Maria, Moeder der moeders, bij het horen van de kreet, de Spelen zijn begonnen, moest ik aan haar denken. Zij die waakt over alle moeders en daarmee alle kinderen. En we zijn allemaal natuurlijk kinderen die willen spelen. Of dit liturgisch juist is waag ik te betwijfelen, ik doe het er maar mee. En bij Spelen hebben we het niet over spelende kinderen, of van mijn part volwassen mensen die huppelen in de wei en dat biodanza noemen. Ook gaat het dan niet over mensen die na een hete dag een onweersbui gebruiken om kirrend af te koelen. De Spelen zijn geen speelkwartier meer en dat wordt vooral in Japan duidelijk. Lege tribunes in een land dat vanwege corona eigenlijk niet meer wil. Maar ze moeten Spelen. Het IOC is de baas en dat is best sneu voor de Japanners. Geld en Spelen? Ave!

Pingback: De afsluitende 144 woorden (30 oktober 2021) | sprakeloos verhalen