Begrip, van de dag (80) Thank God I’m a countryboy

 

THANK GOD I’M A COUNTRYBOY

De lijst van de top 2000 doornemend, en uiteraard luisterend, zie ik bijvoorbeeld dat vanavond tussen 8 en 9 John Denver langskomt. Het is niet zo zeer John Denver die opvalt, maar de titel van het liedje ‘Thank God I’m a countryboy. Moet je daar dankbaar voor zijn of is dat een schaamtevolle maatschappelijke status? Ik ben daar niet over uit, dat wil zeggen hoe moet ik mezelf afficheren. Is er in Nederland sowieso nog wel sprake van countryboys en girls? Hooguit in Drenthe schijnt er nog zoiets te zijn als echte stilte en de afwezigheid van lichtvervuiling. En misschien daar ook niet eens.

Er is in veel landen sprake van belangentegenstellingen tussen het centrum en de rest van het land. In Engeland, maar vooral ook Frankrijk is dat heel duidelijk. Recent is dat ook bij de verkiezingen in Polen gebleken, waarbij het conservatieve platteland de vooruitgang lijkt te dwarsbomen dat wil zeggen de ontwikkelingen van Warschau in Europa bemoeilijkt. Ook in Nederland kun je zoiets waarnemen tussen Randstad en de rest van Nederland, waarbij Amsterdam zichzelf als het absolute centrum beschouwd en de ‘provincie’ als iets minderwaardigs ziet. Op de keeper beschouwd is Amsterdam natuurlijk niet meer dan een verzameling Nederlanders van elders die zichzelf etiketteren als ‘echte Amsterdammers’ en neerkijken op hun eigen geboortegrond. De autochtone Amsterdammers wonen of in Almere of Purmerend of komen de stad niet uit, denkend dat de echte wereld ophoudt buiten de stadsgrenzen. Hooguit hebben ze weet van anderen die het Amsterdamse dialect niet machtig zijn. Ze noemen dat een spraakgebrek.

Bestaan er nog echte boerenjongens en -meisjes als binnen tien kilometer een stad, autobaan en vaak ook een treinstation in de buurt is? In de praktijk niet volgens mij, alleen in de hoofden van mensen. En ook ik bezig wel eens de woorden ‘Ik ben maar een eenvoudige boer uit Salland’ waarbij boer toch echt als geuzennaam wordt bedoeld. Toch heb ik nooit op een boerderij gewoond, maar ik weet dat melk niet uit pakken komt. In het dorp waar ik vandaan kom speelde de scheiding boeren en burgers wel. Ik was een burger want niet van de boerderij en ik had last van ‘Roalter Wind’ want als je uit de ‘stad’ kwam, kwam je niet van de boerderij en had je stadse fratsen. Nederland is eigenlijk een groot parklandschap, misschien zou ik moeten zingen ‘Thank God I’m a parksideboy’?