Plaatjes en Kletspraatjes: Ondertussen in het bos

De ochtend na de nacht ervoor.

De zon schijnt door het maagdelijke wit van het Speulderbos.

De eerste druppels vallen van de bomen en de ‘stoom’ komt uit de grond.

De zon doet zijn werk, zullen boeren kunnen zeggen.

Exemplarisch zullen de milieu-activisten kunnen zeggen.

Terwijl de trekkers naar Den Haag opstomen om Nederland te redden van voedselnoden,

terwijl Extinction Rebellion de wereld redt door op de A12 te gaan zitten,

loop ik door het bos.

Vredig en onwetend,

naïef en passief,

onbewust en dom

Met een karrenvracht aan gewetensnood

Met mijn zwarte hond

om me af te vragen

Hoe zou het bos er hebben uitgezien

zonder boeren

zonder activisten en

zonder mij met zwarte hond?

Plaatjes en kletspraatjes: Tripadvisor: Harderwijk

Meerdere verrassingen vielen mij deze vrije vrijdag ten deel. Geen klompenpad vandaag want ik vond het weer niet helemaal geweldig en ik had al een rondje Speulderbos gelopen met hond. En nu we er toch hier zijn (Noord-Veluwe) stond het Marius van Dokkum museum op mijn lijstje. Ik had ooit in een boekhandel te Oosterbeek een aantal kaarten van de beste man gezien en nu bleek er een museum te zijn in Harderwijk. Daar gaan we naar toe besloot ik. Een fijne overzichtelijke tentoonstelling en Marius van Dokkum live aan het werk in het museum. Hij werkt eens per week een dagje in het museum en dat was vandaag.

Zijn werk doet me denken aan kronkels van Simon Carmiggelt een geniale schrijver. Hij was een soort held van me nadat ik al op mijn dertiende besloot niet meer aan helden te doen, dus ik was liefhebber van Carmiggelt. Willem van Hanegem was tussen mijn 8e en 13e dus mijn enige held, dit terzijde in het kader van de overbodige informatie. De schilder gaf desgevraagd aan dat hij wel eens de schilderende Carmiggelt wordt genoemd.

Even wat mooie kaartjes gekocht voor mijn op ‘elektriek’ fietsende moeder

Door koppelverkoop van museumentrees kon ik ook nog voor een gereduceerd tarief naar het Stadsmuseum van Harderwijk. Lopen in Harderwijk is geen straf. Geen idee wat ik er kon verwachten, maar voor korting doen we natuurlijk alles. Een interactief gedeelte over de inwoners van de stad uit het verleden. Beslist heel aardig gedaan, maar toen kwam voor mij een totale openbaring namelijk: De ridders van Gelre vertellen de geschiedenis van Gelderland, oftewel het voormalige Gelre.  De ridders van Gelre? Ik had er nog nooit van gehoord, maar dat ligt beslist aan mij, denk ik. In het museum vertellen zij op een laagdrempelige manier en zelfs wat separatistische wijze over de verschillende tijdsvakken door de eeuwen heen over Gelre. Maar wat blijkt, op RTV Gelderland verschijnen ze al sinds mei 2018 bijna wekelijks om historische programma’s te maken. Vermoedelijk ook laagdrempelig, dus als ik even geen zin heb in een vuistdik geschiedenisboek kan ik kiezen uit een keur aan onderwerpen om me de Gelderse geschiedenis verder eigen te maken.

Interactief over de (beroemde) bewoners van Harderwijk

Een weet je wat ik stiekem het leukste vond van de historische wandeling met de ridders van Gelre? Het historisch perspectief was natuurlijk het Gelderse perspectief. Ik vertaalde dat met antipathie jegens de vader des Vaderland en tegen de overheersing van Holland. In hedendaags spraakgebruik, tegen de Oranjes en tegen de Randstad. Goh, dat biedt perspectief in een recalcitrante bui. Bovenal, het is ook een wijze les over geschiedenis. Wiens geschiedenis leer je? Altijd verstandig om hierbij stil te staan. Op de keeper beschouwd, als inwoners van Duiven, zou mijn vaderlandse geschiedenislessen  gelieerd moeten zijn aan het hertogdom Kleef, maar dit terzijde. In een tijd van polarisatie moeten we de verschillen maar niet verder op de spits drijven en elkaar liefhebben. Maar ik kan me zo voorstellen dat je bij een lidmaatschap van de BBB een gratis bezoek aan het Stadsmuseum in Harderwijk kunt krijgen. Een gratis tip voor Caroline.

Over liefde gesproken. Onderstaand werk van Marius van Dokkum sprak mij bijzonder aan. Hoe liefde tussen twee mensen zo karikaturaal gemaakt is, zonder dat er ook maar een spatje van de intensiteit verloren gaat. Er schuilt een heel verhaal achter, misschien wel een Carmiggelt Kronkel? Misschien een volgend blogje. Onderstaande foto is dus de beloofde cliffhanger.

Weet mijn romantische ziel dit plaatje te vangen in een mooi verhaal? Of laat ik het werk van Marius van Dokkum gewoon voor zichzelf spreken.

Begrip, van de dag (80) Thank God I’m a countryboy

 

THANK GOD I’M A COUNTRYBOY

De lijst van de top 2000 doornemend, en uiteraard luisterend, zie ik bijvoorbeeld dat vanavond tussen 8 en 9 John Denver langskomt. Het is niet zo zeer John Denver die opvalt, maar de titel van het liedje ‘Thank God I’m a countryboy. Moet je daar dankbaar voor zijn of is dat een schaamtevolle maatschappelijke status? Ik ben daar niet over uit, dat wil zeggen hoe moet ik mezelf afficheren. Is er in Nederland sowieso nog wel sprake van countryboys en girls? Hooguit in Drenthe schijnt er nog zoiets te zijn als echte stilte en de afwezigheid van lichtvervuiling. En misschien daar ook niet eens.

Er is in veel landen sprake van belangentegenstellingen tussen het centrum en de rest van het land. In Engeland, maar vooral ook Frankrijk is dat heel duidelijk. Recent is dat ook bij de verkiezingen in Polen gebleken, waarbij het conservatieve platteland de vooruitgang lijkt te dwarsbomen dat wil zeggen de ontwikkelingen van Warschau in Europa bemoeilijkt. Ook in Nederland kun je zoiets waarnemen tussen Randstad en de rest van Nederland, waarbij Amsterdam zichzelf als het absolute centrum beschouwd en de ‘provincie’ als iets minderwaardigs ziet. Op de keeper beschouwd is Amsterdam natuurlijk niet meer dan een verzameling Nederlanders van elders die zichzelf etiketteren als ‘echte Amsterdammers’ en neerkijken op hun eigen geboortegrond. De autochtone Amsterdammers wonen of in Almere of Purmerend of komen de stad niet uit, denkend dat de echte wereld ophoudt buiten de stadsgrenzen. Hooguit hebben ze weet van anderen die het Amsterdamse dialect niet machtig zijn. Ze noemen dat een spraakgebrek.

Bestaan er nog echte boerenjongens en -meisjes als binnen tien kilometer een stad, autobaan en vaak ook een treinstation in de buurt is? In de praktijk niet volgens mij, alleen in de hoofden van mensen. En ook ik bezig wel eens de woorden ‘Ik ben maar een eenvoudige boer uit Salland’ waarbij boer toch echt als geuzennaam wordt bedoeld. Toch heb ik nooit op een boerderij gewoond, maar ik weet dat melk niet uit pakken komt. In het dorp waar ik vandaan kom speelde de scheiding boeren en burgers wel. Ik was een burger want niet van de boerderij en ik had last van ‘Roalter Wind’ want als je uit de ‘stad’ kwam, kwam je niet van de boerderij en had je stadse fratsen. Nederland is eigenlijk een groot parklandschap, misschien zou ik moeten zingen ‘Thank God I’m a parksideboy’?