De hand van Fatima/ Ildefonso Falcones

Moslims en christenen, een fijn stel bij elkaar in de huidige tijd, maar zeker ook in het Spanje van de zestiende eeuw. Tegen deze achtergrond heeft Ildefonso Falcones zijn historische roman De hand van Fatima geschreven. Alleen de naam Fatima geeft al beroering in beide geloofsgemeenschappen. Fatima, een veelgebruikte meisjesnaam bij ook hedendaagse moslims en het boegbeeld voor Wilders om tegen te strijden ten faveure van Henk en Ingrid. Maar ook de katholieken hebben veel met de naam Fatima, niet in de minste plaats vanwege de Mariaverschijning in Portugal.

Don Quichot van La Manche door Cervantes geschreven, speelt zich af in dezelfde tijd. De schrijver haalt dit ook aan in zijn werk. De vraag die bij me opkwam, wat is gekker, vechten tegen molens of anderen afmaken om de verering van de juiste God?

  

De hand van Fatima is een boek dat eigenlijk iedere xenofoob van welke religie dan ook zou moeten lezen, om een beetje te begrijpen hoe het niet moet. In dat opzicht is de historische roman van Falcones een heel actueel boekwerk. Vanuit de Vaderlandse geschiedenis weet een ieder dat de Spaanse Inquisitie en voor de Nederlanden met name de Hertog van Alva, een bloederige geschiedenis heeft achtergelaten met zijn Raad van Beroerten. Na het lezen van de hand van Fatima weet ik dat Alva zeker niet de enige is met zeer fundamentalistische kerkelijke leeropvatting met betrekking tot het geloof en vooral ook een genadeloze behandeling van degene die hiervan dreigen af te wijken. Dat was in Nederland al zo waar de Lutheranen en Calvinisten tot ketters werden uitgeroepen. In Spanje was dat niet anders met de daar nog talrijk aanwezige moslims die er na de val van Granada (1492) moesten zien te overleven. Die multiculturele samenleving van Morisken (Moren) en de Spaanse Inquisitie is de achtergrond waarin het verhaal over Hernando (Ibn Hamid) en zijn geliefde Fatima zich afspeelt. En ik kan u verzekeren dat mocht dit boek ooit verfilmd worden dat het een film voor 16 jaar en ouder zal worden. Het is soms ongelooflijk bloederig, maar dat neemt niet weg dat voor mijn gevoel ook zeer goed het tijdsbeeld van Spanje tussen 1568 en pakweg 1630 weergeeft.

De hoofdpersoon Hernando (met als moslimnaam Ibn Hamid) is een zoon van een Moriskische vrouw en een priester, een product van een brute verkrachting. De vrouw trouwt met een man die dit kind eigenlijk niet accepteert. Hernando zal zijn levenlang achtervolgt worden door het dilemma om door de Morisken (zijn eigen volk?) niet geaccepteerd te worden, maar ook door de christenen altijd als een moslim te worden beschouwd. Hij moet net zoals velen in die tijd manoeuvreren tussen het belijden van zijn eigen geloof en zijn trouw zweren aan de enige echte God te weten Allah en tegelijkertijd moet hij opereren als een vroom katholiek (nieuwchristen?) en zich onderwerpen aan de andere enige ware God van de katholieken.

In dit boek zie ik drie lagen die meesterlijk in elkaar overlopen en al naar gelang van de (economische) positie van de hoofdpersoon in meer of mindere mate nadrukkelijk de boventoon voert.

Het allereerst ben ik onder de indruk van de historische beschrijving van de tijdsgeest en de hoeveelheid geschiedkundige feiten die de schrijver etaleert. Met het lezen van het boek heb ik een goede indruk gekregen van de economische en sociale ordening van het Spanje van die tijd, maar ook de onderlinge verhoudingen tussen de bevolkingsgroepen, de verschillende economische lagen en tussen mannen en vrouwen. Het is op dusdanige wijze beschreven dat je echt mee kunt voelen met de hoofdpersonen. Maar ook de internationale verwevenheid tussen de verschillende Europese landen, en daarbuiten, is mij opgevallen en (internationale) politieke feiten worden automatisch meegenomen in het werk van Falcones.

De tweede laag zou ik willen beschrijven als een mengeling van een helden- en liefdesepos, waarbij de liefde tussen Hernando en Fatima eeuwig lijkt, maar hevig op de proef wordt gesteld door de omstandigheden. Bovendien heeft Ildefonso Falcones van de hoofdpersoon een man gemaakt die zich uiteindelijk in alle omstandigheden weet te redden door zijn flexibele intelligente geest, heldhaftigheid en standvastigheid in geloof. Met alleen deze laag zou ik niet tevreden zijn geweest als lezer, maar door de verstrengeling met de historische achtergrond en de zoektocht naar het ware geloof, wordt ook dit enorm spannend en wel bijna 1000 pagina’s lang.

De spirituele en laatste laag dus, waarbij aan de ene kant de onverdraagzaamheid tussen de religies voorop staat, maar waarbij Hernando naast zijn haat jegens de katholieken, ook op zoek is naar de overeenkomsten tussen de beide geloofsovertuigingen. Hij voert deze strijd op macro niveau, maar ook in zichzelf wordt hij regelmatig overrompeld door twijfels. Zijn zekerheid vindt hij in het feit dat er eigenlijk maar één God is, die van Abraham, maar vooral ook de waardering en/of verering van Maria (Maryam) in beide geloven.

De hand van Fatima

La mano de Fátima (2009)

Ildefonso Falcones

Uitgeverij Luitingh-Sijthoff

2010 

Kortom een boek dat niet in een avond is uit te lezen, maar dat je voor een langere periode een schaduwleven geeft naast je eigen leven. Onwillekeurig zitten de verwikkelingen van de hand van Fatima in je poriën. De vragen komen in je op of er zoveel is veranderd sinds de Spaanse Inquisitie en of de mensen daadwerkelijk anders zijn geworden door de Verlichting? Zo zijn er vele vragen die boven borrelen en die qua beantwoording alle kanten op kunnen. Een vraag die ook boven komt is de kwestie of dit boek literatuur is met kapitalen? Ik heb me tijdens het lezen niet kunnen betrappen op bewondering voor een zin of de schrijfstijl in het algemeen. Wel wilde ik vooral door in het verhaal en daarin ligt ook de kracht van het boek. Ik weet trouwens helemaal niet waar goede literatuur aan moet voldoen, wel waar een goed boek aan moet voldoen en dat is helemaal in orde bij De hand van Fatima.

Ildefonso Falcones

Het verslag van Brodeck/ Philippe Claudel

Het verslag van Brodeck, de hoofdpersoon uit Claudel’s gelijknamige roman is een adembenemend verslag. Een verhaal dat in je poriën gaat zitten, maar dan wel met het voordeel dat nachtmerries uitblijven. Het woord ‘beklemmend’ komt bij me op als het gaat om het verhaal als geheel, ‘afschuwelijk natuurlijke schoonheid’ is mijn oordeel ten aanzien van het taalgebruik van Claudel. En al is het boek door mij al bijna een half jaar geleden gelezen, het is blijvend in mijn geheugen gegrift. Met deze inleiding is de positieve klankkleur van mijn boekervaring over ‘Het verslag van Brodeck’ al prijsgegeven.
Nu rest mij nog om de woorden te vinden dit aan u over te brengen.

Op de achterkant van het boek is te lezen:
‘Het verslag van Brodeck is een parabel op de Shoah waarin het woord ‘jood’ niet één keer voorkomt.’
Maar ook het woord Duitser ontbreekt in het boek. Al lezende probeer ik me toch een beeld te vormen van plaats en tijd. Ik kom uit in de Franse Vogezen direct na de Tweede Wereldoorlog. In een klein, vrij afgelegen bergdorpje is mijn fantasie neergestreken. Het is in het geheel niet van belang voor het verhaal, maar wel lekker gemakkelijk. Trouwens Claudel gebruikt af en toe het zogenaamde dialect van de dorpsbewoners en dat is een mengeling tussen Frans en Duits, dus zoveel fantasie had ik niet nodig.

In dat kleine Franse bergdorpje komt het weeskind Brodeck op 4-jarige leeftijd samen met de oude vrouw Fédorine die hem zal opvoeden. Samen op de vlucht voor de verschrikkingen van die andere oorlog. In flarden komen stukken jeugd van Brodeck terug, vaak in relatie tot een van de andere dorpsbewoners die in al hun (on)menselijkheid prachtig worden beschreven. De lezer krijgt de indruk van een onbezorgde jeugd, ware het niet dat de kennis van het heden, de naoorlogse werkelijkheid in het leven van Brodeck, stukje bij beetje bekend wordt gemaakt. De lezer weet inmiddels dat Brodeck uit het dorp is weggevoerd naar een kamp en geheel tegen de verwachting van de dorpsbewoners is teruggekeerd.

Voor het zover is, voert de schrijver de lezer mee naar de studententijd van Brodeck in een nabij gelegen stad. (Straatsburg in mijn verbeelding) Hier zijn de vooroorlogse razzia’s al aan de gang. Iedereen die anders is loopt gevaar. In deze stad vindt Brodeck zijn geliefde en levenspartner Emélia. Ze gaan wonen in het dorp van Brodeck en leven er gelukkig samen met de oude Fédorine. Als dan ook nog een dochter geboren wordt, kan het dorpse geluk ogenschijnlijk niet op, ondanks de oorlog. Maar dan wordt Brodeck weggevoerd door vijandelijke soldaten en maakt de meest inhumane behandeling mee in het kamp op vijandelijk grondgebied. Waarom hij, omdat hij anders is of omdat iemand hem verraden heeft? Hij overleeft het en komt terug, terug in zijn dorp bij Emélia, dochter Poupchette en Fédorine. De oude vrouw verzorgt de uitgemergelde Brodeck als een klein kind zoals ze dat jaren terug ook heeft gedaan toen ze hem vond als wees. Emélia is daartoe niet in staat, want blijvende psychische schade door een groepsverkrachting van dorpelingen, hebben haar geestelijk misvormd. De oorzaak van het mutistische gedrag krijgt Brodeck pas later te weten.

Als de fysieke gezondheid weer is teruggekeerd, lijken de zaken zijn gewone draai weer te nemen. Maar Brodeck kijkt nu naar zijn dorp en haar bewoners met zijn ervaringen uit het kamp. Was hij wel hetzelfde als een ieder. Het dorp met de kleine mensen en hun verborgen talenten die vooral heel goed verborgen moesten blijven. Het dorp dat één gezamenlijk talent kende, namelijk de vorming van een benauwde gemeenschap. Een dorpsheid waar de herhaling van de seizoenen met hun feesten wordt gevierd, ieder jaar hetzelfde en ieder jaar met zindering en intriges omdat oude vetes onderhuids naar boven komen. Een dorp met een groot aantal café waar de zomer landerig over het dorp mag komen en waar de winterse koude geweerd wordt. Een dorp waar in ieder geval niets mag veranderen.

De verandering komt echter wel met de komst van een zonderlinge man die zijn intrek neemt in de plaatselijke herberg. De man intrigeert de bewoners, de man beangstigt de bewoners en de man frustreert de bewoners, alleen omdat hij anders is. De man wil, kan en mag geen aansluiting vinden met de bewoners, al spreekt Brodeck af en toe met de zonderling die de passende naam ‘Andere’ draagt.

De onderhuidse kolkende boosheid komt tot een climax, waarbij de Andere zijn dood vindt en het dorp een gezamenlijke geheim moet zien te bewaren. Brodeck is niet aanwezig bij de dood van de zonderling, maar wordt door de gezamenlijke raad van dorpsbewoners gevraagd op te schrijven wat er gebeurd is die bewuste avond.

Die zoektocht naar de waarheid van de dood van de Andere, is Brodeck’s zoektocht in de geschiedenis van zijn jeugd en die van zijn dorpsbewoners die amper hun medewerking geven. Integendeel, hoe meer Brodeck vraagt, hoe onwilliger hun houding.
Het verslag van Brodeck is de beschrijving van de kleine verhalen van de dorpse intriges, maar tegelijkertijd de grote menselijke drama’s in de geschiedenis die op de achtergrond meespelen. Opvallend is het synchroon lopen van deze zogenaamde kleine menselijke verhalen en de grote onaantastbare geschiedenis van de mensheid en haar naakte waarheden. Soms wordt de dorpse samenleving geconfronteerd met het kwade van elders, maar evenzo vaak is de dorpse gemeenschap zelf het kwaad.

Het verslag van Brodeck is een boek dat ik iedereen zou willen aanraden om de relatieve eenvoud, waarmee Claudel een enorme diepgang weet te creëren. Een diepgang die je raakt en evenzo goed niet te bevatten is. Over de literaire kwaliteit durf ik geen kundige uitspraak te doen en ik laat me leiden door mijn gevoel. En dat gevoel zegt wanneer iemand met zijn verhalende talenten de lezer, of in ieder geval mij, zo geboeid weet te houden, er sprake is van een uitzonderlijk literair hoogstandje. Op menig bladzijde weet Claudel zinnen te produceren die op zich al een thema voor een nieuw boek waard zijn.

Een daarvan, geheel willekeurig trouwens, wil ik graag delen:

‘Ze [Fédorine] zit met gesloten ogen en mompelt wat voor zich uit, ze verstelt haar verhalen en herinneringen en weeft tapijten van haar tot de draad versleten dromen; haar handen liggen op haar knieën, en in die handen, die droge handen getekend met kronkelende aderen en rimpels zo recht als het lemmet van een mes, kun je haar leven lezen.’

Voor mij een zin waarin de relatieve eenvoud gecombineerd wordt met diepgang, peilloze diepgang.

 

Het verslag van Brodeck

Philippe Claudel

De Bezige Bij 2008