Verjaren op het Harsloërpad

Eerlijk is eerlijk, het heeft wat triestigs als je er maar lang genoeg bij stil staat. Maar stilstaan is niet het motto op een klompenpad, dus ik liep nummer 94 welgemoed en wel op het Harsloërpad bij Bennekom. Nu loop ik wel vaker alleen en dat is geen probleem, het heeft ook voordelen want je hoeft met niemand rekening te houden of belangrijker, niemand hoeft met mij rekening te houden. Nee, op zaterdag 21 mei was ik jarig. Nu vier ik mij verjaardag niet meer, geen zin aan. We waren wel een goede gewoonte aan het inslijten om die dag met zijn tweeën een weekendje weg te gaan. Hotel, stadje en een wandeling. Vorig jaar was dat Coevorden en Drenthe. Ook dit jaar hebben we plannen, maar scholing van mijn eega maakt dat we pas volgende week weggaan. Terwijl mijn vrouw haar hersenen traint, heb ik aandacht voor mijn kuitspieren, zo blijft ons huwelijk in een aangenaam evenwicht.

Ook mijn kunstzinnige vorming wordt tijdens deze wandeling op de proef gesteld, maar daarbij weet je nooit welk zintuigen geprikkeld worden. Dit weekend werd het Harloërpad opgeleukt door een kunstroute: Kunst aan het Klompenpad. Hierover volgt mogelijk in deze dagen een separaat blogje. Behoudens de kunst is het Harloërpad een alleraardigste wandeling waarbij historie, oude boerderijen en natuur elkaar op een prettige manier afwisselen. Anderhalf jaar geleden maakte ik op het Grift en Graftenpad al kennis met het natuurgebied in wording, de Binnenlandse Hooilanden en vandaag dus opnieuw. Veel vogelaars waren er. Zelfs ik hoorde en zag dat er voldoende te zien en te horen was, maar er is een verschil tussen zien èn zien alsmede tussen horen èn horen. Ik ben dus geen vogelaar. Dat is maar goed ook, want het vereist wel een imposante uitrusting om een beetje netjes voor de dag te komen. Goede fiets, verrekijker, camera met bescherming, stoeltje en kleding in schutkleuren, maar dan doe je wel mee in vogelland.

Zelf houd ik het vooral nog bij de landschapskiekjes en de historische gebouwen en net als de vogelaar die een grutto of stern in hun lens hebben gekregen, ben ik vaak best tevreden met het resultaat. Vandaag kwamen er de kunstobjecten bij. Ik heb zelfs een ketting van een glaskunstenaar gekocht in de kleuren die die mijn partner waardeert bij de vrouwencirkels die ze leidt. Ik heb het nog niet gegeven, maar ze mag het komen halen als ze dit stukje leest.

Volgende week dus wel mijn verjaardag ‘vieren’ met zijn tweeën. Ook dan staan wandelen en kunst centraal. Twee klompenpaden in het Gooi en het Singer Laren museum. In tijden van Poetin en klimaatproblemen moeten we de klompenpaden op grotere afstand maar combineren met wat andere bezigheden. Maar dat is volgende week.

(voor meer foto’s nu, zie ook Instagram account titiissprakeloos)

Associating Pressure 4: Eerste vergangelijkheidsdag

Onder druk van drie actuele steekwoorden associeer ik er op los en verwacht van mezelf binnen een uur een verhaaltje van maximaal 500 woorden.

21 mei 2013 zijn de woorden: feestvarken, verjaren, vergankelijkheid

Ik heb wel wat met varkens en dan niet alleen op mijn bord. Sinds ik kennis heb gemaakt met Mephisto in de film the Unbearable Lightness of Being ben ik niet alleen een beetje verliefd op Juliette Binoche, maar ook het varkentje Mephisto heeft een plekje in mijn hart veroverd. Als ik later groot ben, veel geld heb en een mooi buitenhuis, ga ik een huisvarkentje aanschaffen. Natuurlijk zal hij Mephisto heten en misschien krijgt hij ook nog een vriendinnnetje. Maar ik heb niet veel geld, geen buitenhuis en ik ben al zeker niet groot, al heb ik de proporties van een stevig varkentje.

Wat minder heb ik met feestvarkens, zeker als ik het zelf ben. Toen mijn kinderen nog klein waren, liet ik me nog welgevallen dat er eens per jaar een dag is om te verjaren. Nu niet meer. Het metier van feestvarken is me niet op het lijf geschreven. Ik herinner me nog wel het voorleesboekje ‘Het Feestvarken’. Vaak heb ik het voorgelezen. De kinderen vonden het prachtig.

Het Feestvarken verheugde zich zijn verjaardag te vieren met al zijn vriendjes. Moeder Varken had ruim inkopen gedaan en het feest kon niet mislukken. Eten en drinken was in ruime mate aanwezig, maar ze was nog één ding vergeten te kopen. En toen sloeg het noodlot toe. Er werd aangebeld door hongerige en noodruftige dieren. Ons Feestvarkentje had medelijden en gaf weg wat moeder voor zijn feestje had gekocht. Uiteindelijk was er niets meer over toen Moeder Varken terugkwam. Het Feestvarken huilde tranen met tuiten en was ontroostbaar. Maar toen de gasten zich aandienden, bleken ze allemaal spijsen en dranken bij zich te hebben voor het gulle Feestvarken. Er kwam een feest zoals nog nooit is geweest. Er werd gezongen en gedanst onder het genot van taart, hapjes en drankjes.

Hoewel de kinderen genoten, had ik ernstige moeite om me met de hoofdpersoon te identificeren. Het zijn van een feestvarken, het zal wel. Ik doe het niet meer. Ik vind er niets aan om te vieren dat je weer een jaar ouder bent. Dat ouder worden is nog niet zo’n ramp, maar om daar pontificaal bij stil te staan, terug te blikken of vooruit te kijken als Feestvarken? Dat relativeren en over de vergangeklijkheid van het leven te broeden zit toch al wel in mijn persoonlijkheid. Dat opgeteld bij de leeftijdsfase waarin ik verkeer, kan gesteld worden dat het geen feestdag is. Ik stel dus dat het vandaag niet mijn 47e verjaardag is, maar mijn eerste vergankelijkheidsdag en dat is geen reden om te vieren. Ook niet om te somberen hoor, maar gewoon door te gaan met het leven vol muizenissen en gedachtenspinsels die op een dag als vandaag niet anders zijn dan anders.

Misschien zoek ik nog wel even een bijpassende film die ik vanaf vandaag iedere vergangelijkheidsdag ga zien. Het zal u niet verbazen dat er een mooie vrouw in voorkomt en een lief varkentje. Ook de rest van de film past uitstekend bij mijn vergankelijkheisdsdag. Ieder jaar op 21 mei 2013 ga ik naar The Unbearable Lightness of Being kijken. Dat lijk me een prima traditie.

Hoe de vergankelijkheid ooit begon: 21 mei 1966