Relativering in optima forma.

20170807_120758

De vakantie is een tijd van relativeren. Soms lukt dat goed, soms wat minder maar na dit korte tijdperk weten we pas echt of we oude gewoontes hebben kunnen doven en nieuwe hebben omarmd. Dat is als de vakantie weer verleden tijd is. Nu zit ik nog volledig in mijn relativeringsperiode, om precies te jn Évora. Een kleine universiteitsstad dat op de werelderfgoed staat. Leuk stadje, fijn hotel en we wandelen, eten en slapen ons prima door de relativiteit heen. Kost geen enkele moeite. Dat kunnen we heel goed. Het is trouwens de eerste stad in mijn optiek waar de prijzen een beetje West-Europees aan doen, zelf duurder dan Porto of Lissabon in mijn beleving. Maar och het is vakantie en we hoeven ons vakantieplezier niet af te meten aan de hoeveelheid biertjes in een tientje. De vriendelijkheid is door de hoeveelheid toeristen ook een graadje anders zullen we maar zeggen. Maar nog steeds goed toeven.

20170807_124212

De musea zijn dicht, want maandag, maar niet getreurd. Kerken genoeg, straatjes in overvloed, koffie een pasteis de nata gemakkelijk te krijgen, de zon schijn en we lopen naar de Sao Fransisco-kathedraal. Veel katholieke pracht en praal, prachtig uitzicht over de stad en geheel onverwacht de bottenkapel. Jawel, vijfduizend exemplaren van geruimde kerkhoven uit de omgeving zijn gebruikt voor een plek van uiterste contemplatie. Overal waar je kijkt botten.

20170807_120637

 

Nu zijn katholieken over het algemeen wel goed in beeldende geloofsbeleving. In overdrachtelijke zin ging me de hoeveelheid knokkels bij elkaar in de sacrale omgeving wel wat ver. Maar het wil zoveel zeggen volgens mij: ‘Gij zijt stof en tot stof zult gij wederkeren.’  Zo is het bij mij met mijn katholieke opvoeding light bijgebracht. Het blijkt niet helemaal waar te zijn, want in de kapel geen stof, maar botten dus. De aanwezige botten herinneren de bezoeker dat ook hij eens in zo’n bottenkabinet kan terechtkomen. Het leven is dus eindig.

20170807_120729

Dat weten we dan ook weer en dat relativeert weer een heleboel. Ik wilde aanvankelijk een stukje schrijven over de zeer bizar geklede vakantiegangers uit Japan. Rare mutsjes, gek gekleurde broeken en monsterachtige vormgeving. Een jong stel ging zelfs gekleed alsof ze naar een galavoorstelling moesten. Zij hebben het begrepen en doen lekker wat ze zelf mooi vinden. Ik ga niet gniffelen, laat staan ze stiekem fotograferen om ze via mijn blog in een rariteitenkabinet te plaatsen. Niets van dat alles. Gewoon lekker blijven slenteren. Ooit zullen we ook in een soort van tentoonstelling eindigen, maar vandaag nog niet.

20170807_145945

 

Voor de meer poëtische karakters onder ons, bovenstaande woorden van zelfde strekking, te lezen in het botte kapelletje.

20170807_121039

 

46. WAAR STAAT PAARS VOOR uit de serie de kabbelende 100

God, of wie dan ook straft meteen als je loopt te fucken met het koningshuis. Dat was mijn eerste gedachte gisteren 2 mei bij de volgende ronde in de tuin. Maak ik op 27 april nog 20150428_092802gekscherend gewag van een verwelkte oranje tulp als mijn ultieme bijdrage aan de Oranjeleut, mijn dag zou nog komen. Naast de verwelkte tulp stond een nieuw exemplaar op het punt van openbarsten, jong, krachtig en zo op het oog zeer rood. De Dag van de Arbeid zou snel gevierd worden overal in de wereld, behalve in het koningsgezinde Nederland. Ik kon niet wachten dat het gestaalde rode kader zich zou laten gelden in de vorm van een rode tulp. We zullen ze eens een poepie laten ruiken.
Nadat we 30 april gelukkig niet meer vrij zijn, heb ik op 1 mei ook hard gewerkt en me gekweten aan mijn dagelijkse bezigheden als loonslaaf. Niet gedacht aan (internationale) solidariteit, onderdrukking van de arbeidende klasse en andere revolutionaire gedachten. Niets van dat alles, gewerkt ten behoeve van de BV Thuis.

20150502_145855

Nu dat heb ik geweten, want dan neemt de voorzienigheid wraak, zoete wraak. De wannebee rode tulp weigerde rood te worden. Ik kwam erachter toen ik andermaal in de grond aan het wroeten was. Paars is het geval geworden, pimpelpaars en op dat moment wist ik het: Ik heb de Internationale Dag van de Arbeid verwaarloosd, niet alleen Oranjeleut langs me af laten glijden, maar ook de revolutionaire gedachten veronachtzaamt. Het schaamrood staat op mijn kaken, dat dan weer wel.

Waar staat paars eigenlijk voor? In de katholieke kerk heeft paars de betekenis van boetedoening. Paars als het broertje van rose heeft vaak ook een vrouwelijke betekenis. Tja, en dan de politiek, paars staat voor eens een onverwacht goed concept van samenwerking tussen de rooien en de liberalen. Das war einmaal! Tegenwoordig is het een impopulaire mix van verwaterde sociaaldemocratie en PVV-light liberalisme. Niemand lust het, maar we hebben geen alternatief. Een onverwachte aanwezige in de tuin. Ik geloof dat ik maar een rozenstruik met rode rozen ga planten, als boetedoening voor mijn (telepathische) afwezigheid op 1 mei en volgend jaar zal ik oogsten, rode rozen.

Wandelen rond de hoogmis: INLEIDING

De geboorte van een idee. We schrijven zondag 21 februari 2010, een sombere zondagochtend. In het kader van meer bewegen en ter voorbereiding van wat hardlopen ben ik gestart met stevig wandelen, precies zoals vermeld staat in allerlei opbouwschema’s. Het kost relatief weinig inspanning, maar het zuurstofgehalte in je lichaam neemt per stap toe. En met een overdosis aan zuurstof, schijnt het denkvermogen ook toe te nemen. Als roker denk ik stiekem het tegenovergestelde, want de sigaret geeft me de ontspanning en het concentratievermogen. Wetenschappelijk is dat echter niet te onderbouwen.

Goed, zondagochtend een wandeling van vijf kilometer in de buurt met alle vrijheid om je gedachten de loop te laten. En natuurlijk sigaretten bij de hand omdat een overdosis zuurstof dreigt. Tijdens het wandelen zie ik fietsende kerkgangers. Hun plicht zit er op, als er sprake is van plicht. Wat zullen ze gehoord hebben of als ik cynisch ben, wat zouden ze gehoord kunnen hebben? Was het druk in de kerk en wat voor soort mensen zouden er aanwezig zijn? Zijn er überhaupt wel mensen aanwezig geweest, behalve de wegfietsende kerkgangers? En de preek, was die een beetje ter lering ende vermaeck. Of mag het niet vermakelijk zijn? Hoe zou ik de preek hebben ervaren? Nooit zal ik erachter komen, want het is al jaren geleden dat ik met regelmaat naar een kerkdienst ging.

Van huis uit ben ik katholiek opgevoed, heel liberaal katholiek weliswaar, want mijn ouders hadden begin jaren zeventig al moeite met het conservatisme van het Roomsche kerkelijke leven, hoewel zij zich tot op de dag van vandaag verbonden voelen met het geloof. Het is echter nimmer meer een gespreksonderwerp. Het laatste gesprek hieromtrent was het bidden aan tafel. In de puberteit hadden mijn broer en ik genoeg van de ‘Onze vaders’ en ‘Weesgegroetjes’. De kerkgang was nooit een verplichting, maar bidden voor het dagelijkse brood bleef heel lang een vanzelfsprekendheid. Niet voor mijn broertje en mij dus en we ageerden hiertegen. Kort maar onverwacht verzet boden mijn ouders. Op mijn voorstel, zoekende naar een compromis, stelde ik voor niet de Here te bedanken, maar mijn vader voor zijn inspanningen om het geld te verdienen en mijn moeder die de gelden wist om te zetten in een heerlijke (brood)maaltijd. Hulde voor mijn ouders. In mijn herinnering hebben we dit eenmalig gedaan. Iedereen zag het belachelijke ervan in en daarmee was op mijn veertiende het laatste kerkelijke ritueel ten einde. Tot mijn twaalfde levensjaar was ik trouwens het vroomste jongetje in het gezin. Ik was misdienaar, ik bracht parochieblaadjes rond en met onheuse intenties, ik was verliefd op een meisje dat op het kinderkoor zat,  liet ik mij ook nog van mijn beste vocale kant horen.

Op dit moment ben ik formeel nog katholiek, maar wat ik informeel ben, weet ik eigenlijk niet zo goed. Dit gebrek aan kerkelijke identiteit ervaar ik geenszins als een gemis. Wel heb ik naarmate ik ouder ben interesse in waarom mensen geloven, hoe ze geloven en wat geloof voor hen betekent in het dagelijkse leven. En al neemt de kerkelijkheid nog steeds af, de levensvragen in relatie tot geloof, ongeloof of van mijn part het ‘ietsisme’ blijven onverminderd aanwezig. De samenleving lijkt er op dit moment zelfs door te splijten in twee of meerdere delen.

Terug naar mijn zuurstofrijke momentje. Wat let mij om met enige regelmaat op te tekenen wat er tegenwoordig in de verschillende kerken gebeurt? Helemaal niets dus, ik hoef er alleen maar naar toe te gaan en te luisteren. Dan kom ik er achter wie er zitten, wat ze doen of niet doen en kan mijn eigen gedachten laten gaan over wat er gezegd wordt. Een nieuwe serie ‘Wandeling rond de Hoogmis’ is geboren. Een soort persoonlijk kerkverslag dus. We gaan ons zelf maar eens verbazen. Ik heb al een nieuw fototoestel gekocht, nu maar hopen dat ik mijn woorden kan versterken met een aantal passende foto’s. Ik hoop dat u me zult en kunt volgen tijdens mijn wandelingen.