Zomerschoenen

Licht gebogen kijkt de man naar beneden en vraagt zich vertwijfeld af:

– ,,Zijn ze nu rood, of toch rosse?”

Twintig minuten ervoor was hij in de hem vertrouwde winkel binnengelopen. De man moest een nieuw paar hebben. Zijn vrouw had hem op het hart gedrukt rekening te houden met de zomervakantie. Ze bedoelde dat de nieuwe schoenen ook onder een korte broek moesten passen. Logisch, ook hij vindt het onesthetisch dat de wereldgemeenschap getuige moet zijn van blote benen in degelijke mannenschoenen. Gemakshalve gaat de man er vanuit dat zijn harige benen wel toonbaar zijn. Trouwens, een overbodig verzoek van zijn vrouw, in jaren heeft hij geen degelijke zwarte of bruine stappers gekocht.

– ,,Typische vrouwelijke controlezucht.”

Zijn aankoop van nieuwe schoenen is een welbeproefd procedé. Hij stapt de winkel binnen en gaat naar het rek met maat 45. Op het eerste oog pakt hij een paar geschikte, niet te dure schoenen. Binnen tien minuten staat hij weer buiten met de nieuwe schoenen aan. Hij heeft hiervoor geen vrouw nodig. Altijd zijn het sportieve schoenen, soms blauw, een andere keer met een eigenwijs streepje of een nutteloos versiersel. De laatste keer had hij felrode schoenen gekocht. Een fijn stel en de man mocht diverse complimenten in ontvangst nemen, sommige gemeend, andere met een spottende ondertoon. Het kan hem weinig schelen. Hij is niet modebewust, integendeel. Zelf oordeelt hij over zijn verschijning als weinig opvallend, gewoon een veertiger met overgewicht, meestal met een spijkerbroek en een overhemd, uiteraard door zijn vrouw gekocht via internet. Hij heeft een hekel aan kledingzaken, maar snel even een schoenenwinkel binnenlopen is geen probleem. Bovendien voedt zo’n blitzbezoek zijn afkeer voor de nette schoen van de zakenman of de onopvallende bruine gevallen die ambtenaren vaak dragen. Het allerergste zijn de ‘ballenschoenen’.

– ,,Later als ik groot ben, zoek ik wel uit waar die afkeer vandaan komt.”

Op dit moment heeft de man een ander probleem. In de winkel was hij overtuigd rode schoenen te hebben aangeschaft. Na de goede ervaringen met de vorige, kocht hij wederom rode schoenen, nu geen suède, maar canvas, voor de zomer. Hij was gevallen voor de rode zool. Op de terugweg naar zijn werk, hij had immers de lunchpauze gebruikt voor dit onbeduidende, maar noodzakelijke karweitje, viel het hem op dat mensen naar hem keken. In het volle zonlicht observeerde hij zijn zomerschoenen nog eens goed.

– ,,Ze lijken wel rosse.”

Twee middelbare dames onderbreken hun geanimeerde gesprek en houden de pas even in.

– ,,Mooie schoenen, mijnheer.”

– ,,Euhh, dank u dames.”

Hij tovert een opgeluchte glimlach op zijn gezicht en besluit dat de schoenen rood zijn, ondanks een passerend groepje bakvissen dat besmuikt giechelt terwijl ze naar hem kijken. Zijn lichtvoetige tred wordt zelfs even zwevend als een mooie mediterrane dame van helft zijn leeftijd een volle lach naar hem toezendt.

– ,,Dit zijn sjansschoenen, rode sjansschoenen,” besluit de man.

Ook als twee gesoigneerde heren hem vriendelijk toeknikken, blijft hij bij zijn beslissing dat het rode sjansschoenen zijn. De collega’s vragen zich af waar zijn goede stemming vandaan komt, maar als ze zijn schoenen zien, weten ze genoeg. ’s Avonds krijgen de zomerschoenen de goedkeuring van zijn vrouw. Ze moest eens weten wat de schoenen teweegbrengen. De man houdt wijselijk zijn mond. Zijn zoon, meestal paraat met een snijdende opmerking over zijn nieuwste aanwinsten, zwijgt gelukkig.

20131102_134027

Enkele dagen later is er een schoolfeest. Zijn zoon wacht het moment af waarop zijn moeder weg is en vraagt tussen de bedrijven door:

– ,,Pap, mag ik je nieuwe schoenen lenen. Ze zijn ontzettend hip.”

Zorgvuldig heeft hij het moment afgewacht en de woorden gewogen. In zijn beleving is het woord hip dat het beste past bij zijn vader. Zijn moeder is er niet om er een stokje voor te steken en met het opzichtige gevlei over de schoenen, is hij zeker van zijn zaak.

– ,,Wees er zuinig op, ze moeten mee voor op vakantie.”

’s Avonds ziet de man zijn rode schoenen weggaan. De drager van zijn sjansschoenen loopt met gepaste trots de deur uit.

– ,,Ik zie je morgenvroeg wel, je hoeft niet op me te wachten vannacht.”

Dat was de man ook niet van plan, hij wenst zijn zoon een fijn feest toe en pesterig zegt hij nog:

– ,,Morgenvroeg? Morgenvroeg zal wel in de middag worden, want de uitdrukking ‘s Avonds de kerel, ‘Morgens de kerel! ken je zeker niet?”

Zijn zoon reageert niet.

De volgende ochtend wordt de man gewekt door galmend gezang van zijn zoon die onder de douche staat. Bij het ontbijt kijkt hij zijn vader triomfantelijk aan met een blik die zegt ‘Hier staat de kerel!’. Tijdens de ochtendkoffie en de broodjes, kondigt het ochtendzonnetje aan dat hij een afspraak heeft om te gaan fietsen die middag. De man en zijn vrouw kijken elkaar zo verbaasd aan dat zoonlief begrijpt dat dit enige toelichting vereist.

– ,,Ik ga fietsen met Sarah, van school, je weet wel.”- ,,Oh, Sarah van school……?”

De man kent geen Sarah van school. Hij gaat ervan uit dat zijn vrouw meer weet. De sportieve instelling van zijn zoon daarentegen bevreemdt hem des temeer. Maar het vraagstuk is snel opgelost als andermaal gevraagd wordt zijn rode zomerschoenen beschikbaar te stellen. Voor zijn vrouw kan reageren, werpt hij haar een strenge blik toe en zegt tegen zijn zoon dat het goed is. De man beseft dat hij geen prille liefde in de weg mag staan, zeker niet die van zijn zoon met ‘Sarah van school’. Zijn vrouw weet hij te overtuigen dat de blauwe schoenen van vorig jaar nog wel kunnen en dat hun zoon voorzichtig is met zijn nieuwste aanwinst. Ondertussen heeft hij zich verzoend dat hij zijn zomerschoenen voorlopig niet zal dragen. Zoiets voelen vaders aan, zeker bij zoons met rode schoenen

– ,,Komt Sarah ook hier?” vraagt zijn vrouw nieuwsgierig.

– ,,Nee, want jullie doen dan altijd zo stom.’

Het gezicht van zijn zoon kleurt bijna net zo rood als de schoenen, maar de beslissing zijn ouders niet voor te stellen aan ‘Sarah van school’ is definitief.

20131102_133850

Die zomer gaan de rode zomerschoenen gewoon mee op vakantie al zitten ze niet aan de voeten van de man. Lopend door de straten van het Portugese vakantieplaatsje ziet hij zijn zoon op de rode schoenen lopen, een aantal meters achter hen aan. De arme jongen probeert zijn gevoel ergens anders te willen zijn, te onderdrukken. Hij fleurt helemaal op als ‘Sarah van school’ weer apt of sms’t. Hij kan niet wachten totdat hij met de rode schoenen weer fietstochtjes kan maken.

De man moet eerlijk toegeven, de schoenen zien er nog heel netjes uit, amper bezoedeld ondanks de vele fietstochtjes.

Inmiddels heeft de man nieuwe schoenen, voor de winter. Een soort bergschoenen, blauw met een geel stiksel. Zijn rode schoenen zijn naar school en op het eind van de week gaan ze op kamp. Ter kennismaking wordt het schooljaar opgeleukt met een survivalweekend in de Ardennen.

Overbodig verzoekt de man voorzichtig te zijn met ‘zijn’ rode schoenen als hij zijn zoon wegbrengt voor het weekend. In de verte vangt de man een blik op van ‘Sarah van school’ hoewel ze nog steeds geen kennis hebben gemaakt. Per ongeluk had hij zijn rode schoenen die zomer een keer zien fietsen. Achterop de fiets zat een beeldschoon meisje met opvallend lang kastanjebruin haar. Ze viel op, ook in de grote massa. Tevreden kijkt hij naar het stoere gezicht van zijn zoon en dan naar de rode zomerschoenen. Ze passen hem ook beter.

– ,,Ik zie je over een paar dagen, dan haal ik je op.”

20131102_134113

Op zondagavond staat hij bij school, onopvallend zoals zijn zoon dat wenst. Als de bus arriveert, stappen jongens en meisjes uit de bus. Ze overschreeuwen hun vermoeidheid om te tonen hoe leuk het is geweest. Zijn zoon is aan het dollen met andere jongens, terwijl ze hun bagage uit de bus pakken. Geen Sarah van school te zien in de buurt van zijn zoon.

Terwijl de man helpt de rugzak in de kofferbak te doen, kan hij zich niet inhouden.

– ”Waar is Sarah?’

Hij stelt de vraag zachtjes om zijn zoon niet voor gek te zetten. Die kijkt hem even gepijnigd aan, heel even maar.

,,Sarah wie? Ik ken helemaal geen Sarah.”

Hij neemt luidruchtig afscheid van zijn vrienden voordat hij de auto instapt. Op dat moment kan hij toegeven aan zijn vermoeidheid en zwijgt de rit naar huis, een zeer begrijpelijk zwijgen. De man stelt dan ook geen vragen. Even voor ze thuis zijn zegt de zoon:

– ,,Sorry pa, maar je schoenen waren de eerste dag al helemaal nat en onder de modder. Ik had bovendien nieuwe blauwe sokken aan en die hebben afgegeven. Ik heb de schoenen maar achtergelaten. Je kon ze niet meer aandoen. Sorry.”

Even is de man stil, heel even maar en zegt dan:

,,Jammer, maar als het op is, dan is het op. Trouwens de zomer is toch ten einde.”

Overal kussen, ranzig zeg! Exile/ Kiss you all over

 Het moet volgens mij 1979 zijn geweest toen mijn dagelijkse bestaan een emotionele hobbel te verwerken had. Nu is dat als puber, ik zal dertien zijn geweest, wel vaker het geval, maar deze shock heb ik geheel alleen moeten verwerken. Vader en moeder waren niet de aangewezen personen om mijn psychisch leed te verzachten, het ging namelijk over sex enzo! Hoe ruimdenkend ze ook pretendeerden te zijn, als puber praat je niet over bepaalde zaken met je ouders. Ja, misschien het technische verhaal van de bloemetjes en de bijtjes, maar dat wist ik op mijn zevende al. Daarvoor hulde aan mijn ouders, maar het probleem op een winterse dag in 1979 kon niet door ze opgelost worden.

Ook vrienden konden mij niet verder helpen. Althans dat oordeelde ik toen zo, na het horen van de grote hit van Exile met ‘Kiss you all over’. Nu was mijn Engels nog niet zo geweldig maar de titel ‘Kiss you all over’ liet aan duidelijkheid niets te wensen over. Ik kon er helemaal niets mee en dat onvermogen wilde ik vooral niet delen met vrienden. Stel je voor dat ze me zouden uitlachen, ik wilde vooral geen slome zijn. Met mijn beperkte vocabulaire van de Engelse taal wist ik dat ‘Kiss you all over’ betekende dat het kussen echt overal zou plaats vinden. Overal? Een zeer ranzige gedachte vond ik dat toen. Ook intrigerend, maar vooral ranzig.

Terugkerend naar de situatie van toen, ik haalde mijn muziek met een open microfoon naar een cassettebandje, meer had ik niet tot mijn beschikking. Vaak was dat de top 50 of Veronica’s top 40, maar het liefst van het radioprogramma Postbus 1966, een verzoekplatenprogramma. Daar werd namelijk niet doorheen geluld al moest je zondag om acht uur ’s ochtends present zijn met je microfoon bij de boxen van de stereo van je ouders. Een van mijn ‘vangsten’ was dus Exile met ‘Kiss you all over’ dat ik dan op mijn eigen kamertje afluisterde al dan niet met het geluid van de Franse klok van mijn ouders die een vrolijke noot mee beierde vanwege de primitieve omstandigheid met de open microfoon.

Overal kussen dus. Met mijn parate biologie kennis in mijn achterhoofd stemde me dat niet vrolijk. Dat kon toch niet waar zijn? Nu moet u weten, ik had echt wel eens een ondeugend plaatje gezien en wist van het bestaan van die praktijken, maar omdat pornografie voor mijn soort jongens in de veilige omgeving van een dorp in het oosten van het land behoorde tot de rafelranden van de maatschappij, was de songtekst dus schokkend. Er was nog geen internet waarbij je met een ‘foute’ druk op het toetsenbord de hele menselijke vleesindustrie kunt aanschouwen. Ik moest de situatie een mijn eentje verwerken. Vaak heb ik het liedje op mijn kleine sonyrecorder afgedraaid.

Vandaag hoorde ik het liedje op de radio en moest glimlachen. Het mooie van de hedendaagse techniek dat het nummertje zo weer op te roepen is op youtube. Heel wat gemakkelijker dan 30 jaar terug. De tijd heeft niet stilgestaan. Trouwens over de titelsong van dit prachtige nummer kan ik u melden dat ik ermee kan leven. Ook hier heeft de tijd niet stil gestaan.