naar de vakantie. Het eerste biertje smaakt goddelijk, het eten, al is het een eenvoudige hamburger in een sloom Portugees plaatsje, het is zonder meer haute cuisine. En vol bewondering kijk ik naar mijn eerste foto’s van de omgeving. Ik overweeg op de eerste vakantiedag al een carrièreswitch te maken, een begenadigd fotograaf is aan mij verloren gegaan. Ik weet het zeker met mijn getroebleerde vakantiebrein.

Terugkijkend op al mijn vakanties is het best diep graven om te achterhalen wanneer ik waar overal ben geweest. Sterker nog, ik zal beginnend bij 1966, toch voorlopig jaren leeg moeten laten omdat ik wel heel diep moet nadenken. Maar ik troost me met de gedachte van niemand minder dan Emile Zola: “Niets ontwikkelt intelligentie zo veel als reizen.” Ongemerkt heb ik heel wat intelligentie meegepikt. De houdbaarheid van de exacte herinneringen is dan niet meer zo belangrijk. Een troostende gedachte als ik nog eens 20 jaar ouder ben. Of wat te denken van een Loesje spreuk voor als je niet op vakantie kunt: Als je niet op vakantie kunt, ga dan op avontuur. Dat kan iedereen, zelfs in de middagpauze van je inspirerende baan, lekker op avontuur gaan want vitamine V hebben we nodig en natuurlijk YOLO.

Maar de aanleiding van dit eerste vakantievertelseltje is een spreuk die ik toevallig las: “Reizen maakt je eerst sprakeloos en verandert je daarna in een verhalenverteller.” (Ibn Battuta) Toen werd ik even stil, heel stil en ik dacht, dit blogje moest zeker gemaakt worden op mijn site sprakeloosverhalen. Het moest zo zijn en is geen toeval. Na vandaag weer gewone vakantiestukjes schrijven over de dingen die we meemaken in het mooie Portugal tot het moment aanbreekt: Een vakantie is voorbij als je begint te verlangen naar werk.

Ik vrees echter dat vooralsnog de centen de beperkende factor zijn, niet het verlangen naar werk.

Plaatjes en Kletspraatjes: Kunstige aardappeleters in het Gooi.

Was ik gisteren nog zwaar onder de indruk van mijn zelfgefabriceerde Hollandsche Meesters, vandaag ga ik een internationaal uitstapje maken en wel in Laren. Maar niet voordat we een uitstekend ontbijt hadden genoten in Kontakt der Kontinenten in Soesterberg. Ik zei al, we gaan internationaal. Dit congreshotel in de bossen had ook een heel uitnodigende leestafel waar we onder genot van een cappuccino heerlijk nog even het mondiale nieuws lezen voordat we bij het Singer Laren Museum terecht konden. Een expositie van Theo van Rijsselberghe gaan we bezoeken.

Leestafel bij Kontakt der Kontinenten, een genoegen dat ik iedere ochtend wel zou willen hebben. In alle rust de kranten doornemen. Dat is toch echt veel fijner dan het lekker gemaakt worden met artikelen en je weer door wachtwoorden moeten wroeten op je mobiel.

Theo van Rijsselberghe, ik kende hem zeker qua naam en wist hem ook wel thuis te brengen, zo ergens rond 1900. Hij experimenteerde met meerdere stromingen uit die tijd zoals het fauvisme, pointillisme, expressionisme en zelf het kubisme. Ik heb genoten van de tentoonstelling, maar het bovenstaande schilderij gaf mij het meeste hoofdbrekens. Zonder meer een alleraardigst stukje kunstwerk, maar het viel mij op dat de dame in kwestie volgens mij slanker is dan het spiegelbeeld doet vermoeden. Ik kan me vergissen, maar hoe vaker ik kijk, hoe zekerder ik van mijn zaak ben. Heeft de schilder onbewust een fout gemaakt? Of is er sprake van een vergrootspiegel? Of zit er een psychologische boodschap achter en kende Theo de psyche van de vrouw heel goed. Hij schilderde er immers honderden in zijn leven. Hij wist dat vrouwen heel kritische naar zichzelf kijken en zichzelf altijd dikker zien dan ze daadwerkelijk zijn. Ik zou zeggen, een mooi afstudeerproject voor een student kunstgeschiedenis.

Het Singer Laren Museum kende een rustgevende fijne tuin waar ik de kunstwerken nog even kon overdenken. De Aardappeleters zijn er niet te vinden, de Brabantse armoede is ‘andere stuff’ maar ook moeten er aardappelvelden zijn in de directe omgeving van Laren bemerk ik in het museum en later ook in Laren. Ze praten er zelfs naar in deze contreien.

Nadien lopen we nog even door Laren en dat is een beslist aardige plaats met een keur aan huizen voor de grotere beurs. Veel rieten daken en villa’s waar in vroeger tijden artistiekelingen voor korte of langere tijd verbleven. Ook vielen wij met de neus in de boter, er was een open atelierroute dit weekend. De nieuwe Theo van Rijsselberghe zijn we nog niet tegengekomen. Maar Laren is een alleraerdigst dorpje waar het op zondagmiddag goed toeven is, ook voor de man en vrouw met een iets smallere beurs.

Voor de gelegenheid, een bezoek aan Laren, had ik een passende broek aangetrokken. Ik zal daarom niet uit de toom te vallen.
Laren, alleraardigste zoals ik al vermeldde.

Plaatjes en kletspraatjes: Geen kunst aan?

‘Waaiend bruin in groen’

De keuze voor het Harloërpad dit weekend was mede ingegeven door het initiatief ‘Kunst aan het Klompenpad’. Hoewel ik mezelf verre van een kunstkenner beschouw en vooral een passief liefhebber, want zodra kunst in welke vorm dan ook interactief dreigt te worden haak ik af. Een schilderij, beeldhouwwerk of een gedicht wil ik vooral graag ik mijn eentje beleven of hooguit met de naasten die dit samen met mij bekijken. Ik ga dan ook niet naar cabaret of toneelstukken waar je ongewild deelgenoot kunt worden. Ik heb met mijn 56 jaar ook geen vastomlijnde definitie wat kunst is voor mij. Het moet iets met je doen, het moet je mening vorm geven of je op andere gedachten brengen? Ja dan kunnen velen Johan Derksen ook een kunstvorm vinden. Derksen is veel, maar geen kunst, in ieder geval niet meer of minder dan jij en ik.

Het Harsloërpad aflopend kwam ik het bordje tegen dat wees naar de tijdelijke openluchtgallerij. Ik wist niet precies waar het begon. Het eerste verdachte object dat ik tegenkwam heb ik meteen gefotografeerd. Ik begon te denken, want kunst moest immers iets met je doen of in ieder geval de potentie hebben om iets met je te doen. Het betrof een object ‘waaiend bruin in groen’! Misschien heette het wel ‘vergankelijkheid van de mensch’ of ‘zoals de wind waait, waait mijn jasje’. Wie zal het zeggen, maar de Kunst deed zijn werk zoals kunst zijn werk moest doen. Ik probeerde te duiden. Ik was vooral nog met mijn ratio bezig, andere zintuigen werden nog niet geprikkeld. Ik voelde er nog weinig bij. Was het figuratieve kunst, was het historische kunst, was het toekomstvoorspellende kunst, wilde het mij iets zeggen over de maatschappij? Ik liet het in het midden.

“Dark ages”

Een kilometer verder, wederom in het nieuwbakken natuurlandschap de Binnenlandse Hooilanden een object waar mijn fantasie alle kanten mee op kon. Vier of vijf houten spiesen die naar de hemel wezen. Heel apart! Het waren geen bomen, althans niet meer. De rest van de omgeving ademde ook geen vergaand bos uit, dus wat moest ik ermee? Bij het woord spiesen denk ik buiten de BBQ, vooral aan middeleeuwse martelpraktijken. Dit past natuurlijk in het zompige geheel van het landschap van moerasmonsters. Misschien wilde het object me wel waarschuwen en zeggen: cultuur is slechts een heel dun laagje vernis, er verandert niet zoveel. We leven nog steeds in de donkere middeleeuwen!!! En ja, gezien de politieke gebeurtenissen kan ik de kunstenaar geen ongelijk geven.

‘Hoop’

Weer een kilometer verder kwam ik een boomstam tegen op de weg, vlak voor een wegafzetting. Het had die dag ervoor gestormd en geonweerd, maar de stam was zo glad en gaaf op de plekken waar de barst eraf was. Dit moeten mensenhanden zijn geweest, dus kunst!!! Misschien was dit wel de tegenhanger van het vorige object. Al lijkt het allemaal nog zo donker, als we alle onzin afpellen blijft er een gave gladde context over?

Kortom veel om over na te denken, kunst langs de wandelroute, maar misschien heb ik me toch vergist want de ‘echte’ route begon pas bij Landgoed De Lieskamp. Echte mensen van vlees en bloed vormden ‘tableaus vivants’, gedichten konden gelezen worden en figuratieve kunst was voorzien van een titel. Hier was sprake van communicatie tussen zender en ontvanger, tussen consument en kunstenaar. Soms in levende lijve soms met de titel die het kunstwerk heeft meegekregen. Toch geinig dat ik zo de kunstroute gewoon een paar kilometer hebt verlengd, dat hadden ze zeker niet van te voren kunnen ontdekken? Of zouden ze het toch zo bedoeld hebben? Het blijft altijd maar weer onzeker met kunst!

Er kraait iets drie keer!

Immers, idealen zijn als lantaarnpalen: zij verlichten de weg die wij moeten gaan. Maar wie zich dronken van nostalgie aan zo’n paal vastklampt, komt geen stap verder.

Bovenstaande citaat komt uit de brief van Frans Timmermans en Marjolein Moorman over de intensivering van de linkse politieke samenwerking, in eerste instantie tussen de PvdA en GroenLinks. Na het lezen van dit citaat had ik al geen zin meer om verder te lezen. Het is ontegenzeggelijk een mooie zin. Het is de bedoeling natuurlijk dat dit alle kameraden van links moet stimuleren en enthousiasmeren. Ik haak af.

Ik lees hierin, als je niet denkt, voelt en vindt wat wij vinden, dan ben je een cynische ouwe lul. Dan zijn we er niet voor jou, want jij hebt het niet begrepen. Het is de arrogantie ten top van de dominee die zegt dat je het licht nog niet hebt gezien. Terwijl diezelfde dominee het licht heel vaak  al zelf heeft uitgedaan voor de zwakkeren, minder bedeelden en andere roepende in de wirwar van bureaucratische labyrinten die ooit de welvaartsstaat heette.

Het stuk verder scannend, begrijp ik dat links zich opnieuw moet gaan uitvinden, voor de zoveelste keer. Er moet een vuist worden gemaakt naar Rutte. En met vele linkse mensen schaar ik me met liefde achter het credo dat Rutte de publieke zaak heeft vernacheld. Een prachtige term trouwens in deze paastijd. Maar voor de PvdA en de sociaaldemocratie heeft de haan al veel vaker dan drie keer gekraaid. En het resultaat? Gefrustreerde stemmers naar de PVV, Denk, Op1 en PvdD, om er maar wat te noemen. De sociaaldemocratie, in ieder geval ook in Nederland, is verworden tot een groep achterblijvers. Anderen gingen, de verweesden die naar de rechterflank zijn gevlucht, of hobbyisten die een eigen extreem clubje hebben opgericht. En met deze brief gaat dit proces gewoon door.

Voor de partijpolitieke vluchtelingen willen Frans en Marjolein de lantaarnpalen ontsteken met hun idealen. Hun idealen? Nee hoor, bestaande idealen die natuurlijk binnen de sociaaldemocratie kunnen en moeten evolueren. Maar niet door arrogante preken aan geletterden die zij dan weer voor dom verslijten. Zij ontsteken helemaal geen lantaarns, maar doen een nieuwe fitting in bestaande lantaarnpalen. Hun lantaarnpalen, en verwijten teleurgestelden dat ze zich laven aan nostalgie.

Nu ben ik, vind ik zelf, een sociaaldemocraat waarbij een eerlijke verdeling van middelen en mogelijkheden voor iedereen voorop moet staan. Dat is ook logisch, want anders ben je geen sociaaldemocraat. Zonder de mondiale problemen te bagatelliseren en wie kan dat tegenwoordig nog, ben ik daarnaast ook gevoelsmatig van het stempel ‘Erst das Fressen, und dan die Moral’. Lees goed, ik zeg niet dat er geen moraal mag zijn. Sociaaldemocratie is voor mij de moraal, maar er zijn wel prioriteiten. Of die sociaaldemocratie nu in de PvdA zit, in een fusieclub of dat Rutte spijt betoond en zich gaat bekeren. Het kan me eigenlijk niet meer schelen, als het maar gebeurd.

Na vier jaar tijd als PvdA lid gezwegen te hebben op partijpolitiek gebied breek ik mijn stilte. Maar och voor wie? De lantaarnkwestie van mijn partijgenoten doen echter vermoeden dat ik weer, voor de vijfde keer, partijloos ga worden.

Plaatjes en kletspraatjes: Sociale cohesie in Duiven

Ons dorp bestaat niet meer echt toch? Wim Sonneveld zong er zo lyrisch over. Iedere dertigplusser kent het vast wel, mogelijk de jongere generatie ook. Misschien onderschat ik hen? Je weet wel van En langs het tuinpad van m’n vader. Dit suggereert dat ik dat meegemaakt heb. Niets van dat alles. Ik ben gewoon volwassen geworden in de jaren tachtig. Punk, walkman en tegen de bom. De televisiequiz was al voor ouderen vond ik toen. Dus ik leefde al in Het dorp dat is gemoderniseerd. Maar het is natuurlijk de hang naar nostalgie, het oude vertrouwde van vroeger. Voor mij was dat U2 en The Cure en als klein kind De Willem Ruis show(dus toch een quiz, sorry). Maar wie zingt daar nu nostalgische liedjes over. Dus ik heb decennialang mijn nostalgische gevoelens moeten putten uit Wim Sonneveld en met mij velen.

Dat dorp van toen, het is voorbij,

Dit is al wat er bleef voor mij

Een ansicht en herinneringen.

Om de cohesie van de gemeenschap te stimuleren hebben de kleinere dorpen nog wel een kermis  of schuttersfeesten. In Vinex wijken zorgen enthousiaste buurmannen nog wel eens voor een straatfeest en ons aller Douwe Egberts zorgt voor een heuse burenkoffiedag. Gezelligheid kent geen tijd? Of je kunt ook met de buurt eendrachtig onder aanvoering van Willy en Max meedoen met NLdoet. Lekker klussen voor het goede doel. We leven in een geïndividualiseerde samenleving, corona nog niet achter de rug of een oorlog van formaat klopt aan. Een beetje cohesie is niet verkeerd, dus ik kon het initiatief van de boer aan de rand van ons dorp, boerinnen trouwens, wel waarderen. Voor in ieder geval de tweede keer maakten zij reclame voor hun koeien die de wei in mochten. De buurt was welkom in hun stal en op de afgesproken tijd mochten de koeien hupsen als dartele kalfjes in de lentezon. Voor het eerst in hun leven. Dat was vandaag.

En er kwamen mensen op af. De hondenbezitters die langs de Veldstraat in Duiven lopen kende ik wel zo’n beetje. Maar ook nieuwe gezichten. Mensen maakten een praatje of onderwezen hun kinderen over hoe het vroeger was, met de koeien in de wei en zo. Ik niet, ik probeerde heel krampachtig een foto te maken met mijn mobieltje van een hossende koe. Dat is niet echt gelukt. Zo zie je maar weer, vroeger was echt alles beter. Koeien poseerden nog gewoon in de lentezon. Volgend jaar maar weer opnieuw proberen.

De wereld draait door……..

Eindelijk mochten we weer, onbekommerd, tenminste dat gevoel had ik. Weliswaar mondkapje bij de hand en QR-code mee, want je weet maar nooit hoe de regels elders precies geïnterpreteerd worden. Een lang weekend gepland met reisgenoot en oud-collega. Uit de vele opties kozen we de Franse Ardennen. Ik mocht het organiseren en dat had ik met de kennis achteraf best aardig gedaan. Maar mochten we wel echt? Op de dag van vertrek stond de wereld in brand. Niet onze vakantiewereld, nog niet, maar wel op ons eigen continent. Als nieuwsjunk met in ieder geval basale historische kennis vlogen er meteen honderdduizend doemscenario’s door mijn hoofd. Zo gek is dat toch niet? Ik zal de details besparen, ze zullen de afgelopen dagen op de conventionele media, maar vooral ook op de sociale media, ruimschoots gepasseerd zijn. Ik weet het niet, want ik was op vakantie. Naar de Franse Ardennen met de opdracht vooral niet te veel met het nieuws bezig te zijn. Ik ken mezelf, je kunt het nieuws volgen, maar in de tijd van informatie, desinformatie en vooral tegenstrijdige informatie kun je met een zweem van Weltschmerzen je kop helemaal gek mindfucken. En zoals ik geleerd heb na twee jaar Corona, de mensheid is in staat om een heleboel onzin te creëren en erger nog, erin te geloven en er naar te handelen. Waarom zou dat nu anders zijn?

Ik weet slechts dat ik met ‘gek’ worden er geen invloed op kan uitoefenen. Ik heb maar een heel klein percentage informatie van wat de hoofdrolspelers weten. Hoe kan ik oordelen, behalve dat er een gevaarlijke situatie is ontstaan en dat er nu al miljoenen mensen daadwerkelijk lijden. En hoeveel er nog bijkomen? En toch ga ik op pad. De wereld, onze wereld draait gewoon door. Er is een strak blauwe lucht, fris maar zonnig, al deze dagen. Af en toe krijgen we flarden nieuws mee ’s Avonds even de high lights doornemen en deze even kort bespreken. Het voelt dubbel, je neemt het nieuws ongewild toch mee in je gemoedstoestand, maar grote delen van de dag ben je gewoon een lang weekend weg. Lunchen in Thorn, het witte stadje. Onderweg door België, waar we nog wel even een paar fikse hagelbuien meekrijgen. Aangekomen in de stad van onze bestemming, Charleville-Mézières, betrekken we een appartement dat ons bevalt. De eerste zon op een terras pakken, een museum bezoeken en op zondag een prachtige wandeling langs de Semoy. Op de terugweg koffiedrinken in Bastogne en wederom een eenvoudige lunch in Steyl, Limburg. Het kan allemaal, het mag allemaal en de wereld draait door en ik kan terug zien op een geslaagd weekend. Tja.

Thorn, het witte stadje, ligt er rustig bij op vrijdagmorgen. Van Carnaval, dat ook gewoon doorging, is nog weinig te merken.

Zaterdagmiddag, terwijl we genieten van de cappuccino op het zonovergoten prachtige plein van de stad, vormt zich een kleine groep mensen. Blauw en geel is zichtbaar en de kleine groep groeit langzaam uit tot zo’n 150 mensen. Wij gaan er bij staan, krijgen een pamflet van de Franse onafhankelijke democratische arbeiderspartij, en blijven erbij staan. Op de achtergrond draait de permanente draaimolen door.

In het Ardennenmuseum, leren we over de geschiedenis van de streek, kunstwerken van lokale kunstenaars uit het verleden, maar ook een afdeling gewijd aan de kunst van het marionettenspel. Wie trekt er aan de touwtjes? Zou de wereld er anders uitzien als dat inderdaad een vrouw zou zijn die de ‘mannetjes’ zou kunnen leiden via wat ‘onzichtbare’ lijntjes.
(kunstwerk van Édouard Louis Henry Lerolle, 1900)
De zon scheen uitbundig in de Franse Ardennen bij de zondagmiddagwandeling in Tournavaux. Waar schijnt de zon nog meer in Europa?
Bastogne, een tank ter nagedachtenis aan de verschrikkingen in de Ardennen, waar één van de meest bloedige veldslagen in West-Europa tijdens de tweede wereldoorlog heeft plaatsgevonden. Het was toeval dat we Bastogne hadden uitgekozen. Of toch niet?
Met een bord patat en twee kroketten eindigden we in Steyl……Een prachtig kloosterdorp aan de Maas. Ik moest denken aan het door mij hoogstgewaardeerde liedje van Ellen Ten Damme, Alles draait!!!

Tijdsverwarring met Faun

Kent u dat begrip, Faun? Nou ik wel, maar dat is ook nog maar een paar weken geleden dat ik geconfronteerd werd met Faun. Faun is een muziekgroep die middeleeuwse volksmuziek maakt met voorchristelijke thema’s. Faun is nog veel meer, maar zoek dat lekker zelf op op wiki. Ik was vooral enthousiast over de muziek omdat het me deed denken aan de serie De Vikings op Netflix. De serie nam je mee naar de periode dat het christendom probeerden de Germanen, Saksen, Vikingen, Hottentotten en wie al niet meer tot zinnen te brengen. Zoals een ieder weet is dat aardig gelukt, maar de voorchristelijke (spirituele) cultuur is natuurlijk nog altijd ook een deel van onze bagage. We vinden dat terug in bijna alle christelijke feestdagen. Ze waren natuurlijk niet gek al die vroeg-evangelie-verspreiders. Ze moeten gedacht hebben, je kan ze niet alles afpakken, die barbaren. Dus om ze te paaien werden allerlei bestaande gebruiken en feesten, gebaseerd om natuurbelevingen, in de christelijke feestdagen geïntegreerd. Reuze interessant natuurlijk, maar daar wil ik het niet over hebben. Maar het begint wel met Faun.

Om de kerstkilo’s een beetje kwijt te raken, besloot ik een wandeling te maken ’s avonds in de directe omgeving. Het was donker en ik woon aan de rand van het dorp. Deels loop ik dus al langs de weilanden. Ik doe dit vaker, want ik heb meer kilo’s te verwerken dan louter de recente kerstkilo’s, maar dit terzijde. Het was donker en rustig, ik zet mijn nieuwe koptelefoon op, voor het eerst met bluetooth. Ik ben op 1 januari 2022 als het ware afgedaald in de 21e eeuw, maar dan wel met Faun om mijn hoofd. In het nieuwe jaar stap ik door de duisternis, overal in de verte kerstbomen die het recente lichtfeest duiden. We merken het nog niet, maar de dagen gaan weer lengen, de zonnewende bij de Steenbokskeerkring heeft plaatsgevonden. Nog drie maanden en de zon passeert de evenaar en weer drie maanden later is het hartje zomer.

Terwijl ik wandel geeft de muziek in de donkere avond een vervreemdend tijdsgevoel, het brengt allerlei fantasieën op hol over arme boeren die in deze omgeving hebben gewoond en geleefd, eeuwen geleden. Zouden die de muziek van Faun herkennen als hun muziek? Een inwoner van het verdronken dorp Leuffen bijvoorbeeld, hier vlakbij. Ik verplaats me dan in een Leuffenaar en een romanfiguur is in mijn hoofd geboren. Met mijn bluetooth op mijn kop waan ik me in de middeleeuwen, midden in de winter. Je reinste tijdsverwarring, maar op dat moment ben ik de eerste de beste anochronistische romanfiguur. Geen ridder, maar een boer ik denk dat dat realistischer is. En dan een boer die na een half uur lopen het zweet op de rug heeft staan. Het is op Nieuwjaarsdag ’s avonds om half tien nota bene 12 graden Celsius. De enige sneeuwpop die ik tegenkwam was een duidelijke neppert. Met Faun is de tijd niet alleen verwarrend maar ook de seizoenen een toonbeeld van verwarring.

Maar toch de beste wensen voor 2022!

Nieuws in de Liemers

Vanaf 10 december jl. hingen de winnende foto’s van de Zilveren Camera 2020 in Zevenaar en wel bij de Turmac Cultuurfabriek. Het nieuws dus in Zevenaar voor het laatst in Nederland dit jaar. We gaan natuurlijk al weer naar 2022, dus een nieuwe serie is al bijna klaar, de Zilveren Camera 2021. De titel is Nieuws in de Liemers, maar het had ook wat mij betreft ook De Liemers in het Nieuws mogen heten. Ik vind namelijk dat de Turmac Cultuurfabriek best wel in het zonnetje gezet mag worden.

Ik kan me zo voorstellen dat er veel politiek geharrewar is geweest om zo ver te komen, maar het resultaat mag er wezen. Afgelopen zomer was ik er voor het eerst in het filmhuis. Ik was aangenaam verrast. Een goede film hier kijken in Zevenaar is een blijvertje voor de komende jaren. Het filmhuis in deze ambiance kan het wat mij betreft tippen aan het nieuwe filmhuis in Arnhem, ook al zo’n moderne beauty trouwens. Maar ook de omgeving van de voormalige sigarettenfabriek knapt per week zienderogen op. Ik denk dat dit een sieraad is voor het aanzien van Zevenaar, maar belangrijker nog voor het culturele plezier van Zevenaar en ver daarbuiten. En ik zal heel eerlijk verklappen dat ik het verdwijnen van het filmhuis in het centrum heel spijtig vond. Ik had te vroeg krokodillentranen geplengd. Hedenmiddag op een koude, grijze zaterdagmiddag vanuit Duiven even een tentoonstelling meegepikt, de winnende foto’s van de Zilveren Camera 2020.

Prinsjesdag, de hoofdrolspelers in het Coranabeleid en ondertussen gaat ook het politieke schouwspel door rondom de formatie. Het was nieuws, het is nieuws en hoe lang blijft het nog nieuws?
De comeback van Edith Piaf in de persoon van Alexandra van Huffelen. (toeslagenaffaire)
De Kuip in mistroostige omstandigheden. Volgende week weer en dan tegen de club uit 020. Zij hoeven de 12e man dus niet te vrezen. Geluk is vaak met hen. Maar het kampioenschap van Feyenoord in 2022 is pas fotowaardig voor Zilveren Camera van dat jaar erop. Dus gewoon even geduld, misschien dan weer in Turmac Cultuurfabriek.

En hoe ga je naar een tentoonstelling over nieuws waarbij Corona dominant aanwezig is een jaar later wanneer corona nog steeds dominant aanwezig is? Zo dus.

Nederland compote-land, een hele vieze appelcompote

Ik denk dat we helemaal uitgepolderd zijn en het woord verbinden kan ik niet meer aanhoren. Weet je wie verbinden, de IC-verpleegkundigen. Ik ben bovendien klaar met de bovenmatige aandacht voor schreeuwende kleine minderheden. Ik weet, het is nieuwswaardig dat een politicus de zieken op de IC allemaal acteurs noemt, maar totaal oninteressant en niet ter zake doende.

Ik ga de schuld niet leggen bij Rutte of De Jonge, hoewel ze het over de hele linie niet zo goed gedaan hebben vind ik. Ze hebben anderhalf jaar politiek gevoerd en geen beleid. Hierdoor zijn beslissingen te laat genomen. Bijvoorbeeld, de voorbereidingen voor de boosterprik lijken erg laat te zijn begonnen. Tussendoor hoor ik triomfantelijk tromgeroffel in toespraken dat we het zo goed doen in vergelijking met het buitenland. Voor eeuwig in mijn geheugen gegrift staat de opmerking vanuit het RIVM in het begin van de coronacrisis dat wij geen Italiaanse toestanden hoeven te verwachten want onze hygiënestandaard is veel beter!?!? Laatst las ik dat de handenwas-cultuur in Nederland binnen Europa ergens onderaan staat. Maar dat is geweest. We zijn anderhalf jaar verder, of eigenlijk ook weer niet verder.

Ik ga niemand de schuld geven van de situatie waarin we zitten. Ook de pers niet. Nieuws of fake-nieuws, echt duiden doet de pers helaas niet, de kijkcijfers zijn leidend en zelfs serieuze journalisten doen mee om een pittige of fatalistische uitspraak te ontlokken van politici of medici. Is eenmaal de scoop in de wereld gegooid, kunnen we daar met zijn allen weer over gaan polariseren. Heel recent viel mij op dat zelfs Sven Kokkelman! wel een heel hijgerig interview had met Ernst Kuipers. (Radio 1 van donderdag 25 november, tussen half 12 en 12 uur!)

Mijn conclusie is dat we geen land zijn van complotten, maar een land van compotes. Iedereen gooit zijn eigen (gemankeerde) gedachtenvruchten in een snelkookpan en verkoopt zijn compote als waarheid en oplossing. De compote van de een wordt gezien als een complot door de ander. En wij eenvoudige burgers? Wij zijn geen haar beter dan de media en de politici. We hebben ons laten verleiden door de bubbels waarin we ingezogen zijn en zijn medeschuldig aan de grenzeloze verdachtmakingen. We kiezen politici en media met mooie woorden. Mijn vader zaliger zei altijd, mooie woorden zijn niet waar en ware woorden zijn niet mooi.

 Ik zei het al, volgens mij zijn we uitgepolderd. Ik ga niet pleiten voor een verplichte vaccinatie, verre van dat. Ook voor mij is de lichamelijke integriteit heilig. Er zijn in deze rechten, maar ook plichten en verantwoordelijkheden. Ik pleit vooral voor gezond verstand. Gezond verstand bij een ieder. De burgers, media en ook dus politici. Ik wil ook dat ‘de boel’ zo snel mogelijk open gaat en dat gaat pijn doen, volgens mij meer dan nodig was geweest, maar dat is nakaarten.

 Mijn bijdrage hiervoor is dat ik me per direct ontsla als een van de 17 miljoen virologen of intensivisten. Ik weet er namelijk geen flikker van af. Maar ik heb wel een gemiddeld gezond verstand. Ik ga dus niet wachten op woorden dat de redding nabij is en me niet laat leiden door valse beloftes die niemand kan waar maken omdat iedereen op zijn eigen koninkrijkje acteert binnen Nederland. Wat me wel duidelijk begint te worden dat de zwijgende meerderheid een beetje moe begint te worden van de schreeuwers. En die zwijgende meerderheid weet net als ik niets van virussen en alles wat er mee te maken heeft. Ze kunnen echter net als ik wel rekenen. Zij weten dus wie relatief de meeste bedden bezetten op de IC’s en hoe de besmetting onnodig sneller gaat.

Maar wie er echt moe beginnen te worden zijn de mensen die werken in de ziekenhuizen. En dat zullen we nog jaren merken, ik weet het zeker, al heb ik er geen verstand van.

When Frida meets Bart, a love story

Voorspel

Een internationaal weekend hadden we in het vooruitzicht in het altijd wereldse Drenthe. Wandelen in de omgeving van Assen, hotelletje in de hoofdstad en natuurlijk de tentoonstelling van Frida Kahlo, een ‘must-see’ voor iedere kunstliefhebber. Ik weet niet of ik me onder die laatste groep mag rekenen? Bovendien van mustsees heb ik al helemaal een broertje dood, maar hier had ik wel zin in. Vijftien jaar geleden wist ik trouwens niet eens wie Frida Kahlo was. Ik leefde nog met het idee dat alleen mannelijke schilders beroemd konden worden, inmiddels weet ik beter en ga er zelfs voor naar Assen. Natuurlijk kende ik wel een aantal schilderijen van de Mexicaanse, maar ik wist toch echt niet wie ze gemaakt had. Zo’n kunstkenner ben ik dus! De coronapandemie maakt dat je een tijd moet kiezen om het Drents museum binnen te komen, maar voor Frida hebben we veel over. Viva la Frida.

De voorstelling

We waren niet de enige die een rendez-vous hadden met Frida. Allemachtig wat was het druk. Ergens langdurig rustig staan, om over zitten maar te zwijgen, was onmogelijk. In een rij werden de museumgangers door een blauwe sluis geloodst als ware dit het Casa Azul in Mexico, het huis van Frida Kahlo. Dit gezegd hebbende, prees ik me wel gelukkig met het soort mensen dat de moeite heeft genomen om naar Assen te komen. Dit behoeft enige uitleg, want naast Corona hebben we nog een andere pandemie in Europa en dat is overgewicht. Het aandeel kleine tengere vrouwtjes was zeer aanzienlijk, veel meer dan je gemiddeld in Nederland tegen komt bij soortgelijke gelegenheden. De Drent schijn groot en wat omvangrijk te zijn, die waren niet in grote getallen gekomen. Veel kleine tengere vrouwtjes zorgen er voor dat de beperkte ruimte minder snel te coronagevoelig werd. Je kon in ieder geval iets gemakkelijker naar de schilderijen kijken, zonder tegen een dik, kaal achterhoofd te moeten staren.

De vraag is natuurlijk, waarom heeft Frida zo’n relatief grote aantrekkingskracht op kleine tengere vrouwtjes? Zouden ze zich identificeren met de kunstenares? Wat zou het zijn, haar schilderijen met de felle kleuren? Haar promiscue leven die tot heimelijk voorbeeld moet dienen. Of vereenzelvigen ze zich met het ongeluk dat Frida trof in het leven? Ik zou het niet weten. Zelfonderzoek leert mij dat er in deze 100+ man, geen klein tenger vrouwtje zit, al had ik graag met een woke opmerking willen schitteren. Wel vind ik zo’n overzicht van werken van Frida met toelichting heel prettig om de kunstwerken beter te duiden. Dit heb ik bij meer schilders (of schilderessen), het verhaal en/of ontwikkeling van de persoon maakt het werk vaak interessanter dan louter de schoonheid van een enkel schilderij. Voor de goede order, ik heb me ook niet geïdentificeerd met de levenspartner van Kahlo, de eveneens beroemde schilder Diego Rivera en vermoedelijk ook 100+, maar dit ter zijde.

De uitdaging om een stukje schrijven zat hem in het romantische gegeven om na de tentoonstelling een frisse wandeling te maken in het zompige Drentse veen en te zoeken naar de overeenkomsten tussen Frida en het land van Bartje. Het noodlot sloeg toe, want het thuisfront meldde coronaverschijnselen dus van de wandeling is het niet meer gekomen helaas. Ik wilde graag mijmeren over de contrasten in kleur tussen Drenthe en Mexico, maar ook over de overeenkomsten met betrekking tot de bruine bonencultuur van beide streken al wenste Bartje er niet voor te bidden. Misschien zou het ook appels met peren vergelijken zijn? Het mocht echter niet zo zijn, we hebben eerder de thuisreis moeten aanvaarden.

Naspel

Als pril stopper met roken, viel het me zwaar dat de sigaret in relatie met het leven van Frida Kahlo zo werd geromantiseerd. Misschien is dat het gene dat voor mij de aantrekkingskracht is van Frida, maar dat mag dus nu niet meer in mijn leven. Maar ik maak dan ook geen mooie schilderijen en dus ik hoef ook geen turbulent leven te leiden om duizenden ‘tengere vrouwtjes’ naar een tentoonstelling te leiden. Ik heb geen alibi voor een sigaret. Wat mij restte is een laatste foto in de hotellobby bij het weggaan. Geen diepzinnige en kunstzinnige mijmeringen, gewoon een platte foto. When Frida meets Bartje. Ook leuk.