Bij het begin van de wandeling werd ik meteen aan het denken gezet. Wat is de reden dat een straat ‘Vagevuursweg’ heet? Wat is er in het verleden gebeurd, welke lugubere of misschien wel spirituele verhalen liggen ten grondslag aan deze naamgeving? Mocht iemand het weten schroom niet mij deelgenoot te maken. De weg was niet zo lang en al snel dook ik de bossen in en de hemelse geuren van natte sparren en dennen kwamen me tegemoet. Zou dat het zijn, als je de in het vagevuur bent geweest, dan wandel je met een goed gemoed de hemelse geuren in van het bos? Ik kan het me haast niet voorstellen, temeer ik heerlijk liep en zeker drie kilometer lang niemand tegenkwam. Ik zal toch niet alleen in de hemel zijn? Ik ben gewoon van katholieke huize, dus daar geloven we niet in.
Ik had gisteren besloten om weer eens een wandeling in de buurt waar ik ben opgegroeid te maken. Toen ik mijn moeder deelgenoot maakte van mijn voornemen, zei ze: ,,In Nieuw-Heeten woonden een oom en tante van mij, ik heb er wel eens gelogeerd. Er moet nog ergens een schuur zijn waar zij onderduikers verborgen in de bossen. De zus van mijn opa was getrouwd met Hullegie. En daar waar ik de naam van de straatnaam Vagevuursweg niet kon achterhalen, was even googelen genoeg om de summiere oorlogsgeschiedenis te achterhalen. De schuur heb ik niet kunnen achterhalen, maar mogelijk liep het Hekk’npad (groene pijl) er niet langs. Ik was wel gebiologeerd door een andere schuur, bouwvallig en verlaten met nog wat resten van landbouwwerktuigen, maar onmiskenbaar na de Tweedewereldoorlog.
Aan de voet van de Sallandse Heuvelrug, of nog mooier, in de uitlopers van de Sallandse Heuvelrug was het goed wandelen. Nieuw-Heeten, ik heb er vroeger wel eens gevoetbald, we wonnen vast altijd met het ‘grote’ ROHDA, maar verder ken ik het eigenlijk niet zo goed. Maar het Hekk’npad heeft dat ruimschoots goed gemaakt. Voor meer foto’s verwijs ik naar mijn Instagram account titiissprakeloos om daarmee nog meer verslingerd te geraken op Salland. Na het vagevuur, de hemelse geuren op de Sprengenberg eindig ik de wandeling maar met het opsteken van een kaarsje voor hen die het kunnen gebruiken.
Ik ben zuinig opgevoed durf ik te stellen, maar meestal vergeet ik mijn opvoeding als het om zuinigheid gaat. Ik denk niet zo erg na over veel ogenschijnlijk marginale zaken, hoewel ik weet dat daar zuinigheid in zit. Eén ding probeer ik wel, het combineren van reisjes. Als ik in in Enschede, Zwolle of Deventer moet zijn voor mijn werk ga ik zoveel mogelijk even langs bij mijn ouders in Raalte. Dat combineren was echt iets van mijn ouders. Van de week zag ik op de website van Rohda Raalte dat de B1 tegen een jeugdelftal van Feyenoord zou spelen. Hèt Feyenoord wel te verstaan, de club die ik sinds 1974 aanhang, tegen mijn jeugdclub waar ik tussen 1974 en 1984 heb gespeeld. Op naar Raalte dus, en mijn ouders uiteraard.
Ik droomde ervan als een soort Johan Boskamp goede jeugdspelers te kunnen scouten, je schijnt daar heel leuk mee te kunnen verdienen. Of in ieder geval de sterren voor het wereldkampioenschap in 2022, waar die ook gespeeld mag worden, te aanschouwen. Want laten we eerlijk zijn, met de huidige staat van het Nederlands Elftal moet de hoop toch uit Rotterdam komen. Durf dat maar eens tegen te spreken. Op tijd dus opstaan om vanuit Duiven naar sportpark Tijenraan te rijden met mijn zoon, die ik qua voetbalvoorkeuren netjes heb opgevoed als niet-Rotterdammer. Hij is ook voor de club van Nederland. Vlak voor we in Raalte zijn, kijkt hij op twitter en zegt met een diepe zucht: Rectificatie!
In tegenstelling tot eerdere berichten die ook verspreid zijn in de lokale media, speelt de Rohda-jeugd niet tegen het Feyenoord uit Rotterdam, maar tegen de amateurtak uit Rotterdam, SC Feyenoord. Voor degene zonder voetbalkennis, dat is echt heel wat anders. Rijd ik met mijn zoon dat hele eind om een paar snotneuzen te zien voetballen. Best leuk als het je neefjes zijn, maar toch. Gelukkig bij moeders nog een bammetje eten, dat dan wel, maar toch voel ik me in mijn zuinigheid een beetje genept. Zo hebben mijn ouders me niet opgevoed.
Eigenlijk had ik het sfeerverslag zo willen beginnen:
,, Net als vroeger op de fiets naar Rohda, voor mijn eigen voetballoopbaan of anders voor het eerste. Peddelend tussen de Pauluskerk en de Paulusschool, de Oude Molenweg overstekend en de Göbelstraat in (die kan op dit moment wel eens prachtig in bloei staan, als de bomen van vroeger er nog zijn tenminste); bij de OBS Westdorp richting het Raalteveld en bij de BK-straat de Hofstedelaan in langs het FRC en via de Zwolsestraat naar het Rohdaveld.”
Maar zo begint mijn verslag niet. Ik zou op de fiets van Duiven naar Babberich gaan omdat mijn partner en jongste zoon naar de puppycursus moesten. Sinds kort hebben we een pup, genaamd Pippa. Maar het ging niet door, dus ik kon met de auto. Meteen greep ik die kans, want ik had geen zin in 10 kilometer tegenwind. Mijn sportieve inslag is groot, maar mijn verslaving aan sigaretten helaas groter. Dus met de auto maar.
Half november had ik de laatste wedstrijd van Rohda in Uden gezien en was onder de indruk. Ook de thuiswedstrijd tegen Alcides deed mij dromen over wedstrijden in Groesbeek het komende seizoen bij de vrienden van De Treffers en Achilles ’29. Ik was heel enthousiast, maar de resultaten in de daarop volgende periode vielen wat tegen. Dus ik dacht op 1 april zal ik maar eens kijken in Babberich wat er aan de hand is.
DE AMBIANCE IN BABBERICH
Aangekomen bij het Sportpark van SV Babberich zag ik dat ik niet de enige was, maar heel veel meer mensen waren er ook niet. Dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Babberich staat bekend om de hechte dorpsgemeenschap en de liefde voor de club was bijna spreekwoordelijk. Gaandeweg de wedstrijd schatte ik dat het aantal ROHDA aanhangers toch zeker op 25%, dus dat moet beter voor een club die op degraderen staat.
Entreebewijs op zak, boekje meegekregen en een euro aan de jongens van de lootjes gegeven en mijn blik viel op het bord van SV Babberich 80 jaar met het prachtige onderschrift van een van Nederlands beste liedjes: ‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder.’ Al deze kwalificaties zullen voor de 80 jarige club van toepassing zijn. Voor deze middag vrees ik dat het huilen wordt en door de luidsprekers klinkt heel toepasselijk: ‘It’s my party and I cry if I want to’. Gevoel voor humor kan ik de clubmensen van Babberich niet ontzeggen.
In de zeer frisse eerste aprilzon nam ik plaats aan de kant van het veld. Het leek wel of de weergoden ook heel goed wisten wat 1 april betekende en dus ons allen een loer draaiden. Helemaal gerust op een goede afloop was ik nog niet vanwege al dat puntenverlies de afgelopen maanden. Dromen over een reisje Groesbeek kan ik voorlopig uitstellen, vrees ik. Naast mij staan een aantal hevig mopperende Babberichers (of Babbersen, hoe noem je die mensen) die hun spelers hartstochtelijk souffleerden. “Mo, je moet dit, Mo, naar voren, Mo, korter erop.” Mo deed gewoon zijn ding. Ook ene Röhmer kreeg er van langs met veel gvd’s. (Misschien moet ik u tussendoor een geheimpje vertellen over de omgeving van Babberich. De plaats is een onderdeel van de gemeente Zevenaar en ligt tegen het Gelders Eiland aan (gemeente Rijnwaarden). Van vroeger uit een stukje door rivieren omsloten Nederland dat bekend stond om het vechten tegen de elementen. De godvruchtigheid van de bewoners was iets minder dan elders in Nederland. Het vloekend vermogen was echter significant groter dan elders. Ik heb inmiddels enige ervaring. Deze middag werd ik er mee geconfronteerd. En ik niet alleen ook ‘Mo’ en ‘Röhmer’.
BABBERICH HOOLIGANS
De passie was niet alleen bij deze toeschouwers aanwezig, ook de keeper van Rohda werd gedurende de eerste helft ernstig geïntimideerd door ‘The Babberich Hooligans”. Ze zongen wijsjes en sprongen op en neer alsof ze in De Kuip stonden. En ik kan het weten, want ik was er gisteravond. Daar moet ik het mijne van weten en liep in hun richting. En inderdaad, zeker drie van de kereltjes waren voor Feyenoord. Dat verbroederde, maar slechts voor even, want toen duidelijk werd dat ik juichte bij het doelpunt van Melvin Velthuis, kon ik maar beter verder lopen. Dit werd mij vriendelijk doch dringend te kennen gegeven.
VOETBALASPEKTEN
O ja, had ik het al over het voetbal gehad? In vergelijking met een klein half jaar geleden was dit Rohda voor mij onherkenbaar. De werklust was er nog wel, daar ontbrak het niet aan, maar de passie leek verdwenen. En erger nog dan dat, de samenhang was weg, alsof er gebrek aan onderlinge communicatie was. Hoe is dat toch mogelijk vraag je je af als passant? De Raaltenaren waren naar mijn volledige objectieve maatstaven beter dan de degradatie-kandidaat. En toch was dat over de hele wedstrijd qua kansen niet duidelijk. Zeker het laatste kwartier dat ingeluid werd met een bal op de paal, was de totale controle over de wedstrijd weg en werd het zelfs nog 2-1 en roken ze in Babberich nog kansen.
En daar waar de communicatie onderling afwezig leek, wisten de spelers van Rohda de scheidsrechter wel verbaal te belagen. Toegegeven, de wedstrijdleiding was niet altijd even sterk. De man in het zwart wist met de emoties van beide ploegen niet goed om te gaan, waardoor de wedstrijd soms onnodig hard was. En van een degradatie-kandidaat is dat misschien logisch, maar een potentiële kampioenskandidaat moet ervoor zorgen dat de regie in eigen handen blijft bij dit soort wedstrijden. Dan zijn de vele overtredingen niet nodig en hoef je je eigen frustraties niet op de scheidsrechter bot te vieren. Hoewel, op het einde werd ik ook boos, het leek het erop dat de scheids door wilde laten spelen tot het moment van 2-2. Gelukkig was het ook voor de arbiter na ruim vijf minuten extra tijd voldoende.
OVERPEINZING
En voor mij was het ook voldoende. Ik pieker me suf hoe als toeschouwer het eerste van Rohda met goede raad bij te staan. Ronald Koeman neemt zijn ploeg mee naar een militaire training op 2 april. Misschien kan Rohda aansluiten en zich bekwamen in het morsen om zo de onderlinge communicatie te verbeteren. Tot die tijd is het vechten en werken, dan zal ik bidden en hopelijk weer bewonderen in de nabije toekomst.
Op de terugweg prijs ik mezelf met de auto te zijn gekomen. Ik rook rustig mijn sigaretje en dan weet ik het. Als Rohda dit jaar toch nog kampioen wordt, theoretisch is het mogelijk, stop ik met roken en kan moeiteloos op de fiets naar Groesbeek volgend jaar, ongeveer 30 kilometer voor mij. Lijkt me een goede deal.
En voor Rohda en Babberich een mooi youtubefilmpje van Ramses Shaffey
Zondagochtend, de neus steek ik even buiten de deur nadat ik het trieste grijs van de dag had aanschouwd. Niet zeuren, je had gezegd naar Uden te rijden voor andermaal een wedstrijd van Rohda Raalte tegen een koploper, ditmaal Udi’19/Beter Bed. Geen woorden, maar daden om maar eens te spreken met de andere voetbalclub die een plek heeft in mijn leven, Feyenoord. Bovendien, de laatste wedstrijd die ik zag tegen Alcides was hartverwarmend en de nummer 3 tegen de koploper is een pracht van een affiche.
Trouwens Udi’19/Beter Bed, ik zelf heb wat moeite met de toevoeging van de welbekende sponsor. Natuurlijk is een goede sponsor niet meer weg te denken, maar om die nu te gebruiken in de clubnaam, mijn voetbalhart gaat er niet harder van kloppen als Rohda Raalte in een keer Rohda Beaphar genoemd gaat worden. Het Raalterse bedrijf is al jarenlang trouw sponsor en ik hoop van harte dat dit tot wederzijds genoegen is, van club en bedrijf, maar het blijft wel gewoon Rohda Raalte, toch!
Bij binnenkomst in Uden is het nog steeds grijs weer, onderweg heb ik de zon vijf minuten gezien. Heel dreigend staan er billboards langs de weg in het Brabantse dorp met ‘Uje Swingt’. Dat is intimiderend, denk ik dan. Zullen de Roodgelen ook weer swingen op het veld? Gelukkig betreft het de aankondiging van de opening van het carnaval in Uden. Als ik aankom op het ruime sportpark, worden de spelers aangekondigd en ik vind mijn plekje tegenover de hoofdtribune onder het scorebord. De Udense pupil van de week truct keeper Ruben Tepperik en dan kan de wedstrijd beginnen, of zoals ze gisteravond in ‘Uje’ deden, swingen.
Voor mij gaan drie heren staan, die een onvervalst Sallands accent hebben. Volgens mij is één van hen ook nog het zenuwcentrum voor de sociale media, want standen werden telefonisch doorgegeven. Ik heb de gehele eerste helft geluisterd naar hun commentaar. Volgens mij begrepen ze het spelletje wel. Ik ken ze niet, maar ze zullen zichzelf wel op de foto herkennen.
Rohda begint sterk, al is het meteen duidelijk dat de Udenaren niet voor niets de koppositie hebben in de hoofdklasse C. In de dertiende minuut is het Melvin Velthuis die voor Rohda het bal opent en scoort. Toen moest Udi’19 wel gaan swingen, ze dringen wel aan, maar echt gevaarlijk wordt het niet tot in de 32e minuut een geweldig doelpunt voor de thuisploeg de wedstrijd weer in evenwicht brengt. En dat evenwicht blijft in de eerste helft. Twee voetballende ploegen, die wel willen spelen, maar heel veel grote kansen zijn er niet. Wel opvallend is wederom de passie waarmee Rohda speelt, maar ook Udi’19 voetbalt om te winnen, met als gevolg regelmatig gevaarlijk spel of verdedigende acties waarbij de spelers aan beide kanten te laat zijn. Menigmaal moeten de verzorgers de spelers bij staan, terwijl de wedstrijd over het algemeen sportief is, lijkt het, nu we het toch over swingen hebben, op de Braziliaanse vechtdans, de capoeira. Braziliaans voetbal is er nog niet, maar van de voetballende capaciteiten van beide teams is er genoeg te genieten. Toch is er reden genoeg om in de rust snel naar de koffiecorner te gaan voor iets warms. Blijken ze ook erwtensoep te hebben, maar er zijn meer mensen die het koud hebben, dus ik grijp achter het net. Maar de koffie is goed en gratis met de verkregen koffiebon. En gratis smaakt vaak lekker, zo Nederlands ben ik dan ook wel weer.
Door het ontsteken van de lampen in de rust wordt het trieste weer zo mogelijk nog meer benadrukt. Op het veld is hetzelfde evenwicht van voor de rust te zien. Beide teams gaan voor de overwinning, maar het eerste doelpunt na rust komt toch weer van Rohda, een kopbal van Thije ten Den. De keeper uit Uden heeft geen kans. Bij een mindere tegenstander is het dan de opdracht om de wedstrijd goed uit te spelen, Udi’19 is natuurlijk gebrand op een gelijkspel, of liever nog meer. Zij krijgen ook nog wel enkele kansen, maar ook het uitbouwen van de voorspong zit er voor Rohda in. Ik denk dat het consolideren van de voorsprong op de koploper vooral een verdienste is van de teamkracht van de Raaltenaren. Dit zorgt ervoor dat het merendeel van de aanvallen (lange ballen van Udi’19) gemakkelijk onderschept konden worden. Bovendien worden de uitbraken van Rohda naarmate de tweede helft vorderde, steeds gevaarlijker. Het doelpunt in blessuretijd door Sander Kok is dan ook niet meer dan logisch. Het doelpunt wordt gevierd alsof ze kampioen worden.
Toen ik de auto opzocht, hoorde ik de spelers van Rohda nog zingen (en swingen). Ik loop nog wel weer eens wedstrijdje mee, mooie dingen staan er volgens mij nog te gebeuren dit seizoen.
Als troost voor de Brabantse lezers van dit stukje en in de wetenschap dat ze echt kunnen swingen, een nummertje van Gerard van Maasakkers.
Twee voor de prijs van één, dat was het zondag 9 oktober 2011. Een bezoek aan mijn ouders en als toetje de wedstrijd van Rohda Raalte tegen koploper Alcides. De openingswedstrijd van dit seizoen had ik gezien in Lichtenvoorde tegen Longa ’30. Het viel niet mee en via de media heb ik de daarop volgende wedstrijden meegekregen. Tegen Longa ’30 vond ik Rohda te afwachtend en vooral te weinig initiatiefrijk. De tweede wedstrijd werd verloren, maar nadien zijn er drie op rij gewonnen. Voor mij als toeschouwer is er dus hoop op een mooie wedstrijd. Samen met mijn trouwe metgezel, mijn oudste zoon, rijden we naar Sportpark Tijenraan. Een naam trouwens die ik als jeugdspeler nooit heb gebruikt, Tijenraan was voor mij alleen de sporthal. Wie lang niet bij de Rohdavelden is geweest, herkent het echt niet meer. Na 1985 was ik er twee jaar geleden voor het eerst weer en ik moet stellen, het was een mooie accommodatie en dat is het nog steeds en geheel eigentijds. ‘Pa, waar komt Alcides vandaan?’ Ik vertel hem dat ze uit Meppel komen en ik herinner me dat ik in C1 tegen ze heb gevoetbald, ze heetten toen nog MVV Alcides volgens mij. ‘Gewonnen?’ Ik kijk hem aan, trek een laatje herinneringen, in combinatie met bluf, open in mijn bovenkamer en zeg zonder blikken en blozen. “Natuurlijk, 5-3 in Meppel wel te verstaan!’ Honderd procent zeker ben ik niet, maar als keeper herinner ik me een natte regenachtig zaterdag, waarbij me een bal tussen de handen glipte, maar in de rest van de gelijkopgaande wedstrijd een uitstekend herstel. Een van mijn betere wedstrijden in C1.
Bij aankomst kopen we uiteraard een programmaboekje, eentje te vroeg blijkt, want het winnende lot valt op het boekje na ons. We lopen meteen naar het staangedeelte van de tribune aan de linkerzijde van de zitplaatsen. De spelers lopen zich warm, pupillen met vlaggen eveneens en André Hazes zingt over ‘Bloed, zweet en tranen‘. Dat moet ook zeker gelden voor de pupil van de week, Simon Veenhuis. Hij dribbelt net als alle andere pupillen die ik gezien heb heldhaftig naar het doel, schrikt zich te pletter van de keeper, maar gelukkig weet hij in de rebound toch te scoren. En dan……
Dan zie ik een onherkenbaar Rohda in vergelijking met ruim een maand geleden. Wat een gretigheid en compassie etaleert Rohda vanaf de eerste minuut, agressie bij balverlies en de opbouw bij de verdediging is meteen gericht op winst. Ze vinden dat geen Alcides speler iets te zoeken heeft op de helft van Rohda. Het resultaat is er naar want in de 10e minuut scoorde Sahbaz en zeven minuten later was het Thije ten Den die voor de 2-0 zorgde. Als toeschouwer vergeven we de misser van Melvin Velthuis tussendoor omdat hij een goede wedstrijd speelde, dus dan mag je een keer voor open doel missen. Tussen de twintigste en dertigste minuut kwam Alcides terug, kreeg kansen en scoorde de aansluitende treffer. K** denk je als Rohdasupporter, maar het belooft dan wel een heel spannende wedstrijd te worden, het draaiboek voor een thriller ligt eigenlijk klaar om gespeeld te worden. Echter als in de 31e minuut de 3-1 wordt gescoord kunnen die boeken ook weer dicht. Een ander genre lijkt zich te ontpoppen, want de wedstrijd wordt iets grimmiger en het krijgt alle ingrediënten voor een knokfilm al blijft het echte ‘vuurwerk’ nog uit.
Een ruststand van 3-1 schept vertrouwen. Samen met mijn zoon loop ik een rondje om het veld om sfeer te proeven. Ik merk stoeltjes en dug-outs op bij alle velden en zie dat de bosjes bij het oude veld vier, bij het tennispark, er niet meer zijn. Omdat het begint te spetteren, lopen we naar de rechterkant van de zittibune, de plek waar ik de gloriedagen van Rohda menig zondag heb bekeken. We staan bovendien weer aan de kant waar we de Rohdadoelpunten verwachten, hoewel Rohda vroeger het liefst de tweede helft richting de kantine speelde. Ze zullen de tos wel verloren hebben en dat is dan ook het enige die middag. Ook de tweede helft is voor Rohda, al proberen de Meppelaren het nog wel in het begin. Nog een keer komen ze met een prachtig doelpunt uit een vrije trap, maar ze hebben geen antwoord op de wil om te winnen bij de Raaltenaren, die tussen het fysieke tumult ook gewoon hun vierde en vijfde doelpunt scoren.
En tumult is er af en toe met halverwege de tweede helft een heus opstootje, maar tot een echte knokfilm komt het gelukkig niet. In mijn optiek was Rohda mogelijk af en toe een pietsie te gretig, zonder echt smerig voetbal te spelen. Je kunt het ook mannelijk spel noemen en dat komt niet lekker over bij Alcides dat misschien een pietsie gefrustreerd is omdat het de verwachting van de status als koploper deze middag niet waar kan maken. Toch hebben de Meppelaren geen onaardig team, maar het Rohda van 9 oktober solliciteert wel heel nadrukkelijk naar de bovenste plek, misschien wel een treetje hoger nog? Tot de laatste minuut bleven ze knokken en als ze dat de rest van het seizoen blijven doen, dan…….dan zal ik zeker nog eens een sfeerverslagje schrijven in Raalte of elders langs de velden. Misschien dan met de hoeveelheid supporters om me heen die doen denken aan de glorietijden waarbij 1500 voetballiefhebbers langs de lijn geen uitzondering was. Wie weet.
Nauwkeurig bestudeer ik de buienradar en weeronline en kom tot de conclusie dat hedenmiddag de weergoden ons goed gezind zijn, dus besluit ik de openingswedstrijd van ROHDA Raalte te bezoeken. Eenmaal aangekomen kan ik het ‘stadion’ niet missen, want groots wordt de ‘voetbalhoofdstad’ van de Achterhoek gepresenteerd. Om de pretenties moet ik glimlachen en bij de voetbalhoofdstad denk ik nog altijd aan de Superboeren, twintig kilometer verderop. Aan de andere kant begrijp ik dat het nabij gelegen Groenlo met hun stadse fratsen, paars aanloopt van jaloezie en daar is het mogelijk ook om te doen.
Overigens is het complex van Longa ’30 vriendelijk, verzorgd en redelijk bezocht en al zijn het geen Superboeren, het programmaboekje werd wel meteen ondergescheten door de eerste de beste vliegende kip. Over boeren gesproken, ik herinner me dat er vroeger bij ROHDA op de wijs van ‘We’ve got the whole world in our hand’ werd gezongen: ‘Wi bunt een boerencluppie uut Roalte, Wi bunt een boerencluppie uit Roalte, moar wi stoat lekker bôvenan.’
Lang vervlogen tijden, maar waarom zou deze middag de ouverture van een geweldig seizoen niet beginnen in Lichtenvoorde. Bijvoorbeeld door de voormalige eersteklassers eens te laten proeven aan het echte Hoofdklasse niveau. Pretenties? Dat mag in de voetbalhoofdstad van de Achterhoek.
Tussen de feesten door
Zelf ben ik nog wel even bang dat Stoppelhaene nog in de benen zit, maar dat wordt dan mogelijk gecompenseerd doordat Longa ’30 ook al met één been in hun kermis verkeert. Na de aftrap starten twee elftallen die wel willen, maar niet kunnen. Daarbij is het balbezit het eerste half uur net iets meer voor de Raaltenaren, maar om nu te zeggen dat er iets substantieels meegedaan wordt, nee. Het tikje opzij, soms afgewisseld met een lange bal, opzij, weet ROHDA de bal in zijn gelederen te houden. Aandrang om naar voren te gaan, is er niet. Ik doceer mijn oudste zoon dat dit vragen om problemen is. Naast voetbalvisie leer ik hem ook een deugdelijk spreekwoord: ‘Wie wind zaait, kan storm oogsten.’ En zoals het met spreekwoorden is, ze komen uiteindelijk altijd uit of bevatten een kern van waarheid. In de 31e, 32e en 35e minuut kroop ROHDA door het oog van de naald, weer zo’n spreekwoord dat allesomvattend de waarheid in zich herbergt. Dankzij keeper Ruben Tepperik (Jens Veldwachter?) bleef het doel schoon, de Lichtenvoordse storm van bijna orkaankracht, bleef zonder schade voor ROHDA. De kramp in de ROHDA verdediging is het logische gevolg van het ontbreken van aansluiting met het middenveld. Het aantal ballen terug op de keeper was groot en dat is voor Longa’30 natuurlijk het sein dat er iets te halen is. De laatste tien minuten luwde de storm en hielden de ploegen elkaar in evenwicht.
De scheids
In de pauze luisterde ik naar de gesprekken van een aantal autochtone Lichteenvoorders die het niet begrepen hadden op de scheidsrechter. De jongens van Raalte gingen steeds zomaar liggen, het leek nergens op. Nu was het mij ook opgevallen dat er veel onderbrekingen waren, maar om het arbitrale trio daar nu de schuld van te geven, vind ik met al mijn ‘objectiviteit’ zeer ten onrechte. Wat mij opviel is, hoewel de wedstrijd zeker niet hard was, dat de spelers van Longa vaak net iets te laat waren en daarmee onbedoeld op incorrecte wijze op ROHDA spelers stuitten. Niet erg, de handelingssnelheid komt misschien in de loop van het seizoen nog wel, beste collega-supporters van de Achterhoekse voetbalhoofdstad, maar wel even de hand in eigen boezem steken. (Ja, warempel geheel spontaan weer een spreekwoord) In de tweede helft zou het nog erger worden, waarbij de vermoeidheid bij een aantal spelers zorgde dat het aantal onderbrekingen verder toe nam.
Hopen op een geniepige tegenwind
Als argeloze supporter hoop je altijd dat de thee in de pauze vergezeld gaat met een donderpreek. Ik vond het nodig, want in essentie zou ROHDA een maatje te groot kunnen zijn voor Longa’30, het kwam er niet uit. In de tweede helft probeerden de RoodGelen het wel, maar tot echte doelrijpe kansen kwam het niet. En nu ga ik even de zeurkous spelen, je weet wel, van die beste stuurlui die aan wal staan. En met dit vierde spreekwoord meld ik dat ook hier de linies niet aansloten, drie eenzame aanvallers kwamen tot de achterlijn of richting het zestienmeterlijn gebied zonder ondersteuning. En ik zit niet uit mijn nek te lullen, want de eerste en enige echte goede kans van ROHDA was in de 62e minuut een schot op de paal (van nummer 9, volgens mij Dirk Jan Klijn Velderman) De kans was vooraf gegaan door opkomende middenvelders waardoor het spel over meer schijven gespeeld kon worden. (Tjemig ik zou zomaar coach kunnen worden) Met de inbreng van de nieuwste aanwinst Teje ten Den op rechts bleef er nog even dreiging komen, maar van een echter Raalter Wind was zeker geen sprake. Als supporter hoop je stiekem nog op een geniepig doelpunt, onverwachte tegenwind. Schietgebedjes mochten niet baten, sterker nog, op het einde waren de beste kansen voor Longa’30 waarbij Django Ngutra (5) de Allesbestierende op zijn blote knieën mocht bedanken dat hij slechts geel kreeg.
Een matige openingswedstrijd, waarbij ik nog net durf te zeggen dat een gelijkspel een terechte uitslag is, maar het blijft met vuur spelen als er zo weinig initiatief wordt genomen, terwijl de tegenstander wel de mogelijkheden biedt. De weergoden hielden hun woord, de voetbalgoden in Lichtenvoorde lieten het afweten. Misschien een volgende keer wanneer ik mijn oude cluppie weer eens bezoek, gaat het beter. Of is het roeien met de riemen die je hebt.