Begrip, van de dag (98) Colognaise

 

 

COLOGNAISE

Een perfect stukje jatwerk, het begrip van vandaag. Beter goed gestolen, dan slecht gemaakt gaat het spreekwoord toch. De Speld kwam vandaag in mijn timeline langs glijden en die hadden bovenstaande spotprent ook al van de cartoonist Oppenheimer ontfutselt. Ik ben altijd zo ontzettend jaloers op mensen die kunnen tekenen en helemaal op een cartoonist die met een afbeelding een woud aan beelden kan oproepen en even zovele vragen. Alleen de uitvinding van het woord Coloignaise. Ik vind het briljant.

Ik hoor de discussies aan over seksueel geweld tegen vrouwen, of deze nu wel of niet cultureel bepaald zijn. Natuurlijk zijn ze niet cultureel bepaald in de zin dat het alleenrecht op seksueel geweld zeker niet bij ‘Arabieren’ en ‘Noord-Afrikanen ligt, integendeel. Maar het gemak waarmee de politieke agenda gemanipuleerd wordt om andere problemen aan te kaarten is weerzinwekkend en doet in ieder geval geen recht aan de omvang van het probleem. Er is nu eenmaal een groep die een ongelooflijke hekel hebben aan het Westen, in een machocultuur leven en bovendien en zich ook nog eens religieus gedekt voelen. Dat laatste in in deze context wel een raar woord. Misschien nog wel erger dan het potentiële gevaar van massa-aanranding is de stigmatisering van de overgrote meerderheid van onschuldige vluchtelingen. We hebben al een politiek misdadiger die ze op voorhand in kampen wil stoppen.

Ook heel naïef is de gedachte de een training of voorlichting een afdoende oplossing is. Er vanuitgaande dat de meeste mannen uit Irak of Syrië deze training echt niet nodig hebben, is het aanbod op zijn minst kleinerend. Bovendien is het nutteloos, want als je met een gedragstraining een onmetelijke culturele kloof kunt dichten bij hen die echt geen goed woord over hebben voor de westerse waarden en normen in het algemeen en voor vrouwen in het bijzonder, dan zou ik meteen zendingswerk gaan verrichten in Syrië en de wereldvrede is nabij. Gelukkig hebben we het carnaval om al het wereldleed te ridiculiseren met de Coloignaise. De gestrekte arm is toch al een beladen begrip, maar werpt nu dan toch zijn carnavaleske vruchten af. Helau!!!!!

 

Kakelkrant van Sprakeloos 77 DE PVV-FABRICAGE

DE ONDERBUIK

 

We hebben het heel vaak over de onderbuik van de maatschappij. Mij is in letterlijke zin nooit duidelijk geworden of we daarmee het lagere gedeelte van het darmstelsel bedoelen of meer wijzen op het driftleven dat door testosteron en oestrogenen op gang wordt gebracht. In het beeldende spraakgebruik is het klip en klaar wat we ermee willen uitdrukken. Iedere samenleving heeft die onderbuik, maar ook ieder mens heeft een stukje van die onderbuik. De mate waarin we de onderbuik aanspreken hangt af van de persoonlijkheid, de maatschappelijke omstandigheden in zijn algemeenheid en de sociale omstandigheden waarin mensen verkeren. Deze schakering van ‘onderbuiken’ zorgen samen voor het maatschappelijke onderbuikgevoel. De mate waarin de individuele ratio het onderbuik gevoel toelaat, is ook mede afhankelijk van de maatschappelijke ruimte en omstandigheden van dat moment. In mijn optiek is het onderbuikgevoel altijd aanwezig, zowel individueel als maatschappelijk. Het systematisch ontkennen ervan brengt de mens in disbalans, het brengt eveneens de maatschappij in disbalans. De onderbuik moet een signaalfunctie hebben van datgene dat er ook is. Ieder mens moet op zijn tijd luisteren naar dat onderbuik gevoel en met die kennis jezelf een beetje bijsturen. Andersom is echter heel gevaarlijk. De onderbuik is niet richtinggevend en mag je ratio nooit buitenspel zetten.

 

DE BLOGGER EN DE PVV

 

Laat ik heel duidelijk zijn, ik heb niets met de PVV, helemaal niets. In mijn bloggersverleden heb ik me eens voorgenomen een jaar lang de PVV en Geert Wilders niet te benoemen in mijn stukjes. Een soort zelfopgelegde cordon sanitaire of zelfcensuur. Met de kennis van nu zou ik mezelf dus kunnen betrappen op het ontkennen van het onderbuikgevoel. Dat is het echter niet alleen geweest, want de discussies die het opleverden waren van een zeer belabberd niveau. De meeste PVV aanhangers die reageerden, hadden een eigen riedel die ik zou willen omschrijven met een repeterende diarree aanval. Maar ook de meeste Gutmenschen of multiculti’s, zoals ze genoemd worden, kwamen niet veel verder dan PVV-aanhangers wegzetten als domme Tokkies of white trash. Ze hadden blijkbaar nog niet van de onderbuik gehoord of ze ontkenden het systematisch. Tegenwoordig benoem ik Wilders en de PVV wel, maar inhoudelijk heeft het niet zoveel om het lijf. Want de PVV heeft op veel fronten inhoudelijk niet zoveel bij te zetten in het debat. Sterker nog hun retoriek betreft slechts hoofdthema’s die ze vanuit de onderbuik regisseren en daarmee zetten ze de ratio buitenspel. Als we alleen al kijken naar het stemgedrag van de PVV-parlementariërs, dat komt niet overeen met wat ze beweren met name op het gebied van zorg. Het is niet belangrijk want migranten, Europa en de weerzin tegen de politieke elite zijn de hoofdthema’s en het legt ze geen windeieren. Bij de laatste peilingen zelfs 41 zetels, mijn blogjes ten spijt.

 

ANALYSE VAN MIJN EIGEN ONBEHAGEN

 

In mijn leven kan ik ook voorbeelden noemen die refereren aan mijn onderbuikgevoelens. Een van de oudste leen ik even van mijn broer, tweede helft jaren tachtig woonachtig in Amsterdam. Hij mocht bij de aangifte van een fietsendiefstal met geweld niet benoemen dat de heroïnejunk van Antilliaanse of Surinaams afkomst was. Lijkt me nogal handig bij de opsporing. Dezelfde broer kreeg een gastles van toenmalig fractievoorzitter van GroenLinks Rabbae over wat de lerarenopleiding moest doen om de integratie van allochtonen in het onderwijs te verbeteren. Toen mijn broer het waagde om te vragen wat de scholieren en studenten van allochtone afkomst zelf moesten doen, werd hij publiekelijk weggezet als racist. In dezelfde periode in Nijmegen was ik lid van de Jonge Socialisten en we deden verkiezingsonderzoek bij de gemeenteraadsverkiezingen. Hoe stemt een bepaalde wijk en zijn hier veranderingen in waar te nemen? Nijmegen-Oost stond bekend om een grote aanhang onder GroenLinks en tegen de landelijke trend in verloren ze substantieel veel stemmen. Vreemd, dachten we toen, wat is er veranderd? In die periode was er in de nabijgelegen kazerne een AZC gekomen, het aantal fietsendiefstallen was enorm toegenomen. Van andere delicten heb ik geen weet. We hebben niet kunnen onderzoeken of er een causaal verband is geweest, maar het blijft me bij. Zo’n tien jaar geleden, een AZC in Vught is er niet gekomen na juridisch protest van een villawijk. Op zijn minst vreemd. In de dagelijkse beroepspraktijk merk ik vaak dat goed gekwalificeerde jongeren van Turkse of Marokkaanse komaf niet aan de slag komen. Waarom? Het vermoeden bestaat dat de reden is dat hun sollicitatieformulier niet wordt opgesierd met Jan Janssen of Anneke de Jong. Discriminatie is al jaren nadrukkelijk aanwezig, zonder dat dit hard gemaakt kan worden. Mijn conclusie is dat de gewenste integratie niet geslaagd is en het uitblijven van successen, of in ieder geval voldoende successen, reden is om uit elkaar te groeien en tegenover elkaar komen te staan. En toegegeven de PVV probeert dit te vergroten. Maar de integratie moest vooral plaatsvinden in de mindere buurten van Nederland met de mensen die in de zogenaamde witte maatschappij van Nederlanders al aan de onderkant zaten. Het aantal allochtonen – ik weet dat dit begrip al weer ouderwets is, maar het maakt wel duidelijk wat ik bedoel – in Wassenaar, Naarden, Bussum, Vught of de spreekwoordelijke grachtengordel is beperkt gebleven. De offers moesten gebracht worden door de mensen die het minste bij te zetten hadden en de mooie-woordenfabricage kwam van hen die het wel wisten te vertellen, maar door geld en/of opleiding alleen de lusten verkondigden, maar niet de lasten droegen.
Juist deze discrepantie tussen maatschappelijk- en culturele elite en een belangrijk deel van de rest van de samenleving zou ik willen benoemen als de onverschilligheid van de elite en de gevestigde orde. Die onverschilligheid werkte zolang de problemen niet groot genoeg waren en/of mensen nog mogelijkheden hadden om de veranderende wijken te ontvluchten naar Almere, Purmerend of welke toevluchtsoorden dan ook. De elite kreeg pas last van hun eigen wegkijkgedrag toen de problemen met niet geïntegreerde allochtonen te groot werden en de reactie van hen die er last van hebben hen niet welgevallig was.
Laat dit vooral een les zijn voor de huidige toestroom van vluchtelingen. Integreren, eisen stellen en kansen bieden, is de enige manier om succesvol samen te leven met elkaar. Dit heeft niets te maken met het niet behouden van de eigenheid. Dus je niet laten leiden door het populisme van Wilders’ veronderstelde testosteronbommen die massaal naar Nederland komen. Voor Wilders is dit weer zo’n repeterende diarreebom om de dialoog te bevuilen, maar leer er wel van wie de lasten moeten dragen.

PVV-FABRICAGE

In mijn optiek is de PVV er goed in geslaagd om aanhang te winnen bij een deel van de kansarmen, maar ook bij hen die zich in de nabije toekomst niet kunnen handhaven in een globaliserende samenleving. Zij die niet even gemakkelijk in Brussel, New York of elders de expat kunnen uithangen, zij die de talen niet spreken, zij die zien dat goedlopende fabrieken sluiten naar andere (Europese) landen, zij die in wijken hun eigen vertrouwde levenswijze zien veranderen, maar geen kans hebben om te veranderen of vluchten. Als dan de participatiesamenleving ook nog wordt uitgeroepen, waarbij hulp voor ouderen of kinderen met een handicap niet meer vanzelfsprekend is, kweek je PVV-ers. De PVV weet hier handig op in te spelen, maar wordt wel heel gemakkelijk geholpen door de gevestigde politieke elite. De PVV mag dan poep uitbraken in veel gevallen, vrienden zijn met antisemitische clubs in het buitenland en zich ronduit discriminerend en ontwrichtend opstellen naar de Nederlandse samenleving, zij zijn niet alleen verantwoordelijk voor hun eigen succes.

ONTMANTELEN VAN DE PVV FABRIEK

De vraag moet niet zijn bij de ‘andere partijen’ wat te doen met de PVV. De vraag moet zijn wat doen we nu met de actuele problemen, zonder de lasten eenzijdig neer te leggen bij hen die het niet kunnen (of misschien niet willen). Dus niet ontwijken van aanrandingszaken in Keulen en Stockholm, niet de vergelijkingen gaan maken met seksueel geweld dat ook in de Europese samenleving bestaat en daarmee de ernst ontkennen en de angst in de samenleving vergroten. Dit zijn immers separate problemen en zelfs grootheden, dus pak die ook onafhankelijk van elkaar aan. Ik zou zelfs de Zwartepietendiscussie in deze kunnen aandragen, maar die vind ik gezien de ernst van de Europese problematiek rondom de migratiestromen en de groei van de PVV te onbenullig.

Ik vraag me wel eens af of je wetenschappelijk de volgende vergelijking kunt maken: ,,Op individueel niveau wordt vaak gezegd dat je pas van een ander kunt houden, als je van jezelf kunt houden!” Zou je kunnen stellen dat een samenleving pas kan integreren, als het van zichzelf houdt of in ieder geval de eigen waarden en normen kan waarderen en uitdragen. Ik hoef niet op zoek naar een Nederlandse identiteit, daar had Maxima al gelijk in, die bestaat niet en als die al bestaat is die al weer veranderd op het moment dat ze gedefinieerd wordt.

Begrip, van de dag (91) Tegen

TEGEN

Mijn begrip is vandaag tegen. Eigenlijk had ik Keulen willen kiezen, maar ik ben niet tegen Keulen, want Keulen is een geweldige leuke stad. Trouwens Keulen is niet vandaag, maar was al vijf dagen terug. Hoe is het toch mogelijk dat de nieuwsgaring, zelfs op de sociale media zo langzaam is gegaan. Daar ben ik op tegen. Hoe kan het dat gevestigde mediabronnen, tv en kranten, zo mondjesmaat zijn met duiding en achtergronden? Dit geldt voor alle media, links en rechts. Daar waar het andere onderwerpen betreft is eerst vaak de mening gemaakt en dan wordt er gezocht naar bijpassende nieuwsgaring. Godverdomme, het gaat om massa-aanranding in het publieke domein nota bene. In dit geval ben ik niet tegen vloeken trouwens.

Ik ben tegen stigmatiseren. Ik ben tegen de PVV die al jaren het vuurtje oppookt. Ik ben tegen de wegkijkende andere partijen die ontkenden dat er angst en onwetendheid is. Of je angst en onwetendheid kunt invoelen of niet, het is er wel. Net zoals er vluchtelingen zijn en komen. Deal met die realiteit en geef massa-hysterie geen kans, bijvoorbeeld op de sociale media. Ik ben tegen verkrachting, maar ik ben ook heel erg tegen het toe-eigenen van vrouwen als het gaat om ‘onze vrouwen en dochters’. Je verkracht geen enkele vrouw, kind of man of het nu een Duitse, Syrische of Jezidische is. Ik heb maar één vrouw en dat is nog niet eens mijn eigendom. Ik ben trouwens ook tegen verbale verkrachting van PVV-adepten ‘Daar moet een piemol in‘.

Ik ben tegen het stilzwijgen van daderschap als het om deze proporties gaat. Name en shame van mijn part, wees in ieder geval transparant. Ik ben tegen de onduidelijkheid als het gaat om wie deze groep is. Zijn het gevestigde Noord-Afrikanen of zijn het asielzoekers? Dat maakt nogal een verschil. Als het Duitse jongeren zijn, met roots uit genoemde moslimlanden, dan weet je dat je met de nieuwe stroom, de vluchtelingen, echt een andere aanpak nodig hebt. Niet die van wegkijken en onverschilligheid zoals de afgelopen decennia gebeurd is. Als het vluchtelingen zijn, ja dan? Dan hebben we met zijn allen echt een groot probleem. Het draagvlak verdwijnt, maar de vluchtelingen blijven toch wel komen gezien de heksenketel in landen van herkomst. Ik ben dus ook tegen nog grotere problemen.

Begrip, van de dag (37) Alaaf

 

ALAAF

Het is vandaag de elfde van de elfde en het mantra van de jaarlijkse nieuwsvoorziening heeft de camera’s weer gericht voor een shot uit Brabant of Limburg. Ik houd wel van die vast terugkerende nietszeggende thema’s op het landelijke journaal. Over Carnaval heb ik hoegenaamd niets te melden, het zit niet in mijn genen, niet in mijn karakter al ben ik ver beneden de rivieren geboren. Ieder zijn meug, al moest mijn katholieke moeder vroeger bidden voor het zondige Zuiden tijdens de Vastenavond. Ik zou zeggen Alaaf!

Alaaf, een raar woord eigenlijk als je het even goed proeft. Normaal gesproken bezigt men dat niet in het dagelijkse spraakgebruik, zelfs niet in gebieden die verder weg staan van het ABN of wat er voor ABN door moet gaan. Er zijn twee versies wat de oorsprong is van het  Keulse woord. De eerste zou zijn een verbastering van elf, een voor de hand liggende verklaring. Het tweede zou een begroeting van Keulse carnavalvierders zijn die in plat Keuls elkaar bevragen all af (in Hoogduits all ab). En hèt moet natuurlijk af zijn voor je echt los mag gaan.

Ik vraag me dan wat er af moet zijn, je werk, je katholieke plichten om de wereld beter te maken of dat de ruzie met je vrouw beslecht is? Pas dan kan er carnaval gevierd worden om na het carnaval met een kater op je werk te komen, alle 10 geboden te zijn vergeten en weer ruzie met je vrouw omdat je het gebod van het overspel naast je neer hebt gelegd. Carnaval is antropologisch het feest van de omkering van maatschappelijke rollen. Ik vraag me af of die behoefte er nog wel is anno 2015 als je een beetje om je heenkijkt. Eerder zou ik denken aan de wens van totale verdoving. En dat is het in de praktijk ook vaak. Zoals ik al zei, ieder zijn meug. Alaaf!

Wandelen rond de hoogmis. Kölnerdomkirche te Keulen

Een hotel op nog geen vijf minuten lopen van de Kölner Dom, zorgt ervoor dat de wandeling voor de kerkdienst van zondag 3 oktober om 12.00 uur al twee dagen ervoor begint. Menigmaal heb ik in het verleden de magnifieke kerk bezocht, voor het eerst begin jaren zeventig. In mijn beleving waren de torens toen veel meer zwartgeblakerd en was het binnen donkerder en de vloeren nog onbetegeld. Maar ik kan me vergissen.

Samen met vele toeristen ga ik, in bij zijn van mijn vrouw, de kerk in en loop er doorheen, we steken een kaarsje op bij het eerste Maria-altaar en snuiven de mengeling van historie, godsdienst en commercie op.

De kaarsjes moeten betaald worden natuurlijk, dus pak ik mijn portemonnee en stop wat geld in de gleuf. Terwijl ik de beurs in mijn zak aan de zijkant van de broek peuter, zie ik in mijn ooghoek twee vrouwen, knielend voor het Mariabeeld. Een oudere, hevig prevelende vrouw met de ogen dicht en een jongere vrouw, mogelijk haar dochter. Zij bidt niet en heeft haar ogen, felle donkere kijkers open en ziet toe hoe ik mijn centen wegstop. Onmiskenbaar Romavrouwen en onmiskenbaar ben ik op mijn qui-vive misschien wel mede dankzij de Franse president die het stigma over Roma en hun grijpgrage handen de media in heeft geslingerd. Het is maar een moment en toch betrap ik me erop, schandalig. Gewoon een jonge vrouw die haar moeder begeleid bij de gang om Maria te aan bidden.

Indrukwekkend groot, maar hoe krijg je de toren in beeld zonder het perspectief te verliezen. Dit is dan de beste poging geworden.

We lopen verder, kijken rond en stoppen ander maal bij een kaarsjesaltaar, dit maal van de Heilige Antonius, die zorg draagt voor het vinden van verloren zaken. Ook nu weer een kaarsje opsteken, want er is altijd wel wat kwijt dat teruggevonden moet worden. En omdat me niet meteen wat te binnen schiet, probeer ik het maar voor een ander te doen, ver weg in Nederland. Ik weet niet of dat mag, maar niet geschoten is altijd mis.

Ik sluit mijn ogen en vraag, ik vraag of het verstand bij Rutte terug mag komen en het geweten van Verhagen. En voor Geert Wilders? Tja, wat is Geert Wilders kwijt, ik zou het niet weten. Misschien mag je ook vragen of hij van iets, een pietsie minder mag hebben, ego bijvoorbeeld?

De combinatie van vooroordelen ten aanzien van Roma en aanmatigende gedachten ten aanzien van de nieuwe poldertrojka, geven me niet zo’n vroom gevoel. Bij het verlaten van de kerk donneer ik wat geld aan een bedelende vrouw. Het blijkt de jonge Romadame uit de kerk te zijn, pure gerechtigheid dus. En mijn wensen ten aanzien van de Nederlandse politici zijn niet uitgekomen, zoals ik inmiddels weet.

De spoorbrug over de rijn, een van de vele bruggen die Keulen rijk is. Om dit zicht te bereiken zijn eerst 509 traptreden te overwinnen.

Op naar de toren die we uiteraard in willen. We betalen €2,50 en lopen op zoek naar een lift totdat we een bordje zien dat er geen ‘Aufzug’ is en dat de toren uit 509 treden bestaat. Niets wegdromen en meditatieve momenten, terwijl we over de stad heen kunnen kijken. Eerst aan het werk, al die treden zullen bestegen moeten worden. Niets geen geestelijke bevrijding, maar fysieke inspanning en ik ben mezelf met mijn rokersconditie tegengekomen op die trappen. Gelukkig ben ik niet de enige, ook anderen hoor ik hijgen en zie zweetdruppels op hun voorhoofden staan. Maar het uitzicht is prachtig.

De volgende dag lopen we er een aantal keer langs als we de stad in lopen of het museum Ludwig bezoeken. Op zondag gaan we er weer in. Ruim op tijd staan we op het kerkplein waarlangs de Keulse Marathon plaatsvindt. Een loopfestijn voor allerlei categorieën atleten. De binnenstad is voor een belangrijk deel afgesloten voor autoverkeer. Ik leef met de atleten mee want de eerste groepen zien er niet uit als doorgewinterde atleten. Enkelen lopen hun parkoer zelfs af in carnavalskledij. Ik heb enkele dagen ervoor mijn inspanningen verricht bij het beklimmen van de toren, nu ga ik voor mijn meditatieve moment.

Lopen, lijden en evangelie

Reeds om half twaalf treden we naar binnen en zien een grote groep mensen achter in de kerk staan. Ze worden tegengehouden door een drietal priesters gekleed in rode priesterkleding. Terwijl de wierook van voorgaande diensten nog nadrukkelijk aanwezig is, begrijp ik dat de rust voor de komende dienst al voorbereid wordt. Mondjesmaat mogen mensen doorlopen. Zij geven aan de dienst te willen bijwonen. Ook wij maken ons los van de grote groep toeristen en met jaloerse ogen van de achterblijvers zoeken wij een plaats.

De toeristen blijven achter in de kerk.

Er is nog keus volop, want slechts enkelen zitten pas in de kerkbanken. Bijna een half uur hebben we de tijd om te kijken naar de bebouwing, de andere kerkgangers of te lezen in het gebedsboek. Mondjesmaat komen geluiden van de marathon en enkele sirenes van ambulances naar binnen. Hopelijk is er niets ernstigs gebeurd met een van de lopers?

En ja hoor, ze zijn er weer, de gekleurde lichtstralen door de zon die schijnt in de prachtige glas- in loodramen. En wederom schiet ik een aantal foto’s en kan niet echt beoordelen of ze mislukt zijn. Dat wordt pas duidelijk als ik ze via de computer groter in beeld heb. Afwachten maar. De klokken luiden en de dienst zal snel beginnen.

De “heilige geest” laat zich maar moeilijk vastleggen met een eenvoudig digitaaltje gehanteerd door een eenvoudig fotograaf.

Gründlich als Duitsers spreekwoordelijk zijn, komt om twaalf uur van linksachter een vijftal mannen aanlopen. Ze lopen niet gedragen zoals ik gewend ben, maar ik begrijp het wel, ze moeten immers een behoorlijke afstand afleggen in de immense Dom. Het lijkt bijna een mild marstempo. Volgens mij zijn er drie priesters en twee misdienaars c.q. kosters, mannen die de veertig zeker zijn gepasseerd. De kerk is inmiddels behoorlijk vol gelopen met echte kerkgangers, terwijl de toeristen nog steeds achterin staan.

Het verloop van de dienst is niet wezenlijk anders dan ik gewend ben in Nederlandse katholieke kerken. Ook het Duits is redelijk te volgen al valt voor mij met enige regelmaat het laatste woord weg omdat de hoofdpriester in zijn toon omlaag gaat bij iedere zin en door het rondzingen van het geluid, mis ik soms enkele woorden.

Bij het zingen van de liederen ben ik even confuus. Terwijl iedereen meezingt, verbaas ik me erover dat ik als enige niet weet wat er gezongen wordt en hoe ik hierachter moet komen. Een kerkganger achter me stoot me vriendelijk aan en wil me een kerkboek overhandigen, maar dat heb ik wel. En opeens kom ik er achter dat op een van de pilaren de nummers van de gezangen digitaal, als een soort van bingonummer, worden weergegeven. Dat had ik niet verwacht en dus natuurlijk nog niet opgemerkt.

De preek gaat over de liefde voor God. De pastoor spreekt over dat het zaad van de liefde gezaaid moet worden en dat daaruit mooie akkers en sterke bomen kunnen ontstaan, maar dat regen de akkers kan laten onderlopen en sterke wind kan zelfs de sterkste bomen ontwortelen, maar ook dan blijft het zaad der liefde voor God over om verder te gaan. En liefde voor de ‘lebendige Gott’ is ook liefde voor andere mensen, juist ook voor andere mensen. Op de dag van de Duitse eenheid (dat blijkt 3 oktober te zijn, nu twintig jaar geleden) is die bewustwording van liefde van belang. Het geeft geen pas om je te keren tegen die ander, verwijzend naar de Ossies. We moeten niet treuren om iets minder welvaart door een ander te helpen, we mogen niet wegkijken. Dat hebben we twintig jaar geleden ook niet gedaan.

Laten we daarom bidden voor de verantwoordelijke politici en economische grote spelers en hen helpen in het wij- denken wij en niet in wij en zij.

Op dat moment denk ik dat de priester ook maar eens in Arnhem had moeten preken bij het CDA congres, of elders in Nederland bij degene die het kabinet in elkaar gaan timmeren.

De preek eindigt met de vraag of we moeten vechten tegen de ander of dat liefde en geloof het antwoord is.

Voor de pastoor is het klaarblijkelijk een retorische vraag, maar mijn mededogen ten aanzien van de Nederlandse regering in aanbouw ligt nog niet op de lijn van deze Duitse priester.

Kerkgangers en toeristen worden weer een eenheid.

Even later komen de ‘misdienaars’ langs voor de collecte en worden de voorbereidingen getroffen voor de communiegang. En dat laatste is altijd even opletten hoe de gewoontes in deze zijn, maar lang hoef ik er niet over na te denken. Op het moment dat de drie priesters zich verdelen vanaf het hoofdaltaar, lopen de mensen in een wanordelijke groep naar voren en wachten totdat de hostie hen wordt aangereikt. Ze wurmen zich dan door de menigte om zo ook plaats te maken voor de gelovigen achter hen. Dit is even een heel on-Duits tafereel.

Aan het einde van de dienst komen altijd de mededelingen zo ook in Keulen. De kerkgemeenschap wordt gewezen op de mis de week erop ten behoeve van motorrijders. Na afloop van de dienst zullen de motoren ook ingezegend worden. En dat is dan weer lekker vertrouwelijk katholiek. Met het sein van het einde, worden de toeristen ‘losgelaten’ en vermengen zich heel snel met de kerkgangers. De Keulse Dom is weer de hoofdattractie voor alle aanwezige dagjesmensen. Ook ik probeer nog enkele foto’s te maken en dat is niet eenvoudig. In normale omstandigheden zie ik mezelf al als een vrij beperkte amateurfotograaf, maar ik worstel echt met de maten van de Dom. Ik vind het moeilijk passende plaatjes te schieten. Wel neem ik me voor ’s avond vanaf één van de rijnbruggen nog een foto te maken van de verlichte kerk en de skyline’, want ambities moet je blijven houden.

Met de beperkte middelen vind ik dit een geslaagde foto, maar de miggezifter zal ongetwijfeld suggesties ter verbetering hebben, te beginnen met het grote zwarte vlak op de voorgrond.

Andere wandelingen:

Hoe het begon; H. Remigius, Duiven; Andreasparochie, Groessen; Pauluskerk, Raalte; Abdij Sion, Diepenveen; Werenfriduskerk, Westervoort ; St. Antonius Abt Parochie, Loo; St. Stevenskerk, NijmegenMartinuskerk, Twello ; St. Mary -Star of the Sea Church, Hasting (GB); Ned. Herv. Kerk, Achlum; Kölnerdomkirche, Keulen; Stephanuskerk, Borne ; Vrij Katholieke Kerk ChristusPantocrator, Raalte, Stephanuskerk, Heel

Zeer strenge winter verwacht

Hoe lang duurt het voordat een winkeleigenaar ingrijpt om zijn etalage zichtbaar te houden? Hoeveel omzet moet een neringdoende middenstander missen voordat het lampje gaat branden? Hebben ze knappe en creatieve etaleurs in dienst om de waar aan de vrouw te brengen, wordt de kunstzinnig ingerichte etalage aan het zicht ontrokken door stuurse mannen van divers pluimage. U kent dat wel,  mannen vanaf dertig die gelaten wachten op hun winkelende wederhelft in kleding- of schoenwinkel. Jongere exemplaren zie je nog niet. Die zijn nog plooibaar en verwachtingsvol aan het begin van hun relatieloopbaan. Eenmaal de dertig gepasseerd is er vooral berusting, want meegaan leidt meestal tot ruzie.

‘Vind je dit geen snoezig truitje?’

‘Ja, enig past mooi bij de rode jurk.’

‘Ik heb helemaal geen rode jurk, hoe vaak moet ik dat nog zeggen.’

De man in kwestie krimpt ineen, want het kan zomaar zijn dat nu de jacht op een rode jurk wordt ingezet. Gelukkig krijgt hij te horen dat hij er helemaal geen verstand van heeft. Dat wist hij al dus waarom moest hij zo nodig mee naar binnen. Of wat te denken van de keuze van een paar moderne veelkleurig gympen, door de kenner consequent ‘Converse’ genoemd. Het blijven gympen.

Minutieus kan een vrouw zichzelf met de gympen bekijken, terwijl de man in opperste staat van verdediging wacht om iedere vraag of opmerking liefdevol te pareren zonder een echtelijke twist te veroorzaken. Diep in zijn hart vraagt de man zich af waarom een veertigplusser ineens zo jeugdig moet doen op gympen, maar die discussie gaat hij niet aan.

‘Heb ik geen dikke kont met deze ‘Converse’ of kan ik beter die gele Converse nemen?’

Daar had je als man geen rekening mee gehouden, dat je partner een causaal verband ziet tussen het dragen van een paar gympen en de omvang van haar derrière. Heel dringend priemen de ogen in je richting, wetend dat er binnen een paar tellen een antwoord van je wordt verwacht. Er is geen ontsnappen aan, terwijl je beseft dat de hormonen in de verkeerde PMS richting staan, want wie legt er nu zo’n oorzakelijk verband tussen gympen en kont?

‘Euhh, ik vind die groene gympen wel mooi, maar het maakt eigenlijk niet zoveel uit.’

Fout, helemaal fout ziet hij als de blik van zijn vrouw verstrakt en ze boosaardig de schoenen uit doet.

‘Het kan je helemaal niet schelen hoe ik erbij loop, helemaal niets,’ sist ze hem toe.

Donkere wolken pakken zich boven de ‘gezellige’ winkelmiddag, maar dat weet je pas als je de dertig bent gepasseerd.

‘Trouwens, het zijn geen gympen, maar echte Converse.’

Mannen wachten liever voor de winkel, in weer en wind, en kijken naar het langs schuifelende publiek, maar onttrekken daarmee het zicht op de etalage. Deze verzameling mannen is geen reclame voor de winkel. Een oplossing moet gezocht worden en de verstandige winkelier heeft in zijn winkel stoelen staan, bij voorkeur op een beetje afstand van de pashokjes. De man kan dan in alle rust het winkelen over zich heen laten komen en de vrouw kan haar gang gaan. Ze zijn dan toch een beetje samen.

En al is het genoegzaam bekend dat de winkelende vrouw een onredelijk en bovenal een irritant wezen is, zolang je er geen verbintenis mee hebt, is het heerlijk observeren zo zonder echtelijke verantwoordelijkheden. Bovendien kan de oplettende observator de nieuwste mode in zich opnemen, immers dat lukt niet zo goed met de rug naar een etalageruit.

Zo weet ik dat er op schoenengebied een heimelijke revolutie gaande is, want de laarsjes met bont (Uggs) en gympen maken langzaam maar zeker plaats voor echte laarzen. Naast de stoere laarzen in velerlei kleuren, is de lange laars ruimschoots vertegenwoordigd in de winkels, dus dat zal deze winter het straatbeeld gaan bepalen. Onlangs heb ik menig vrouw in een groot schoenenwarenhuis op een strategische plek in de winkel mogen aanschouwen. Deftige dames proberen pumps en andere elegante schoenen. Onbegrijpelijk met welke soepelheid ze de hoge hakken in stappen. Jongere vrouwen zoeken de nieuwste gympen, want dat schrijft de mode voor, hoewel de ‘oude’ Converse amper anders zijn dan het nieuwe aanbod. Maar alle groepen blijven staan bij de laarzen. Ze kijken, voelen aan het schoeisel, lopen weg en komen weer terug. De diversiteit aan laarzen is groot, maar vooral de laars tot over de knieën heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht. De dominant aanwezige laars is voorzien van touwtjes en knoopjes en is uitgevoerd in een zwarte suèdeachtige stof en in leer. Als finishing touch hebben beide uitvoeringen een stalen hoge hak.

Een enkeling past de laars en dat was nog geen gemakkelijke opgave. Zo zag ik een blonde, in het zwart geklede dame met stevige kuiten al twee keer langslopen. Bij de derde keer, greep ze de laars en probeerde die uit, zonder succes overigens. Ze kreeg de lange laars niet over haar kuiten heen. Al wiebelend probeerde ze het nog met enige kracht en beide handen gebruikend om de laars om haar benen te krijgen. Teleurgesteld droop ze af. Voor haar deze winter geen laarzen tot over haar knieën, anderen zal het zeker wel lukken. En ik weet dat ik rekening moet houden met een strenge winter en dat is zeer bruikbare kennis.