
Hoe ga ik mijn revolutionaire hartenkreet verwoorden? Een dilemma want als dit stukje langer dan 1 minuut leestijd heeft, echoot de hartenkreet slechts wat rond in mijn ziel, maar verder leest niemand het? Laten we vooropstellen dat ik van voetbal houdt, maar Qatar kan me gestolen worden. Veel zin heb ik vanavond in de wedstrijd van Feyenoord. Dus om op tijd te eten snel naar de super in de buurt. In mijn geval de Jumbo. Je weet wel die van de gele zak, snelle auto’s en …….en een geheel apathisch niet invoelend reclameteam. O ja, en van de verdenking van witwassen. Goed die reclame dus, heel Nederland is over ze heen gevallen en je denkt, dat zal wel afgelopen zijn!!!!
Bij binnenkomst in de winkel baardman in een hesje, je kan er niet om heen. Ik was verbaasd, hoogst verbaasd. Zal dat alleen hier zien? Eigenlijk moest ik rechtsomkeer maken, maar je weet wel, haast en Feyenoord vanavond op tv………. Even overwoog ik als revolutionaire daad proletarisch te winkelen als revolutionaire tegenactie tegen het onmenselijk kapitalisme.
Zo ben ik niet helaas, dus dan maar in blogje.
In de winkel vang ik tussen twee vakkenvullers het volgende gesprek op:
,,Ik snap het niet dat ze dat van die bouwvakkers bedacht hebben.”
,,Hoezo?”
,,Nou van die 5000 doden in Qatar.”
,, Ach dat zullen ze zo wel niet bedoeld hebben.”
,,Het is wel heel erg dom vind ik.”
Ik: ,,Dat vind ik nu ook, en dan ben jij vakkenvuller en geen directeur.”
We gaan ieder ons weegs. De vakkenvullers verdienen hun grijpstuivers met vakkenvullen, ik ben op tijd met mijn snert uit blik voor Feyenoord en ……we gaan gewoon verder. Wij wel……met dien verstande dat ik maar een blogje schrijf over de gekte in de wereld te beginnen bij de Jumbo. Hadden ze bij de directeur niet heel veel contanten in huis gevonden? Misschien dat dat maar eens in het fonds moet voor al die Bengaalse arbeiders. En nu maar hopen dat Feyenoord wint!




















Ik viel van mijn stoel van verbazing of om in stijl te blijven, mijn klomp brak. Na het verdedigen van een schoolopdracht over export van Calsberg bier naar Kenia via ZOOM, Skype of Teamspeak, kwam mijn oudste zoon beneden met een goed resultaat. ,,Pa, wat ga je vanmiddag doen.” Hij noemt me altijd bij mijn voornaam die grote kleine van ons, maar dat past niet zo lekker in het verhaal. Hij wist dat ik vrij was. Ik gaf hem te kennen dat ik tot twaalf uur zou werken en daarna een klompenpaadje zou pakken. ,,Zal ik meegaan?” Tja, dè dag was aangebroken. Het heeft 25 jaar geduurd, maar ik mag het meemaken dat hij vrijwillige met zijn vader een klompenpad wil betreden. Hij die nooit wilde wandelen als kind, of het moest met een nadrukkelijke belofte dat er aan het eind een Horecagelegenheid zou zijn. En dan was het vaak nog feest met 100 keer de vraag of we er al zijn. Hij die bij een route toch heel graag wist hoe die precies liep en boos werd als er een fout in zat of erger nog, dat zijn ouders zich ergens vergisten. Hij die buiten stadswandelingen, veelal op zich zelf, de laatste 15 jaar toch geen bos meer is doorgelopen, hij die wat meewarig kijkt als zijn vader beweert dat hij alle 121 paden wil gaan lopen en het inschat als een seniorenziekte. Hij zegt in alle onschuld en oprechtheid mee te willen.


