Begrip van de dag (144) Hoe heet het bij de mens

 

 

HOE HEET HET BIJ DE MENS?

 

Het is bijna zover, gisteravond hoorde ik voor het eerst weer de kikkers uit de tuinen van meerdere buren. Ze zijn wakker geworden en de een na de ander laat van zich horen. ,,Kquaaâckk, ik ben er ook weer!” Een ander kwaakt terug of hij goed geslapen heeft. Sommigen maken al ondeugende toespeling op hetgeen de komende weken gaat plaatsvinden. De vrouwtjesexemplaren kirren over allerlei beproefde trainingsschema’s, want ze zullen die luie mannetjes toch een tijdje op hun rug op sleeptouw moeten nemen. De conversatie is nu nog rustig, maar de lente hangt onmiskenbaar in de lucht. Vanavond wordt dat nog eens bevestigd door de zomertijd, dan kunnen de remmen echt los. Kikkers kwaken zich naar het recht op een orgasme. Zijn kikkers eigenlijk monogame beestjes, of neukt dat er maar op los? Ik zou het niet weten.

De kikkers versieren elkaar door te kwaken. Hoe de merels elkaar het hof maken, weet ik niet, maar die blijven hun hele leven bij elkaar. Bekend is ook de vinkenslag voor wie het horen wil. Vogels in het algemeen zijn heel druk met fladderen en tjilpen. Voor koeien en paarden is er veelal een minder romantisch baltsgedrag, daar beslissen de boeren vaak, een gearrangeerd huwelijk of zelfs nog minder dan dat. Pauwen dansen elkaar naar het kindergeluk, leeuwen imponeren door te brullen en de gorilla’s timmeren op hun borst. Allemaal methodes om elkaar het hof te maken en de soort in stand te houden. Maar wat doet de mens eigenlijk?

Je kunt natuurlijk 101 versiermethodes en trucs benoemen, maar is er een alomvattend werkwoord hoe mensen elkaar versieren of het hof maken. Ze flaneren, knipperen met hun ogen, maken zich op, glimlachen lief en verleidelijk of proberen verbaal grappig of innemend te zijn (of te doen), maar is er wel een woord dat typisch is voor de menselijke verleidingstaal zoals kwaken voor de kikkers of de vinkenslag bij de vinken en wat al niet meer? Volgens mij niet, want met de aankomende lente moet ik er niet aan denken dat mensen elkaar kwakkend gaan lokken of met een scherp voorwerp een soort van mensenslag op muren gaan tikken. Ik zou er knettergek van worden. Wij hebben rokjesdag en met de zomertijd die vanavond ingaat zal het bal van de lentekriebels binnenkort wel starten, hoe we het ook noemen.