Verkiezingspolder: Frans wordt 1, maar geen premier.

Wie valt buiten de podiumplekken en wie wordt nummer 1? Dat zijn de vragen die Nederland bezighoudt. Het is spannend en de peilingen zijn nog onbeslist. De VVD gaat voor de eerste vrouwelijke premier, Wilders 2.0 wil best in het torentje en dan lekker de tong uit steken naar Mark, Pieter wil niet, maar hij moet van de kiezers en Frans wil dat Frans het wordt. Maar zij gaan er niet over.

Bij de voorgaande verkiezingen hield ik al weken mijn eigen peilingen op basis van een beetje gezond verstand, teenwater en onderbuik. Deze mix was over het algemeen niet slechter dan de professionele onderzoekers, vaak zelfs beter. Dit jaar doe ik het anders, ik ga voor de rangvolgorde en dan zeg ik:

Op nummer 1 Frans, het zilver is voor Dilan, brons gaat naar Geert en Pieter valt buiten de medailles. Tenminste op de dag na 22 november 2023. Ook ga ik uit dat onze Frans in navolging van Joop Den Uyl een echte overwinningsnederlaag gaat lijden. Niet zo’n grote als de PvdA in 1977, maar wel een hele zure. Frans wordt geen premier, want niemand wil met Frans. Dus NSC, VVD en PVV moeten dus samen verder. En dan maar kijken hoe kneedbaar iedere partij is en hoe hard beloftes van voor de verkiezingen blijken te zijn. Wil Pieter echt niet met de PVV? Wil de PVV wel met een Turkse VVD-leider? Durft de VVD het echt aan om de laatste liberale veer te laten? En last but not least is de BBB groot genoeg om de eventuele minderheid tot een meerderheid te smeden?

We zullen donderdag in een ander Nederland wakker worden? Zo zal het waarschijnlijk voelen voor links Nederland. En als je even gluurt op Twitter/X worden de tribunalen al opgericht en de enkeltjes terug naar Verweggistan al uitgedeeld. Maar eigenlijk is er niets veranderd. Links heeft nimmer een meerderheid gehad. In 1977 had het linkse blok 67 zetels verdeeld over 5 partijen. Groter zijn ze nooit meer geweest. Nu is dat mogelijk 52 zetels en dan reken ik DENK, SP, D66, Volt en de PvdD voor het gemak mee. Hoe doen die rechtse jongens dat om de kiezer te laten geloven dat het gevaar van links komt. Links zal echt, en dan bedoel ik vooral de PvdA, bij zichzelf te raden moeten gaan wie zij nu willen bedienen. Mag je pas meedoen met het eerlijk delen als je alle klimaatdoelen ondersteunt, de woke-agenda deelt en vooral heel cosmopoliet bent op velerlei gebied. Of mag je ook gewoon jezelf zijn, of je nu Henk of Ingrid bent, of dat je Achmed en Fatima heet en je vindt dat iedereen mee mag doen, maar beseft dat niet alles tegelijk kan. Zelf ben ik een warm voorstander van de sociaaldemocratie, maar ik vraag me af of de sociaaldemocratie nog wel wat voor mij voelt.

Als er op mijn verjaardag een nieuw kabinet is stort ik €100,- voor het Leger des Heils. Als Frans Timmermans premier is geworden dan verdubbel ik dat. Een veilige weddenschap dunkt me! Ik ben trouwens op 21 mei 2024 weer jarig. Vredige verkiezingen allemaal.

foto: Amerongen tijdens wandeling op het klompenpad/Colanderpad.

Eerder verscheen: De Teflonjas van Dilan Yesilgöz en To be juicy or not to be juicy

Er kraait iets drie keer!

Immers, idealen zijn als lantaarnpalen: zij verlichten de weg die wij moeten gaan. Maar wie zich dronken van nostalgie aan zo’n paal vastklampt, komt geen stap verder.

Bovenstaande citaat komt uit de brief van Frans Timmermans en Marjolein Moorman over de intensivering van de linkse politieke samenwerking, in eerste instantie tussen de PvdA en GroenLinks. Na het lezen van dit citaat had ik al geen zin meer om verder te lezen. Het is ontegenzeggelijk een mooie zin. Het is de bedoeling natuurlijk dat dit alle kameraden van links moet stimuleren en enthousiasmeren. Ik haak af.

Ik lees hierin, als je niet denkt, voelt en vindt wat wij vinden, dan ben je een cynische ouwe lul. Dan zijn we er niet voor jou, want jij hebt het niet begrepen. Het is de arrogantie ten top van de dominee die zegt dat je het licht nog niet hebt gezien. Terwijl diezelfde dominee het licht heel vaak  al zelf heeft uitgedaan voor de zwakkeren, minder bedeelden en andere roepende in de wirwar van bureaucratische labyrinten die ooit de welvaartsstaat heette.

Het stuk verder scannend, begrijp ik dat links zich opnieuw moet gaan uitvinden, voor de zoveelste keer. Er moet een vuist worden gemaakt naar Rutte. En met vele linkse mensen schaar ik me met liefde achter het credo dat Rutte de publieke zaak heeft vernacheld. Een prachtige term trouwens in deze paastijd. Maar voor de PvdA en de sociaaldemocratie heeft de haan al veel vaker dan drie keer gekraaid. En het resultaat? Gefrustreerde stemmers naar de PVV, Denk, Op1 en PvdD, om er maar wat te noemen. De sociaaldemocratie, in ieder geval ook in Nederland, is verworden tot een groep achterblijvers. Anderen gingen, de verweesden die naar de rechterflank zijn gevlucht, of hobbyisten die een eigen extreem clubje hebben opgericht. En met deze brief gaat dit proces gewoon door.

Voor de partijpolitieke vluchtelingen willen Frans en Marjolein de lantaarnpalen ontsteken met hun idealen. Hun idealen? Nee hoor, bestaande idealen die natuurlijk binnen de sociaaldemocratie kunnen en moeten evolueren. Maar niet door arrogante preken aan geletterden die zij dan weer voor dom verslijten. Zij ontsteken helemaal geen lantaarns, maar doen een nieuwe fitting in bestaande lantaarnpalen. Hun lantaarnpalen, en verwijten teleurgestelden dat ze zich laven aan nostalgie.

Nu ben ik, vind ik zelf, een sociaaldemocraat waarbij een eerlijke verdeling van middelen en mogelijkheden voor iedereen voorop moet staan. Dat is ook logisch, want anders ben je geen sociaaldemocraat. Zonder de mondiale problemen te bagatelliseren en wie kan dat tegenwoordig nog, ben ik daarnaast ook gevoelsmatig van het stempel ‘Erst das Fressen, und dan die Moral’. Lees goed, ik zeg niet dat er geen moraal mag zijn. Sociaaldemocratie is voor mij de moraal, maar er zijn wel prioriteiten. Of die sociaaldemocratie nu in de PvdA zit, in een fusieclub of dat Rutte spijt betoond en zich gaat bekeren. Het kan me eigenlijk niet meer schelen, als het maar gebeurd.

Na vier jaar tijd als PvdA lid gezwegen te hebben op partijpolitiek gebied breek ik mijn stilte. Maar och voor wie? De lantaarnkwestie van mijn partijgenoten doen echter vermoeden dat ik weer, voor de vijfde keer, partijloos ga worden.