Associating Pressure 2: God is geen vent

Onder druk van drie actuele steekwoorden associeer ik er op los en verwacht van mezelf binnen een uur een verhaaltje van maximaal 500 woorden.

19 mei 2013 zijn de woorden: Pinksteren, weer, bijbel

Pinksteren is misschien wel het meest onduidelijke christelijke feest dat er is, of zo u wilt de meest onbegrepen Hoogtijdag. Tenminste dat was het voor mij als kind en eigenlijk nog steeds. We houden er een vrije dag aan over om de onduidelijkheid te benadrukken, maar om nu te zeggen dat Pinksteren leeft, zal ik niet beweren. Op Twitter, is Kerst en zelfs Pasen altijd ‘trending topic’ en leven mensen er naar toe. Bij Pinksteren is dat minder vanzelfsprekend. Een groot deel van de mensheid weet niet wat er gevierd wordt en als ze het al weten, produceren ze iets van ‘De Heilige Geest’. Daar kunnen ze vervolgens niets mee en prompt komen er flauwe grapjes van pauselijke verspreking over de ‘Geilige Geest’.

In alle eerlijkheid, ik weet het ook niet precies. In de tijd dat ik de bijbel nog een beetje letterlijk nam, voorvoelde ik wel dat er ‘meer’ achter moest zitten. Zeker bij dat gedeelte van de Heilige Geest wist ik zeker dat een mens op zoek moest gaan naar het spirituele en niet naar de letterlijke waarheid geciteerd door de bijbel. Met die wetenschap heb ik vanaf 12e nimmer meer bewust gezocht in de bijbel. Dat is niet erg, maar daarmee moet ik constateren dat ik Pinksteren niet echt kan duiden. Maar tegenwoordig is er internet voor de vlugge antwoorden.

Ik lees er:

Plotseling kwam er uit de hemel een geluid dat leek op een enorme windvlaag en het vulde het hele huis, waar zij zaten. Op hun hoofden vertoonden zich tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen. Zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, zoals de Geest het hen gaf uit te spreken.

Handelingen:2:1-4

De mensen die nu vervuld zijn met de Heilige Geest gaan naar buiten en spreken tongentaal, profeteren en verkondigen het Evangelie in allerlei talen. Ter gelegenheid van het feest van de eerstelingen was er veel volk in Jeruzalem, afkomstig uit alle delen van het Romeinse Rijk en daarbuiten, en door alle geluiden wordt een grote menigte aangetrokken.

Ik kom er niet veel verder mee. Het eerste wat ik denk dat in het verre verleden stommiteiten zijn begaan die de apostelen nu moeten bezuren. Want was de toren van Babel niet gebouwd, zouden de mensen nu geen verschillende talen spreken en hoefde de Heilige Geest niet in tongentaal verdeeld te worden onder de apostelen. Een en dezelfde boodschap in dezelfde taal zou een hoop gemak hebben opgeleverd.

Onbevredigd begeef ik me naar het Pinksterontbijt. Alleen dat woord al klinkt niet echt lekker in tegenstelling tot paas- of kerstontbijt. Het kan geen toeval zijn, maar in de bijlage van de Trouw legt dominee Ter Linden uit wat de Heilige Geest in zijn beleving betekent. Hiervoor moet ik het interview op een aantal punten in mijn eigen woorden uitleggen.

Dominee Ter Linde spreekt niet van een God als een manspersoon, maar hij heeft het over het Essentiële. In de bijbel staan boodschappen, de mens heeft immers de behoefte aan houvast, die niet zo zeer letterlijk genomen moeten worden en zeker niet vaststaan. Er is sprake van een evolutie van ‘bijbelse’ verhalen en die zullen naar tijd en tijdsgeest opnieuw vertolkt dienen te worden. Daarbij is het uitgangspunt ook niet dat iedereen christen moet worden, wel mens. De veel gehoorde (fundamentalistische) zinsnede: ‘De mens is geneigd tot al het kwaad’ wordt mogelijk bewust niet afgemaakt want dient aangevuld te worden met ‘Tenzij wij door de Heilige Geest wedergeboren worden’. In mijn optiek betekent dit dat wij ons lerend opstellen en mogelijk daarbij de Bijbel als inspiratiebron gebruiken zonder anderen wetten op te leggen.

In dit kader leert dominee Ter Linden, de hofpredikant, me en passant nog de taalkundige achtergrond van het woord ‘zonde’. Ditis afgeleid van het Griekse werkwoord ‘je doel missen’. Dat klinkt toch heel wat vriendelijker dan het zwartekouserige zonde. Ik kijk mijmerend naar buiten. Het is mooi weer. Prachtig pinksterweer, maar of ik het nu helemaal bevat, durf ik niet te zeggen. Zou de traan van Maxima, de traan der tranen, die de dominee live heeft mogen meemaken, een uiting van de Heilige Geest zijn? Ik denk dat ik daar niet over kan oordelen en me met mezelf bezig moet houden. Voorlopig is dat maar eens eenvoudig genieten van de mooie Pinksterdag.

Kakelkrant van Sprakeloos 17: A Tribute to John and all the others (9/11)

 

Ik stel me zo voor, op 10 september 2011, een vreedzaam tafereel, in een modaal gezin. Man, vrouw en twee kinderen. Janette is medewerkster in een grote supermarkt, John is brandweerman en hun twee zonen, Mark en Pete, gaan naar de Highschool in één van de voorsteden van de Big Apple. Wat zullen ze eten? Fried chicken, salad en aardappelpuree en natuurlijk Diet Coke, want ze willen niet te dik worden. Bovendien houden ze van sport. Het aankomende weekend staat in het teken van de baseballgame op school, een grote happening. De jongens spelen mee en vader en moeder komen uiteraard hun kinderen aanmoedigen. Het is er niet van gekomen, door omstandigheden.

De volgende dag had John geen dienst, maar door de omstandigheden zijn alle brandweerlieden opgeroepen als ze al niet uit hun zelf kwamen. Sindsdien ziet het leven van John er anders uit, maar niet alleen van John, van veel New Yorkers. Eigenlijk is de hele wereld ingrijpend veranderd. Maar John is mogelijk een van de vele New Yorkers met een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) als gevolg van de aanslag op de Twin Towers. En dat is niet zo raar, want iedereen heeft de beelden waarschijnlijk nog helder in zijn geheugen staan.

Vandaag hoorde ik dat 70.000 New Yorkers lijden aan PTSS en het aantal zal nog toenemen, want de psychische aandoening kan nog jaren na een traumatische gebeurtenis opdoemen. Terecht is er veel aandacht voor en hulp zal nog tot in lengte van dagen beschikbaar moeten blijven.

Hoe zal het aantal PTSS gevallen in Bagdad zijn? Wat te denken van Afghanistan en Pakistan, bij de Palestijnen en Israeli’s. Is er in Libië op dit moment een epidemie van PTSS? Of Syrië? Kent iemand het boek Congo van David van Reybrouck? Een absolute aanrader, maar na lezing weet je dat er in het voormalige Zaïre en Rwanda het goed zoeken is mensen te vinden zonder een PTSS. Deze bescheiden lijst is gemakkelijk aan te vullen met actuele en minder actuele oorlogen.

Mijn conclusie is eigenlijk dat PTSS mogelijk volksziekte nummer één is. Misschien lijden er wel meer mensen aan PTSS dan aan de gevolgen van malaria? Ik durf het niet te zeggen. Ik heb de World Health Organisation er nog nooit zo over gehoord. Het zou een schone zaak zijn als ons kabinet zich hard gaat maken voor de mondiale bestrijding van PTSS. Maar was het niet onze minister van Volksgezondheid die psychiatrisch ziek zijn op een kwalijke manier bagatelliseerde, dus veel heil uit die hoek verwacht ik niet. Daarom kakel ik maar om aandacht. Aandacht voor allen die lijden aan PTSS. Op de eerste plaats natuurlijk alle New Yorkers omdat het morgen tien jaar geleden is dat Osama Bin Laden op een gruwelijke manier van zich deed spreken. Maar even zo goed aan alle andere wereldburgers die lijden aan PTSS, of ze dit nu zelf weten of niet.