Inburgering van lik-mijn-versje 4.0

,,Pa, ik moet het land uit!” Met dit bericht word ik na een vruchtbare dag binnen de strafrechtketen arbeidzaam te zijn geweest, verwelkomd. Omdat mijn zoon een brave borst is en inmiddels formeel volwassen, beticht ik hem niet van strafbare feiten die zo’n uitspraak rechtvaardigen. Hij ziet mijn verbaasde gezicht en begrijpt dat ie zijn vader even moet geruststellen. ,,Ik heb een 5.1 voor de inburgeringstest. Het is weliswaar een test uit 2005 en nu weet ik dat we in een razende snelle, misschien wel vluchtige tijd leven, zo erg zijn de waarden, normen en gebruiken in die tien jaar niet veranderd. ,,Oh” zeg ik, ,,Waar ga je naar toe en wie brengt je?” Want ik denk snel dus weet dat dat wel weer op de schouders van vader terecht komt, want als je die terugkeerdiensten hun gang laat gaan, dan zit mijn zoon over tien jaar nog steeds illegaal in Nederland. Het was een stomme test hoor ligt hij geheel overbodig toe.

 

Tijdens een voedzame maaltijd met veel groente en bruine bonen nota bene, veel “hollandscher” kan het niet, bespreken we de test. Voor de afwas maken mijn jongste zoon en ikzelf de test ook. Nu blijkt dat ik binnenkort kinderloos ben, tenminste voor hun directe nabijheid moet ik vrezen. Zelf moet ik tevreden zijn met een zeer krappe voldoende namelijk 6.1. Maar ik mag blijven, dat wel. De vraagstelling van de meerkeuze vragen was voor zeker de helft zeer discutabel en subjectief, maar in de wetenschap dat mensen hierop afgerekend werden in 2005 is ernstig. Dan heb ik het nog niet eens over het feit dat mijn zoons z.s.m. moeten oprotten. Wilt u zelf een oordeel vellen over de test, volg de link.

Ik ben zeer benieuwd, maar onze inmiddels Koningin Maxima zei het enkele jaren geleden al, de Nederland bestaat niet. Ik schreef er toen al over en weet nu dat ze volledig gelijk had. De Nederlander bestaat inderdaad niet, want ik ben toch niet dezelfde dan de Nederland die met glans een 9 of 10 haalt voor de inburgeringstest. Ik vraag me af wie dit soort vragen bedenkt, of zouden er hele onderzoeks- en begeleidingscommissie achter dit amateuristische testje zitten? Misschien kan ik dit niveau ook wel halen. Bijvoorbeeld hoe multiculti bent u:

1. U ziet een middelbare man met baard daarom weet u dat het een man is, want hij draagt verder een lange jurk met daar onder een broek. Wat denkt u?
a. Dit is een verdwaalde Schot die zijn kilt heeft verruild voor een langer model.
b.Is dit nu wat die xenofobe buurman bedoelt met ‘soepjurk’?
c. Ieder zijn meug, ben blij dat ik de mode niet volg.

2. Een vrouw met een mediteraan uiterlijk, vermoedelijk met Marrokaanse voorouders, schudt haar weelderige zwarte manen, terwijl ze haar spiegelbeeld in de winkelruit bekijkt. U bent onder de indruk, maar zegt:
a. Geniet maar van die mooie krullen, met geblondeerd peroxide haar kan dit niet.
b. Ja, jongedame laat ze lekker dartelen in de vrije lucht, straks moet die doek er weer omheen.
c. Niets, want u hebt geleerd dat dit niet netjes is, bovendien bent u geen versierder, ongeacht waar de dame in kwestie vandaan komt.

3. U ziet een opgeschoten puber met een schooltas, maar ook in het shirt van een bekende Turkse voetbalclub te weten Fenerbace. Hoe reageert u?
a. Dirk Kuyt is wel een barmhartige manier van ontwikkelingshulp in Turkije.
b. U kijkt de andere kant op, want Turkse voetbalsupporter staan bekend om hun lange tenen en korte lontjes. U kijkt wel link uit.
c. U loopt de jongeman lachend tegemoet, pakt hem bij zijn handen en zegt vergoelijkend, geeft niets en begint luidkeels te zingen ‘Hand in Hand voor Feyenoord een, geen woorden maar daden.

Dit was dus het niveau van de inburgeringsvragen. Ik heb geen reden aan te nemen dat we er op dit moment mentaal beter aan toe zijn, want om mensen te kunnen laten integreren, moeten ze eerst welkom zijn. Daarna kunnen we samen lachen om de stupiditeit van de vraagstelling. En zolang er nog zoveel volgelingen zijn van zo’n rare politicus met bescherming, is het niet de vraag of mijn zoons het land uit moeten, maar eerder de vragen of ze hier nog wel willen blijven.

Eindexamen in Sarajevo, 2006

In 2006 hadden we Taida Pasic. Kent u haar nog. Nederlandse kleinzielige naargeestigheid overviel het toenmalige zoveelste kabinet van Balkenende. Rita Verdonk had zitting in dit kabinet. Vandaag krijgt Sahar Hbrahim Gel te horen dat ze mag blijven. Verwesterde Afghaanse (en andere vrouwen en meisjes) mogen blijven. Gelukkig wel voor haar en haar familie.

 

 

 

 

 

 

 

 

In 2006 schreef ik voor www.fok.nl de volgende column. Het had ook zomaar over Sahar kunnen gaan.

Na nauwgezette controle met camera’s bij het hek, verschijnt een vlotte lenteachtige gedaante bij de zware deur van de Nederlandse ambassade. Een meisje, of eigenlijk een jonge vrouw, wordt verwacht en binnengelaten door het geïnstrueerde personeel.

Haar tas moet ze bij binnenkomst afgeven en bewapend met slechts een pen, potlood, gummetje en een flesje water, gaat ze het examenlokaal binnen, een in de haast omgebouwd kantoor van een van de diplomaten van de Nederlandse consulaat in Sarajevo.
Voor de gelegenheid heeft de betrokken diplomaat zijn werkzaamheden elders gevonden, twee ondergeschikte collega’s zullen de komende dagen surveilleren en het meisje in de gaten houden.
Geen spiekbriefjes dus, geen teksten op haar mooie meisjesbenen en ook geen mobieltje om de kluit te belazeren. Want als het om fraude gaat, heeft ze geen beste reputatie.

Het recht op een regulier eindexamen is voor Taida wat omslachtig en vermoedelijk een stuk duurder voor de Staat der Nederlandsen dan wanneer ze dit bij haar vrienden in Winterswijk zou hebben gedaan. Maar goed, een politiek ego moest gered worden, sterker nog, gesterkt worden. Een politiek ego dat zo ongelooflijke veel angst heeft om voor politiek correct versleten te worden. Een politiek ego dat iedere vorm van mildheid gelijkschakelt met de verfoeilijke gedoogcultuur, zodat er geen plaats meer lijkt te zijn voor ethische correctheid.

Het is juist de partij van Rita Verdonk die nu worstelt met hun eigen Taïda in hun midden. Hun eigen kleine fraudeur, Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, heeft willens en wetens ook de kluit belazerd om ons land binnen te komen. En dit wisten ze mogelijk al bij de VVD, maar andere zaken waren belangrijker. Bijvoorbeeld het binnenhalen van een heuse troetelmoslima, nog wel weggepikt bij de PvdA. Dat is goed voor een paar zetels extra. Nu hebben ze dat geweten bij de VVD. De superintelligente Ayaan Hirsi Ali ontpopte zich alras tot een enfant terrible. Ze liet zich niet modelleren tot een bleke bankzitter in de Kamer. Volgzaamheid dat kende ze al wel in haar Somalische leven.
Aangemoedigd door andere slijprechters als Hilbrand Nawijn, begin jarig negentig nog verantwoordelijk voor de IND en dus de binnenkomst van de Somalische, wil Verdonk alsnog kijken of Ayaan Hirsi Ali alsnog over de grens gewipt kan worden.

Ondertussen dwaalt Taida boven haar examenvraagstukken even weg. Misschien gaan de opgaven wel over de Amerikaanse geschiedenis van vrijheid en gelijkheid. Of ploegt ze een moeilijke Franse tekst door over ‘Liberté, Egalité en Fraternité’ en moet ze onwillekeurig terugdenken aan het gedoe rondom haar eigen persoontje. Heel even fronst ze haar wenkbrauwen, heel even maar en gaat daarna geconcentreerd en moedig verder.

Want moedig is ze, want welke minderjarige in moeilijke omstandigheden is zo vastberaden om alsnog haar examen te willen doen in Nederland? Wie heeft de intelligentie om zich in zo’n kort tijdbestek aan te passen in een vreemd land? Welk meisje kan zich staande houden in een periode van onzekerheid of zij en haar gezinsleden in Nederland mogen blijven? Welk kind heeft het raffinement om in weerwil van bureaucratie en Verdonk toch te kiezen voor haar eigen toekomst en een beetje persoonlijk geluk?

Taida is zo’n vrouw. Een parel voor de Nederlandse samenleving, intelligent, wilskrachtig en begaafd. Nederland kan alleen maar hopen dat wanneer de Kosovaren volwaardig burgers van de Europese Unie zijn, over twintig jaar bijvoorbeeld, een veertig jarige vrouw dan denkt:
‘Goh, laat ik eens kiezen voor een topbaan in Nederland bij een bank of universiteit, ik ken immers de taal en de mensen.’
Dat kunnen we dan alleen maar hopen in een land waar de vergrijzing toeslaat.

Vanaf deze plaats wens ik Taida Pasic vooralsnog vooral veel succes bij haar eindexamen (en veel leuke eindexamenfeesten uiteraard.)

En anno nu, succes aan Sahar en haar familie.