Sociologische overwegingen in de tuin

20200330_11473820200330_114835

Begin april beschreef ik de eerste stappen van inkeer in coronatijd middels noeste arbeid in de tuin. Het is goed voor de geest en voor je fysieke gestel. En de tuin vaart er ook wel bij. We zijn zeven weken verder en vandaag voorlopig de laatste hand gelegd aan dit gedeelte van mijn tuin. Ondanks de hooikoorts toch maar aan de slag gegaan. Wat is dat met tuinieren en de mens? Zelf ben ik geen echte tuinman. Dat wil zeggen, op zeker moment moet het omdat…..omdat het moet. Ik vind het ook niet zo erg als je eenmaal bezig bent, soms zelfs wel leuk. Heel leuk vind ik de ritjes naar de tuincentra, waar ik me gedraag als een kind in een snoepwinkel. Het verschil is dat ik zelf de rekening dien te betalen.

20200523_131137

Tot de maand juli kan ik het wel redelijk opbrengen, dat spelen in de volwassen zandbak. Daarna laat ik het meestal versloffen. Geen zin meer, het groeit te hard, het onkruid is niet bij te houden om over de grassen tussen de tegels maar te zwijgen. In de maand juni is de tuin volgroeid en dan kijk ik er bijna niet meer naar om. Het is maar goed dat ik dat niet heb met mijn volwassen kinderen.

20200523_131212

Ik werk ook niet heel hard in de tuin. Mijmerend over het leven hang ik op de schoffel of bezem. Dat dromen zorgt voor weinig efficiëntie in mijn tuinarbeid. Zo bedacht ik me dat mijn gang naar de tuin misschien wel een vlucht is voor belangrijke huiselijke bezigheden. Vluchten voor het huishouden, immers druk bezig in de tuin. Of andere kleine klussen die je zelfs met twee linkerhanden toch wel zou kunnen uitvoeren? Daar heb ik een broertje dood aan, want die klussen duren met die twee linkerhanden vaak nog best lang. Laat mij maar tuinieren als minst slechte alternatief voor echte klussen.

 

Een aantal jaar geleden ging ik in de plaatselijke kwekerij eens ver over mijn grenzen heen door de aanschaf van geraniums. Dat deed je toch niet als je nog vijftig moest worden. Een paar jaar later zijn ze niet meer weg te denken in mijn creatieve tuindecoratieproces. Rode geraniums horen erbij. Geen tuin van mijn hand zonder rode geraniums. Gisteren ging ik een tweede grens over. Ongeveer de lelijkste bloemen heb ik gekocht. Mijn overweging was de prijs. Voor slechts €3,- kocht ik 12 Afrikaantjes voor de plek met de meeste schaduw in mijn border. Als ze het niet zouden doen dan is er geen man overboord en kan ik de schuld geven aan deze Afrikaantjes.

20200523_155852

Met de Afrikaantjes is toch iets bijzonders aan de hand. Mogen ze nog wel zo heten heten vraag ik me af. Terwijl Sinterklaas het tegenwoordig met Pieten moet doen, een lekkernij van crème met een chocolade omhulsel in de vorm van een tiet moet nu zoen worden genoemd in plaats van n..zoen. Het is maar goed dat onze kinderbenaming niet algemeen is geworden want dan aten we nu tieten in plaats van zoenen. Maar voor de Afrikaantjes is nog geen grachtengordelclubje opgericht die ons wijst op ons achterlijke koloniale verleden. Alleen al het feit dat we blijkbaar niet door hebben dat Afrika uit meer dan 54 landen bestaat en wij niet eens de moeite nemen om te specificeren. Het zijn namelijk geen Tanzaniaantjes, Marokkaantjes of Angoleesjes. Misschien omdat ze vaak oranje zijn mag het daarom wel?

20200523_131251

Ik heb dus nu Afrikaantjes in mijn tuin, de volgende stap in mijn verouderingsproces. Ja ik heb zo mijn vooroordelen als het gaat om planten. Hoewel, ik herinner me in de tuin van mijn opa en oma dat er altijd een klein strookje gereserveerd werd voor snijbloemen. Die vind ik met terugwerkende kracht wel heel mooi. Ik moet mijn moeder toch eens vragen wat dat voor bloemen waren. Voor later als ik groot ben en mee mag doen met de ruziemakende 50+ partij. Dan neem ik zo’n boeketje bejaarden snijbloemen mee uit eigen tuin om te verzoenen.

Dat tuinieren brengt me veel goeds bedenk ik me nu ik de dag zo overzie.

 

 

 

Begrip, van de dag (176) Veelzijdig stukje grond

20160529_201134

 

 

VEELZIJDIG STUKJE GROND

 

Mijn gedachten laten waaieren over een palet van zaken tijdens het tuinieren, brachten me bij de middeleeuwen. Bij het klaar maken van een piepklein stukje grond voor gras, schiet mij de term wisselbouw naar boven. In de Middeleeuwen begrepen ze al dat je niet ieder jaar hetzelfde gewas op een stuk grond moest verbouwen anders wordt de grond eenzijdig geexploiteerd. Je moet steeds een stuk opschuiven. Dit werd tijdens de geschiedenisles verteld, maar omdat de basisschool (toen nog lagere school) in een agrarisch gebied lag, wisten veel jongens en meisjes van hun eigen landbouwpratkijken thuis te vertellen. Het is me dus bijgebleven en moest er aan denken bij de zoveelste bestemming voor een klein stukje tuin aan de straatkant.

Aanvankelijk stonden er wat onbeduidende planten, volgens mij wisten de vorige bewoners ook niet zo goed raad met dit stukje grond. Woonachtig in een appelbuurt, heb ik een heuse appelboom geplant met naar het zich laat aanzien veel vruchten dit jaar. Op de voorgrond staat een zusje van een boom verderop, ineens was ze er en binnen drie jaar al flink op lengte. In een hebberige bui ook twee conifeertjes gekocht, ooit om toch iets te maken van het onkruidperkje en ook die groeien lekker door. Maar de rest van de grond, het bleef behelpen.

Drie jaar geleden kreeg ieder bewoner van Duiven een zakje bloemzaad van de afscheidnemende burgemeester Zomerdijk die fervent imker is. Het gaat slecht met de bijenstand, dus we zaaien de gift van de burgemeester onder de appelboom. Rotzooi kwam er van, geen weelderige bloemenpracht. Vorige jaar veel onkruid, zevenblad zeggen verontruste kenners. Ik heb het weg gespit. Dit jaar weer wat anders, smeerwortel. Kruidenvrouwtjes als Klazien uit Zalk zullen er gek mee zijn, maar ik heb er genoeg van. Ik wil gras om de appels zacht te kunnen laten vallen in het najaar. Kortom een veelzijdig stukje grond…….. Grond. Wat wordt het volgend jaar?