Begrip, van de dag (25) Lelijke gebouwen

 

LELIJKE GEBOUWEN

Dat het niet eerder bedacht is, de verkiezing van het lelijkste gebouw van Nederland. Gisteren hoorde ik op de radio dat twee weken geleden Martjan Kuit van Cobouw zich dat hardop afvroeg. Gisteren lanceerde hij naar aanleiding van alle reacties de shortlist waarop mensen kunnen stemmen. Ik vind het nogal meevallen, die lelijke gebouwen. Sterker nog, naar mijn bescheiden mening is veel nieuwbouw best aardig. Aan de andere kant kan ik me voorstellen dat sommige gebouwen sterke tegengestelde reacties kunnen opleveren.

Eigenlijk best raar, voor toonaangevende gebouwen is maar een klein select groepje mensen verantwoordelijk voor de keuze. Hoe kijken zij naar schoonheid, functionaliteit en naar de beschikbaarheid van gelden, of natuurlijk de beste betalende aannemer die de meeste pepernoten heeft neergelegd? Maar de hele gemeenschap in dorp of stad moet er naar kijken en er van genieten, of verafschuwen natuurlijk. Vroeger was dat natuurlijk niet anders, want er zullen vast geen stemmingen zijn gehouden voor de Dom van Utrecht of andere kathedrale gebouwen. We moeten het ermee doen, of anders bestormen.

Een kort intern onderzoek levert me al snel een persoonlijke keuze voor het absoluut lelijkste gebouw van Nederland. Hij mag niet meedingen naar de prijs omdat het van voor 2010 is. Maar met stip vind ik het Valkhof Museum in Nijmegen het lelijkste gebouw van Nederland. Dit is om meerdere redenen. De wazige blokkendoos als gebouw is al nietszeggend en spuuglelijk, maar is bovendien een verkrachting van de historische omgeving. Om het lelijke gebouw te accentueren hebben ze een winderig plein gemaakt van Kelfkensbos zodat de lelijkheid extra aandacht krijgt. Eeuwig jammer voor misschien wel de leukste stad van Nederland.

48. DUBAI AAN DE WAAL uit de serie de kabbelende 100

Ik moest maar weer eens polshoogte gaan nemen in Nijmegen dacht ik afgelopen zondag. Over de oude brug rijdend zie ik al jaren lang allerlei activiteiten rondom weg, brug en water. Afgelopen juni heb ik voor het eerst aan de Lentse kant van de Waal gelopen. Veelbelovend, maar nog lang niet af. Aangemoedigd door een artikel in de Trouw over de overloopgebieden die dit jaar klaar moeten zijn o.a. in Nijmegen, ging ik met vrouw en hond richting misschien wel de leukste stad van Nederland. En wederom een verrassing en al weer een heel stuk anders dan een kleine drie maanden geleden. De contouren zijn duidelijk, maar de invulling moet nog komen. Maar wat een potentieel is Nijmegen daar aan het bouwen voor recreatie en toerisme, geweldig. O ja, ook de ruimte voor de rivier zal ongetwijfeld meegenomen zijn in de enorme bouwplannen.

20150913_131140
Als jongetje kun je alleen maar dromen van zulke hoeveelheden zand. Had ik maar een beroep geleerd dan zou ik misschien met mijn keepvrachtwagen de dagen heel anders hebben ingevuld. Ik heb andere keuzes gemaakt in het leven en ook als ik onverwijld mezelf moet omscholen dan zal niemand brood zien een penopauzer om te scholen tot een heuse zandgigant. Ik zou wel willen werken in Havanna aan de Waal. Hoewel Havanna? Ik denk dat de meeste rode gloed echt wel is verdwenen in Nijmegen en als het nu niet is, dan toch minstens bij de volgende verkiezingen. Ik mag dan geen keepwagenchauffeur zijn geworden, als politicoloog heb ik er wel kijk op vind ik zelf. En ook een niet-politicoloog moet wel stekeblind zijn om voor de nabije toekomst nog toekomst te zien voor de linkse politiek in Nederland, Nijmegen niet uitgezonderd. En kijkend naar de actualiteit rondom Europa, Rusland en natuurlijk de vluchtelingen maakt dat de gemiddelde mens niet linkser in het stemhokje. Met de mond zal er nog wel een humaan welkomsbeleid worden gepredikt, maar mind my words Havanna aan de Waal komt voorlopig niet meer terug. Vluchtelingen die letterlijk de Oversteek hebben gemaakt willen we toch niet in de achtertuin.

Misschien kan Nijmegen een positieve oase creëren in Dubai aan de Waal met ruimte voor vluchtelingen.

35. PRIMARK-BELEVING uit de serie kabbelende 100

Het was opvallend rustig in de stad. Het was nog vroeg, maar rond half elf had ik het toch drukker verwacht in een van de leukste steden van Nederland. Ik was er wel blij mee, want er moesten boodschappen gehaald worden. Mijn humeur is dan breekbaar en als het druk is, krijg ik schopneigingen. Dus Nijmegen, here I come, maar wel lekker relaxt. Bij De Waag zaten er nog weinig mensen op het terras en bij de HEMA was ik meteen aan de beurt bij de kassa. Ondanks het mooie weer en de vakantieperiode had men blijkbaar nog geen zin in de stad. Richting Plein 1944 bleef het rustig. Ik zag grote, voor mij nieuwe gebouwen, verschijnen. Al een tijdje niet echt in de stad geweest. Tot mijn positieve verwondering was het Plein na zoveel jaar echt opgeknapt. Er zullen mensen zijn die het minder vinden, maar ik denk WAUW.

20140731_104812_Android

,,Zullen we even naar de Primark gaan” opperde mijn wederhelft. Mijn gezicht zal boekdelen hebben gesproken, maar ik zei zo cynisch mogelijk: Joepie! Ik was er nog nooit geweest, maar ik weet uit verhalen dat de ene helft van de mensheid helemaal losgaat bij het horen van het woord Priemark of is het toch Praimark? Het kan me niet schelen. Mijn jongste zoon had enige weken ervoor in Berlijn zijn vuurdoop gehad en het was hem niet bevallen. En hij is een geëmancipeerde jongeling die bovengemiddeld tijd besteedt aan het uitkiezen van de juiste kleding. Maar dit fenomeen van vechtende oestrogenen en progesteron heeft hem een dubieuze kijk op de mensheid gegeven. Ik had het hem kunnen vertellen, maar wie luistert er naar een brommende penopauzer? Hij heeft nu vooral principiële bezwaren, want hij twijfelt of de goedkope textielverdwazing niet op het conto komt van veel kinderhandjes. Ik weet het niet.
Goed om een oordeel te vellen moet je er toch een keer zijn geweest. Het pand is veelbelovend en bovendien op een echte A-locatie. Ik slik een keer en loop naar binnen. ,, O, hier zitten dus al die mensen op dit tijdstip van de dag!” Mijn zoon verzekert me dat het qua drukte niets voorstelt. Goed, je kunt niet over de hoofden lopen, maar de helft van het winkelende publiek is die ochtend toch geconcentreerd in ‘the hell for men’. Ik trek me terug en geniet van het lege plein. Tip, als je je vrouw kwijt bent in de stad, weet je waar je moet zoeken, mocht dat je intentie tenminste zijn.

20140731_104457_Android

15. HOEKIE OM uit de serie de kabbelende 100

Rotterdam
Schiedam
Vlaardingen
Maassluis

hoekie om
trappie af

gekkenhuis

Misschien wel het meest bekende gedicht van Jules Deelder. Dat zegt natuurlijk meer over mijn verhouding tot de hogere kunsten van het dichten dan over Rotterdamse Jules Deelder. Maar dit is het niveau dat ik aankan, zonder op mijn tenen te hoeven staan. Ik moest eraan denken toen ik vanmiddag beroepshalve door Arnhem liep. Het doel was niet het gekkenhuis, maar de rechtbank. Het is aan uw oordeelsvermogen om uit te zoeken of de verschillen wezenlijk zijn. Kuierend door de winkelstraten was ik in gedachten bij de komende zitting. Ik kwam het hoekie om en had zicht op de Eusebiuskerk midden in het centrum van de stad. Nog nooit had ik de ingepakte kerk vanuit dit gezichtspunt gezien. Eigenlijk best wel mooi, hoewel de wereldvermaarde Bulgaarse kunstenaar Christo het vast beter zou hebben gedaan. Mijn gedachten bleven steken bij het inpakken.

2014-01-06 13.27.42

Mijn associatie bij ingepakte kerk liep naar Paus Fransiscus. Hoewel bij mijn weten de Eusebiuskerk geen katholieke kerk meer is, denk ik in deze dagen bij de kerk aan de grote baas in Rome. Het feit dat de kerk ingepakt is, heeft te maken met de langdurige restauratie van mogleijk meer dan 20 jaar. Hoewel de kerk na de oorlogsschade is hersteld, moet met name de toren opnieuw onderhanden genomen worden. Veel vroeger is de kerk ook verwoest, maar dat zullen wij onze hervormende medelanders niet meer kwalijk nemen. Een geste die mijns inziens geheel in de lijn ligt van de Paus. De Paus die katholieken over de hele wereld lijkt in te pakken. En zie daar de associatie.

Of zal de mores de Roomse Katholieke Kerk de Paus uiteindelijk gaan inpakken? Ik hoop het niet, want ik van Fransiscus best wel goed in inpakken. Wat gebeurt er eigenlijk als alles is ingepakt door de Paus. Dan moet het op zeker moment ook weer uitgepakt worden. De vraag is dan hoe het eruit zal zien. Dat blijft voorlopig een verrassing. Net zoals het een geduldig wachten is voor het aanzien van de Gelderse hoofdstad, als de Eusebiuskerk kan worden uitgepakt. Ik kijk naar boven en bedenk dat ik bij een volgende wandeling weer eens in de toren moet stijgen, want er is een fijne lift beschikbaar. Je hebt er een prachtig uitzicht over Arnhem en omstreken. En niet onbelangrijk, bij helder weer is de mooiste Gelderse stad ook te zien.

5. ARNHEMSE LUCHTEN uit de serie de kabbelende 100

En dan kom je uit je werk, de afstand naar het station is niet voldoende om mijn werkbalast van die dag van me af te gooien. Waarom bestaat er eigenlijk niet een cooling down voor werksituaties en dan in de baas zijn tijd natuurlijk. De cooling down van ’s avonds languit op de bank liggen is natuurlijk gesneden koek. Maar echt in mezelf gekeerd ben ik echter ook weer niet niet, blijkt uit de opmerkzaamheid mijn omgeving waar te nemen. De hele dag had het gestormd, al mochten we in het oosten des lands amper meepraten vergeleken met de windsnelheden langs de kust. Toch leverde het een pracht van een foto op. Tenminste ik was zelf lyrisch over de ondergaande zon in de razende wolkpartijen waarbij de aanstormende donkere woestenij nog even wordt tegengehouden door het laatste zonlicht van de dag. De herfst dient zich definitief aan, de zomer heeft uiteindelijk verloren.

wind en zon

De lucht doet me vooral denken aan het gedicht van Liselore Gerritsen dat wij passend vonden toen onze oudste zoon werd geboren. We plaatsten enkele regels ervan op het geboortekaartje.

oktoberkind oktoberkind

opdat je niet vergeet

de allerlaatste zoete braam

is de eerste die jij eet

een laatste warme zonnestraal

verwarmd jou eerste dag

en een laatste zwaluw die vertrekt

is de eerste die jij zag

dat is waarom een oktoberkind

niet geloofd in laatste dingen

’t zal een herfstdag als een lentedag bezingen

De aanstormende herfst maakt mij op zijn zacht gezegd melancholisch, waarbij de seizoensgebonden dip altijd op de loer ligt. Ik ben dan ook geboren in mei, dat verklaard voldoende. Maar met de schoonheid van dit natuurgeweld en met de herinnering aan het optimisme van het oktoberkind, zal ik me er wel door heen slaan, de aankomende donkere maanden. Want als zelfs de lucht boven Arnhem zo mooi kan kleuren, dan moet het wel goed komen. De foto is gemaakt op het mooiste plekje van Arnhem zoals insiders zullen herkennen, aan de Sonsbeekzijde van het station. Hier vertrekt de trein naar Nijmegen, beter is er niet in de Gelderse hoofdstad. Ik mijmer in stilte hoe mooi de lucht op dat moment zou zijn met zicht op de Waal en Sint Stevenstoren. De kwestie is derhalve: Arnhemse luchten of het Arnhemse niet luchten. Dan komt de forens in mij naar boven, ik wandel naar het perron, want Arnhemse luchten of niet, de trein vertrekt ook zonder mij.

Eerder verschenen:

1. KNIPBEURT

2. PEURNO AAN DE MUUR

3. HET BRILLENPERSPECTIEF

4. CANDY CRUSH CALVINISME

Mijn ‘Occupy’ in Nijmegen vanuit de luie stoel

_______________________________________________________________

Het moest er toch maar eens van komen, een livebezoek aan de Occupybeweging. Voor mij de meest logische locatie is Nijmegen. Zaterdag 29 oktober 2011 was het zover.

 Altijd bevrijdende uitzicht vanuit het Valkhof richting Lent en de Ooypolder

___________________________________________________________________

Occupy in de VS

Wat heb ik met de occupybeweging? Aanvankelijk helemaal niets. Terwijl in New York het aantal demonstranten toenam, de stemming af en toe grimmig was, hoorden we in Europa hoegenaamd niets. Misschien dachten we nog ‘Eigen Schuld, Dikke Bult’ en ‘Het is toch maar aan de andere kant van de oceaan’. Want zo zijn mensen natuurlijk als de problemen in ‘Verwegistan’ zijn. We wisten natuurlijk wel beter, maar we voelden het nog niet. Het is me wat in de Verenigde Staten, daar waar het kapitalisme het vuige gezicht nog nadrukkelijker laat zien dan in veel Europese landen, waar het vangnet ondanks Obama, vaak tot op de grond komt, dus weinig soelaas biedt. Waar mensen soms drie banen hebben en nog geen fatsoenlijk inkomen. Kortom de witte middenklasse begon er echt last van te krijgen. Ik kan voldoende redenen bedenken om boos te zijn op de kapitalistische samenhang, de risico’s voor de gewone man en het gevaar op desintegratie van de samenleving als geheel. Dus de occupybeweging ontstond. De onvrede in de VS was als langer groot, met name door de enorme schade die Bush en zijn kornuiten heeft achtergelaten in de VS en de hele wereld natuurlijk. Maar het is ieder voor zich en God voor ons allen. Goed we stuurden wat soldaten om met de “Yanks” mee te vechten, zo geglobaliseert dachten we ook nog wel. Maar de crisis, was in eerste instantie een Amerikaanse crisis.

_________________________________________________________________

In Nijmegen verwacht ik natuurlijk geen New York en ook geen Amsterdam, maar Havanna aan de Waal zou toch zeker zijn aandeel hebben, Nijmegen kennende. Zelf heb ik er van 1984 tot 1999 gewoond, dus van die tijd ken ik de actiebereidheid van Nijmeegse studenten en andere actievoerders.

_________________________________________________________________

Europa ook in de bezettingsmood?

Heel langzaam gingen ook onze ogen open, want Europa bleek niet de financiële vesting die men dacht gebouwd te hebben. De fundamenten deugden niet, gevaar van instorting dreigde. Politici spreken grote woorden, economen buitelen over elkaar en Europa wordt geconfronteerd met de grote wereld, waarbij nieuwe economische grootmachten als China, India en Brazilië zich laten gelden. Hele serieuze concurrenten, terwijl we moeten constateren dat onze eigen winkel niet meer deugd. Populisten hebben hun wapens gevonden, naast de vreemdeling (lees Islam) is ook Europa de gebeten hond. Terecht? Ik weet het niet.

(persoonlijk intermezzo: Eigenlijk ben ik wel een voorstander van een verenigd Europa al stemde ik in 2005 tegen de Europese grondwet, tot groot ongenoegen van de ‘gevestigde politieke orde’. Voor mij was het vooral een stem tegen het ondemocratische gehalte van Europa zoals het voorgesteld werd en vooral ook tegen een Europa van alleen de grote bedrijven en minder voor de gewone Europeaan. De laatste tien jaar heb ik echt wel het gevoel dat Europa in principe een echte entiteit aan het worden is. Nu weten we dat het gestoeld is op onjuiste feiten en economische waarden, Griekenland was corrupt, dat wisten we, maar dat het ons zou bedreigen, had ik niet kunnen bevroeden. Zelf heb ik bijvoorbeeld Bulgarije en Roemenië bij de EU twijfelachtig gevonden, Turkije vond ik in veel opzichter logischer, in ieder geval slimmer in stategisch opzicht. Ik heb dan ook geen last van xenofobe gevoelens jegens moslims, al heb ik ook weinig sympathie voor fundamentalistische ideeën)

________________________________________________________________

 Leuzen bij de ingang van de Occupy beweging waarbij ik die over het privatiseren van de winst en het nationaliseren van de risico’s wel kan ondersteunen, dat wil zeggen dat de gewone burger vooral geconfronteerd wordt (gaat worden) met de negatieve gevolgen. Zelf valt me de de bijbelverwijzingen nu pas op, die ga ik nog opzoeken.

________________________________________________________________

Voor mij als gewoon burger, laten we zeggen Europeaan, begrijp ik het economische aspect van de huidige crisis echt niet. Goed, zoals gebruikelijk spelen grote ego’s en eigenbelang een enorme rol, dus daar zal de Europese economische, politieke en dus ook culturele crisis wel om gaan. De oplossing zal echter niet in dit blog te vinden zijn. De onvrede die ik op tal van vlakken heb deel ik met velen. De inkleuring van mijn onvrede is natuurlijk individueel, maar ik denk dat onvrede en onbehagen wel de kernwoorden zijn bij veel mensen. In Nederland gaat het relatief goed, maar toch heeft zich een populistische partij zich in het centrum van de macht zich gevestigd. Rechtse partijen zoals CDA en VVD schurken zich uit lijfsbehoud tegen de desintegrerende werking van de PVV aan. De onvrede bij mij groeit en daarmee sympathie voor de occupybeweging. Zie hier, een persoonlijk argument om te sympathiseren met de Nederlandse Occupybeweging. Maar ik niet meteen antikapitalistisch, integendeel, ik ben vooral tegen de uitwassen van het kapitalisme.

(persoonlijke intermezzo: Wie zei dat ook al weer in zijn milde tijd? ‘Ik ben niet tegen de Islam, ik ben tegen de uitwassen van de Islam.’ Nou, wie was dat? Juist Geert Wilders. Het kan verkeren, om eens een goede oude literaire meester van stal te halen. Van zijn afkeer tegen de uitwassen is het zover gekomen dat hij de Islam het liefst met wortel en al wil uitroeien, te beginnen in Nederland.)

Ik ben dus tegen de uitwassen van het kapitalisme, niet tegen het kapitalisme an sich, al lijkt het soms op een grote uitwas uit te draaien, dat hele Europa. Economische zwarte scenario’s worden ons voorgespiegeld, maar de meeste Nederlanders voelen het nog niet in hun beurs, al is de tweedeling toch al een tijdje gaande. Zolang de meerderheid denkt dat de storm overwaaid, of in ieder geval hun eigen huis voorbij gaat, is het gevoel van onvrede nog niet heel manifest. Goed we hebben Geert Wilders en zijn ongepolijste politieke troepen en nu dus ook de Occupybeweging in Nederland. En dan verbaast het me altijd weer dat de strak antikapitalistische sentimenten weer uit alle krochten komen.

________________________________________________________________

Ik weet niet of de occupybeweging een lang leven is beschoren en mogelijk onder de voet wordt gelopen door antisentimenten of gewoon omdat de tijd in Nederland er nog niet rijp voor is. De toekomst zal leren of de Occupydemonstranten met een gelijke nostalgie zullen praten over hun acties zoals de hippe vogels dat deden (en doen) ten aanzien van bijvoorbeeld de Maagdenhuisbezetting)

__________________________________________________________________

(Persoonlijk intermezzo: Ik ben niet tegen communisten, ik ben niet tegen grote joints, ik ben niet tegen dreadlocks met honden, ik ben niet tegen een overvloed aan tatoes, ik ben ook niet tegen krakers of zwervers met europils. Maar ik ben dit alles niet, als achttienjarige al niet, maar nu met mijn 45 jaar zeker niet. Ik kan me echter zo goed inleven in het gedachtengoed van individuele wereldverbeteraars, maar als groep heb ik me er nooit thuis gevoeld. AXIE, AKTIE, ACTIE ik voel me er ongemakkelijk bij, en toch is het goed dat ze er zijn, al zullen ze in deze vorm nooit grote groepen andere ontevreden meekrijgen. Toch is de discussie die de occupybeweging met zich meebrengt van belang voor dit moment. Of de beweging een lang leven is beschoren, waag ik te betwijfelen. Ook in een crisis is het ‘ieder voor zich en God voor ons allen’ helaas een oerdrift die juist nu bij veel mensen naar boven zal komen. ‘Houd ik mijn baan, kan ik de rekening betalen, kunnen mijn kinderen studeren’ etc. zijn de vragen die mensen bezig houden de komende jaren.)

Occupy vanuit de luie stoel

Ik ben dus typisch zo’n ‘occupyer vanuit de luie stoel’, maar wel een zonder oordeel over welke motieven de kampeerders in welke stad in Nederland ook mogen hebben. Een veel gehoorde klacht is van tegenstanders dat ze maar eens moeten gaan werken voor hun geld. Misschien wel, maar dan kun je niet ‘occupyen’ en geen boodschap uitdragen, een boodschap die in Nederland hard nodig is. Bovendien is dat een sentiment dat de ‘hippe vogels’ uit de jaren zeventig al hoorden en je weet hoe die generatie is terecht gekomen, allemaal in het centrum van de macht al gaan ze nu langzaam maar zeker met pensioen. Ook begrijp ik heel goed dat wanneer je tegen het huidige systeem bent, een arbeidsbijdrage ook wel heel moeilijk kan zijn, je draagt dan bij aan het systeem dat je het liefst wil afbreken. Mijn sympathie hebben ze in beginsel, maar ik zal mijn tent zeker niet opzoeken.

Meer occupy in Nijmegen die dag

Nabij het occupy gebeuren in Nijmegen op op het Valkhof (of in het Valkhofpark zo u wilt) werd er meer bezet. Een bank, niet zomaar een bank, een gemeentelijk bankje oftewel straatmeubilair. Vermaledijde hangjongeren met ‘hakkitakkimuziek’ zaten daar uiterst vredig te chillen met elkaar.

Ook altijd een bezettingssfeer heeft de zaterdagmiddag met mooi weer, met name vrouwen met soms chagrijnige mannen nemen bezit van winkelstraten en kopen zich suf. Het heeft weinig te maken met sentimenten tegen het systeem, integendeel.

 

Broerstraat in Nijmegen

 

Molenstraat in Nijmegen

 

 

 

 

 

Marikenstraat in Nijmegen

 

 

 

 

 

 Een daaiorgeldraaier bezet de winkelstraat om zo de inkomsten van zijn bedrijfje te vergroten

 

Het het symbool van bezetting in Nijmegen, Plein 1944. Sinds jaar en dag het ‘kale’ winderige hart van Nijmegen ter nagedachtenis aan de oorlogsjaren gedurende de Duitse bezetting en dan meer specifiek de fatale bombardementen van de geallieerden op Nijmegen in 1944.

Momenteel bezet door bouwactiviteiten al dan niet door speculanten aangedreven (?). Ik weet het niet, want voor de toevallige passant is het niet heel duidelijk wat de bouwputten gaan opleveren. 

Uit de kast met mijn eigen ultieme flapdrolmoment

Ik miste iets in mijn leven. Een kleine onmiskenbare leegte van ontbrekende zelfkennis moest gevuld worden. Maar ineens was daar Bastiaan Ragas, ja die van Tooske (in huiselijke kring goedmoedig ‘Tooske ’t Dooske genoemd). In de Volkskrant benoemde hij de rol van de man bij de bevalling ‘HET ULTIEME FLAPDROLMOMENT.’

Dat is het dus, dat ondefinieerbare dat ik zo’n 17 jaar geleden voor het eerst ervaren heb. Een ultiem flapdrolmoment, de komst van mijn eerst geborene. En ga ik er gemakshalve vanuit dat het echt mijn zoon is, want 10%, volgens de statistieken, heeft ook een flapdrolmoment zonder dat zijn eigen kind geboren wordt. Dat lijk me pas echt erg.

Overigens is hetgeen Ragas in het interview zegt waar. De zwangerschap is voor niemand leuk en felicitaties naïef (van kinderloze mensen) of vals van hen die weten waarover ze praten. Reproduceren zit ons blijkbaar in de genen, want welk weldenkend hedonistisch mens kiest nu daadwerkelijk heel bewust voor kinderen? Je hebt er toch geen weet van en bovendien moet je als man een flapdrolmoment doorstaan.

Onwillekeurig ga ik terug naar mijn eigen ultieme flapdrolmoment. Die voorafgaande periode was zeker geen hoogtepunt in mijn leven. Naast hormonale stemmingsnarigheid (zij) en existentiële vragen (ik), kan ik me geen enkel echtelijk gesprek herinneren waarin twijfel, angst of anderszins vragen over onze lippen kwamen. Het moet er toch zeker geweest zijn, in ieder geval bij mij.

Na een avonddienst kwam ik thuis, dronk een biertje en als verstandige aanstaande ouders gingen we op tijd naar bed. (01.00)Het is wel wat onrustig‘ kreeg ik te horen. Een half uur later kon ik de verloskundige bellen, die natuurlijk niet kwam. Ze had de hele zwangerschap al zitten zeiken dat iedere kilo te veel er na de zwangerschap ook weer af moest. Als man van de zwangere wist ik dat natuurlijk ook wel, maar zoiets blijf je toch niet herhalen tegen een zwangere vrouw? Goed om 01.30 wenste mevrouw niet te komen. We moesten de weeën bijhouden. Dat deed ik, op afstand, want mijn directe nabijheid was niet gewenst. Verder deed ik dan maar de afwas en provisorisch probeerde ik een vluchtkoffertje te maken. Dat stond in de voorschriften van de kruisvereniging. Het was nog niet gebeurd want het zou nog drie weken duren. 02.45 weer bellen, maar mevrouw de verloskundige kwam nog niet. 03.10 andermaal bellen en ‘mevrouwtje’ zou komen om ‘haar’ even gerust te stellen.03.35, de bel, ze kwam binnen zonder koffer en een bozig gezicht, ik wees haar de slaapkamer.03.36 kreeg ik een autosleutel in de hand en uitleg waar haar auto stond in de binnenstad van Nijmegen, want volledige ontsluiting. 03.45 was mevrouw voorzien van haar spullen. 03.46 kreeg ik de opdracht om kraamhulp en haar vervoer via zwager te regelen. Dat moest toen nog. Daar had mevrouw geen tijd meer voor. 04.00 kwam een ultieme krijs vanuit de slaapkamer van mijn vrouw, ze was bang dat ik het moment zou missen. En terecht, want twee minuten later, een gezonde zoon.

Mijn ultieme flapdrolmoment beleefde ik dus zo, maar niet alleen want ook de verloskundige stond erbij en keek ernaar. Mijn tweede flapdrolmoment ging in serene rust voor zover mogelijk is en uiteraard met een andere verloskundige.

 

Wandelen rond de hoogmis. St. Stevenskerk te NIJMEGEN

Toen nog 15 kilo minder Sprakeloos met mevrouw Sprakeloos in 1993. Moenen deerde ons niet, en nog niet trouwens.

Lang heb ik getwijfeld, zal ik de trein nemen of toch maar de auto. Het verschil is één heel uur extra slapen. Ik heb gekozen voor de gemakzuchtige oplossing, boven de kunstzinnige optie. Want graag had ik onderstaande fragment zelf willen beleven en beschrijven:

Toen leunde ze haar bovenlijf uit ’t raampje en keek naar Nijmegen, dat daar lag op de heuvels aan de rivier, zoo on-Hollandsch, zwak romantisch, huizen boven huizen en boomen boven boomen, en zong tegen den wind en ’t gerammel van den trein over de brug.

 

Foto vanaf Lent genomen

 Het stukje tekst van Nescio hangt bij ons in de gang, naast een foto van mijn partner en mij, elkaar innig kussend in jeugdige overmoed, onder het toeziend oog van het standbeeld van Moenen, bij de Sint Stevenskerk. Bovendien moet ik het eigenlijk ook niet willen, zo’n mooie tekst over misschien wel Nederlands mooiste stad te willen beroeren. Die tekst staat gewoon als een Nijmeegs huis aan de Waal, afblijven dus.

Ik stap dus in de auto om mijn wandeling rond de Hoogmis vandaag in Nijmegen te beleven. Voor mij de stad waar ik formeel de jaren des onderscheid heb mogen meemaken, mijn vrouw heb leren kennen en mijn zoons zijn er geboren. Van 1984 tot 1999 heb ik er met ontzettend veel plezier gestudeerd en geleefd. Het woord formeel hanteer ik gemakshalve maar omdat ik altijd nog de stille hoop heb dat er nog veel meer (kennis en levenservaring) te onderscheiden is dan alleen het statische punt van volwassen worden, zo rond je 22e.

De auto parkeer ik in buurt van de Hertogstraat om via het Koningsplein en Plein 44 het gevoel van de wandeling te creëren. Ik heb nog wel even de tijd, want de klokken van de Stevenskerk zijn gaan luiden op het moment dat ik de auto uitstap. Bij de parkeerplaats van Mariënburg is een kleine groep daklozen bijeen, om op hun manier de zondagochtend te starten. Buiten de keuvelende mannen en vrouwen bij de parkeergarage, is er nog weinig leven in de stad.

Nog een een klein stukje Stevenstoren vanaf De Waag, met Mariken op de voorgrond.

 De Sint Stevenskerk (of Grote Kerk)

 De warme plek die Nijmegen in mijn hart heeft, deel ik dus met Nescio en, naar ik met zekerheid weet, met vele anderen. Een bezoek aan de Stevenskerk is dan ook niet meer dan logisch voor mij. Echter laat ik in al die jaren dat ik in Nijmegen heb gewoond, niet geweten hebben dat het geen katholieke kerk is, of beter gezegd niet meer is. In 1591 is de katholieke kerk overgegaan in Hervormde handen, hoewel er nog een jaar is geweest dat de katholieken de kerk nog hebben teruggepikt. De in 1273 door Albertus Magnus gewijde kerk heeft tijdens de bombardementen in 1944 veel te lijden gehad. In 1969 is de Sint Stevenskerk in de oude luister hersteld en doet naast allerlei culturele bijeenkomsten, dienst ten behoeve van kerkvieringen verzorgd door het Oecumenisch City Pastoraat. Vandaag op 11 april is er een tienerdienst georganiseerd.

 

Sint Stevenskerk van binnen

De tienerdienst

Bij binnenkomst van de enorme kerk, krijg ik het misblaadje in handen gedrukt en een ieder wordt vriendelijk verzocht om naar een zijkapel te gaan waar de viering zal plaatsvinden. Bij binnenkomst zingt men al hevig.

‘Ben ik dan toch nog te laat’ denk ik dan.

Maar nee, de organiste geeft een rondje muziekles om het gezang tijdens de viering te optimaliseren. Direct na mij komt een ietwat onvriendelijke man binnen en neemt plaats op de stoel naast me. De aura van de man is niet goed, al heb ik bij mezelf nog nooit bovenzintuiglijke gaven bespeurd. In dit geval was het echter duidelijk. Meteen heb ik spijt van mijn harde oordeel en bestempel het zichtbare chagrijn maar als een bezwaard gemoed. En wie ben ik om daar over te oordelen? Straks, als we elkaar vrede mogen wensen, zal ik hem eens vriendelijk kijkend een stevige handdruk geven in de hoop zijn aura voor in ieder geval vandaag een optimistische glans te geven.

Na afloop van de viering in het zijkappelletje

In het zijkapelletje kunnen zo’n honderd mensen en de meeste stoelen zijn bezet. Ik kijk eens om me heen, maar zie weinig pubers. Dat is vreemd. Maar om tien uur komt een groepje jongeren binnen, die samen met de voorganger naar het altaar loopt, duidelijk van plan om de dienst ook te gaan leiden. De zanglessen hebben duidelijk zijn vruchten afgeworpen, want er wordt in ieder geval luid meegezongen.

Tijdens het welkomswoord memoreert een van de jongens dat het de laatste zondag van de paasviering is. Hier ontbreekt het mij dus weer aan Bijbelse kennis, want voor mij houdt Pasen toch echt op bij de verrijzenis van Jezus. Goed gemakshalve wil ik de gang naar de meubelboulevard op tweede paasdag nog wel meerekenen.

De jongeren hebben als rode draad uitgezocht de toekomst en dat passen ze in bij het thema van de viering ‘Wie niet geeft wat hij heeft..’

En de jongeren zijn in ieder geval van plan om het anders te doen dan anders, daarbij wijzend op een filmdoek waarop een beamer geprojecteerd kan worden.

Na de opening, als een stukje film wordt aangekondigd, kunnen de allerkleinsten naar de kinderopvang.

Wat zal het worden, een film voor 16 jaar en ouder? De man naast me wacht het verder niet af en verlaat, zonder enige verlichting in zijn aura de dienst. Daar gaan mijn goede voornemens, maar goed een echte aura-healer ben ik natuurlijk ook niet.

Uit het stukje film van ‘Pay it Forward’ van Mimi Leder krijgt de kerkgemeenschap uitleg van de jonge hoofdpersoon over zijn toekomstbeeld. Het klinkt ogenschijnlijk heel utopisch, maar als hij hierop aangesproken wordt, geeft hij als antwoord: ‘Waarom niet.’

En inderdaad, waarom niet? Waarom geen idealen hebben al lijken ze nog zo onwerkelijk of utopisch. Jongeren hebben vaker idealen dan iets meer belegen mensen. Waar en wanneer gaat het mis kun je je oprecht afvragen. Misschien wel door het leven zelf, die mensen cynischer maakt.

Met deze wetenschap kom ik bij de lezing uit Lucas 10. Twee zussen, Martha en Maria, ontvangen Jezus. Martha loopt zich het vuur uit de sloffen om een goede gastvrouw te zijn en ergert zich groen en geel aan Maria, die er maar een beetje dromerig en afwezig bij hangt. Martha weet hoe het moet. En mensen die het goed weten, hebben vaak gelijk. Maar zijn zij nog wel in staat te dromen over wat ze echt willen?

En daarmee is de eerste vraag naar aanleiding van het filmfragment voor mij op dit moment beantwoord. Mensen worden cynischer omdat ze in toenemende mate dingen doen omdat het van ze verwacht wordt. Ze weten hoe het hoort, maar zijn ze nog wel zichzelf.

Rondgang rondom de Stevenskerk

Tijdens de communie word ik geconfronteerd met een nieuwigheid. Mocht ik in Duiven de hostie al dippen in de kelk met wijn, nu mocht een ieder een slok nemen, het delen van brood en wijn in de praktijk. Nu weet ik wel dat Robert Long al zong dat Jezus een hippie en dat daarmee alles communebezit is geworden. Toch laat ik deze beker maar aan mij voorbij gaan. Overigens denk ik zelf dat Jezus helemaal geen hippie was.

De miswijn was, in tegenstelling tot mijn dipervaring in Duiven, nu wel echt rood en dat is toch beter.

De viering werd opgeluisterd door liedjes van Cat Stevens met Morning has Broken en I’ll stand by you van Carrie Underwood. Carrie Underwood? Een American Idol leer ik door even te zoeken op youtube. Kon ik ook niet weten, want ik behoor immers niet meer tot de doelgroep. Ook een nummertje van Billie Holiday (God bless the Child) werd instrumentaal met saxofoon vertolkt, evenals Schostakowitsch en Händel door vioolspel.

Aan (de voorbereiding van) de viering werkten mee:

Cecilia van Berkum, Charlotte Bernts, Jetty Podt, Julia Gijsbers, Lucas Bernts, Marijke Nogarede, Rik van Berkum, Stefien Jansen, Tinneke Nogarede en Yemi Adesanya.

 

 

Kroeg, De Waag en Kerk in één shot

 

De wandeling terug

Het is winderig koud in de stad, dus na het schieten van een aantal foto’s loop ik snel terug naar de auto. Ik rijd nog een eindje rondom het centrum om van een grotere afstand nog een foto te maken van de Stevenstoren, immers al eeuwen is de toren het gezichtsbepalende gebouw in de stad. Ook nu nog, terwijl andere gebouwen ook in de Nijmeegse skyline te bewonderen zijn. De laatste foto wil ik aan de Lentse kant van de Waal nemen. Bij een van de pilaren van de Nijmeegse brug zie ik de volgende tekst:

Het liedje dat tijdens de viering gezongen werd van Carrie Underwood is van toepassing op bijgaande tekst: I’ll stand by you

Overpeinzing

Rijdend naar huis, luister ik naar rapportages over het Poolse verdriet omdat hun president en andere hoogwaardigheid bekleders zijn omgekomen bij een vliegtuigongeluk. Tussendoor wordt verslag gedaan van de marathon van Rotterdam. Jonge Kenyanen en Ethiopiërs doen een aanval op het wereldrecord. Minder dan 2 uur en 3 minuten is daarvoor nodig. Jonge Afrikaanse atleten, met een droom of utopie. Zullen zij ook daadwerkelijk doen wat ze eigenlijk willen doen, of rennen ze hun longen uit het lijf om geld voor hun familie bij elkaar te verdienen. Voor de nieuwe recordhouder is een kwart miljoen euro vrijgemaakt. Veel geld, maar inmiddels weet ik dat de toptijd in Rotterdam niet voldoende is voor een wereldrecord. Misschien dromen de atleten nu wel over New York, Tokyo of Melbourne? Of misschien wel over hele andere dingen.

In mijn achteruitkijk spiegel zie ik de Stevenstoren nog even langs schieten. Een beetje heimwee naar Nijmegen komt boven. Ik moet denken aan het liedje dat woorden aan dat gevoel geeft.

Al mot ik kruupen
Op bloote voeten goan
Ik wil nog een keer de Sint Steven heuren sloan

 

De Stevenstoren vanaf het Kronerburgerpark.

 

Andere wandelingen:

Hoe het begon; H. Remigius, Duiven; Andreasparochie, Groessen; Pauluskerk, Raalte; Abdij Sion, Diepenveen; Werenfriduskerk, Westervoort ; St. Antonius Abt Parochie, Loo; St. Stevenskerk, NijmegenMartinuskerk, Twello ; St. Mary -Star of the Sea Church, Hasting (GB); Ned. Herv. Kerk, Achlum; Kölnerdomkirche, Keulen; Stephanuskerk, Borne ; Vrij Katholieke Kerk ChristusPantocrator, Raalte, Stephanuskerk, Heel

Reisschemering

 

Snel trekt hij de deur achter zich dicht en besluit via het centrum naar het Centraal Station van Arnhem te lopen. Zijn sigaretten zijn bijna op en hij wil vanavond de deur niet meer uit. Bij de oude dames van het sigarettenwinkeltje bij de Arnhemse Blikken Bioscoop kan hij zijn voorraad bijvullen.
Het weer is aangenaam al kondigt de herfst zich in de verte aan. De warmte van die middag, toen hij nog binnen aan het werk was, zal met zekerheid niet leiden tot een zwoele avond. De zon staat al te laag en is niet sterk genoeg meer. Het is nog wel warm genoeg om met hemdsmouwen door de stad te lopen.
‘Twee pakjes graag en weet u misschien hoe laat het is?’
De oudste van de twee vrouwen overhandigt hem de sigaretten, terwijl ze aan haar partner, mogelijk haar jongere zus, vraagt hoe laat het is. Vanuit de deuropening naar een klein keukentje komt het antwoord:
‘Twee minuten over vijf, heer.’
Aan de titulatuur ‘heer’ heeft hij altijd een hekel gehad. Vaak wordt het gebruikt door marktkooplui of vakmensen die thuis bij hem klusten. Uit hun mond klinkt ‘heer’ altijd neerbuigend. Zo met een air van, hij mag dan een baan hebben waarbij hij zijn handen niet hoeft te gebruiken, maar verder is het een mannetje van niets. Bij de vrouwen van het sigarettenwinkeltje heeft hij er minder moeite mee.
‘Dank u en een prettige avond dames.’

Hij hoeft zich niet te haasten, want de trein van zes over vijf zal hij toch niet halen. Via de Korenmarkt en de winkelstraten van de Gelderse hoofdstad loopt hij rustig naar het station. Een beetje in een schemertoestand. De besognes van het werk zijn nog niet afgeschud, maar hij is ook nog niet helemaal thuis, bij het avondmaal. In een soort niemandsland beziet hij de andere mensen in de stad. Op deze maandagavond is het winkelende publiek in de minderheid. Een snelle boodschap wordt nog wel gedaan op weg naar huis, maar het is vrij rustig. Ook op de Korenmarkt, het uitgaansplein in Arnhem, zijn weinig mensen. Slechts enkele lieden zitten op de zonovergoten terrassen.
Het is hem al vaker opgevallen wanneer hij naar het station loopt in de late middag dat hij weinig opneemt van zijn omgeving.’s Morgens is hij alert en observeert hij zijn medemens nauwgezet De oplettendheid komt terug bij het station.
Sinds enkele jaren is ook in Arnhem de vernieuwingsdrang toegeslagen en ligt de stad op de schop. Nieuwe flats en parkeergarages worden gebouwd, een eigentijds verkeersplan moet het drukke verkeer stroomlijnen en ook het Centraal Station moet geheel naar de toekomstige wensen worden verbouwd. Nu is dat laatste misschien wel te begrijpen, maar voor de treinreiziger betekent dit een lange tocht naar de perrons, waaronder een zestig treden tellende ijzeren trap. ‘Het is alsof de overheid via een slinkse weg de rokende mens alsnog op zijn verantwoordelijkheden wil wijzen.’ Hijgend komt de man bovenaan, met de wetenschap dat hij die zestig traptreden ook weer zal moeten afdalen over twee minuten.

‘Dames en heren, de trein naar Doetinchem en Winterswijk, op spoor 9b, oorspronkelijke vertrektijd 17.15 heeft een vertraging van ongeveer vijftien minuten. Ik herhaal…….’
‘Verdorie, denkt de man, dat is dus minimaal nog twintig minuten wachten en het zal me benieuwen of alle mensen erin kunnen.’
Bij het afdalen van de geïmproviseerde trap overziet hij de het perron en laat zijn opkomende opwinding over de zoveelste vertraging achterwege. Het heeft geen zin. Het is al jaren mis op het spoorlijntje dat de twijfelachtige eer heeft het meest miserabele lijntje van heel Nederland te zijn. Sinds de marktwerking zijn heilzame werk heeft gedaan en dit stukje spoorweg aan vervoersbedrijf Syntus is gegund, zijn vertragingen eerder regel dan uitzondering, vooral in de spits. Bovendien zijn door die vertragingen Japanse toestanden het gevolg. Als haringen in een ton worden de Achterhoekers uit Arnhem weggereden.

De man sluit zich aan bij de grote groep mensen die het reisleed verbazingwekkend blijmoedig over zich heen laat komen. Geen gemopper, geen gezeur. Vrolijk praten groepjes mensen met elkaar. Er wordt druk gebeld om het thuisfront te verzoeken de aardappels maar wat lager te zetten. Naast de man staan twee jonge vrouwen, bakvissen eigenlijk nog, te praten over hun studie. Beide hebben een map in hun hand waarop “Doktersassistent” staat.
‘Ik zal even mijn moeder SMS-en dat we later komen.’
Handige vingers beroeren de knopjes op het mobieltje.
‘Zeg, hoe schrijf je ‘rijden’ eigenlijk, met een korte of lange ij?’
‘Maakt het uit, als je moeder maar niet voor niets in Didam staat, dat is het belangrijkste.’
De SMS dame, knikt en zendt vervolgens het berichtje de lucht in.
De man heeft even de neiging om het antwoord te geven, maar besluit te zwijgen.
‘Als ze de recepten later maar wel goed kunnen schrijven en lezen.’

‘De trein naar Nijmegen van 17.20 vertrekt van spoor 8b, ik herhaal de trein naar Nijmegen vertrekt van spoor 8b.’
De man glimlacht en hij moet denken aan een grapje dat zijn zoons hem herhaaldelijk hebben verteld. Zonder twijfel heeft hij hen dit mopje zelf verteld, maar iedere keer moet hij weer lachen als hij zijn zoons hoort zeggen:
‘Pap, wat is het mooiste van Arnhem?’
Verwachtingsvol kijken ze hun vader aan, die zijn best doet om iets moois van Arnhem te vinden, maar dat lukt niet. Hij moet het antwoord schuldig blijven.
‘De trein naar Nijmegen!’
Als hij dan lacht, zijn ze tevreden, wetende dat ze hiermee hun vader een plezier doen. Hij zal dan denken dat zijn opvoeding op dit gebied in ieder geval geslaagd is. De animositeit tussen de beide steden is hij, na jaren in Nijmegen te hebben gewoond, nooit kwijtgeraakt. De trein naar Nijmegen vertrekt. De man weet dat de reizigers dan over vijftien minuten in de Waalstad zullen aankomen. Ze zullen de stad dan binnenkomen zoals Nescio dat meer dan zeventig jaar geleden. Hij raakte toen in vervoering.

Nog in gedachte over Nescio en Nijmegen, neemt hij een hoop bedrijvigheid rondom hem waar. Een deel van de aanzwellende groep begeeft zich naar perron 7. De man loopt automatisch als een mak schaap mee met de groep, in afwachting van nadere berichten van de stationspeaker. Omdat een grote groep mensen nog blijft staan, twijfelt de man over de juistheid van zijn verplaatsing. De twijfel blijkt bij meer mensen te bestaan, maar de oplossing komt niet van de ‘Galmende God’. De speakers reppen slechts over de internationale trein naar Oberhausen, Keulen en Frankfurt die nu op spoor 9 schijnt binnen te komen.
‘Oh, denkt de man, twee treinen tegelijk op hetzelfde perron dat kan niet.’
Hij besluit te blijven staan. Enige minuten later komt de Syntustrein binnen en het geluk is met de man. De trein komt zodanig tot stilstand dat de een van de deuren voor hem stopt. Als de trein de mensen heeft uitgespuugd, kan de nieuwe troep opgenomen worden. De man is binnen al is de drukte intens. Het zweet breekt hem uit, hij wist zijn voorhoofd af en voelt zijn rug klam worden. Met verbazing kijkt hij naar de Marokkaanse dame die noodgedwongen dicht bij hem staat. Ondanks haar modieuze hoofddoek en dito jas, blijkt zij geen last te hebben van de warmte. Geen druppeltje te bekennen op haar wangen of voorhoofd. Halverwege de reis gaat de telefoon in zijn broekzak. Door de drukte is hij niet snel genoeg, maar hij vermoedt zijn partner of kinderen. Uit voorzorg pakt hij de telefoon alvast in de wetenschap dat hij zo teruggebeld zal worden. En inderdaad, zijn vrouw belt of hij even wat boodschappen wil meebrengen voor het avondeten.

De trein stopt in Duiven, de avond kan beginnen en doelgericht stapt hij richting de supermarkt.