Het is koud, de langste nacht staat voor de deur en de kerstdagen met verplichtingen komen eraan. Drukte en narigheid alom voor een lading gezelligheid. Maar eerst nog een weekend om bij te komen van het werk. De vrijdagavond is de avond bij uitstek dat de man des huizes gaat koken, ik dus. In mijn geval is dat op de fiets naar de Appie Happie voor wat drinken, koekies en chips en op de terugweg een vette hap halen bij de cholesterolkeet. Vier frietjes speciaal, twee frikadellen speciaal en twee bamischijven. De telefoon gaat, maar die hoor ik amper want de dikke winterjas absorbeert het geluid. Ik ben te laat. Voordat ik met mijn behandschoende vingers mijn telefoon, volgens mijn nageslacht een ouderwetse koelkast (een Nokia uit 2001), uit de zakken weet op te diepen, rest mij slechts het afluisteren van de boodschap. Mijn vrouw verzoekt me om de nieuwe ‘Linda’ te kopen, kan ze lekker op de bank liggen en een beetje lezen. Begripvol als ik ben, vraag ik aan de beheerder van de friettent om nog even te wachten met de bestelling. Ik moet nog even een boodschap doen. Ten overvloede krijg ik nog een boodschap mee hoe de cover eruit ziet, te weten Linda in bikini. Dit is hard nodig natuurlijk, want de letters Linda zeggen mij natuurlijk niet voldoende en de kans dat ik een oud exemplaar uit de winkel haal is natuurlijk levensgroot. Het vertrouwen van mijn wederhelft om deze specifieke boodschap tot een goed einde te brengen is niet bijster groot, maar haar afhankelijkheid in deze des te meer. Het is immers koud en de behoefte om met een glossy op de bank te gaan liggen is immens.
Bibberig, beladen met anti-Sonja Bakker voedsel en de Linda, krijg ik een warm welkom. De calorieën worden in een recordtempo naar binnen gewerkt, de boel opgeruimd en met de Linda in de hand nestelt wordt de bank bezet door mijn vrouw. Lekker warm, dus laat de koude lange winteravond maar komen.
De coverfoto van Linda is gefotoshopt volgens mijn vrouw. Ze staat er veel dikker op dan ze in werkelijkheid is volgens haar. Eigenlijk vindt ze dat Linda de Mol de wat ronde vrouw er eigenlijk belachelijk mee maakt. Bij nadere beschouwing komt ze er achter dat het hele tijdschrift een grote fakebende is, van onwaarheden, nepinterviews en misleidingen. Dat is ook de opzet van dit nummer van het populaire tijdschrift “Linda”. En dat alles onder het mom van humor. ‘Godverdomme, wat een afzetterij zeg.’ terwijl mijn vrouw het blad naast zich neer smijt. Ik kijk haar verbaasd aan, zeg niets en kijk in het blad. Ik zie het verschil niet met de reguliere nummers van de Linda en zeg dat ook als troost voor mijn vrouw. Dit blijkt niet de juiste troost te zijn, integendeel. Ze heeft het over heuse afzetpraktijken want het blad was ook nog dichtgeseald, zodat vooraf niet een snelle blik geworpen kon worden op de literaire hoogstandjes die er normaliter instaan. ‘Doe niet zo belachelijk, heb ik daar bijna vijf euro voor uitgegeven, staat er alleen maar onzin in en bovendien is die foto op de voorkant een regelrechte aanfluiting voor de vrouw die iets zwaarder is dan al die soepstengels van de Gooise matras!’
Als het over die boeg gegooid wordt, weet ik inmiddels dat zwijgen en begripvol knikken de beste remedie is en dat doe ik dan ook hevig. Ik besef terdege dat haar lange donkere winteravond er een stuk minder prettig uitziet dan ze van te voren had gepland. Mistroostig kijkt ze naar GTST. Ik heb met haar te doen en vraag aan haar of ik voor de gezelligheid mee zal kijken, geheel tegen mij gewoonte in. ‘Nee,’ snauwt ze bijna tegen me. ‘Dan niet, ga ik de krant wel lezen’. Onderwijl mompel ik: ‘Kutwijf………die Linda de Mol.