Begrip, van de dag (39) Niet-Piet

 

NIET-PIET

Met het naderen van Sinterklaas in ons land heb ik een kloek besluit genomen. De stellingen worden in Meppel al ingenomen. Hordes grootsteedse Randstedelingen nemen de bus om vermeend racisme rond de figuur van Zwarte Piet aan de kaak te stellen, niet op de minste plaats aangemoedigd door de zedenprekerij van de grachtengordel die met name de publieke omroep bevolken. De demonstranten zullen ongetwijfeld hordes Neanderthalers, racisten en opruiende Geen-Stijlers tegenover zich vinden. Jammer van zo’n kinderfeest, maar ik doe dit jaar niet meer mee aan de discussie. Ik ben het zat.

In het kort komt de discussie neer op een gesubsidieerde actie van de Mathijs van Nieuwkerk-en, Jeroen Pauw-en en hun duurbetaalde gasten die ondersteuning bieden aan een beperkte groep schreeuwende Bijlmer-fundi’s die daarmee uit alle holen en gaten hun racistische evenknie zullen ontmoeten. Mooie sensatie-televisie en veel nieuws natuurlijk, maar het gaat compleet voorbij aan het gevoel van de overgrote meerderheid in Nederland. Waarom moet de sfeer verpest worden door kleine groepen raddraaiers die hun gang gaan in morele verontwaardiging door een opeenstapeling van foutieve koppelingen van historische en sociologische feiten met valse sentimenten? Om de morele superioriteit van de grachtengordel te bevredigen? Hebben ze daarom deze wannebee Black Panters geïncorporeerd?

Die valsheid van de sentimenten heeft de weldenkende mens in de discussie schaakmat gezet. Of je bent een racist als witte Nederlander of je verraadt de goede zaak als donkere Nederlander, in beide gevallen een overgrote meerderheid. De discussie is gegijzeld dus ik praat niet meer over Zwarte Piet, Stroop Piet of wat dan ook. Het sinterklaasfeest is te ernstig bezoedeld en kan slechts tot maatschappelijke ontwrichting leiden. Ik stel voor dat we het afschaffen en het herinneren als Sinterklaas en Niet-Piet.

PS. Toen ik nog niet zo wijs was

In 2009 en 2011 dacht ik nog een geschiedenislesje te moeten geven. Ik wist niet beter.

In 2013 probeerde ik nog ludiek te doen om een vergelijk te maken met het Caraïbisch Carnaval in Rotterdam. Het heeft geen zoden aan de dijk gezet. In 2013 probeerde ik het ook nog een keer met een blogje om te waarschuwen voor de negatieve gevolgen van de Zwarte Piet discussie in de maatschappij.  In 2014 twijfelde ik heel hard of ik nog blogjes over het Sinterklaasfeest zou schrijven. Uiteindelijk vond ik inspiratie in mooie artikelen over de hoogmoed van de zichzelf uitgeroepen elite.

Het begin van iets moois? Rohda Raalte maatje te groot voor koploper Alcides

 Twee voor de prijs van één, dat was het zondag 9 oktober 2011. Een bezoek aan mijn ouders en als toetje de wedstrijd van Rohda Raalte tegen koploper Alcides. De openingswedstrijd van dit seizoen had ik gezien in Lichtenvoorde tegen Longa ’30. Het viel niet mee en via de media heb ik de daarop volgende wedstrijden meegekregen. Tegen Longa ’30 vond ik Rohda te afwachtend en vooral te weinig initiatiefrijk. De tweede wedstrijd werd verloren, maar nadien zijn er drie op rij gewonnen. Voor mij als toeschouwer is er dus hoop op een mooie wedstrijd. Samen met mijn trouwe metgezel, mijn oudste zoon, rijden we naar Sportpark Tijenraan. Een naam trouwens die ik als jeugdspeler nooit heb gebruikt, Tijenraan was voor mij alleen de sporthal. Wie lang niet bij de Rohdavelden is geweest, herkent het echt niet meer. Na 1985 was ik er twee jaar geleden voor het eerst weer en ik moet stellen, het was een mooie accommodatie en dat is het nog steeds en geheel eigentijds. ‘Pa, waar komt Alcides vandaan?’ Ik vertel hem dat ze uit Meppel komen en ik herinner me dat ik in C1 tegen ze heb gevoetbald, ze heetten toen nog MVV Alcides volgens mij. ‘Gewonnen?’ Ik kijk hem aan, trek een laatje herinneringen, in combinatie met bluf, open in mijn bovenkamer en zeg zonder blikken en blozen. “Natuurlijk, 5-3 in Meppel wel te verstaan!’ Honderd procent zeker ben ik niet, maar als keeper herinner ik me een natte regenachtig zaterdag, waarbij me een bal tussen de handen glipte, maar in de rest van de gelijkopgaande wedstrijd een uitstekend herstel. Een van mijn betere wedstrijden in C1.

Bij aankomst kopen we uiteraard een programmaboekje, eentje te vroeg blijkt, want het winnende lot valt op het boekje na ons. We lopen meteen naar het staangedeelte van de tribune aan de linkerzijde van de zitplaatsen. De spelers lopen zich warm, pupillen met vlaggen eveneens en André Hazes zingt over ‘Bloed, zweet en tranen‘. Dat moet ook zeker gelden voor de pupil van de week, Simon Veenhuis. Hij dribbelt net als alle andere pupillen die ik gezien heb heldhaftig naar het doel, schrikt zich te pletter van de keeper, maar gelukkig weet hij in de rebound toch te scoren. En dan……

Dan zie ik een onherkenbaar Rohda in vergelijking met ruim een maand geleden. Wat een gretigheid en compassie etaleert Rohda vanaf de eerste minuut, agressie bij balverlies en de opbouw bij de verdediging is meteen gericht op winst. Ze vinden dat geen Alcides speler iets te zoeken heeft op de helft van Rohda. Het resultaat is er naar want in de 10e minuut scoorde Sahbaz en zeven minuten later was het Thije ten Den die voor de 2-0 zorgde. Als toeschouwer vergeven we de misser van Melvin Velthuis tussendoor omdat hij een goede wedstrijd speelde, dus dan mag je een keer voor open doel missen. Tussen de twintigste en dertigste minuut kwam Alcides terug, kreeg kansen en scoorde de aansluitende treffer. K** denk je als Rohdasupporter, maar het belooft dan wel een heel spannende wedstrijd te worden, het draaiboek voor een thriller ligt eigenlijk klaar om gespeeld te worden. Echter als in de 31e minuut de 3-1 wordt gescoord kunnen die boeken ook weer dicht. Een ander genre lijkt zich te ontpoppen, want de wedstrijd wordt iets grimmiger en het krijgt alle ingrediënten voor een knokfilm al blijft het echte ‘vuurwerk’ nog uit.

Een ruststand van 3-1 schept vertrouwen. Samen met mijn zoon loop ik een rondje om het veld om sfeer te proeven. Ik merk stoeltjes en dug-outs op bij alle velden en zie dat de bosjes bij het oude veld vier, bij het tennispark, er niet meer zijn. Omdat het begint te spetteren, lopen we naar de rechterkant van de zittibune, de plek waar ik de gloriedagen van Rohda menig zondag heb bekeken. We staan bovendien weer aan de kant waar we de Rohdadoelpunten verwachten, hoewel Rohda vroeger het liefst de tweede helft richting de kantine speelde. Ze zullen de tos wel verloren hebben en dat is dan ook het enige die middag. Ook de tweede helft is voor Rohda, al proberen de Meppelaren het nog wel in het begin. Nog een keer komen ze met een prachtig doelpunt uit een vrije trap, maar ze hebben geen antwoord op de wil om te winnen bij de Raaltenaren, die tussen het fysieke tumult ook gewoon hun vierde en vijfde doelpunt scoren.

En tumult is er af en toe met halverwege de tweede helft een heus opstootje, maar tot een echte knokfilm komt het gelukkig niet. In mijn optiek was Rohda mogelijk af en toe een pietsie te gretig, zonder echt smerig voetbal te spelen. Je kunt het ook mannelijk spel noemen en dat komt niet lekker over bij Alcides dat misschien een pietsie gefrustreerd is omdat het de verwachting van de status als koploper deze middag niet waar kan maken. Toch hebben de Meppelaren geen onaardig team, maar het Rohda van 9 oktober solliciteert wel heel nadrukkelijk naar de bovenste plek, misschien wel een treetje hoger nog? Tot de laatste minuut bleven ze knokken en als ze dat de rest van het seizoen blijven doen, dan…….dan zal ik zeker nog eens een sfeerverslagje schrijven in Raalte of elders langs de velden. Misschien dan met de hoeveelheid supporters om me heen die doen denken aan de glorietijden waarbij 1500 voetballiefhebbers langs de lijn geen uitzondering was. Wie weet.

Locals, gadverdamme

Afgelopen week was het weer zo ver, kotsneigingen bij het moeten aanhoren van het woordgebruik in de algemene omgang. Ook een typisch woord dat past bij de vakantiesfeer, maar die erdoor meteen bedorven wordt. Enthousiaste vakantieverhalen worden tegenwoordig ook op het sociale medium gedeeld en ook daar kom ik steeds vaker de term ‘Locals’ tegen. De rode bultjes schieten weer als paddestoelen uit mijn huid, alsof de herfst reeds in augustus is ingetreden. Locals, je haalt het toch niet in je bolle hersens om dat woord te bezigen. Het heeft impliciet zo’n denigrerende klankkleur. ‘Wij zijn op bezoek vanuit een hogere orde en verwaardigen ons om op te trekken met de plaatselijke bevolking.’ Het hanteren van de term ‘plaatselijke bevolking’ klinkt ook dullig, dus we verangliceren de handel maar, met een woord dat binnenkort, als ik niet ingrijp, ook nog in de Dikke van Dale komt te staan. Het zal niet gebeuren, spreek gewoon je moers taal.

Wereldburgerachtig hoor, als je een vakantiefoto van je de wereld inslingert met het bijschrift:

  • Hier typisch streekgerecht eten met ‘locals.’
  • Proosten met de ‘locals’ als je ladderzat de slobberwijn naar achter klokt.
  • Dansend met de locals’ op vakantie in Naïrobi

Etc.

 

O, o wat zijn we geïntegreerd na een paar dagen vakantie, wat voelen we ons één met de Servische local die je een stinkende brandewijnachtige substantie aanbiedt. De Griekse locals dansen speciaal voor jou natuurlijk de sitarki en hoe authentiek denk je dat die locals op je safari zijn als ze bij het naderen van de bus snel voor hun hut gaan zitten en een strooien rokje dragen en het opperhoofd een leeuwenvel van de plaatselijke ‘Bart Smit’ op zijn knar zet. Gaat toch gauw heen. Maar vanuit de hoogte, het achterblijvende huttenvolk je sociale gaven showend, is een vakantie niet geslaagd met foto’s en contacten met de locals. Gadverdamme.

Trouwens, wist je dat hele horden Randstedelingen die zelfde term gebruiken als ze in Meppel op de camping staan, of Hilverenbeek of Losser aandoen. We zijn van provincialen en boeren verworden tot ‘locals’, het moet toch niet gekker worden. Locals, driewerf gadverdamme.

Meer gadverdammes o.a. swaffelen, eigen ding doen en vele anderen: zie in het kader hiernaast. (In talig sprakeloos)