Begrip, van de dag (33) Conflicttoerisme

 

CONFLICTTOERISME

Op zaterdagochtend mag ik graag luisteren naar het radioprogramma De Taalstaat van Frits Spits. Valse tongen beweren dat dit een programma is voor 50-plussers en hoewel ik nog net niet bij die doelgroep hoor, laat ik het langs me heen glijden. Wel denk ik, het zou best goed zijn voor veel 50-minners als ik het gebrabbel om me heen aanhoor. Keuvelend over oude woorden, taalbegrippen en wat al niet meer, kwam het woord van dag ter sprake: Conflicttoerisme. Het woord is gebruikt in een artikel in de Volkskrant van 3 november. En als het maar genoeg gebruikt wordt, zal het ooit in de Dikke Van Dale staan.

Conflicttoerisme, proef dat woord maar eens goed. Al langer bekend is natuurlijk ramptoerisme, waarbij hele volksstammen ‘och en wee’ roept bij een afgebrand gebouw, een overstroming of ander dagelijks leed. Nu hebben we dus conflicttoerisme, waarbij gespecialiseerde reisbureaus belangstellende voor hun lol naar oorlogsgebieden vervoert. Om te ervaren wat doodsangst is, of om te helpen, of om de mensheid te begrijpen. Je kunt dus naar de Westelijke Jordaanoever, Syrië, Afghanistan of Irak als de Spaanse Costa’s niet meer bevallen. Het wachten is op tv-programma’s waarbij toeristen klagen dat het sanitair niet aan de verwachtingen voldoet of dat het eten ver onder gewenste niveau is.

De Volkskrant bericht over een onderzoek om te achterhalen wat deze mensen beweegt. Ik zou het wel weten en het geld voor dit onderzoek anders besteden. Als conflicttoerisme echt ingeburgerd raakt in onze samenleving en dus de Nederlandse taal, zou ik willen voorstellen om het meteen maar op te nemen in het DSM 5 en de ramptoerist te classificeren als een psychiatrisch beperkte. Meegaan met een verzorgde reis naar oorlogsgebieden is wel een hele twijfelachtige afwijking. Ik wil in deze nog niet eens een oordeel vellen over de aanbieders van deze reizen. Of wat te denken van de Jihadisten die vanuit hun luxe leven in West-Europa naar Syrië trekken om te ‘helpen’. Zijn dat de moderne backpackers die niet van groepsreizen houden? Ik denk dat we de afwijking conflicttoerist maar hetzelfde moeten benaderen als de Jihadisten, volgen door de AIVD en een fors begeleidingsprogramma voor herintegratie in de Nederlandse samenleving.

Engelsen proberen wereldvrede te bewerken

In het diepste geheim is er wekenlang gewerkt aan een vredesplan in Engeland. De Engelse premier David Cameron heeft opdracht gegeven om alles in het werk te stellen om een allesomvattend vredesplan voor Europa, Afrika en het Midden-Oosten te ontwikkelen. Naast electorale motieven in eigen land, ziet Cameron nadrukkelijk een rol weggelegd voor de Britse diplomatie. Terrorismedreiging in eigen land, mogelijke nieuwe militaire missies in Irak, Afghanistan en Syrië en mogelijk een directe ‘tour de force’ met de NAVO tegen de Russische Beer zien ze niet zitten in Engeland.
Vroeger toen alles nog beter was en de Britten de baas waren over de zeven zeeën, was militair tromgeroffel voldoende om de wereldgeschiedenis in het eigen voordeel te laten verlopen. Tegenwoordig werkt het niet meer zo.
De cumulatie van brandhaarden noopt de Engelsen, net als alle andere bevriende naties tot stringente maatregelen. In Londen doen ze er een schepje bovenop.

Bron foto: nu.nl
‘Iedereen weet dat het al heel lang geleden vijf voor twaalf is geweest en eigenlijk de diepe donkerte van middernacht aanstaande is.’
De Engelsen zetten met man en macht de tijd terug ter eer en glorie van het Britse Rijk en de uiteraard de wereldvrede.

Eindexamen in Sarajevo, 2006

In 2006 hadden we Taida Pasic. Kent u haar nog. Nederlandse kleinzielige naargeestigheid overviel het toenmalige zoveelste kabinet van Balkenende. Rita Verdonk had zitting in dit kabinet. Vandaag krijgt Sahar Hbrahim Gel te horen dat ze mag blijven. Verwesterde Afghaanse (en andere vrouwen en meisjes) mogen blijven. Gelukkig wel voor haar en haar familie.

 

 

 

 

 

 

 

 

In 2006 schreef ik voor www.fok.nl de volgende column. Het had ook zomaar over Sahar kunnen gaan.

Na nauwgezette controle met camera’s bij het hek, verschijnt een vlotte lenteachtige gedaante bij de zware deur van de Nederlandse ambassade. Een meisje, of eigenlijk een jonge vrouw, wordt verwacht en binnengelaten door het geïnstrueerde personeel.

Haar tas moet ze bij binnenkomst afgeven en bewapend met slechts een pen, potlood, gummetje en een flesje water, gaat ze het examenlokaal binnen, een in de haast omgebouwd kantoor van een van de diplomaten van de Nederlandse consulaat in Sarajevo.
Voor de gelegenheid heeft de betrokken diplomaat zijn werkzaamheden elders gevonden, twee ondergeschikte collega’s zullen de komende dagen surveilleren en het meisje in de gaten houden.
Geen spiekbriefjes dus, geen teksten op haar mooie meisjesbenen en ook geen mobieltje om de kluit te belazeren. Want als het om fraude gaat, heeft ze geen beste reputatie.

Het recht op een regulier eindexamen is voor Taida wat omslachtig en vermoedelijk een stuk duurder voor de Staat der Nederlandsen dan wanneer ze dit bij haar vrienden in Winterswijk zou hebben gedaan. Maar goed, een politiek ego moest gered worden, sterker nog, gesterkt worden. Een politiek ego dat zo ongelooflijke veel angst heeft om voor politiek correct versleten te worden. Een politiek ego dat iedere vorm van mildheid gelijkschakelt met de verfoeilijke gedoogcultuur, zodat er geen plaats meer lijkt te zijn voor ethische correctheid.

Het is juist de partij van Rita Verdonk die nu worstelt met hun eigen Taïda in hun midden. Hun eigen kleine fraudeur, Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, heeft willens en wetens ook de kluit belazerd om ons land binnen te komen. En dit wisten ze mogelijk al bij de VVD, maar andere zaken waren belangrijker. Bijvoorbeeld het binnenhalen van een heuse troetelmoslima, nog wel weggepikt bij de PvdA. Dat is goed voor een paar zetels extra. Nu hebben ze dat geweten bij de VVD. De superintelligente Ayaan Hirsi Ali ontpopte zich alras tot een enfant terrible. Ze liet zich niet modelleren tot een bleke bankzitter in de Kamer. Volgzaamheid dat kende ze al wel in haar Somalische leven.
Aangemoedigd door andere slijprechters als Hilbrand Nawijn, begin jarig negentig nog verantwoordelijk voor de IND en dus de binnenkomst van de Somalische, wil Verdonk alsnog kijken of Ayaan Hirsi Ali alsnog over de grens gewipt kan worden.

Ondertussen dwaalt Taida boven haar examenvraagstukken even weg. Misschien gaan de opgaven wel over de Amerikaanse geschiedenis van vrijheid en gelijkheid. Of ploegt ze een moeilijke Franse tekst door over ‘Liberté, Egalité en Fraternité’ en moet ze onwillekeurig terugdenken aan het gedoe rondom haar eigen persoontje. Heel even fronst ze haar wenkbrauwen, heel even maar en gaat daarna geconcentreerd en moedig verder.

Want moedig is ze, want welke minderjarige in moeilijke omstandigheden is zo vastberaden om alsnog haar examen te willen doen in Nederland? Wie heeft de intelligentie om zich in zo’n kort tijdbestek aan te passen in een vreemd land? Welk meisje kan zich staande houden in een periode van onzekerheid of zij en haar gezinsleden in Nederland mogen blijven? Welk kind heeft het raffinement om in weerwil van bureaucratie en Verdonk toch te kiezen voor haar eigen toekomst en een beetje persoonlijk geluk?

Taida is zo’n vrouw. Een parel voor de Nederlandse samenleving, intelligent, wilskrachtig en begaafd. Nederland kan alleen maar hopen dat wanneer de Kosovaren volwaardig burgers van de Europese Unie zijn, over twintig jaar bijvoorbeeld, een veertig jarige vrouw dan denkt:
‘Goh, laat ik eens kiezen voor een topbaan in Nederland bij een bank of universiteit, ik ken immers de taal en de mensen.’
Dat kunnen we dan alleen maar hopen in een land waar de vergrijzing toeslaat.

Vanaf deze plaats wens ik Taida Pasic vooralsnog vooral veel succes bij haar eindexamen (en veel leuke eindexamenfeesten uiteraard.)

En anno nu, succes aan Sahar en haar familie.