NIJNTJE
De hele mieterse bende rondom corona is te vergelijken met een tuimelaar. Als rekwisiet uit de jeugdjaren van onze kinderen bewaren we de Nijntjetuimelaar van Dick Bruna op onze slaapkamer. Gisteravond bij het inslapen keek ik ernaar. In een flits had ik een kapstok om de toekomst te duiden, de tuimelaar. Niet dat daarmee de toekomst duidelijk wordt, want spelend met het ding valt het op dat een tuimelaar de neiging heeft om op dezelfde plek tot stilstand te komen. Maar wordt er iets ruiger gespeeld, dan kan de nieuwe plek gradueel verschillen. We zouden dat evolutie kunnen noemen. Wordt er te ruig omgegaan met de tuimelaar dan komt Nijntje minder snel tot rust en vaak op een heel andere plek. Nijntje staat in mijn brainwave voor de wereldorde. Er zijn heel wat spelers die Nijntje graag een zwieper willen geven. Individuele landen, bondgenootschappen, multinationals en diverse belangengroeperingen. Een ieder wil Nijntje van zijn plek hebben richting de eigen positie. De ene groep wil zo snel mogelijk de status quo van voor het Corona-tijdperk in ere herstellen. De economie repareren en doorgaan waar we gebleven waren. Anderen zien de pandemie als aanleiding om een schonere, betere, eerlijker en rechtvaardiger samenleving tot stand te brengen. Stof tot discussie, ruzie en verdachtmakingen zijn al aan de orde van de dag. Terwijl Nijntje nog tolt en blijft tollen, gaat de pandemie gewoon zijn gang met alle gevolgen van dien.

Aan de hand van drie opmerkelijke thema’s wil ik de instabiliteit van Nijntje aantonen in de wetenschap dat er veel meer spelers zijn die Nijntje willen beroeren. Als eerste noem ik de kwestie Hoekstra/Rutte tegen het Italiaanse volk. De tweede actualiteit is de zaak Kelder versus bijna iedereen. De derde is de verdeling van de Europese steunmaatregel versus……ja versus wie? Ik kon er met mijn verstand niet bij. Ik geloof dat Pieter Omzigt (CDA) vragen gaat stellen in de Tweede Kamer.
BOTTE BOEREN
In een reflex, of zijn het ingesleten gewoontes van calvinistische cententellers, leek het woord solidariteit niet meer in het woordenboek van Wobke Hoekstra en premier Rutte te staan. Ontdaan van ieder greintje empathie strooide onze politieke elite zout in de wonden van de hele Italiaanse natie. Een wond die Corona heet en zijn weerga niet kent in de recente geschiedenis. Ik ga nu niet dimdammen over begrotingstekorten en creatief boekhouden in Italië. Over hoe Italië bestuurskundig werkt weet ik te weinig. Wat ik wel weet is dat er nu een groot probleem is bij een bondgenoot. Dan rest maar één ding, samenwerken. Hoekstra haalde bakzeil na de kritiek en bood zijn excuses aan. Hoewel wij wijzen met het vingertje naar anderen, wordt ons nagewezen dat wij een belastingparadijs creëren voor multinationals. Wij zijn dus geen beter soort. De Italiaanse politici proberen via Duitsland hun gelijk binnen te halen. Dit verdient ook geen schoonheidsprijs, maar mogelijk is het politiek wel handig. In Italië wordt al gesproken over een boycot van Nederlandse producten.
Nederland petst Nijntje op zijn kop en Italië beukt terug. Het zal iets doen met de Europese verhoudingen, nu maar ook op termijn. Waar komt de kindertuimelaar tot stilstand?

MANNETJE KELDER
Gisteren ontplofte Twitter over de uitspraken van Jort Kelder gedaan bij omroep Friesland. Gechargeerd, we vernaggelen de economie voor tachtigers die hun hele leven gerookt hebben en bovendien te dik zijn. Over twee jaar gaan ze toch dood. Deze quotes overheersen op Twitter, al heeft hij meer gezegd. We moeten vooral denken, beweert Kelder, aan de allergrootste ramp die er dreigt, de stilstand van de economie. Bij Op1 kreeg hij een kans om zich te weren. Hij slaagde hierin niet. Met zijn drie huizen verliest hij bakken met geld in deze dagen. Wie niet Jort, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje en menig timmerman zonder economische graad beseft heel goed wat het is zijn basis kwijt te raken. We acteren in een open economie, we zijn het buitenbeentje in de bestrijding van de coronacrisis en Jort schreeuwt zonder gevoel voor zijn omgeving. Moeten we de ‘Chinezen’ van Europa worden, dus voor het startschot snel beginnen om alvast een voorsprong te hebben? Zo ‘heurt’ het niet heer Kelder. Bovendien, het (gezamenlijke) proces is misschien wel de beste kans om de economie te redden. Iedereen begrijpt dat een publieke sector, zeker na Corona, belangrijk is en betaald moet worden.
Heel stiekem denk ik zou Jort niet de spreekbuis zijn van onze premier om met een proefballonnetje de stemming in het land te peilen?
Het type Jort Kelder zal met alle macht Nijntje zo snel mogelijk tot stilstand willen brengen om op de oude voet door te gaan. Er moeten vooral geen geluiden opwellen die vraagtekens zetten bij het grote graaien. De angst voor een rechtvaardige publieke sector en een fatsoenlijke belastingmoraal mag vooral niet te hard doorklinken. Er zouden eens privileges worden aangetast.

DE WEG KWIJT
Terwijl Wobke in het stof bijt, de Italianen op zijn Mediterraans boos worden, komt Europa met een eerste noodplan. Wat schetst mijn verbazing, niet Italië en Spanje kunnen rekenen op de meeste ruimhartigheid. Nee Hongarije en Polen krijgen de hoofdprijs. Ik weet niet eens hoe de Coronacrisis daar huishoudt, maar dit stuit mij persoonlijk heel erg tegen de borst. Landen die marchanderen met de rechtsstaat worden beloond voor hun slechte gedrag. Onbegrijpelijk. Die fooi voor Nederland kan me niet schelen, we hebben diepe zakken zegt Wobke. Maar als we het dan toch over solidariteit hebben, dan graag naar Spanje en Italië, en ook de Grieken die al jaren ons ‘vluchtelingenprobleem’ oplossen. Er is niet gekeken naar het probleem, maar vooral naar bestaande stoffige procedures. ,,Dit gaat sneller!”, zegt voorzitter Ursela von der Leyen. Het gebaar is belangrijker dan effectiviteit. Dit is toch geld wegsmijten? Mijn motivatie voor Europa krijgt een optater.
Hier heeft Nijntje vooral werking op mij als Europeaan. Nijntje bevriest en ik weet nog niet wanneer ik een ongelooflijke zwieper wil geven. Maar wie ben ik, mijn zwieper zal niet zoveel gewicht in de schaal leggen.
Hoeveel dreunen zal Nijntje krijgen, van wie en wanneer? En waar komt ze een beetje tot rust?
Uitgeschreven interview en geluidsfragmenten met Jort Kelder à https://www.quotenet.nl/zakelijk/a32028389/jort-kelder-over-corona-aanpak-we-zijn-80-plussers-die-te-dik-zijn-en-gerookt-hebben-aan-het-redden/?fbclid=IwAR1Odw64-sKEt69maC4skyl-d872PwNpFMN49fLiOQW2asNYn7c3EuBKb-Q
Van RTL Nieuws over de verdeling van de Europese gelden voor bestrijding van Corona https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/buitenland/artikel/5077391/eu-coronavirus-covid-19-noodsteun-37-miljard-polen-hongarije
mijn woordenboekje, zeurpiet trouwens wel. Ik ben vandaag dus geen maçador) Het is verdorie geen vakantie, maar een studiereis nota bene. Er moet gewerkt worden. Dat ik niet meteen alles en iedereen aanspreek om te tonen dat ik een paar woordjes Portugees kan wauwelen, is geen ramp. Zo zit deze mens niet in elkaar. Maar luisteren, kijken, dingen opvangen en meteen verwerken dat is het devies van vandaag. Dat schrijven we dan meteen in een schriftje en verwerken we ’s avonds op de computer. Het woord calvinisme komt bij me op. Zou dat in het Portugees eigenlijk wel bestaan? Mijn woordenboekje zegt ja, calvinismo! Ik waag te betwijfelen of meer dan 5 % van de Portugezen wel eens van dat woord heeft gehoord, laat staan het begrijpen.
Het doel van vandaag is Sintra, een plaatsje in de buurt van Lissabon, zo’n veertig minuten met de trein. Ik lees de opschriften in de trein en de woorden die ik niet ken en schrijf dat op. Boete (coima), wet (lei) en dat je tijd en geld kunt besparen. Dat laatste is blijkbaar niet alleen voor calvinisten, maar ook Portugezen vinden dat blijkbaar fijn. (poupe tempo e dinheiro) Ik deel de trein met Zweden, Japanners, Chinezen, Spanjaarden en Duitsers, dus en passant zoek ik dat maar eens even op. Ondertussen kijk ik ook naar buiten hoor en merk op dat Benfica, bekend van de voetbalclub, ook een wijk is. Een hele arme zelfs en even verder op schrik ik zelfs een beetje. (probeza = armoede). En zo vermaken we ons wel tot Sintra. Ledigheid is des duivels oor kussen, dus bij vermaak alleen blijft het niet vandaag. In Sintra, het buitenverblijf van de voormalige Portugese koningen, staan meerdere kastelen. Ik heb er geen zin in, maar besluit richting de tuinen van Montserrate
te lopen bij het gelijknamige kasteel. Het weer is prachtig en het valt me op dat de bladeren hier ook vallen, maar dat sommige bomen ook nog groen zijn. (blad is folha) Mijn gedachten (pensamentos) drijven naar de seizoenen, het is al herfst (o Outono), dat lijkt op het Franse automne. We pakken dan gelijk de Ivorno (winter), Primavera (lente) en Verão maar even mee. Ik heb helemaal niet door dat ik veel te hard loop gezien mijn slechte (mau) conditie, er zitten steile stukjes weg in. Bovendien niemand loopt (andar of caminhar) naar de toeristische trekpleister. Allemaal pakken ze het toeristenbusje bijna. Een beetje moe (cansado) kom ik boven en besluit de tuin de tuin te laten. Ik moet ook nog terug bedenk ik me. Mijn schriftje heeft al zo’n vijftig woorden bij elkaar, die ik ’s avonds nog wil verwerken.
Voor niets gaat de zon op en onder, wie Portugees wil leren moet van ander hout gesneden zijn, dus gewoon doorpokkelen. Ik maak mijn lijstje, inmiddels 70 woorden, die ik uiteraard ook nog even oefen. Hoe lang ze in mijn grijze massa blijven zitten is natuurlijk mede afhankelijk van mijn doorzettingsvermogen de komende tijd. Ik ben tevreden voor vandaag, ondanks de rugpijn (dores de costas) die nadrukkelijk aanwezig is, maar dat is misschien wel de prijs van calvinismo. Maar mij hoor je niet klagen, ik ben immers geen maçador.