Mijn filmblik op Cidade de Deus

Ooit was ik in Rio de Janeiro, City of God. 16 lentes jong en nog vrij onbedorven, maar ook niet geheel naïef. Ik wist dat er armoede was en dat daarmee niet altijd de beste eigenschappen van de mens naar boven komen. Bij rijkdom trouwens ook niet. Ik wist niet echt duidelijk dat Rio één van de wereldsteden was met de slechtste reputatie op dit gebied. Misschien was dat toen minder omdat Brazilië nog een dictatuur was. Inmiddels is Brazilië een democratie, economisch booming en het wereldkampioenschap komt in 2014 en Rio de Janeiro is tevens gaststad voor de Olympische Spelen van 2016.

Werk aan de winkel dus voor de autoriteiten, wetende dat de autoriteiten, lees politie, een onderdeel van het probleem zijn in de favelha’s in Rio. De politie is bestrijder, leverancier, dader en doorgeefluik van de misdaad, zo leert ons het nieuws. Af en toe sijpelt dat hier door en soms krijgen we een documentaire met de achtergronden. Ik heb zo maar de indruk dat het aantal journalistieke reportages zal toenemen naarmate de grote evenementen dichterbij komen. Ik weet niet of de film gemaakt is als anti-reclame (2002), maar de organisatie en de autoriteiten zullen er in ieder geval niet blij mee zijn.

Cidade de Deus is een knalharde film over misdaad in de sloppenwijken van de stad waarbij de zeggenschap over drugs, wapens en vrouwen de drijfveren zijn om te strijden (voor het dagelijks bestaan). Het potentieel van boeven en boefjes is oneindig zolang de armoede oneindig is. In de film worden een aantal jonge jongens gevolgd in een aantal leeftijdsstadia van hun jonge leven. De hoofdpersoon heeft echter andere ambities dan de criminaliteit en wil fotograaf worden. Uiteindelijk lukt hem dat als hij bende-oorlogen van binnenuit kan vastleggen. Als kijker word je tot dat moment wel getrakteerd op een behoorlijke portie geweld waarvan ik maar moet aannemen dat het een realistisch kijk geeft op de werkelijkheid. Het is voor een gewoon Nederlands burgermannetje amper te bevatten, het lijkt eerder de Stad van God los, maar die titel bestaat inmiddels al.

Het gewelddadige karakter van de film is volgens mij niet overdreven, maar het is niet mijn genre. Hoewel het verhaal van de fotograferende sloppenwijkjongen op waarheid gebaseerd is, lijkt het toch heel vaag de rode lijn te zijn in de film. De ontwikkelingen en verharding van de misdaad staat nadrukkelijk centraal. De film begint ‘relatief’ onschuldig in een kleine stad in de jaren ’60. Armoede dreef velen naar de stad op zoek naar nieuwe kansen. Met de disco en de 80-ties komt de film tot een gewelddadige climax.

Ondanks het geweld en de armoede lukt het de filmmakers, misschien door de muziek en de toeristische plaatjes, Rio toch nog steeds een sexy karakter mee te geven. Rio stinks, but it swings.

De film, mogelijk als anti-reclame voor de verkiezing van de grote evenementen in 2014 en 2016 is gelukt, maar niet geslaagd. De evenementen komen. Zonder geweld zou de anti-propaganda nergens op slaan, maar het is niet mijn genre. Ik sta bij de beoordeling dus eigenlijk dubbel, intrigerend, maar toch……

Ik houd het op een 7.

 

Eerdere blikken op film:

De King’s Speech

Eat Pray Love

Unter Bauern

Tirza

De eetclub

Loft

Bienvenue chez les Ch’tis

De Tweeling

Mijn filmblik op De Tweeling

Misschien al vijf jaar ligt de video van De Tweeling al in de boekenkast om gezien te worden. Een koopje in het postvideo tijdperk. Het kwam er niet van omdat ook de videorecorder hoogbejaard was geworden en op de stapel ‘zonde om weg te gooien, maar ik doe er ook niets meer mee‘ is komen te liggen. Het apparaat lag te verstoffen net als de video. Dat geldt niet voor het positieve beeld dat ik heb overgehouden van het gelijknamige boek van Tessa de Loo. Het is mogelijk al wel tien jaar geleden gelezen, maar het verhaal staat me nog levendig bij al zullen de details wel wat fletser zijn geworden. Misschien was dat wel de onbewuste reden om niet aan de Oscargenomineerde film te beginnen.

Het moest er toch maar eens van komen en wel op vakantie in Portugal, want ook op vakantie ben je wel eens uitgekeken of is de lust om te lezen wat minder. Ik heb me voorgenomen geen vergelijk te maken met het boek.

 

Met dat goede voornemen kan ik echter verklappen dat ook de film indrukwekkend was. Twee zusjes worden in het na-oorlogse (Eerste Wereldoorlog) Duitsland van elkaar gescheiden. Tweelingzusjes welteverstaan en wetende hoe sterk de band tussen een één-eiige tweeling is, ben ik enorm onder de indruk wat de sociale omgeving met mensen kan doen. Hoe het hun levensperceptie bepaald, hun beslissingen beïnvloed en bovenal een starheid kan bewerkstelligen die zelfs de band tussen tweelingzussen kan verstieren.

Het loopt echter goed af in de film, uiteindelijk vinden de zussen, inmiddels sterk op leeftijd, elkaar fysiek en geestelijk weer terug. Via flashbacks vertellen ze elkaar hun levnesgeschiedenis. De één heeft nadrukkelijk de hele opkomst van Hitler-Duitsland meegemaakt met alle mogelijke misère, de andere opgegroeid bij een gegoede familie in Nederland, maar ook in relationele sfeer tikken van de oorlog meegekregen.

De rollen van Anna en Lotte worden uitstekend vertolkt op jong volwassen leeftijd door Thekla Reuten en Nadja Uhl, maar vooral de bejaardenrollen door Ellen Vogel en Gudran Okras vond ik subliem.

Thekla Reuten en Nadja Uhl

Voor mezelf vond ik De Tweeling wederom een film over de Tweede Wereldoorlog waarbij het onderscheid tussen goed en fout zo ontzettend betrekkelijk is geworden. Dat kwam ook bij ‘Zwartboek’ al nadrukkelijk naar voren en zeker bij de Duitse verzetsfilm “Unter Bauern’ is de scheidslijn tussen goed en fout niet eenduidig aanwezig. Uiteindelijk is dat ook bij De Tweeling het gesprek tussen de bejaarde zussen die ervoor zorgt dat het zwart-witdenken vervaagd. Goed en fout bestaan niet als het gaat om zulke allesomvattend menselijk leed zoals de Tweede Wereldoorlog.

                                 Gudran Okras en Ellen Vogel  

De film eindigt voor mij onverwacht, ik zal in het boek van Tessa de Loo moeten nakijken of het einde filmisch is aangepast.

Al met al voor mij een film die een dikke 8 verdient, een 8+ dus.

 

Eerdere blikken op film:

De King’s Speech

Eat Pray Love

Unter Bauern

Tirza

De eetclub

Loft

Bienvenue chez les Ch’tis

Mijn Filmblik op ‘Bienvenue chez les Ch’tis’

Bienvenue chez les Ch’tis, een Franse film, dat op de hoes meekrijgt de beste Franse komedie van het jaar te zijn, belooft wat of is een goedkope marketing truck. Van welk jaar is me trouwens niet duidelijk, maar komt door mijn aanstaande leesbrilgevoeligheid. (2008 blijkt later) Bij Franse komedies kom ik niet verder dan Louis de Funes, een held van mijn vader en dientengevolge heb ik heel wat clowneske situaties op mijn netvlies staan. Vader Rabbi was zijn favoriet.

Nu dus een hedendaagse Franse komedie, van Danny Boon. Nooit van hem gehoord uiteraard, hij speelt ook een (de) hoofdrol samen met o.a. Kad Mesrad, Zoé Felix, Anne Marvin en Lorenzo Ausilia-Foret om maar wat grootheden te noemen.

 

En wat heeft een goede komedie nodig? Een paar platheden en vooral enkele vooroordelen. Bij een goede uitwerking, succes verzekerd, een verhaal is dan van secundair belang. Bienvenue chez les Ch’tis werkte uitstekend. Een vrouw uit de Provence die het aanvankelijk hoog in de bol heeft, forceert haar sukkelige man promotie te maken bij de post en te solliciteren voor een baan aan de Côte d’Azur. De opzet mislukt en de postbode wordt overgeplaatst naar Bergues, het Noorden van Frankrijk, bij het verfijnde boerenvolk die zich de Ch’tis noemen. Bovendien is in de perceptie van de Franse zuiderlingen Noord Frankrijk dicht bij de Noordpool. Philippe, de postbode gaat uiteraard alleen zonder vrouw en kind. Vele lachsalvo’s en verwikkelingen later loopt het goed af met iedereen.

Een prima geslaagde komedie, voor mij een 7,5

 

Eerder verschenen filmblikken

De King’s Speech

Eat Pray Love

Unter Bauern

Tirza

De eetclub

Loft

Mijn filmblik op LOFT

20200420_160030

Door mijn vrouw uitgekozen, zitten we voor de tweede achtereenvolgende zaterdag in de mood van Saskia Noort. Na een aantal maanden terug te hebben genoten van ‘Terug naar de kust’ met Linda de Mol in een van de hoofdrollen, was De eetclub vorige week eigenlijk een regelrechte deceptie. Zal de balans in negatieve of in positieve zin doorslaan. Vanavond kwam ze thuis met Loft. Weliswaar niet naar aanleiding van een boek, maar het scenario kwam tot stand onder verantwoordelijkheid van de populaire schrijfster.

Vijf vrienden zoeken een geheime plek voor buitenechtelijke avontuurtjes. Eigenlijk een soort geheime genootschap van jongetjes die een hut bouwen, alleen dan op het niveau van de Amsterdamse grachtengordel. Het gegeven is aardig, maar eens kijken wat er van gemaakt is. En jawel, de manonvriendelijkheid werd aanvankelijk lekker op de kaart gezet. Hitsige snelle jongetjes voor wie de vrouw in principe een lekker stukje speelgoed is als moeder de vrouw tenminste niet te nadrukkelijk als Xantippe fungeert. En met de loft die hen nu ter beschikking staat, kunnen de grofgebekte grappen en het hanegedrag in de praktijk worden gebracht. Ze blijven eigenlijk gewoon Neanderthalers.

Het lijkt gesmeerd te lopen, totdat er een vermoorde vrouw in de ‘hut’ wordt gevonden. Dan begint de vriendschap deuken op te lopen en over en weer worden de beschuldigingen geuit. Met spannende flash backs wordt het verhaal compleet gemaakt. Van de vriendschap blijft op het einde weinig over, maar ik moet stellen dat de film qua spanning blijft boeien tot het einde.

Bij dit soort films is het niet aardig om echt met het plot te komen, dus dat laat ik achterwege. De vraag of de balans positief of negatief uitvalt na drie ‘Saskia Noort’ film, kan ik wel beantwoorden. Loft is een spannend en en dus een prettig niemendalletje dat goed is voor een avondje film kijken in huiselijke kring. Om hier nu de bioscoop voor te bezoeken gaat mij te ver, maar de ‘Saskia Noort’ film krijgt voor het thuisgebruik, het voordeel van de twijfel.

Omdat een 7- toch te riant staat, blijft mijn filmblik waardering toch steken bij een 6,5.

Eerder verschenen filmblikken

De King’s Speech

Eat Pray Love

Unter Bauern

Tirza

De eetclub

Mijn filmblik op ‘De eetclub’

Mijn filmblik op ‘De eetclub’ naar het gelijknamige boek van Saskia Noort kent een kleine voorgeschiedenis. Enige jaren terug kwam ik het boek bij ons thuis tegen en hoewel ik niet tot de doelgroep behoor van de schrijfster, vind ik tenminste zelf, heb ik het toch gelezen. Precies navertellen kan ik het niet meer, maar ik herinner me intriges in Het Gooi. Ik verbaasde me er bijna over dat ik het met plezier heb uitgelezen. Omdat ik de clou echt wel kwijt ben, verheugde ik me afgelopen weekend op de film op DVD. Dat moet minstens een geruime tijd amusement zijn.

Temeer ik enige maanden terug een andere verfilming van Saskia Noort heb gezien, namelijk Terug naar de kust. Een ongemeen spannende thriller met een prachtige hoofdrol van Linda de Mol.

Biertje, nootje en chipsje klaar, de avond kon beginnen. In het volle besef dat de fourage tijdens het bekijken van de DVD in het niet zou vallen bij de haute cuisine in de film, startte ik de avond toch als een tevreden mens. De film echter werkte niet echt mee. Mooie plaatsjes van grote huizen in het welverdienende deel van Nederland. In gedachten en soms ook hard op, kon ik mijn vooroordelen over dit deel van ons land naar hartelust ventileren. Dat wel, maar voor mij is de film nooit echt op gang gekomen. De spanning zoals ik het in het boek heb ervaren, vond ik niet terug in de film en mijn geheugen kon het fragmentarische van de film niet opvullen.

En al was er een hele batterij aan bekende acteurs en actrices, er was er niet één die er voor mij bovenuit steeg, dus het benoemen van geweldige acteerprestaties laat ik maar achterwege. Jammer, maar het biertje, de nootjes en chips hebben desondanks wel gesmaakt. Meer woorden ga ik niet aan deze film vuil maken.

Dus wat mij betreft geen aanrader, een 5

Eerder verschenen filmblikken:

De King’s Speech

Eat Pray Love

Unter Bauern

Tirza

Filmblik op TIRZA

Voor het geval u het niet weet, ik ben geen liefhebber van Arnon Grunberg. Begin jaren negentig heb ik Blauwe Maandagen gelezen. Het heeft geen onuitwisbare indruk achtergelaten bij me. Beschrijving van heel veel leegte heb ik in mijn geheugen staan als het om dit boek gaat. Ik kan het mis hebben. Een paar jaar geleden heb ik De asielzoeker nog eens geprobeerd, maar ik ben ruim voor de helft gestaakt en persisteer dus in de wetenschap dat Arnon Grunberg niet aan mij besteed is. Ook zijn publieke verschijning doet mijn hart niet sneller klopper al ga ik niet zo ver dat ik na het zien van zijn rol in de reclame voor de Gouden Gids, weiger nog in dat boek te kijken. Ik besloot dus Tirza niet te gaan lezen. Gezien de hoeveelheid prijzen die hij inmiddels heeft gekregen, zal ik wel heel erg ongelijk hebben. Ik kan er mee leven.

Maar dan de film. Ik had tegenstrijdige verhalen gehoord en in februari van dit jaar besloot ik de film te gaan zien, maar door een fout op de website van de bioscoop in Doetinchem bleek de film al klaar te zijn in die plaats. Gisteravond dus maar op DVD naar Tirza gekeken. En ik zal u alvast mijn mening verklappen. Het viel niet tegen, de film. Voor alle kritische lezers van dit blog mogelijk ten overvloede, ik heb het echt louter en alleen over de film.

Aanvankelijk kwam ik wat moeilijk in de film, misschien dat Grunberg nog in mijn gedachten ronddwarrelde, maar achteraf denk ik dat de film in mijn optiek typisch Nederlands begon. Ik noem dat zelf boertigheid op randstad niveau, vleugje seks, vleugje sociale snelheid en net niet ranzig. Toch werd ik binnen tien minuten gepakt door de hoofdrolspeler Jörgen Hofmeester, prachtig gespeeld door Gijs Scholten van Aschat. Een mislukt huwelijk, de zorg voor zijn dochter Tirza en een vileine ex-partner (Johanna ter Steeg) die een weinig positieve bijdrage levert aan het mannelijke ego van Jörgen Hofmeester, worden je om de oren geslingerd als kijker. Al snel wordt duidelijk dat de vaderlijke relatie met Tirza (Sylvia Hoeks) verre van standaard is. De vriendschap van Tirza met een islamitische jongen is dan eigenlijk voor Jörgen Hofmeester heel dramatisch. Misschien is dat wel voor alle vaders, maar in dit geval daalt de gemoedstoestand van vader richting het gekmakende nulpunt, al blijkt dat pas later in de film.

Als dochter Tirza samen met haar vriend naar Namibië vertrekt als backpacker en onbereikbaar blijkt te zijn, gaat Jörgen zijn dochter achterna. Prachtige plaatjes van Namibië passeren de revue, Jörgen vindt zijn dochter niet, maar krijgt gezelschap van de negenjarige Kaisa, die haar (seksuele) diensten aanbied. Kaisa speelt haar rol als kindhoertje op meesterlijke wijze. Het feit dat ze kind is en speelt, doet geen afbreuk aan het verhaal. Overacting vind ik namelijk vaak plaatsvinden bij jonge kinderen in volwassen films. Kaisa (Keitumetse Matlabo) is een prachtig wijs meisje dat zich ondanks de weigering van Jörgen om gebruik te maken van haar diensten, zich niet laat wegsturen.

In het vervolg van de film zien we een steeds psychiatrischer Jörgen Hofmeester en prachtige parallellen van Tirza en haar vader en de ontwikkeling van de relatie tussen Kaisa en Jörgen. Flashbacks van de gezinsgeschiedenis maken duidelijk wat de dochter kan hebben gedreven om uit de omklemming van haar vader te geraken. Hoewel, de film neemt, voor mij tenminste een heel onverwachte wending.

 

Al met al een mooie film, waarbij ik de producenten dankbaar ben dat ze het boek van Grunberg, Tirza, hebben uitgezocht voor verfilming. Dan hoef ik het boek tenminste niet meer te lezen, om toch een beetje mee te kunnen praten. Bij mij werkt het echter meestal andersom, dat ik na lezing van het boek, heel huiverig ben om de film te gaan zien.

Al met al geef ik de film een 7 +

 

Eerder verschenen filmblikken:

De King’s Speech

Eat Pray Love

Unter Bauern

Mijn filmblik op ‘Unter Bauern’

Hoe lang blijft de Tweede Wereldoorlog actueel en hoe lang kiest een mens om ‘weer’ een film uit die periode te aanschouwen? De klassiekers heeft iedereen natuurlijk gezien: The longest day, Een brug te ver en meer recent Zwartboek en Oorlogswinter. Voor mijzelf blijft de geschiedenis tussen de beide wereldoorlogen en de Tweede Wereldoorlog heel intrigerend.

Bij de film Zwartboek had ik al heel nadrukkelijk dat het thema Goed en Fout nadrukkelijk geen lineair verband heeft en ik denk, als representant van ruim na de oorlog, dat geen enkele oorlog dat eigenlijk heeft. Wat is nu goed en wat fout? De definitie van heel fout is mogelijk te geven, maar de daden van de meeste mensen in oorlogssituaties zijn eerder in grijstinten te beschrijven, maar dan in allerlei variaties. In rigeoureus zwart/wit denken geloof ik niet zo erg.

Een nieuwe dimensie voor mij is de Duitse speelfilm ‘Unter Bauern’* geweest. Als we over Duitsers denken in die periode, dan denken we aan de massahysterie voor Hitler, het enthousiasme om de oorlog in te gaan, de deceptie die ook al snel volgde bij velen en het lijden van de bombardementen op de vele Duitse steden en de uiteindelijke val van het Derde Rijk in 1945. Een beeld van het gewone leven, dat ook in Duitsland op veel vlakken natuurlijk doorging, is niet iets wat op mijn netvlies stond. Nu inmiddels wel na het zien van de film.

Unter Bauern laat het leven zien op het platteland in de omgeving van Münster. En ook hier vooral grijstinten van goed en kwaad. Enthousiasme voor de ideologie van Hitler komt voor naast het onderbrengen van Joden in de boerderijen. De mensen leven naast elkaar, met elkaar en voor elkaar, maar soms met tegengestelde opvattingen. Uiteindelijk laat de film zien dat menselijke verhoudingen vaak belangrijker zijn dan de principes van het nationaal-socialisme, met als gevolg dat mensen achteraf heldendaden verrichten, zonder dit vooraf te beseffen. De film leert mij, dat het nemen van beslissingen in zulke dynamische episodes in de geschiedenis vaak ‘een weg zonder terugkeer’ is, met verstrekkende gevolgen. Misschien is dat je hele leven wel, maar ben je er niet altijd zo van bewust. In de film Unter Bauern wordt het nadrukkelijk in beeld gebracht. Iedere beslissing heeft gevolgen, maar levend in nazi-Duitsland zijn de gevolgen mogelijk veel groter dan je aanvankelijk had gedacht.

De film, onder regie van Ludi Boeken, laat het leven van een groot plattelandsgezin zien met jonge kinderen, waarvan de boer geconfronteerd werd met de problemen van zijn Joodse oorlogsmakker uit de Eerste Wereldoorlog, Menno Spiegel. Uiteraard wordt het gezin van Menno Spiegel geholpen. Zijn vrouw en dochter worden op de boerderij ingekwartierd, mogelijk als ‘reguliere’ vluchtelingen vanuit de gebombardeerde steden. Menno zelf vindt uiteindelijk ook onderdak in de omgeving, gescheiden van zijn gezin. De boer ziet met lede ogen toe hoe zijn zoon naar het Oostfront gaat en zijn dochter een amoureuze verhouding heeft met een fanatiek lid van de Hitlerjugend.

De film vertelt dat niemand er zonder kleurscheuren vanaf komt in deze vreselijke periode, maar het meest intrigerende van de film vond ik de beklemmende sfeer die heel indringend is neergezet. De kleine wereld van de boerengemeenschap wordt nadrukkelijk gevolgd, maar de grote boze buitenwereld is nadrukkelijk op de achtergrond aanwezig en speelt op sommige momenten even de hoofdrol. Voor zover ik er zicht op heb, vind ik de casting uitstekend en heel geloofwaardig. Een puntje van kritiek heb ik ten aanzien van de belangrijke bijrol die de kleine dochter van Menno Spiegel vertolkte. In de meer serieuze films waarin kinderen voorkomen, vind ik vaak dat er sprake is van overacting van die kinderen. Ze zullen ongetwijfeld hun best doen, maar ik word er af en toe wat kriegel van, zo ook in deze film.

Ik zal verder geen woorden vuil maken aan de acteurs en actrices, ik ken ze namelijk niet en kan niet bogen op eerdere bewuste ervaringen ter vergelijk. En misschien is een film daarom wel des te beter omdat je vooral de rollen ziet en minder de bekende acteur.

Al met al een film die ik de moeite waarde vond om te kijken en niet snel zal vergeten.

* De link leidt ook naar de trailer van de film.

Mijn waardering voor de film is: 7,5

Eat, pray, love

20200420_160030

De voorbereiding

Je zou bijna zeggen, wie is er nu niet groot mee geworden, het boek Eten, bidden ,beminnen van Elizabeth Gilbert. Tenminste dat geldt voor de vrouwelijke helft van het lezersbestand, want ik projecteer mijn eigen mening gemakshalve maar op de rest van de bevolking die het boek waarschijnlijk net als ik af zullen doen met ‘o, een vrouwenboek, niets voor mij.’

Maar man of vrouw, je moet wel in een grot hebben geleefd om het boek niet te kennen. Thuis ligt hij ook bij ons in de kast en mijn vrouw wilde heel graag de film zien en we hebben die dan ook netjes bij de videotheek gehaald. Eat, pray, love naar het gelijknamige boek van Elizabeth Gilbert. Halverwege de film gaf ze trouwens te kennen dat ze het boek niet uit had gelezen, want uiteindelijk vond ze het spirituele gedeelte toch te oppervlakkig worden, hoewel ze zeer enthousiast was over de voedselbeschrijvingen. Ik kan niet oordelen over het boek, wel over de film, want die heb ik inmiddels gezien en hieronder volgt een typische mannelijke recensie, denk ik.

Het filmverhaal

Een New York’s stel komt in een huwelijkscrisis terecht, ze kenden elkaar al vanaf jeugdige leeftijd. Rond de dertig is het tegenwoordig heel erg in zwang om allerlei existentialistische vragen te stellen zo ook Liz Gilbert (Julia Roberts), autobiografisch dus. Oppervlakkige oplossingen in de directe omgeving (nieuwe liefde) of anderszins hielpen niet, dus één jaar eruit om jezelf in je quarterlife terug te vinden.

Italië staat als eerste op het programma. Een bezoek waarbij een oude passie wordt opgepakt, namelijk eten. En in Italië kan dat uitstekend. In het tweede deel wordt een vrouwelijke goeroe in India bezocht om het innerlijke te reinigen en andere levensvragen beantwoord te krijgen.

Als laatste komt Indonesië aan de beurt en daar komt Liz ook letterlijke aan de beurt om de passie en liefde weer in haar leven te krijgen. Ze ontmoet daar een zwalkende Braziliaan of Australiër, of in ieder geval een wereldburger. Overal worden vrienden gemaakt en levenslessen krijgt ze door gesprekken met hen en door eigen ervaringen.

Mijn filmblik op Eat, pray, love

Voorop gesteld dat ik het boek niet gelezen heb (en naar allerwaarschijnlijkheid ook nooit zal lezen), oordeel ik 100% op basis van de film. Ik heb mooie plaatjes gezien van Italië en Indonesië en een hele hoop clichés over alle drie de landen. Het luxeprobleem van een quarterlife crisis in New York is al een cliché op zich natuurlijk. Daarmee lanceer ik mijn eerste bezwaar namelijk ik vond de film te fragmentarisch. Alleen het ‘love’ gedeelte maakte dit iets goed, toen kwam er iets verhaal in. Het spirituele gedeelte had wat mij betreft een groot FEBO gehalte. Veel hapklare bamiswami wijsheid, die op zich niet fout is, maar te oppervlakkig. Het meest bij gebleven is de wijsheid over een arme drommel in Italië die God vraagt om een grote prijs in de loterij te winnen. Zijn wens blijft onbeantwoord, maar op zeker moment krijgt hij van Hogerhand wel ingefluisterd: ‘Je moet dan eerst wel een lot kopen.’ In normaal Nederlands zou je zeggen: ‘Wie niet waagt, die niet wint.’

Blijft over de hoofdrol van Julia Roberts. Ik kom haar met enige regelmaat tegen in films en ik herinner me haar vooral van de film ‘The Mexican’ en daarin viel ze me niet tegen. Aanvankelijk vond ik dat Julia er slecht uitzag in de film, later toen ze in Italië en zeker in Indonesië was, moest ik mijn oordeel enigszins bijstellen. Daarmee concludeer ik dat ze de stemming van de hoofdpersoon op een geloofwaardige manier neerzette.

Tja, en waar kom je qua waardering dan op uit? Het is in mijn optiek een vrouwenfilm, zonder dat dit denigrerend bedoeld is, maar ik behoor niet tot het marktsegment. Ik kan het geen voldoende geven. Een relativerende opmerking hierbij is dat ik Bridget Jones Diary niet eens af heb kunnen kijken en dat lukte nu wel.

Mijn filmblikwaardering voor Eat, pray, love is op een schaal van 1 tot 10

5,5

==================================================================

Eerdere filmblikken

The King’s Speech                                                   8,5

The King’s Speech

20200420_160030

De voorbereiding

Terwijl de foyer vol loopt met vrouwen, jong en oud, want de all-time bestseller ‘Gooische Vrouwen’ draait ook in Doetinchem, hebben wij kaartjes voor ‘The King’s Speech”. Een film die gekozen wordt op basis van het afstrepen van het aanbod ter plekke in combinatie met de aanvang van de film. Er moet namelijk wel eerst een hapje gegeten worden. Op een lege maag is het namelijk slecht film kijken, op een te volle trouwens ook.

Geheel onbevooroordeeld zullen wij de film gaan aanschouwen, want zelfs in de media heb ik niet stil gestaan bij deze film. Achteraf heeft mijn vrouw me op deze film gewezen, met de woorden dat ze het vermoedelijk een hele mooie film vindt, maar ze twijfelde of ik de film kon waarderen. Ze had het dan ook slecht aangepakt door het woord ‘kostuumfilm’ te gebruiken. Het is ontegenzeggelijk mijn eigen gebrek, maar bij de woorden kostuumdrama of film haak ik af.

Op vrijdag 18 maart 2011 zit ik samen met oud-collega en vriend onbedoeld in een kostuumdrama naar het schijnt. Uiteraard beide voorzien van een boertige schnitzel. In de zaal zaten hooguit twintig mensen en de onbevangenheid maakte me blij, een soort sneak preview als het ware. De titel suggereert natuurlijk het een en ander, maar ik wist niet in welke tijd de film zich afspeelde, ik wist niets van wie er in meespeelden, laat staan dat ik op de hoogte was van professionele kritieken. Een Engelse film was het enige dat ik vooraf wist en dat schept in ieder geval enig vertrouwen.

Het filmverhaal

De film pakt eigenlijk vanaf het eerste moment. De zoon van koning George V moet een publieke speech houden. Hij heeft echter een spraakgebrek, hij stottert. Een persoonlijk drama, maar gelukkig is hij niet de beoogde troonopvolger, dat is zijn oudere broer David. In een tijd waarin ook het koningshuis moet geloven aan de nieuwe media zoals de radio, is een spraakgebrek voor een publieke persoon natuurlijk een regelrechte ramp. Er wordt naarstig gezocht naar methodes om de koningszoon te helpen, zonder resultaat. Zijn vrouw (Queen mum) vindt buiten de koninklijke relatiesfeer een hoog aangeschreven spraaktherapeut uit Australië. Deze man houdt er onconventionele methodes op na en gaat vooral uit van psychische blokkades en minder van technische mankementen bij een spraakgebrek.

De relatie tussen de koningszoon ‘Bertie’ en de therapeut Lionel staat centraal in de film. Een clash tussen de adel en het gewone volk, een clash tussen conventies en het onconventionele en een relaas van het Engeland tussen de beide wereldoorlogen. Tussen de bedrijven door speelt de affaire Wallis Simpson nog mee, nu niet vanuit de romantische kant zoals de liefde tussen troonopvolger en de Amerikaanse burgerdame Simpson normaliter wordt bezien. Kortom, een ‘kostuumdrama’ maar dan in de zin dat voor de kijker de sfeer uit die tijd uitstekend filmisch wordt weergeven. En met mijn beperkte definitie zou ieder ‘goede’ historische film dan een kostuumdrama zijn, want het is ‘not done’ om het Engelse koningshuis uit die tijd in spijkerbroek te laten fungeren.

Als de affaire Simpson leidt tot het aftreden van koning Edward VIII en de stotterende Bertie koning George VI wordt, zijn de rapen gaar. De apotheose van de film is de uiteindelijke zeer geslaagde radiospeech van de koning bij de aankondiging dat Engeland en Duitsland andermaal met elkaar in oorlog zijn.

 

Mijn filmblik op ‘The King’s speech’

Allereerst word ik andermaal bevestigt dat ik een gemiddelde Engelse film prefereer boven veel Amerikaanse films. De mensen zijn meer mensen en minder getransformeerde plaatjes. De film wordt daarmee geloofwaardiger. De onderkoelde humor is natuurlijk spreekwoordelijk, maar ook in The King’s Speech op gezette tijden meesterlijk gebruikt. De sfeer uit de jaren twintig en dertig wordt mijns inziens op voortreffelijke wijze weergegeven en ook de leden van het koningshuis zijn met al hun emoties echte mensen geworden, weliswaar mensen op stand, maar toch.

Het einde van de film, de geslaagde oorlogsspeech is op dusdanige wijze vertolkt, dat ik als Nederlands kijker, bijna vaderlandse gevoelens koesterde voor Engeland. Ik had de neiging om na ‘The King’s Speech’ op te staan en uit volle borst ‘Rule Britannia, Britannia rules the waves’ te zingen. En dat mag een groot compliment voor de film heten waarin ik meegezogen ben, want waarom zou ik als Nederlander patriottistische gevoelens koesteren voor een ander land?

Zoals ik al aangaf, de acteurs en actrices kwamen bij mij zeer geloofwaardig over, maar één rol mag niet onvermeld blijven namelijk die van Timothy Spall. Op gezette tijden kom ik deze prachtige acteur tegen in films (bv. All or nothing en de verschillende films van Harry Potter) en ook in ‘The King’s Speech’ zet hij een prachtige Winston Churchill neer, een geniale bijrol van een van mijn favoriete acteur, Timothy Spall.

Mijn filmblikwaardering voor The King’s Speech is op een schaal van 1 tot 10

8,5

De officiële site van The King’s Speech