Geheugenvergiet

avatar

Heftig word ik geconfronteerd met de tand des tijds. Vorig jaar zomer had ik besloten om als nieuwbakken vijftiger me niet te concentreren op de aanschaf van een motor. Ook een tweede leg met een jonger exemplaar heb ik nooit overwogen. Integendeel, het is goed zo. Ik besloot Portugees te gaan leren met als doel over vijf jaar een literair werk in deze taal aan te kunnen. We zijn een jaar verder en rond de Kerst had ik een vocabulaire van meer dan 1500 woorden tot mijn beschikking. Dat wil zeggen via woordjes leren, ik ben van die generatie die denkt met woordjes leren een heel eind te komen. Ik heb een app op mijn mobiel geïnstalleerd en een programma om zelf lijstjes te maken kreeg ik als tip van mijn zoons.

Door omstandigheden worstelde ik met de tijd om naar de Portugese les te gaan en haakte af. Uiteraard was ik in de volle overtuiging dat mijn motivatie voldoende zou zijn om vrolijk verder te gaan. Drie maanden heb ik inmiddels verzaakt er iets aan te doen. Dat is jammer, maar weet je wat erger is. De woordenkennis sijpelt weg. Mijn inspanning heeft dus niet als gevolg gehad dat ik een veilige kamer in mijn brein heb, waar de deur op slot is en de woordenkennis gegarandeerd is voor de eeuwigheid. Mijn brein blijkt de spreekwoordelijke vergiet te zijn. Is dit normaal vraag ik me af. Is dit misschien het begin van wat mij te wachten staat? Ik wil het niet weten. In mijn zeer nabije omgeving word ik al geconfronteerd met de pijn die vergeetachtigheid met zich meebrengt. Maar mijn vader is 86, ik moet dus nog 35 jaar. En ik had bedacht in die jaren Portugees te spreken. Goed ik heb nog vier jaar te gaan en voor mijn vakantie begin augustus zal ik mezelf de duimschroeven aanleggen. Ik accepteer vooralsnog niet dat het geheugen een vergiet is.

Toen ik dit blogje de titel Geheugvergiet meegaf, schreef ik per abuis op Verheugengegiet moest ik lachen. Al was het wel een wrange lach. Een prachtig woord Verheugengegiet, veel mooier dan geheugenvergiet. Ik giet al hetgeen ik me verheug vast, waarbij de Portugese woorden verankerd zijn voor de eeuwigheid die me gegeven is. Ik glimlach, maar constateer dat ook omdraaiingen van woorden en letters een teken aan de wand zijn.

Begrip, van de dag (145) Man met een missie

20160401_132127

MAN MET EEN MISSIE

 

Een motor zal erbij mij niet komen en ook een tweede leg zit niet in mijn planning al nader ik de vijftig met rasse schreden. Genoeg om over de ouwehoeren dus, maar geen grootscheepse plannen voor de toekomst. Ik meen mij te herinneren van ontwikkelingspsycholoog Erikson dat iedere leeftijdsfase een leertaak heeft. Over vijftien jaar moet ik tevreden zijn met wat ik gepresteerd heb in mijn leven. Met deze angst voor ogen doet menig midlifecriser de raarste dingen om jonger te zijn of moet zo nodig een miraculeuze bucketlist afwerken. Je zal rond je 65e maar niet tevreden zijn met wat je gepresteerd heb. Wie dan leeft wie dan zorgt. Maar toch, na één dag Lissabon ben ik een man met een missie.

Na de altijd vermoeiende reisdag, past de eerste dag in de hoofdstad van Portugal als een goed zittende jas. Een helder blauwe lucht, Zuid-Europese geuren maar vooral een getemporiseerde bedrijvigheid in de wereldstad. Onmiskenbaar hebben we te maken van Zuid-Europeanen, maar niet het lawaai en temperament van Italianen en in mindere mate Spanjaarden. Ik zou een Portugees kunnen zijn, al geloof ik niet dat er ook maar een Portugees zal twijfelen over het feit dat ik gewoon een kaaskop ben. Misschien een Duitser of Scandinaviër. Ik hoef ook niet mee te doen met de ‘locals’ als ik maar een beetje kan meedeinen in hun tempo tijdens mijn vakantie, vind ik het al lang prima.

We hebben al een uur of twee gewandeld en hier en daar een metro of trammetje genomen en we komen aan bij het kasteel van ene Jorge. Ik heb niet eens de moeite genomen om uit te zoeken wie die ‘gorge’ is, maar hij de ingang speelt een dame van moeilijk in te schatten leeftijd, ze heeft onmiskenbaar een alternatief uiterlijk, misschien doet ze iets met chakra’s of is ze aanhanger van een Oosterse ‘swamibami’. Een misschien ook wel helemaal niet, want wat ze ook doet is fenomenaal op een handpan spelen. Geweldig!. Ik had er wel eens van gehoord, maar dit is het helemaal. Ik wil ook een handpan en spelen. Kost maar zo’n vijftienhonderd euro en dan moet ik ook nog oefenen. Als ik 65 jaar ben en lekker kan handpannen, ben ik een tevreden mens. Ik ben een man met een missie.

 

 

 

Kakelkrant van Sprakeloos 64: Plofkiprillingen

Heb ik weer? Tegen de tijd dat de jaren gaan tellen en overtollige kilo’s niet vanzelfsprekend eraf gaan met een weekje rustig aan doen, maar een zwaar ascetisch leven is vereist om niet obesed te worden, komen ze bij De Trouw met een nieuwe kwestie. In het besef dat je richting de vijftig gaat, zijn er momenten dat je je gezondheid gaat overdenken. Sommigen doen dat eerder, ik niet. En als je over je eigen gezondheid gaat denken, probeer ik dat in een breder verband te zien. Daarvoor ben je immers ook in de midlifecrisis beland, om na te denken. In mijn geval niet over motoren of een tweede leg, integendeel. Voor een motor heb ik het geld niet en de eerste leg voldoet nog. Nee, over eten. Langzaam dringt het tot me door dat ik eens kritisch moet kijken naar de herkomst van voedsel. De biologische lobby begint zijn vruchten af te werpen. Ergens in mij ontstaat de behoefte om niet alles op mijn bord als een klakkeloze omnivoor naar binnen te werken. Gezond, biologisch en verantwoord eten zou een onderdeel moeten gaan worden van mijn leeftijdsgebonden contemplatie. Zelfs in de mainstream supermarkten is biologisch een wezenlijke marketingstrategie geworden.

En op zo’n moment komt de Trouw in één van haar bijlagen om mijn wereldbeeld hevig door elkaar te husselen. Biologisch voedsel zorgt voor te veel gebruik van beschikbare gronden. Juist de intensieve landbouw kan een antwoord geven op de armoede en hongerbestrijding in mondiaal perspectief. Ik begrijp dus dat het een kwestie van maanden, hooguit enkele jaren is, dat biologisch, slow voedsel ‘old school’ is. Intensieve landbouw en hoogwaardige technologie heeft de toekomst ook voor de hippe vogels die graag met hun handen in de grond wroeten. De romantiek om enkele armetierige peentjes op facebook te zetten als je stabiele bijdrage aan het milieu is zo 2012. Want er is helemaal geen romantiek te ontdekken in de onthaasting van de stedelijke moestuin als de volgende stelling waar zou zijn: ,,Hoe ethisch is het om je eigen gezondheid te prevaleren, boven de noden van de armen in de Derde Wereld?”

Zoals gezegd, intensieve landbouw is het antwoord. Back to basics is slechts egoïstische zelfontplooiing van de happy few in het rijke westen. Het moge duidelijke zijn dat egoïsme niet hip is, dus voor mij geen onbespoten appels meer en zelfs genmanipulatie begint acceptabel te worden. Alles voor de hongerbestrijding voor alle mensen.

Ik vrees echter de dag dat Trouw met een artikel komt waarbij de acceptatie van de plofkip in het vizier komt, want daar zijn we als weldenkenden in Nederland nog niet klaar voor. We gaan ons toch niet verlagen tot het kopen van een goedkoop kippetje voor het plebs.