Vandaag ga ik het eens over de typering van de gemiddelde collega wandelaar hebben. Geen diepgravende studie hoor, maar een hele oppervlakkige beschouwing, daar ben ik veel beter in. En dan met name de mannelijke alleengaande wandelaar. Het is mij de afgelopen jaren opgevallen dat de meeste alleengaande mannen die ik tijdens het wandelen tegen kom een baard hebben. En van die baarden is het overgrote deel grijs. Niet allemaal vader Abraham baarden, vaak netjes verzorgd, soms ook iets minder. In een aantal gevallen is het gewoon een luiheid van enkele weken niet scheren, of niets en niemand dringt aan op een frisse scheerbeurt, of ze zijn stuk voor stuk stronteigenwijs. Voor de stereotypering die mij op dit moment het beste uitkomt: het zijn 50-plus mannen die al wandelend een onafhankelijk beeld van zichzelf hebben en massaal dus met gezichtsbeharing de Nederlandse wandelgebieden intrekken. Zo die staat.
Nu ben ik 50 plus en daar is niets meer aan te doen. Ik trek met enige regelmaat de wandelschoenen aan en ik ben in principe lui aangelegd als het om scheren gaat. Ik heb de onhebbelijke gewoonte om niet graag bij een groepje te horen, zeker geen groepje die door mezelf vilein wordt gedefinieerd. Dus ik neem me na de laatste wandeling voor om me te scheren voor dat ik de natuur in trek. Ja, ik ben me er eentje. 50+, wandelaar en geheel onafhankelijk………
Nu zijn de laatste twee korte wandelingen wat minder afgelopen, ik werd getroffen door hooikoorts. Vorig jaar was het al weer erger, terwijl de laatste tien jaar de klachten toch wat afnamen. 2023 is het jaar van de wedergeboorte van de hooikoorts. Daar horen preventief dus even geen wandelingen meer bij. En als het dan toch kriebelt om in beweging te moeten komen, dan is scheren voor de persoonlijke hygiëne en een zelfstandig ego sterk aan te raden. Dus gisteravond een wandeling in de Achterhoek (Rondje Idinkbos in Sinderen) met naakte wangen. En de hooikoortsduivel heb ik in de luren kunnen leggen. Hedenochtend neemt die wel wraak, dus een tweede wandeling maar even uitgesteld dit weekend.
Het was warm, droog en nog overwegend groen. Bovenal was het rustig, heel rustig en de term rustiek Wandelen in de Achterhoek kwam in me op. Ook geen baardmannetjes gezien trouwens. Ook vrouwelijke wandelaars deze keer niet tegen gekomen. Of ik een typering heb voor alleenstaande dames in de bossen? Jawel, maar in een tijd van #metoo ben ik daar voorzichtig mee. Laten we het er op houden dat ze iets minder tanig zijn dan het gemiddelde baardmannetje.
Geheel onverwacht was ik vandaag in ’s Heerenberg. De ambities waren hoger en verder, maar de hooikoorts nekt me al een week. Wandelingen van veel meer dan een uur durf ik niet aan. De zes kilometer in het kasteeldorp lukte me net, maar de hele middag toch met een natte doek op mijn kop zitten sukkelen op de bank. Maar goed, ’s Heerenberg heb ik gezien, want via de Achterhoekroute-App vond ik de Smokkelroute. Stukjes van het Staikheimerpad (klompenpad) kwamen mij bekend voor. Bij mij speelde vooral ook een onderzoeksvraag om uit te diepen, is ’s Heerenberg nu de Achterhoek of de Liemers. Zelf heb ik de stelregel alles tussen de Oude IJssel en de Duitse Grens is de Liemers. Toch zie ik Achterhoekse vlaggen in het dorp, stadje zo u wilt. Kijk, het is tegenwoordig zo, je ben zoals je je voelt. Dus een Liemerse uit ’s Heerenberg mag zich Achterhoeker voelen, zich zo gedragen maar volgens de historische regels woont hij toch in de Liemers, maar misschien ben ik abuis. Een leuke zoektocht voor mezelf de komende periode.
Ik was vaker wezen wandelen in ’s Heerenberg en iedere keer ben ik verrast door de on-Nederlandse schoonheid van de plek tegen de Duitse grens aan. De stadswandeling ging dan ook over het zogenaamde smokkelpad. Wat overigens wel heel Nederlands is, vlak voor dat ik uitstapte werd via het Radioprogramma Vroege Vogels de Nederlandse bloem bekend gemaakt. Een aantal jaar geleden werd de Grutto de nationale vogel in Nederland. Het werd tijd om ook de nationale bloem te kiezen. Uit de shortlist kon tot hedenochtend gekozen worden uit de paardenbloem, het fluitenkruid, de pinksterbloem, de madelief en de wilde kievietsbloem. Volgens deskundigen was het tijd voor een typische Nederlandse bloem blijkens het volgende citaat van BNNVARA:
De Belgen hebben de klaproos, de Duitsers de korenbloem, de Oostenrijkers de Eidelweiss en de Finnen het lelietje-van-dalen. Bijna elk Europees land heeft een nationale bloem. Behalve Nederland! Gelukkig biedt de wilde flora van Nederland voldoende keuze. Daarom was het dus de hoogste tijd om een eigen nationale soort te kiezen.
Tromgeroffel …….en de Nederlandse bloem is geworden de Madelief. Dus de opdracht om tijdens de wandeling een madeliefje te fotograferen is dus een hele logische op deze mooie hooikoortserige zondagmorgen. Niets gevonden! Maar het is natuurlijk wel het grensgebied, dus gedijt hier de madelief wel? Nu ga tijdens het schrijven van dit stukje na of ik de Duitse Korenbloem heb gezien? Volgens mij wel, dus beste ’s Heerenbergers oppassen hè! De wandeling was overigens echt weer een WOW ervaring en bij het plantsoentje voor bij mij thuis, centraal in de Liemers, fotografeer ik wel onze nationale bloementrots.
Kennen jullie het verhaal van Koning Eik en Koning Hulst? Nu ik wel en ik zal jullie het in een notendop bijbrengen. Ik kreeg het te horen van mijn partner tijdens de vele wandelingen. Een constant gevecht in de bossen doet zich voor tussen Koning Eik en Koning Hulst. Het vertelt het verhaal van de zonnewendes in december en juni, ieder jaar weer. Vanaf 21 december wint koning Eik weer aan kracht om op 21 juni op haar hoogtepunt de winst weer af te staan aan koning Hulst. Het heeft iets rustgevend als mijn partner hierover vertelt tijdens de wandeling. Ze heeft me nooit vertelt dat de koningen, broers van elkaar, ook een vrouw hadden, respectievelijk Hedera en Vlier. Ze zal wel gedacht hebben dan wordt het te complex voor hem, laten we het lekker masculien houden, een broedertwist. (voor het hele verhaal, ga na de volgende link)
Afgelopen woensdag 16 november liep ik door het Wehlse Bos bij Wehl uiteraard. Het was weer zo’n recorddag van 16 graden. Heerlijk wandelweer. En wat me al langer opviel is dat de bomen en het bos nog helemaal niet winters aandoet. Veel bomen zijn nog best groenig. Met de droge zomer had ik verwacht dat de natuur al lang op sterven na ‘dood’ zou zijn. Niets is minder waar. Ik kreeg nog een berichtje mee dat het voor de bomen niet erg is, maar de biotoop kan veranderen omdat de bladeren langer vocht afgeven en de bodem minder vocht ontvangt door het nog immer aanwezige bladerdek. Dat weet ik dan weer en vertel het graag door. (ik moet hierbij denken aan het volgende liedje van Yentil en de Boer trouwens, kijken en luister ook onder aan dit blog)
In die groene herfstige oase in de Achterhoek maakte ik me zorgen over Koning Hulst. Het was me duidelijk dat Koning Eik weliswaar over zijn hoogtepunt heen was, maar nog een krachtig stempel drukte in het bos. Ik was naarstig op zoek naar een teken van leven van Koning Hulst die toch al richting zijn ultieme macht moest zijn. Helemaal op het einde van de wandeling kreeg ik een teken van leven en moet er op vertrouwen dat het goed gaat komen.
Een teken van leven dat Koning Hulst er wel is en het gevecht gevochten wordt. Hoe sterk koning Hulst zal worden moeten nog blijken de komende tijd.
Morgen wordt er trouwens natte sneeuw verwacht. Maar ik wil een dringend beroep doen op de gemalinnen van de beide koningen, misschien moeten zij zich wat nadrukkelijker gaan manifesteren. In de nadagen van het patriarchaat, misschien ook wel in de natuur, zullen de vrouwelijke elementen de wereld moeten reden? Of in ieder geval het evenwicht tussen koning Eik en koning Hulst.
Het Wehlse Bos via Achterhoekroute, een fijne wandeling met op de achtergrond de wetenschap van het koningsdrama. Voor meer foto’s zie ook Instragram account titiissprakeloos.
Toeval bestaat niet, of misschien ook wel. Zelf heb ik te weinig kijk in de kosmos om het toeval te ontdekken. Ook mijn filosofische gaven zijn van dien aard dat ik het bestaan van toeval kan ontkennen noch bevestigen. Maar heel soms vallen dingen wel aardig samen, al is het maar voor het schrijven van een stukje.
Afgelopen week keek ik naar het uiterst ontspannen programma Het perfecte plaatje. Infotainment zullen we maar zeggen. BN’ers gaan met elkaar de strijd aan om met een bepaald thema de mooiste foto te maken. Ik houd van foto’s. Het programma heeft niet veel om het lijf, maar ik leerde daar wel de term kikvorsperspectief. Dit is de foto maken van onderuit. Je speelt dan als het ware met de horizon en het object bekijk je dan vanuit een ander perspectief. ,, Bij mijn volgende wandeling ga ik daar bewust mee experimenteren.” Gewoon met mijn Samsung mobieltje, leuk. Ik had al plannen voor de komende zaterdag, de Kemnaderoute bij Braamt.
Met een collega keuvelde ik over het werk en we bespraken de weekendplannen. Ik vertel over mijn kikvorsperspectiefplannen voor de dag erop. Deze wijze collega weet er blijkbaar wat van. Ze zegt dat is toch de manier waarop Poetin gefotografeerd wordt om wat imposanter te zijn. Tja, denk ik dan, zulke wetenswaardigheden zou ik als politicoloog zelf in de conversatie moeten brengen.
’s Morgens voor de wandeling in alle rust ontbijten met koffie, eitje en krantje. Ik zie een oude foto van Poetin met onze vorst op de voorpagina van het NRC. Niet met het kikvorsperspectief, maar de foto is al meer dan tien jaar oud. Vladimir is niet imposant en kijkt zelfs een soort van vriendelijk. Misschien moest zijn persoonlijksproblematiek nog groeien. In ieder geval had hij de internationale pers niet in de hand.
In Braamt had ik mijn eerste imposante object om in het kikkerperspectief te vereeuwigen al snel gevonden. Ik was tevreden, dit ga ik vaker doen. Tijdens deze wandeling rondom Braamt en alle andere wandelingen die hopelijk nog zullen volgen. Toeval bestaat niet, of misschien wel, maar je kunt de ingrediënten van je verhaal ook een beetje kunstmatig bij elkaar associëren. En dan heb je naast het perfecte plaatje ook nog een aardig praatje.
Voor meer plaatsjes zie ook Instagram account titiissprakeloos. De Kemnaderoute is te vinden op de App van Achterhoekroutes.
We beginnen vandaag met een gedicht van Paul Rodenko in Warnsveld. Want onder het mom pluk de sieraden in een wandeling, wil ik dit graag met u delen. U kent Paul Rodenko niet? Ik zal u eerlijk bekennen, tot het moment ik deze foto maakte ik ook niet. Voor de visueel minder getalenteerden of zij die een mobiel hanteren om dit blogje te lezen zal ik de tekst even weergeven:
DE DICHTER
Wijd strekte hij zijn armen uit
Enorme wijzers
En sprak:
Ik ben uw klok
Ik ben uw tijd
En sprak:
Ik ben uw eenzaamheid
Paul Rodenko
U doet er maar wat mee, ik vind een muur met een boodschap altijd wel aardig en deze boodschap stond me wel aan. Vandaag liep ik het Berkel en Warnsveldpad, u raadt het al, in Warnsveld en een stukje Zutphen. Via de app van Achterhoekroutes. De wandeling was precies wat je kunt verwachten van deze mooie omgeving bos, platteland, de Berkel, stukje Zutphen en uiteraard Warnsveld met Rodenko.
De wandeling en natuurlijk Rodenko inspireerde me tot ook een rijmpje.
DE WANDELAAR
Onbevooroordeeld stapt hij zijn passen
Op intuïtief kompas
en blogt:
Ik ben uw ogen
ik ben uw oren
En blogt:
Ik leid u door de streek
Misschien wat hoogmoedig en hoogdravend, maar goed nog een paar foto’s voor een impressie. Kijkt u daarvoor ook naar Instagram account titiissprakeloos voor meer foto’s.
Onlangs reed ik vanuit Emmerich naar Doetinchem en zag in de verte een kerk. Het bleek de kerk van Azewijn te zijn. De naam kende ik, maar ik was er nooit geweest. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt, daar moet ik heen! Nu prijs ik mezelf gelukkig dat mijn nieuwsgierigheid zulke objecten betreffen. Het is geen stad in Verweggistan of Antarctica. Mijn nieuwsgierig op dit vlak is goed te behappen. Met een andere nieuwe ontdekking, namelijk de AchterhoekRoute- App zag ik dat er twee wandelroutes waren vanuit Azewijn. Woensdagmorgen was het helder en zonnig. Vanwege wat fysieke (misschien ook wel mentale onrust) is een gemakkelijk optelsommetje snel gemaakt. Op naar Azewijn en ik koos voor de Rafelderroute, een ruim rondje om Azewijn en haar kerk.
Een verfrissende wandeling werd het. De natuur ontluikt heel voorzichtig en de eerste bloemetjes die ik kan benoemen zag ik opkomen langs de sloten. Azewijn is een gebied dat ligt tussen de Duitse grens, Doetinchem en het Montferland. Niet spectaculair, wel rustig en weidse uitzichten. Waar je ook liep, je had altijd zicht op één of meerdere windmolens. Met de actuele energieprijzen, als gevolg natuurlijk van de mondiale ellende, bedenk ik dat het niet zo gek is om die molens te hebben. Misschien komen er nog wel veel meer? Ze blijven lelijk, maar dat is een kolencentrale natuurlijk ook. De zon scheen trouwens ook helder, ook vanuit die kant was het een lucratieve opwekkingsdag. En wat te denken van biomassa? Dat leek in deze contreien ook mogelijkheden te bieden had mijn neus reeds ontdekt.
Terwijl ik stevig doorstapte, een Mariakapelletje langs de weg bezocht, zag ik in de verte iets op de straat liggen. Dichterbij bleken dat twee houten schotten te zijn waaronder een grote zwarte buis lag die van het ene weiland naar het andere liep. De auto die langs mij reed minderde vaart en manouvreerde netjes over de planken heen. Het gaf een knalletje, maar ik bedacht me er geen gevaar bij. Ik naderde de buis op een meter, hoorde een hoop gesis en er kwam een gasachtige substantie als een fontein uit. Een gasaanval op een onschuldige wandelaar in Azewijn? Op dat moment was ik heel gelukkig met mijn bovengemiddelde reflexen. In no time was ik op een meter of tien afstand en toen het gas overging in een waterige substantie liep ik nog verder naar achteren. Het waren niet de Russen, het was een boerenaanval. Tot wel zes meter hoog spoot de bruine fontein die ik net ontlopen had. In de verte verschenen de verantwoordelijke landbouwwerknemers die bij de boerderij de druk er afgooide. Nog tien seconden wachten en ik liep er maar snel langs. De aanslag was verijdeld, geen stront op mijn kleding, geen giergas in mijn poriën, dus schoon de auto in straks. Gelukkig maar.
Dat was Azewijn dus. ik heb het gezien, gehoord en geroken. De autosuggestie bleef hangen dat er toch een geurtje om mij heen hing. Ik heb maar ff een verkwikkende douche genomen, dat vond mijn wederhelft ook beter.
Om nu te zeggen dat ik Zieuwent ken als mijn broekzak is overdreven. Sterker nog, eigenlijk ken ik het amper, maar het is een zeer betekenisvolle naam in mijn persoonlijke geschiedenis. De opa van een schoolkameraad woonde op een boerderij in de buurt van Zieuwent. In onze jeugdige overmoed besloten we na eerder een fietstocht, ook maar eens een wandelingetje te maken naar opa. We waren veertien jaar en we werden niet tegengehouden door onze ouders. We waren welkom bij opa en zijn inwonende oudste zoon. In mijn beleving was het 65 kilometer wandelen vanuit Raalte. Met de Googlemaps-kennis van nu hebben we zeker niet de snelste route gelopen. Na Ruurlo werd het echt héél zwaar. We kregen er nog een lift aangeboden, maar weigerden beleefd. We zouden het op eigen kracht halen, al blijft in mijn herinnering een laatste verschrikkelijk lange rechte rechte landweg me wel eens parten spelen. Deze Batsdijk komt nog wel eens voor in mijn nachtmerries. Rond vier uur kwamen we aan, voldaan, maar ook moe. We vertrokken die ochtend rond vijf uur bij het eerste daglicht al uit Raalte. De wandeling is een mooie herinnering, maar ook de opa was legendarisch. Het was zo’n typisch Achterhoeks kereltje, met een donkere hoornen bril, pet op en in een amper verstaanbaar gemompel wist hij ons veel leuke anekdotes te vertellen. Nu versta en verstond ik echt wel wat Achterhoeks, maar als veel tanden ontbreken en de resterende tanden donkerbruin van het pruimen zijn, dan is de mondakoestiek toch wat beperkt. Zoals gezegd, goede herinneringen aan de wandeling en aan opa. Ik ga verder geen anekdotes opdissen uit respect voor de nazaten van Opa. We hebben het over 1979 of 1980.
Ruim veertig jaar later zoek ik heel bewust op de AchterhoekrouteApp of er een wandeling beschikbaar is in Zieuwent. Ik vind de Droebelroute, beginnend bij de St.Werenfrideskerk. Een snelle blik op de App leert me dat een Droebel een groepje huizen/boerderijen is waar het noaberschap nog gepraktiseerd wordt. Verder stond ik er niet bij stil, gewoon lekker wandelen. De zon schijnt af en toe, maar de wind maakt het guur.
Puur voor de gezondheid, versterking van lichaam en geest, wandel ik graag, vandaag dus langs de Droebels in Zieuwent. Noaberschap, dat is iets wat er met het huidige chagrijn in de wereld gemist wordt. We worden overstelpt door de mondiale slechtnieuwshow, maar hebben amper zicht wat er om ons heen gebeurd. In het zeer populaire boek Sapiens* leerde ik dat de menselijke geest eigenlijk de sociale context van meer dan 150 mensen niet aan kan. Meer overzien we niet, voelen we niet of begrijpen we niet goed genoeg. We doen dat dus niet goed in de wereld. In Zieuwent doen ze het een stukje beter met hun Droebels. Ik fantaseer er een beetje over. Eigenlijk zou de wereld een grote droebelgemeenschap moeten worden. Vroeger in de tijd van de boeren/jagers was dat heel gewoon.** De Verenigde Naties wordt de Droebelvergadering die slechts droebeloverstijgende feesten uitroepen, klootschieten Olympisch maakt met Droebeldansen en met een heuse Droebelgroet. Maar nu sla ik door.
Tijdens het wandelen begin ik te beseffen dat Droebels ‘serious business’ is in Zieuwent. De Droebelroute leidt me rond langs meerdere Droebels die als zodanig ook zijn aangegeven. De kerkepaden zorgen ervoor dat je ook tussen de weilanden droge voeten houdt en dat is niet onbelangrijk voor de tijd van het jaar. De Droebelroute, een leuke wandeling die me in ieder geval stimuleert om even wat achtergrondinformatie bij elkaar te sprokkelen. Je weet maar nooit, want als de Droebelmaatschappij een feit wordt, ben ik in ieder geval voorbereid.
*Sapiens, Een kleine geschiedenis van de mensheid door Yuval Noah Harari
** Toeval bestaat niet, maar de avond na deze wandeling zag ik de eerste aflevering van Het Verhaal van Nederland met Daan Schuurmans als presentator. Voor wie van geschiedenis houdt en een boek van meer dan 300 pagina’s nu even te veel is, is dit een absolute aanrader. Heel erg leuk.
Zieuwent heette in de Middeleeuwen Synwede en dat betekent lage weide. In het hedendaagse Achterhoeks is de naam Synwede nog gemakkelijk te achterhalen. Rondom Zieuwent lagen de wat hogere esgronden (Harreveld, Vragender en Lievelde). De afwatering in deze zogenaamde lage Weide (Zieuwent), was daardoor slecht. Op een aantal plekken lag het land 1 of 2 meter hoger. Hoewel deze verhoging soms maar ruimte gaf aan enkele boerderijen met een beetje landbouwgrond, is hieruit de Droebel ontstaan. Uit één van die Droebels (Hoenderboom) is de plaats Zieuwent onstaan. Veel Droebels zijn verdwenen, maar Zieuwent koestert de bestaande Droebels en geven hiermee een prachtige inkijk in de levende en tastbare gescheidenis.