Mijn filmblik op Cidade de Deus

Ooit was ik in Rio de Janeiro, City of God. 16 lentes jong en nog vrij onbedorven, maar ook niet geheel naïef. Ik wist dat er armoede was en dat daarmee niet altijd de beste eigenschappen van de mens naar boven komen. Bij rijkdom trouwens ook niet. Ik wist niet echt duidelijk dat Rio één van de wereldsteden was met de slechtste reputatie op dit gebied. Misschien was dat toen minder omdat Brazilië nog een dictatuur was. Inmiddels is Brazilië een democratie, economisch booming en het wereldkampioenschap komt in 2014 en Rio de Janeiro is tevens gaststad voor de Olympische Spelen van 2016.

Werk aan de winkel dus voor de autoriteiten, wetende dat de autoriteiten, lees politie, een onderdeel van het probleem zijn in de favelha’s in Rio. De politie is bestrijder, leverancier, dader en doorgeefluik van de misdaad, zo leert ons het nieuws. Af en toe sijpelt dat hier door en soms krijgen we een documentaire met de achtergronden. Ik heb zo maar de indruk dat het aantal journalistieke reportages zal toenemen naarmate de grote evenementen dichterbij komen. Ik weet niet of de film gemaakt is als anti-reclame (2002), maar de organisatie en de autoriteiten zullen er in ieder geval niet blij mee zijn.

Cidade de Deus is een knalharde film over misdaad in de sloppenwijken van de stad waarbij de zeggenschap over drugs, wapens en vrouwen de drijfveren zijn om te strijden (voor het dagelijks bestaan). Het potentieel van boeven en boefjes is oneindig zolang de armoede oneindig is. In de film worden een aantal jonge jongens gevolgd in een aantal leeftijdsstadia van hun jonge leven. De hoofdpersoon heeft echter andere ambities dan de criminaliteit en wil fotograaf worden. Uiteindelijk lukt hem dat als hij bende-oorlogen van binnenuit kan vastleggen. Als kijker word je tot dat moment wel getrakteerd op een behoorlijke portie geweld waarvan ik maar moet aannemen dat het een realistisch kijk geeft op de werkelijkheid. Het is voor een gewoon Nederlands burgermannetje amper te bevatten, het lijkt eerder de Stad van God los, maar die titel bestaat inmiddels al.

Het gewelddadige karakter van de film is volgens mij niet overdreven, maar het is niet mijn genre. Hoewel het verhaal van de fotograferende sloppenwijkjongen op waarheid gebaseerd is, lijkt het toch heel vaag de rode lijn te zijn in de film. De ontwikkelingen en verharding van de misdaad staat nadrukkelijk centraal. De film begint ‘relatief’ onschuldig in een kleine stad in de jaren ’60. Armoede dreef velen naar de stad op zoek naar nieuwe kansen. Met de disco en de 80-ties komt de film tot een gewelddadige climax.

Ondanks het geweld en de armoede lukt het de filmmakers, misschien door de muziek en de toeristische plaatjes, Rio toch nog steeds een sexy karakter mee te geven. Rio stinks, but it swings.

De film, mogelijk als anti-reclame voor de verkiezing van de grote evenementen in 2014 en 2016 is gelukt, maar niet geslaagd. De evenementen komen. Zonder geweld zou de anti-propaganda nergens op slaan, maar het is niet mijn genre. Ik sta bij de beoordeling dus eigenlijk dubbel, intrigerend, maar toch……

Ik houd het op een 7.

 

Eerdere blikken op film:

De King’s Speech

Eat Pray Love

Unter Bauern

Tirza

De eetclub

Loft

Bienvenue chez les Ch’tis

De Tweeling

Oba Oba in Brazilië

Even terug in de tijd en wel zo’n 27 jaar. We hebben het dan over 1981. Sprakeloos is dan nog wat minder Sprakeloos qua omvang, maar de foto die u hier ziet was wel een van mijn meest Sprakeloze momenten in mijn leven. En dat is ook nog op foto vastgelegd, Rio de Janeiro, Brazilië, in een heuse nachtclub, Oba Oba.

Een heel hoogaangeschreven club voor 18 jaar en ouder. Hoewel ik zelf slechts 15 was en mijn broertje zelfs nog geen 14, vormde dit geen beletsel. Gemiddeld een kop groter dan menig Braziliaan en met de gedegen kennis bij mijn oom van het geboden amusement, was het geheel verantwoord. En dat klopt, want hoewel de kleding schaars was en op sommige momenten het bovenstuk ook niet gedragen werd, was het vooral een show gebaseerd op de samba, carnaval en het aantrekken van toeristen die zich in de club met hun vrouw goed konden vertonen. Zoals de Moulin Rouge voor Parijs is, was dat toentertijd Oba Oba voor Rio. Of dit nu nog zo is durf ik niet te zeggen een rondje googelen leverde niet iets spectaculairs op.

Waarom deze foto? Onlangs heb ik met mijn toegenomen kennis van het bloggen een aantal muziekcolumns op het blog gezet. Een van deze columns had betrekking op Beth Carvalho en Mercedes Sosa  en daarmee zat ik weer in Brazilië 27 jaar terug, dus ik ben de foto’s maar eens ingedoken. En deze foto bracht mooie, verwarrende en ietwat schaamtevolle herinneringen naar boven. In de reis naar Brazilië hebben we een aantal binnenlandse reizen gemaakt, een ervan was uiteraard naar Rio de Janeiro en op de afsluitende avond hebben we de nachtclub Oba Oba bezocht. Een mooie ervaring, met veel ritmische muziek, swingende dansers en danseressen. Vooral deze laatsten mochten rekenen op mijn warme belangstelling, maar dan vooral vanaf mijn veilige plek in het publiek. In nabijheid van mijn familie genoot ik volop van de show en ook dus van de prachtige mulattinnen, met hun gave huid, vrouwelijke vormen, oneindig lange benen en kathedralen van billen. Een één woord prachtig gewoon.

Maar nadat het beste van de show bijna is weggeven, komt het publiek aan de beurt. Een geilaard uit Colombia betrad het podium en werd verplicht om mee te dansen, maar had in de spotlights heel veel oog voor de dame met wie hij publiekelijk moest dansen. Zijn ogen bleken vooral in zijn handen te zitten. Later volgde nog een Fransman die zich voor de volle honderd procent gaf aan het dwingende ritme van de samba. En twee mensen was klaarblijkelijk niet voldoende, ook Nederland moest vertegenwoordigd worden. Voor ik het wist, stond ik op het podium. Ik hoorde mijn broertje nog roepen ‘Niet doen’, maar ik weet zeker dat de jaloezie hem uit de oren spoot.

Maar goed, ik schijn gedanst te hebben en volgens mijn moeder niet onverdienstelijk. Maar goed, dat zeggen moeders altijd, ik zelf kan me er niets meer van herinneren. Zelfs was er geen tijd om me te generen, want zo een optreden past in het geheel niet bij me.

Na afloop werd ik hartelijk bedankt en moest toen nog even op de foto die na afloop voor waarschijnlijk heel veel geld gekocht kon worden. Vanaf dat moment komen mijn herinneringen weer terug. Ik weet nog dat ik een warme droge hand in mijn nek voelde en een andere hand op mijn buik drukte. Ik voel zelfs nu nog dat mijn hersenen bijna uit elkaar barsten met die ene vraag. Waar leg ik mijn rechterhand neer? Instinctief voelde ik dat het geheel gepast was om mijn hand op haar heup te leggen, op haar magnifieke billen was geen optie. Maar ik durfde niet en op dat moment wist ik al, daar krijg je spijt van. En dat klopt, niet zo zeer dat ik niet met mijn vingers aan deze mooie vrouw heb gezeten, maar dat knullige gevoel van niet te durven. Op de foto zie je me al schaapachtig lachen en een van de muzikanten achter me kijkt geërgerd of verbaasd. Zo vaak zal hij dat niet zien dat een van de toeristen zijn arm op ongeveer vijftig centimeter spastisch achter de mooie dame laat hangen.

Volledig Sprakeloos van de mooie show, verwarrend omdat ik een piepklein beetje deel uitmaakte van deze show, maar vooral ook een tikkie beschaamd omdat ik niet de macho was die ik had willen zijn. Op de foto is dat niet echt te zien, maar ik weet wel beter.