Boekbespreking: MIJN DROOM VOOR ONS LAND

Met een dubbel gevoel leg ik het grote inspiratieboek voor de koning weg als ik de laatste bladzijde heb gelezen. Wij Nederlanders hebben dromen kenbaar gemaakt als inspiratiebron voor onze nieuwe Koning Willem-Alexander en zijn beminnelijke echtgenote Koningin Maxima. Al die dromen zijn in een boek vervat. Mijn droom voor ons land is daarmee ook weer een inspiratiebron voor ons zelf. Bijvoorbeeld om een blogje (boekbespreking) te maken. En daar zit ‘m de kneep, want eigenlijk ben ik na lezing van de dromen al op weg naar de keuken om flessen azijn te halen. Het gevaar van een zuur stukje van een regelrechte azijnpisser is levensgroot.

Ik zal trachten een balans te zoeken. Want wie ben ik om andermans dromen te bekritiseren, zeker als het gaat om kinderwensen, zal ik de laatste zijn om ze zurig te benaderen. Toch krijg ik hetzelfde jeukerige gevoel dat ook bij Miss-verkiezingen ontstaat bij mij. Je weet dat de mooiste dames achter de coulissen elkaar het liefste de ogen uitkrabben of op zijn minst een gemene haal over andermans (je zegt trouwens nooit andervrouws) mooie snoetje te halen. Eenmaal op het podium pleiten de dames voor wereldvrede, honger uit de wereld en andere lovenswaardige wensen. Ik vind ons volkje namelijk helemaal niet uitblinken in positieve gedachten en medeleven naar anderen. Misschien ook niet minder dan andere landen, maar we staan ons er zo op voor, ook in dit boek. Stiekem denk ik dat de organisatoren van dit initiatief heel hard hebben moeten zoeken naar de positivo’s in ons land om hun dromen in te zenden.

VRIENDELIJKHEID IN EEN KONINGSGEZIND LAND

Ik begrijp best dat als er sprake is van het verzamelen van dromen dat de kans op positivisme groot is. Natuurlijk passen bij kroningsfeestelijkheden geen nachtmerries. Het is niet kies om een Nationaal Horror Boek af te leveren en aan te bieden aan het kersverse koningspaar. Maar er zijn momenten dat ik denk dat zoiets best eens een gezonde spiegel zou kunnen zijn en als inspiratiebron kan dienen om het anders te gaan doen. In de wensen kom ik regelmatig tegen dat we een gidsland waren en weer moeten worden. Ik denk dat we onze invloed behoorlijk overschatten en mogelijk een ander nationaal zelfbeeld hebben dan de rest van de wereld ons ervaart. Is de werkelijkheid van Nederland niet de koopman en de dominee? De combinatie haalt niet altijd het fraaiste naar boven. Zijn we met zijn allen ondanks onze welvaart niet een groep ratten die te dicht op elkaar gehuisvest zijn en daardoor last van elkaar hebben? Om dit niet te laten escaleren hebben we ons bekwaamt in onverschilligheid naar een ander. Hoezo een voortrekkersrol in Europa en de wereld? Heeft het afgelopen decennium niet gezorgd voor zeer negatieve beeldvorming veroorzaakt zelfs op kabinetsniveau met de PVV voorop? Ik denk dat het domineesvingertje op ons zelf gericht moet zijn, een momentje van introspectie lijkt me zeer op zijn plaats. Al jaren hoor ik dat we het gelukkigste volkje van de wereld zijn, een paar Scandinavische landen daargelaten, maar we grossieren in ontevredenheid. We wijzen naar de instabiele politiek, maar ik denk dat onze nationale gemoedstoestand slechts weerspiegeld wordt door diezelfde politiek en niet andersom.

Op bladzijde 27 van het boek schrijf Mathil Kuiper (1947) als afsluiting van haar droom: ‘Mijn droom voor Nederland is stoppen met vooroordelen en weten dat we met zijn allen deel uitmaken van het stuk grond, de prachtige tuin, het land dat Nederland is. Dagelijks heeft dit land vriendelijkheid nodig, zoals een tuin water.’ Deze droomster hoopt dat Willem Alexander en Maxima de inspiratiebron zullen zijn voor ons. Emriye Yildiz (1961) pleit op pagina 37 naar de terugkeer van de sfeer voor 2000. Een positieve afsluiter op dit gebied (pagina 38) is Ben Visser (1993) die de Samencoupé in de trein bepleit. Een mooie en realistische droom die heel recent vorm heeft gekregen bij de NS.

We blijken met zijn allen nog wel koningsgezind te zijn en hebben klaarblijkelijk geen moeite ook het tegengeluid in deze een kans te geven, zelfs in dit boek. Er zijn dromers die een Republiek voorstaan. Het zou democratischer zijn. Ik heb mijn twijfels, maar als ik moest kiezen tussen Republiek of Monarchie in de huidige vorm, dan laat de Oranjes nog maar een tijd zitten. Ons land met zijn dwalende electoraat kan wel wat ankerpunten gebruiken, en vriendelijkheid. Als ik het koningsgezin op de cover van het boek zie lachen weet ik genoeg. Ik zet de azijnfles snel weer in het keukenkastje. En ik gun Willem-Alexander en Maxima met het vervullen van hun zware taak voldoende rust toe. Hetzelfde geldt voor de drie A-tjes, want op pagina 53 zie ik de afgetrokken vermoeide koppies van de meisjes. Dan denk ik: ‘Arme drommels’.

OPVALLENDE ZAKEN IN ONS DROMENLAND

In het bovenstaande heb ik de azijnfles met beleid gehanteerd en tijdig weggezet. Er zijn ook een aantal zaken die me zijn opgevallen. In het afsluitende woord van Paul Schnabel (CPB) noemt hij het verschil in dromen tussen mannen, vrouwen en kinderen. Wat de categorisering betreft kan ik me scharen bij de mannen. Op bladzijde 74 en 75 heb ik gebiologeerd staan kijken naar de megalomane bouwdromen van Frank Loer (1986), Jaap van Ballegooy (1938) en Johannes Den Dekker (1929). Ik houd daar wel van, vooral als het heel multifunctioneel is en veel mensen ervan kunnen genieten. Uit dit dromenboek is het gedicht van Geert Bax (1964) dat voor mij het meest tot de verbeelding spreekt:

EN PASSANT

O Koning, laat ons land geen schaakbord zijn,

waar hij die koning wordt zijn

stukken schuift naar links of rechts

of erger nog: naar voren.

Laat dit land wat ons bezit

niet worden tot een land van zwart of wit.

Laten torens, paarden, lopers zijn:

cultuur, natuur, de sport.

Laat ons pionnen mensen zijn,

maar nooit de stukken op een bord.

Droom altijd van een land van samen;

samen er iets mooiers van gaan maken.

Bescherm uw Koningin als dame;

laat nooit een ander haar toch schaken.

O Koning, dit moment zal weer voorbijgaan,

dit moment van trouw aan ambt en wet.

Weet dat u en wij als stukken staan,

maar dat een ander ze verzet.

En als ik dus een droom had moeten inzenden, dan is dat de droom van de relativering. Een kleurrijke droom met veel ruimte voor grijstinten, passend bij ons weer en humeur, met plaats voor het onverwachte en het onbekende dat het leven kleurt. Maar ik heb het niet gedroomd, dus wens ik alle dromers en de koning veel inspiratie toe. Het boek gaat in de boekenkast en over x-jaar, bij de kroning van Amalia, zal ik kijken wat er van terecht is gekomen. Misschien pak ik dan mijn kans om als oude man alsnog mijn droom toe te vertrouwen aan ons fijne kolere land.

Een héél fout…..goed lijstje

 

Het positieve vervolg op een goed fout lijstje, ook van februari 2009

De directe aanleiding kan ik niet eens helder voor de geest halen, maar gisteren had ik in één keer de idee dat het in Europa maar een zooitje was. Met de beschrijving van een goed fout lijstje heb ik zonder al te veel zelfcensuur maar eens een verzameling platte negatieve typeringen van de verschillende Europese landen gemaakt. Een klein aantal reacties was voldoende om me weer bij zinnen te brengen. Eigenlijk wel een heel negatief rijtje, daar is geen soep van te maken was één van de commentaren.

Dat klopt, dus ik ga nu maar eens een positief rijtje maken, een heel fout goed lijstje. Of je er soep van kan maken, ik vraag het me af? Hooguit een feestelijke ratatouille, maar wel van een all in Europese signatuur.

Wederom in alfabetische volgorde:

België: Een diep verdeeld land zo op het oog, maar het blijft ze goed gaan. Ze draaien lekker mee in Europa. Die clowneske verdeling tussen Frans- en Vlaamstaligen is niet meer dan een uit de handgelopen Belgenmop. Ten aanzien van mondiaal foute mensen fungeren ze als het geweten van Europa, want ze worden allemaal voor het Belgische gerecht gesleept. Hulde.

Bulgarije: Nieuwbakken lid in Europa en meteen laten ze van zich horen. Ze willen graag meedoen maar laten zich niet koeioneren door vage kunstenaars uit Tsjechië. De assertiviteit van de Bulgaren is te waarderen. Het is tevens de spirit om van corruptie en stalinistische bureaucratie af te komen.

Cyprus: Het levende bewijs dat oude vijanden in vreedzame co-existentie goed verder kunnen en uiteindelijke maken ze een mooi vakantieparadijs van hun eiland. Een voorbeeld voor de ‘echte’ Grieken en Turken.

Denemarken: Een prachtig voorbeeld van nuchterheid en hantering van het vrije woord op een positieve manier. Als eenheid presenteerden de Denen zich op het moment dat moslimfanaten voor de poorten van de verschillende Deense ambassades stonden. Nee, de Denen krijg je niet gek en als prettige bijkomstigheid leveren ze goede voetballers.

Estland: Jarenlang onder het juk van de Russen en toch accepteren ze onder bepaalde voorwaarden de aanwezigheid van de voormalige Sowjetrussen die nu een prachtige kans krijgen in hun nieuwe vaderland, integratie pur sang.
Klein, ogenschijnlijk onbeduidend maar samen met de andere Baltische Staten vertegenwoordigen ze een belangrijk stukje Europese historie die ze om weten te bouwen naar het hedendaagse Europese perspectief.

Finland: Autonoom en welvarend. Ze hebben als geen ander land ervaren wat het is om te leven naast een grote machtige wereldleider. Deze kennis zullen ze zeker inzetten om Europa door de economische en politieke crisis heen te loodsen. Stille wateren, en die zijn er veel in Finland, hebben diepe gronden.

Frankrijk: Het grote brutale jongetje van Europa. Lef van een losgeslagen puber, maar op zijn tijd de diplomatieke gaven van een doorleefde volwassene. Laat Frankrijk maar schuiven al zetten ze met enige regelmaat hun te grote voet op lange tenen, ze bedoelen het goed voor de rest van de wereld. En als een duveltje uit een doosje, ze hebben in noodgevallen een heel fijn leger tot hun beschikking. Een beetje vreemd, maar het legioen is altijd inzetbaar.

Griekenland: De bakermaat van onze beschaving en democratie. Eeuwenlang overwoekerd door wilden van elders, maar het genenpakket is niet verloren gegaan. Grieken zullen hun klassieke beentje voortzetten ten behoeve van de hedendaagse Europese beschaving.

Hongarije: Historisch centraal in de Europese geschiedenis en is dat ook op dit moment weer. Een typische Hongaarse eigenheid die terug gaat tot Atilla de Hun. Door de geschiedenis zijn ze in aanraking gekomen met verschillende culturen waarvan ze het goede hebben weten te behouden. De onverschrokkenheid van de Ottomanen, het sociaal voelende van de Sowjets en het punctuele van de Duitsers. Al kijkend over de poesta’s wordt intense weemoed omgebouwd tot een waarachtig Europees gevoel.

Ierland: Van het lelijk eendje van de EU is het uitgegroeid tot een prachtige zwaan. Alleen de frisse groenheid van het land staat al symbool voor de ecologische toekomst van Europa. Van hieruit zal het milieu-aspect Europa indenderen. Let op mijn woorden.

Italië: Het altijd speelse, sarrende, maar tevens briljante Italië heeft als eerste begrepen hoe de Griekse beschaving te integreren in het toenmalige donkere Europa der Barbaren. Trots op hun geschiedenis en trots op hun eigen identiteit hebben ze voor rechtlijnigen de onhebbelijkheid van het prediken van het behoud van de basisnormen zoals daar zijn het moederschap, de enige kerk en de esthetiek. Toch zijn ze flexibel genoeg om daar in hun eigen leven moeiteloos van af te wijken. Pragmatisme is hun bijdrage aan Europa.

Letland: zie Estland

Litouwen: zie Estland

Luxemburg: Een ‘geslepen’ briljant in Europa. Voor een kijkje in het Europa van 2050 hoeven we alleen maar naar het Groot Hertogdom te reizen.

Malta: Zonnig, een pietsie Brits, ligt het strategisch in de golven van de Middelandse Zee, Afrika en Azië in de nabijheid, maar onmiskenbaar Europa.

Nederland: Een gidsland pur sang en al leven we in moeilijke tijden, de Nederlanders zijn goed in het verkondigen van de moraal. Waarom, omdat ze te groot zijn voor het servet en te klein voor het tafellaken. Een wezenlijke functie in en voor Europa, want zonder al te negatieve consequentie kan Nederland de gewetensfunctie van Europa vertolken. Bovendien het legt ze geen windeieren en dat is ook voor Europa weer positief.

Oostenrijk: Bakermat van de klassieke waarden en normen van het oude Europa. Een bezienswaardigheid voor alle Europeanen die een stukje historisch besef bijgebracht willen krijgen. Oostenrijk als een groot openlucht museum, fantasierijk weggedrapeerd tussen prachtige bergen en schone dalen.

Polen: Vooral echte survivers en dus dienen ze als voorbeeld voor alle anderen in Europa. Bovendien voor allen die de weg kwijt zijn in spiritueel op zicht, ga naar Polen. Het ware en enige christelijk geloof met de wortels in Israël is nog zichtbaar in Polen. Een echte aanwinst voor Europa.

Portugal: Een typisch voorbeeld van ‘wie het kleine niet eert, is het grote niet weert’ Berusting en tevredenheid zijn de inbreng van de Portugezen in de Europese ratatouille.

Roemenië: Een volk dat de dictatuur van Ceaucescu weet te overleven is een sterk volk, een volk dat weet wat het is om ontberingen te lijden. Een volk dat derhalve de tijd moet krijgen om er ook geestelijk bovenop te komen. Geduld en tolerantie is wat de Roemenen door hun aanwezigheid in Europa kunnen kweken bij de andere lidstaten. Het bezien van een Roemeen is dus eigenlijk een gezonde spirituele training tegen je eigen vooroordelen. Heel belangrijk in tijden van crisis waarbij je geneigd bent snel een zondebok te zoeken.

Slovenië: Klein Oostenrijk met dezelfde historisch waarden die Oostenrijk vertegenwoordigd in Europa, ook laten ze nog een klein stukje van de meest moderne geschiedenis zien, een vleugje Oostblok. Bovendien koploper in welvaart van de voormalige Oostbloklanden.

Slowakije: De opdeling van Tsjechoslowakije had wat de Slowaken betreft niet gehoeven, maar nu het eenmaal een feit is, maken ze het beste ervan en tot nu toe niet onverdienstelijk. Laten de Slowaken maar schuiven.

Spanje: Temperamentvol en temporiseren, twee tegenstrijdige eigenschappen in één volk. Vurig als de zon, donker als de nacht in de binnenlanden en beweeglijk als de alom omringende zeëen. En lukt het ondanks het Spaanse temperament niet, dan is er morgen weer een dag. Manhana!

Tsjechië: Voor de Eerste Wereldoorlog de bakermat van kunst, cultuur en wetenschap. En dat zijn ze nog niet vergeten, die Tsjechen. Ambities om het verloren terrein op de recente historie terug te winnen, verdient navolging. De Tsjechen zijn een echte aanwinst voor Europa.

Verenigd Koninkrijk: Naast de vluchtige eigenschappen en flexibiliteit die sommigen landen in Europa brengen, biedt Engeland het nodige tegenwicht. Goed geconserveerde manieren en de neiging om het grootste verleden te roemen, geeft Engeland de functie van ‘pas op de plaats’.  Voor azijnpissers ‘ een rem op de voorsprong’, maar met deze ogenschijnlijke kleppen op dwingen ze menig land tot bedachtzame beslissingen. Bovendien is Engeland het aangewezen land om Europa een beetje USA minded te houden en dat is in periodes van crisis niet onbelangrijk heeft de recente geschiedenis geleerd.

Zweden: Het is geen toeval dat de verschillende kwaliteitsproducten gepaard gaan met de reclamespreuk “Uit Zweden”. Net als Volvo, Saab, Nilfisk en Ikea staat het land Zweden voor stabiliteit en kwaliteit. Dat is mooi om dat binnen de Europese landgrenzen te hebben.

Dat is nog eens een ander lijstje dan dat negatieve gedoe van gisteren. En dan te bedenken dat de landen van het voormalige Joegoslavië niets liever willen dan meedoen, dus hun gretigheid brengt niets dan goeds voor Europa. En met Albanië als kansland, Noorwegen om de olie, Zwitserland om de gewezen neutraliteit en IJsland als stichtend voorbeeld hoe het niet moet in bankzaken,  kunnen we toch maar een ding zeggen. ‘Ik ben Europeaan en wel een blijde Europeaan.’  We komen er wel met zijn allen. Toch?