Linkse humor?

Weet je wat zo erg is met sommige linkse mensen? Ze dragen een geheim met zich mee, een soort allesbepalende bijbel, die ze te pas en helaas vaak te onpas hanteren. Als ware sekteleden weten ze precies hoe ze anderen moeten terechtzetten, beoordelen en minimaliseren. Het staat immers in hun gewetensbijbeltje. Er mag geen millimeter van afgeweken worden. De scheidslijnen van goed en fout zijn haarscherp omschreven. Als ware Calvijns zonder een greintje levensvreugde, turen ze met hun humorloze verstand door het vaderlandse medialandschap. (NB. Het woord vaderlands mag in deze rekenen op een terechtwijzing omdat mijn brein bezoedeld is met patriarchale vooroordelen, misschien wel vrouwvijandigheid. Het woord moederland moet de komende tijd gebruikt worden als boetedoening voor eeuwenlange (taalkundige) onderdrukking van de vrouw, waar ik natuurlijk, en alleen ik, verantwoordelijk voor ben.)

 

Nu valt heel weldenkend, welvoelend en welvarend Nederland over René van der Gijp die een platte grap maakt over de uit de kast komende journaliste Bo van Spilbeeck. Plat was de grap zeker. Maar deze gewetensfileerders hebben de humor van een verdorde 19e-eeuwse dominee met een heel beperkte groep kerkgangers. Zij kennen geen verschil in soorten humor. Ze voelen ook absoluut niet de intentie van humor aan. Ze kunnen dus helemaal niet beoordelen of Van der Gijp het kwetsend bedoelde of gewoon de lolbroek, of in dit geval de grapjurk, heeft aangetrokken.

 

Ik durf te beweren dat Van der Gijp een platte voor de hand liggende grap heeft gemaakt, niet meer en niet minder. En als Johan Derksen beweert dat het niet normaal is om een blonde pruik op de zetten, dan heeft hij op de keeper beschouwd helemaal gelijk. Het is niet alledaags, maar daarmee is er geen oordeel geveld. Als het volledig normaal zou zijn, dan was Bo van Spilbeeck trouwens ook niet uitgenodigd bij iedere zichzelf respecterend praatprogramma. En grapjes maken mensen over het onbekende, het niet alledaagse of soms over de grens van het toelaatbare. Dit laatste is een vorm van humor die in linkse kringen daarentegen wel weer gewaardeerd wordt. Maar omdat er in het bijbeltje van hoogwaardig Nederland waarschijnlijk een hoofdstuk is gewijd aan emancipatoire humor, kan dat weer wel. Een Hans Teeuwen die op toneel de voormalige koningin heel hard neemt is humor, een levensgrote vulva in het Groninger museum is kunst en René van de Gijp……. een vies onbeduidend mannetje.

 

Het allerergste van dit genootschap van de gewetenselite is de aversie die zij oproepen bij de rest van Nederland, de overgrote onderwereld zeg maar. Het is de haat die sommige groepen gereformeerden opriepen door te beweren dat zij, met hun verfijnde kennis van goed en kwaad, het alleenrecht hadden om in het hiernamaals te komen. Hun arrogante houding riep zoveel kwaad op, dat valse grappen werden gemaakt over hun gedachtengoed. Hun boodschap werd sowieso niet gehoord.

 

Als ik de normenkeurders zou moeten beschrijven dan hebben zij de intolerantie van de Reformatie, de rauwe methoden van de Inquisitie uit de 16e eeuw en de lange tenen van die moslims die de afbeelding van hun Allesscheppende op het netvlies krijgen. En weet je wat zo jammer is, met zulke linkse vrienden heb je geen vijanden meer nodig. Maar hun bijbeltje hoef ik niet te lezen. Humor is misschien wel de laatste vorm van communicatie in het stilaan verzurende Nederland.

Kakelkrant van Sprakeloos 27: Het is kruipen voor Geert!

 

De sorry-cultuur is misschien wel de basis waaraan de PVV zijn bestaansrecht te danken heeft, naast natuurlijk de intense afkeer jegens moslims en het voor de gek houden van Henk en Ingrid. De sorry-cultuur staat voor oude politiek en achterkamertjes en dat lusten Wildersianen niet. Nu constateer ik dat het gedoogmonster grote gelijkenissen vertoont met hetgeen Geert Wilders zo verafschuwt. Misschien kan het met politiek niet anders en komt ook Wilders tot die conclusie. Tenminste één ding doet Geert Wilders anders, buiten natuurlijk het bezigen van onparlementair taalgebruik hetgeen Geert duidelijkheid noemt, dat is verongelijkt klikken bij de bovenmeester. Misschien is dat een trenbreuk oftewel nieuwe politiek? Voorlopig zijn vooral CDA-ers hiervan het slachtoffer, al hebben ze dat vooral aan zichzelf te danken.

Ik neem u even terug naar de oude politiek of misschien wel naar algemene menselijke waarden via de spreekwoorden ‘Waar gehakt wordt, vallen spaanders’ of ‘fouten maken is menselijk’. Kortom een mens is niet onfeilbaar, de slager niet, de timmerman niet, u en ik niet, dus ook politici niet. En als je fouten maakt dan zeg je sorry en doet vervolgens je stinkende best om dezelfde fout niet opnieuw te maken. Zo doen ook politici dat, want ze zijn niet alleswetend en alleskunnend, integendeel zou ik haast zeggen. Maar wij hebben ze per slot van rekening gekozen. Mocht je echter willens en wetens fouten maken, met in gedachte dat, als ze erachter komen, een ‘sorry’ voldoende is als een aflaat voor je slechte (politieke) geweten, dan is dat zwendel en geen transparantie politiek.

Ook het CDA zal in principe voorstander zijn van transparante politiek. Zeker nu ze gekozen hebben ‘om met hun poten in de modder te staan’ en ‘hun verantwoordelijkheid te dragen‘. Met een beetje kennis van (christelijke) solidariteit en meededogen, snap ik dat niet. Aan de andere kant heb ik voldoende zelfkennis. Ik snap heel veel niet in het (politieke) leven en kan daar mee leven.

Een aantal CDA-ers vindt heel terecht dat zij ook moeten zeggen wat ze vinden op basis van hun geweten en politieke principes. Maar ze moeten blijkbaar tegenwoordig oppassen met wat ze zeggen. Als een heuse Inquisiteur van het gedoogbeleid, waakt Geert namelijk. Als het hem niet welgevallig is, gaat hij stuiteren en rent naar bovenmeester Rutte. En hoewel ik vind dat Rutte nog minder charisma heeft dan Balkenende en de authenticiteit van Chinese koopwaar uitstraalt, is dat voor menig CDA-er voldoende om hun oprechte woorden in te trekken. Sterker nog, ze verexcuseren zich voor het hebben van een eigen mening. Zo ontstaat de nieuwe sorry-cultuur, met nu Gerd Leers als duidelijk exponent door te kruipen voor Geert Wilders. Het gedoogmonster ontpopt zich in een heus gijzelingsdrama waarbij de eigen mening wordt opgeofferd. In navolging van Descartes (Je suis, donc j’existe) hebben ze een nieuwe levensvisie bij de christendemocraten: ‘Ik verexcuseer, dus ik ben een CDA-politicus’.