Wandelen rond de hoogmis/ St. Antonius Abt Parochie te LOO

Een nieuw begin, een nieuwe lente met een Paaswandeling rond de Hoogmis die naar Loo gaat. Het kleinste plaatsje van de gemeente Duiven. Ik durf niet te beweren dat ik er op mijn paasbest uitzag, maar ik heb in ieder geval mijn best gedaan. Met nieuwe scheermesjes en een heel nieuwerwetse gezichtscrème voor mannen heb ik toch een mijn steentje bijgedragen. Met hele kleine middelen kun je ook er vernieuwd uit zien leert de reclame, of in ieder geval minder oud.

Even overwoog ik nog te gaan wandelen, maar mijn inschatting is toch dat ik er een half uur over zou doen en ik wilde niet te laat komen in de Sint Antonius Abt parochie in Loo. Dus ik pakte de fiets en geheel voorbereid peddelde ik naar het paar kilometer verderop gelegen kerkdorpje. De materiële voorbereidingen waren natuurlijk het digitale fototoestelletje, pen en papier. Maar voor die tijd heb ik me natuurlijk ook even in de geschiedenis van Loo en het Paasfeest verdiept. En daaruit blijkt maar weer dat een eenvoudige zondagse wandeling rond de Hoogmis ook zijn kennisvruchten afwerpt.

Kerkingang is via het kerkhof te bereiken

 Tot in de 15e eeuw hoorde de kerk van Loo bij de kerk van Angeren, aan de overkant van het Pannerdensch Kanaal. Hier keek ik van op, maar door even in mijn geheugen te graven, heb ik zomaar het vermoeden dat de Elisabethsvloed van 1421 verantwoordelijk is voor een verandering van de loop van de toenmalige Rijn. Ik kan het fout hebben. Loo heette toen nog Angeroy en de kapel die toen nog aan de Betuwse zijde stond, is verder gegaan als zelfstandige kerk in de Liemers. De huidige kerk is uiteindelijk in de tweede helft van de negentiende eeuw gebouwd.

Maar ook ten aanzien van Pasen leer ik enige nieuwe feiten. Natuurlijk weet ik dat met Pasen de herrijzenis van Jezus van Nazareth wordt gevierd. Ook het Joodse Paasfeest (Pesach) roept bij mij een ‘o ja-erlebnis’, de bevrijding van de Joden uit Egypte onder leiding van Mozes. In beide gevallen het feest van de nieuwe lente, vruchtbaarheid en nieuwe hoop. En dat moesten de eerste Christenen natuurlijk inpassen in de bestaande Germaanse cultuur. De vruchtbaarheidsgodin heette immers Ostera en werd begeleid door een haas ten teken van vruchtbaarheid. In het Engels en Duits is woord voor Pasen nog te herleiden van deze godin. (Ostern en Easter)

Fiets wordt onder het wakend oog van de Loose Dorpsomroeper gestald

 

De paasdienst

 Ik verheugde me op mijn uurtje bezinning en hoopte zoals altijd weer enige zaken op te steken om de diepgang van dit blog te vergroten. Ruim op tijd zette ik mijn fiets onder het wakende oog van de dorpsomroeper van Loo. Ik moest even zoeken waar ik naar toe moest, maar via het kerkhof kwam ik bij de kerk. Er stonden al behoorlijk wat fietsen, dus de niet al te grote kerk zal redelijk gevuld zijn. Toen ik de deur opende en in het voorportaal naar de kerk stond, hoorde ik een stem schelmen door de dichte deur. Nu ben ik niet altijd snel van begrip, maar ik concludeerde meteen dat de dienst begonnen was. Raar, het is toch nog geen tien uur? Wat zal ik doen, naar binnen klossen of wachten? Eerst maar luisteren waar ze in de dienst waren. Zo kan ik meteen mijn liturgische kennis een beetje testen. Veel was er niet voor nodig, de afsluitende woorden werden gesproken en een ieder werd uitgenodigd voor een kopje koffie met wat lekkers.

Te laat dus. Uit pure armoede maakte ik een foto van het halletje en hoorde dat het ‘U zijt de Glorie’ werd ingezet. Goede oude tijden herleven, want als er een top 40 van kerkliedjes zou bestaan, dan maakte dit lied voor mij een goede kans om op nummer 1 te komen.

Tussenhal naar de kerk

Die mening werd niet gedeeld door een oudere man die tijdens het zingen de kerk uitkwam. Hij schrok zichtbaar van de fotograferende man, maar herstelde zich snel toen ik hem de meeste stupide vraag stelde die je maar kunt stellen op zo’n moment:

“Is de mis al begonnen?”

‘Ja, om negen uur al.”

“Goh, dan ben ik te laat, ik dacht pas om tien uur.”

De man glimlachte zonder enig leedvermaak en stelde vast:

“Dan hej in ieder geval oe best gedoan.”

‘Tja, ik heb mijn best gedaan, maar dat is niet voldoende.’

Ik drentelde wat rondom de kerk in afwachting tot de andere kerkgangers naar buiten komen. Ik wilde in ieder geval nog wat foto’s schieten binnen.

Terwijl de eerste kerkgangers naar buiten kwamen, probeerde ik mijn onnozele houding een beetje te verdoezelen door ook van buiten alvast wat foto’s te maken. Dit kwam me te staan op enig wantrouwen.

“Komen die fietsen op marktplaats.nl te staan?”

Ik diende de grappenmaker van repliek met de woorden:

‘Net uit de kerk en dan al zulke negatieve gedachten over de medemens die zo zijn best doet. Maar voor de goede orde, de foto’s komen wel op internet.’

Fiets niet te koop, wel op internet

Sint Antonius Abt parochie aan de binnenkant

Een illusie armer

 Binnen schoot ik de foto’s. Ik zag dat het misboekje voor 20 eurocent te koop is. Ik legde een muntje in het daarvoor bestemde mandje, in de hoop al lezend nog tot enige contemplatie te komen. Terwijl ik als een van de laatste wilde weglopen, zag ik dat een van de actieve kerkgangers bezig was met het uitblazen van de kaarsjes bij de Mariakapel. Maar dat kan toch niet, dacht ik verschrikt. Die kaarsjes waren net aangedaan door gelovigen of Maria-aanbidders die hun wensen en noden middels een kaarsje op die manier aan de Heiland hebben kenbaar gemaakt. Dan maar snel twee foto’s maken, als bewijsmateriaal. Terwijl het flitslicht door de kerk ging, bedacht ik me dat de man te goeder trouw handelde, waarschijnlijk in opdracht van de plaatselijke brandweercommandant. Zo blijkt maar dat de scheiding van Kerk en Staat nog niet altijd zo gemakkelijk is.

Maar ik bedenk me nu wel twee keer als ik in een ver buitenland tijdens de vakantie weer eens een kaarsje opsteek.

Overtuigend bewijsmateriaal

 De ontmoeting

Gewaarschuwd door de lichtflitsen, kwam de man naar me toe. We raakten aan de praat en hij liet vol trots het kruis boven het altaar zien. De vriendelijke en enthousiaste man, Wim Rosendahl, blijkt het kruis zelf gemaakt te hebben. Met splitpennen heeft hij het kruis vervaardigd. De bovenste ronding stelt de doornenkroon van Jezus voor, in het midden is het bloedend hart van Jezus te zien en in de onderste ronding is de Calvarieberg (ook wel Golgota genoemd) De tussenliggende kleurstellingen symboliseren alle andere geloven en daarmee de verbintenis naar alle mensen, zonder onderscheid. En dat is dan weer erg mooi. Een kleine replica is door hem ook nog in 120-voud gemaakt voor de vrijwilligers van de kerk.

Wim Rosendahl deed erg zijn best om het kruis voor mij als fotograaf zo mooi mogelijk in beeld te brengen door de lampen aan en uit te doen. Ook ik, als fotograaf, deed erg mijn best, maar vrees het resultaat. Ook hier gelden de profetische woorden van de man in het kerkhalletje:

“Dan hej in ieder geval oe best gedoan.”

Terwijl de kerk werd afgesloten liepen we naar buiten. En passant attendeerde Wim Rosendahl mij op de onlangs gerestaureerde Angelusklok, buiten op het dak van de pastorie. Dit blijkt een klokje te zijn dat in Loo twee keer per dag oproept tot gebed.

Best bruikbare foto, maar ik heb ‘mien best gedoan’

En ondanks het feit dat ik de dienst niet heb bijgewoond, kreeg ik mijn kopje koffie en een sneetje krentebrood. De paaswensen worden uitgewisseld. Ondertussen werd er nog even over de negatieve publiciteit van de katholieke kerk gesproken door de aanwezigen. Het waren andere tijden werd er geconstateerd, maar gelatenheid en onbegrip overheersten. De discussie kwam op gang toen de terugloop van het aantal kerkgangers ter tafel kwam. De houding van Rome is daar ongetwijfeld debet aan, denken de koffiedrinkende kerkgangers in de pastorie.

De wandeling terug

 De terugweg is altijd het moment om de opgedane indrukken in perspectief te zetten. Ik kijk naar de lucht of ik de fietstocht naar de paasbrunch bij mijn schoonouders droog ga houden. Ik krap me eens achter de oren en bemerk dat er een witte vettige substantie aan mijn vinger zit. Met een vies gezicht vraag ik me af wat dat nu is. In een keer herinner ik me de nieuwerwetse mannencrème die ik deze ochtend ten behoeve van de lente en het paasfeest heb opgedaan. Ik wist niet hoeveel ik moest gebruiken, maar ik vond de crème wel wat vettig.

Van een overpeinzing is in het geheel geen sprake meer. Ik zit de hele tijd te bedenken of ik in kerk en pastorie heb rondgelopen als gekke Eppie met een wit crème-oor.

Gedane zaken nemen geen keer en de Allesbestierende zal ook zeker houden van ‘Gekke Eppies met een wit crème-oor. Bovendien en dat is het allerbelangrijkste, ik heb in ieder geval ‘mien best gedoan’.

Paasbrunch in wording, ik was namelijk vroeger dan gepland

Andere wandelingen:

Hoe het begon; H. Remigius, Duiven; Andreasparochie, Groessen; Pauluskerk, Raalte; Abdij Sion, Diepenveen; Werenfriduskerk, Westervoort ; St. Antonius Abt Parochie, Loo; St. Stevenskerk, NijmegenMartinuskerk, Twello ; St. Mary -Star of the Sea Church, Hasting (GB); Ned. Herv. Kerk, Achlum; Kölnerdomkirche, Keulen; Stephanuskerk, Borne ; Vrij Katholieke Kerk ChristusPantocrator, Raalte, Stephanuskerk, Heel

Wandelen rond de hoogmis. Werenfriduskerk te WESTERVOORT

De ‘wandeling’ naar de kerk

Met mijn neus tegen het raam gedrukt, kijk ik vanuit de keuken naar buiten, terwijl de koffie pruttelt. De weersvoorspellingen beloofden niet veel goeds, dus ik had me verzoend met de gedachte per auto naar de Werenfriduskerk in Westervoort te gaan. Echter er verschijnt een waterig zonnetje, dus die vijf kilometer fietsen mag geen probleem zijn. ‘Maar mijn fiets moet naar de fietsenmaker’, zegt het duiveltje in me.

Ik weet dat de stationsfiets me, met iets meer moeite weliswaar, ook wel in Westervoort brengt.

‘Ik ben al wat aan de late kant, bovendien heb ik een uur minder kunnen slapen vanwege het vooruit zetten van de klok.’ Weer dat duiveltje in mijn oor.

Voordat je goed en wel in de auto zit, ben je al halverwege Westervoort. Onzin dus. Bij het prepareren van mijn spullen ontdek ik dat de batterijen van het fototoestel op zijn. Gelukkig, nu moet ik wel met de auto om even langs het benzinestation te rijden.

‘Gered’ door de gong. Mijn gemakzucht wint het van mijn schuldgevoel. Vorige week maakte ik nog spijtig melding van het feit dat ik die week daarvoor een boete van €52, –  heb gekregen voor te hard rijden. Afgelopen week kwam daar een tweede boete bij. Ruim het dubbele bedrag nota bene voor diezelfde rit. Binnen een kwartier meer geld weggebracht aan verkeersovertredingen dan daarvoor. Ik voel me schuldig en wil de auto eigenlijk wegdoen. Ik ben de auto niet meer waard.

Parallel aan de woorden voorafgaand aan de communie ( Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt maar spreek slecht één woord en ik zal gezond worden) bedenk ik me het volgende: Heilige Auto, ik ben niet waardig om met U te gaan, maar geef me slechts één teken en ik zal U wederom vereren.

Het teken kwam, via de lege batterijen. Terwijl de klokken luidden, zette ik mijn Heilige koe enkele honderden meters van de kerk om ook vandaag het wandelende gevoel op te bouwen op weg naar de Werenfriduskerk.

 

De Volvo 850 met gezegende cruisecontrol

De Werenfriduskerk

Meerdere keren per week kom ik langs de kerk in Westervoort, maar pas bij het wandelen rond de hoogmis word ik me bewust van de naam, Werenfridus. Het kan mijn eigen domheid zijn, mijn gebrek aan onderwijs of onoplettendheid in het algemeen, maar ik had nog nooit van de beste man gehoord. Seksistisch als ik ben, ga ik er vanuit dat het een man is. Vooraf heb ik me dus snel ingelezen in Werenfridus of ook wel Werenfried van Elst genoemd.

Werenfried is geboren in Duitsland, doet zijn priesteropleiding in Ierland bij de orde van de Benedictijnen en sterft in 760 in Westervoort. Hij is dus een tijd- en Ordegenoot van Bonifatius, die ik dan weer wel ken. Misschien waren het wel maatjes van elkaar? Al zoekende kom ik er bovendien achter dat er toen, bij het evangeliseren van de Germanen, Franken en Friezen, al sprake was van een kerkelijke stammenstrijd. Het Christendom vanuit Ierland schijnt toch anders te zijn geweest dan de wijze van evangeliseren vanuit Rome. Nu schijnt Bonifatius ondanks zijn herkomst van de Britse eilanden, toch de Roomse manier van evangeliseren te hebben voorgestaan. Waarschijnlijk uit machtsoverwegingen die in dit kader te ver gaan om uit te leggen. Maar Rooms of Iers katholicisme, evangeliseren van de Wilden in de Lage Landen was geen sinecure. Bonifatius heeft het bij de Friezen zelfs met de dood moeten bekopen. (754 na Christus)Voor zover ik weet is Werenfridus een natuurlijke dood gestorven, maar ook hij zal toch de nodige weerstand hebben ervaren en ruimschoots rekening hebben gehouden met de heidense gebruiken, ook bij de voorouders van de huidige Westervoorters.

Dit lezende ben ik over twee zaken erg verbaasd. Wat een reislust hadden de mensen toen al. Bovendien verwonder ik me iedere keer weer over kleine wetenswaardigheden van dorpen en kerkgemeenschappen en dat hun geschiedenis al zo ver terug gaat. Dat verwacht je helemaal niet van een slaapdorp onder de rook van Arnhem. U kent Westervoort misschien niet, ze hebben landelijke ‘faam’ gekregen door al twee keer als slechtste gemeente uit de bus te komen volgens Elseviers Magezine.

Ik weet niet of het terecht is, maar ze hebben in ieder geval wel de Werenfriduskerk en dat is een kerk met een roerige geschiedenis die al dateert van de 12e eeuw en ook tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het terugtrekken van de Duitsers niet ongeschonden uit de strijd is gebleven. Op Palmzondag ‘wandel’ ik dus rond de hoogmis van de Werenfriduskerk.

 

De Werenfriduskerk te Westervoort aan de Dorpsstraat

Palmzondagviering

Bij binnenkomst van de kerk, viel een enkele palmpasenstok op. Ik vond het er niet veel, terwijl het toch relatief druk was en ook meer dan gemiddeld jongeren van onder de vijftig aanwezig waren. De viering zou worden geleid door pastor Sevenhoven. Een gelegenheidskoor van kinderen en volwassen was eveneens aanwezig. Ze stonden achter het altaar samen met twee gitaristen en een fluitist(e). De laatste heb ik alleen gehoord, niet gezien.

Aan de andere kant van het kerkpad zitten twee oudere dames geanimeerd met elkaar te praten, niet beseffend dat de akoestiek van de kerk vrij ver draagt. Ze hebben het over de teloorgang van de personele bezetting in de kerk, maar ook andere praatjes die meer bij een theekransje horen, waren luidt en duidelijk te verstaan. Het valt me andermaal op dat van een serene stilte voorafgaand aan de viering, hooguit onderbroken door hinderlijk gekuch, geen sprake meer is. Om te zeggen dat er een kroegsfeer is, gaat te ver, maar zonder schaamte babbelen mensen met elkaar in afwachting van de ‘voorstelling’ die gaat komen.

Om tien uur precies komt vanuit de hoofdingang een tweetal dames met zo’n vijftien kinderen. Uiteraard zijn ze voorzien van fleurige palmpasenstokken. Ik dacht ook al, is er al weer een traditie in onbruik geraakt. Ik was te snel met mijn conclusies. Achter de kinderstoet loopt de pastor. Een van de oude dames groet hem omstandig, hetgeen mij als ietwat overdreven overkomt. Maar goed wie ben ik in deze. De aanvang van de mis zorgt er wel voor dat de aandacht van de twee dames verlegd wordt naar het gebeuren rondom het altaar in plaats van zich met elkaar bezig te houden.

Met palmpasen wordt herdacht dat Jezus van Nazareth als een koning wordt binnengehaald in Jeruzalem. De hoop en verwachtingen waren hoog gespannen in het toenmalige Jeruzalem. Het zinderde in de lucht. De nieuwe koning zou mogelijk de machthebbers inclusief de Romeinen verjagen. Met palmtakken werd Jezus binnengehaald en bejubeld. De bevrijding die Jezus in gedachte had, was toch van een hele andere aard.

De palmstokken worden na afloop van de dienst opgehaald

De kinderen met hun palmpasentakken werden betrokken bij de viering. Zij deden hun ronde door de kerk met de pastor ter verering van de Koning en het koor zingt van Hosanna. Palmstokken werden gezegend en alle kerkgangers kregen hun gezegende ‘palmtakbuxes’. En wat te doen met deze palmtak? Dat was het onderwerp van de preek. Voor de handliggende suggesties werden gedaan zoals het bij een foto van een overleden geliefde leggen, of op diens graf. Ook zou de tak de bescherming van je huis kunnen dienen. De palmtak symboliseert de hoop, een nieuw begin, misschien wel de lente. Ik heb zomaar een vermoeden dat Werenfridus en zijn maatje Bonifatius hier ook consessies moesten doen aan de heidense gebruiken, ook in het rivierenlandschap van Westervoort. Zelf kom ik op een lumineus idee om zijn palmtakje een goede plek te geven.

De pastor gaat verder, want losse palmtakjes zullen verwelken als ze van de bron worden afgerukt. Hierin zit natuurlijk de kern van het verhaal, dat het los geraken van de bron, het gevaar van verwelking met zich meebrengt en dat moet ten alle tijden voorkomen worden.

De beide dames naast me blijven op momenten dat de pastor even druk is met de kinderen, elkaar met allerhande wetenswaardigheden bestoken. Het komt wel oneerbiedig over, maar dan wel gezellige oneerbiedigheid. Bij het elkaar vrede wensen en handen schudden is de luidruchtigste van de twee dan ook niet te beroerd om uit de kerkbank te stappen en alle haar omringende mensen vrede te wensen. Ook mij geeft ze de hand en kijkt me monsterend aan.

Als halverwege een vrouw met een meisje binnenkomt, gooit ze haar oude nek in een verrekking, zeker als het tweetal met de palmpasenstok naar het altaar loopt. Pas daarna nemen ze plaats in de kerkbanken. Het gezicht van de vrouw in combinatie met de witte handschoenen van het meisje geven mij de zekerheid dat het om Polen gaat. Naast mij hoor ik iets miespelen van ‘zomertijd’. Dat is ook mijn gedachte. Even later komt nog een vrouw binnen. Ook zij ziet er niet uit alsof zij afkomstig is van voorouders die Werenfridus nog hebben gekend. Mijn inschatting is dat ze uit de voormalige Sowjet-Unie komt. Vanaf haar commentaarpositie legt de oude dame nu heel omstandig uit dat de klok een uur vooruit is gegaan. De nieuwkomer kijkt alsof ze het niet begrijpt.

‘Maar je kunt nog wel ter communie’ zegt de kerkelijke Mart Smeets als troost.

Westervoort zou het oudste dorp van de Liemers zijn. In 726 na Chr. komt de naam voor het eerst voor. Dit is ook de tijd dat Werenfridus zijn evangeliserende werken deed in de omgeving. Het kunstwerk (van Dick van Duivenvoorde) dat het 1250 bestaan van Westervoort symboliseert. De man, vrouw en het kind staan uiteraard voor de bevolking in de plaats. De handen in elkaar symboliseren de “W” van Westervoort. Voorts moet het monument ook de grilligheid van het rivierenlandschap weergeven.

Overpeinzing

 Vanaf het moment dat ik weet wie Werenfridus is, loop ik met de gedachte wat deze mensen moet hebben bewogen om te evangeliseren. Buiten het feit dat het in die dagen een buitengewone gevaarlijke klus was, vraag ik me af wat de achterliggende ratio is geweest. Uitgaande van goede bedoelingen bij het verkondigen van de blijde boodschap  – letterlijke vertaling vanuit het Griekse woord euvangelia – ben ik er zeker van dat het niet louter en alleen uit menslievendheid is gedaan en zeker niet altijd met vrede gepaard is gegaan.

Wat overweegt mensen om anderen te overtuigen van een boodschap of deze nu kerkelijk is of politiek? Wat doen mensen niet goed zodat zij bij anderen het gevoel oproepen dat er iets gedaan moet worden om te verbeteren, het brengen van een blijde boodschap. Wat deden de primitieve Westervoorters toen niet goed volgens Werenfridus. En wat doen christenen nu niet goed volgens sommige moslims en andersom natuurlijk? Raar toch dat evangeliseren, maar wel goed dat je kennis kunt nemen van allerlei boodschappen, bijvoorbeeld deze week in de Werenfriduskerk.

De wandeling terug

Voordat ik wegrijd, hang ik het palmtakje aan het achteruitkijkspiegeltje in de auto. Terwijl ik het dorp Westervoort bijna verlaat, kijk ik tevreden naar het stukje lente in de auto. Nieuwe hoop en hulp bij beter rijgedrag. Echter door deze onoplettendheid gaat de snelheidsmeter al naar de 55 km en dan juist op een stukje dat bekend staat om de strikte controles. De verantwoordelijkheid mag ik dus niet aan het takje ophangen, maar moet ik bij mezelf houden.

 

Andere wandelingen:

Hoe het begon; H. Remigius, Duiven; Andreasparochie, Groessen; Pauluskerk, Raalte; Abdij Sion, Diepenveen; Werenfriduskerk, Westervoort ; St. Antonius Abt Parochie, Loo; St. Stevenskerk, NijmegenMartinuskerk, Twello ; St. Mary -Star of the Sea Church, Hasting (GB); Ned. Herv. Kerk, Achlum; Kölnerdomkirche, Keulen; Stephanuskerk, Borne ; Vrij Katholieke Kerk ChristusPantocrator, Raalte, Stephanuskerk, Heel

 

Wandelen rond de hoogmis./Abdij Sion te Diepenveen

Na de goede ervaring van vorige week om met de auto een kerk te bezoeken en mijn meditatieve moment al te verkrijgen middels het radioprogramma ‘Vroege Vogels’, kon ik niet wachten om weg te rijden, ondanks het vroege tijdstip. Maar wat heet vroeg, de bewoners van Abdij Sion in Diepenveen, het doel van mijn reis, hebben het ochtendgebed al uren geleden achter zich gelaten. Dus als een betrekkelijk vroege vogel toog ik naar de Orde van de Cisterciënzers, een abdij dat in de bossen bij Diepenveen ligt.

Weg naar de kerk vanuit de kloostertuin.

Ik deed het rustig aan. Vorige week meldde ik nog quasi-nonchalant dat ik met een beperkte overtreding van de maximumsnelheid naar Raalte ben gereden. Deze week heb ik proefondervindelijk ervaren dat er ook delen van de overheid effectief en efficiënt werken. Op zaterdag 20 maart 2010 lag er een rekening van het Centraal Justitieel Incasso Bureau op de deurmat. Een rekening van maar liefst € 52, – . Een wandeling rond de hoogmis wordt zo nog een dure aangelegenheid. Harde euro’s die ik beter in de collecteschaal van een kerk zou kunnen deponeren. Rustig aan dus maar vandaag.

Het radioprogramma ‘Vroege vogels’ ging over de bescherming van berberapen in Marokko, over een conferentie in Qatar met betrekking tot bedreigde diersoorten en ik heb mijn hersenen gepijnigd over een origineel idee ten aanzien van het planten van een boom. Het radioprogramma heeft in samenwerking met de Bomenstichting een wedstrijd uitgeschreven om met ideeën aan te komen om bomen, of boomgroepen op een zo markant mogelijke manier te planten. De boom moet dienen als herkenningsteken, iets laten zien, bijvoorbeeld vanuit de lucht of op een andere wijze een symbolische betekenis krijgen in het landschap of de stad.

Terwijl ik nog zit te denken over de zogenaamde ‘Boomkroon’ worden mijn gedachten onderbroken door het journaal van negen uur. Hierin werd vermeld dat afgelopen nacht de Stille Omgang in Amsterdam heeft plaatsgevonden. Zo’n 8000 gelovigen hebben meegedaan aan de processie en kerkdiensten in de hoofdstad. Over vroege vogels gesproken.

In mijn boekenkast staat nog een vermakelijk boekje van de Amsterdamse taxichauffeur Harry Boting die melding maakt dat de Stille Omgang voor zijn werk als taxichauffeur als ook voor de dames op de Wallen, hoogtij dagen waren in de jaren vijftig en zestig. Van heinde en verre wisten jongemannen uit Brabant, Gelderland en Groningen het hemelse genoegen van de Stille Omgang te combineren met een meer werelds genoegen dat ongetwijfeld minder stil is geweest.

Tegenwoordig ga ik ervan uit dat met de openheid van allerlei Vleeschelijke Lusten in de media, de deelnemers aan de Stille Omgang daadwerkelijk met slechts één intentie zullen komen.

 

Foto in de kloostertuin. Door het weer en de verbouwingen zijn echte mooie foto’s niet mogelijk.

Abdij Sion

Mijn intentie voor vandaag is een bezoek aan abdij Sion in Diepenveen. Vooral mijn vader ging met de Christelijke feestdagen graag naar de diensten van de Cisterciënzerbroeders. Als kind vond ik deze diensten oersaai en vervelend. En al hoefden we niet naar de kerk, mijn ouders zijn van een zeer efficiënte generatie, de Abdij lag op de weg naar het huis van mijn opa en oma in Twello, dus bij de bezoeken aan hen, werden wij geacht ons gemak maar te houden gedurende de kerkdienst.

Eind jaren zeventig ben ik er voor het laatst geweest en bij het zien van de site van de Abdij moet ik bekennen dat ik me er niets meer van kan herinneren. Dat gevoel van desoriëntatie van mijn geheugen werd nog eens versterkt toen ik de aanwijzingen volgde om de kerk van het klooster te vinden.

‘Ik ben nooit in deze kerk geweest’

Later, toen ik na de Eucharistieviering nog eens goed keek, bleek ik vroeger als kind nooit verder te zijn geweest dan de kapel, die nu dienst doet als stilte- en gebedsruimte.

Jaren later staat Abdij Sion dus op mijn lijstje van ‘wandelingen rondom de hoogmis’. En hoe oud de Orde ook mogen zijn en hoezeer stilte en het monnikenleven ook gewaardeerd worden, de Broeders hebben een hele wereldse website. Met veel informatie, uitnodigingen om deel te nemen als leek en vooral ook heel veel broninformatie over de pijlers waaruit de orde is ontstaan en hoe ze zich heeft ontwikkelt.

De eerlijkheid gebied me te zeggen dat het zoveel is, dat ik op deze lentezondag de moeite niet eens kan nemen om al die informatie tot me te nemen. Ik volsta voorlopig met de deelname aan de viering in de kerk.

Zicht op het altaar, dat inmiddels opgeruimd is. Ook de lampen zijn inmiddels uit. De touwen naar het dak toe om de klokken de luiden zijn niet zichtbaar op de foto.

De viering

Ik ben op tijd want wanneer ik in de kloostertuin loop, luiden de klokken. Het is een verrassende gewaarwording dat een van de broeders voor in de kerk, via touwen die naar het dak lopen, de klokken handmatig laat beieren. Twee broeders zitten al in de ‘broederbankjes’ dicht bij het altaar, terwijl mensen druppelsgewijs binnen komen. Vlak voor het begin komen meerdere broeders uit verschillende deuren aanzetten. De een met een rollator en de ander met een snelheid en haast, die doet vermoeden dat hij zijn monnikenwerk elders in het klooster met moeite achter zich kon laten. De broeder van dienst, ik noem hem voor het gemak maar even zo, was jonger dan de meeste andere broeders, kwam onverwacht van achter me naar het altaar lopen, vergezeld door een wierookbroeder.

In zijn opening sprak de broeder van dienst over woorden en gedachten die ieder mens heeft. Er zijn mooie woorden en gedachten die als een parfum zijn, maar ook nare woorden en gedachten die lijken op stenen. Het zijn de woorden van God die de mens ruimte moet geven. Het Evangelie ging over de overspelige vrouw die volgens de Fariziërs voor haar overspel gestenigd moet worden, conform de wetten die Mozes de mensheid heeft gegeven. Dit dilemma legden zij aan Jezus voor. Jezus sprak de wijze woorden, die ook voor veel niet gelovigen gemeengoed zijn geworden:

‘Hij die zonder zonde is, werpe de eerste steen.’

Het zijn woorden en gedachten van mensen die de kring (van leven) sluiten rondom anderen, in dit geval rondom de overspelige vrouw die door Jezus in bescherming wordt genomen. Later zal de kring zich sluiten rondom Jezus zelf als hij gekruisigd wordt.

De broeder van dienst, die dragend spreekt en ieder woord lijkt te wegen, komt tot de conclusie dat het niet alleen de zonden zijn, maar ook de dood, die mensen gevang houdt. Hij pleit ervoor om de woorden van God te gebruiken om ruimte te creëren en te leren leven met je eigen beperkingen en die van een ander.

In meer lekentaal zou ik zeggen: ‘Mens durf te leven.’

Er wordt door de kerkgangers dapper meegezongen vanuit het gezangenboek. Een gezangenboek waarvan ik me afvraag of daar ook de liederen van Huub Oosterhuis in staan. Liedjes die deze week als te werelds werden gezien en dus niet meer kunnen aldus het bevoedge kerkelijke gezag.

Voor mij loopt een dame weg uit de kerk, maar na de collecte komt ze weer terug. Heel even komt bij mij de gedachte op dat ze niet wil of kan bijdragen. Maar al snel herinner ik me de woorden: ‘Hij die zonder zonde is, werpe de eerste steen.’

De broederbankjes

 Tijdens de communievoorbereidingen blijken meerdere broeders een taak te hebben. In ieder geval verzamelen zij zich rondom het altaar. Na het uitreiken van de hostie, keren enkele broeders niet meer terug in de kerk. Ze hebben zeker andere werkzaamheden te verrichten elders in het klooster.

Direct na de dienst, als de broeder van dienst en de wierookbroeder verdwijnen uit dezelfde deur vanwaar ze gekomen zijn, blijkt de Orde een zeer efficiënte machinerie te zijn. In twee minuten is alles opgeruimd en zijn de lichten gedoofd. Wat overblijft is een enkeling die nog even blijft zitten en voor mij zit er niets anders op om de foto’s te maken in het donker.

De dienst duurde volgens mij langer dan in een ‘reguliere’ kerk, hetgeen het gebrek aan contemplatie in mijn jeugd tijdens de diensten in de Abdij mogelijk doet verklaren. Bij de ingang van de kerk blijkt de Orde daar tegenwoordig rekening mee gehouden. Een stapel kinderboeken ligt er voor de jeugdige kerkganger ter overbrugging van de dienst.

De wandeling terug

Eenmaal buiten, word ik geconfronteerd met een biddende roofvogel, volgens mij een buizerd, in de lucht. Het duurt helaas te lang voordat ik mijn fototoestel in positie heb, dus geen foto van de buizerd. Meer fotoleed deed zich even later voor bij het wegrijden. Twee reeën staken de laan naar de Abdij over. Uiteraard, zoals het reeën betaamt, waren ze weg voordat een foto geschoten kon worden. Bij het opnieuw wegrijden stak een konijn over. Ik bleef nog vijf minuten bij de auto staan, maar verder geen enkel wezen uit Noach´s Ark liet zich meer zien.

In de auto was een vraaggesprek bezig met de zoon van de schrijver Anne de Vries, u weet wel van Bartje’s ‘Ik bid niet veur brune bon’n’

Een ondankbaar jong als je het mij vraagt, maar mogelijk is het meer mijn ergernis omdat ik  natuur fotografisch vandaag niet uit de verf ben gekomen. Dus reageer ik het maar een beetje af op Bartje.

 

 

Geen ree of konijn meer te zien op de weg van en naar de Abdij

Overpeinzing

Op een van de sites van en voor leken van de cisterciënzergroep staat:

‘De groepsleden leiden ieder een leven in de wereld. Ze hebben relaties, kinderen, banen. En dat blijft zo. Het is niet de bedoeling van de Cisterciënzergroep Sion dat de leden een soort monnik in de wereld worden. Hoewel er in het innerlijk van de mens veel kan verschuiven en veranderen, blijven de uiterlijke omstandigheden in principe ongewijzigd. Of, zoals een monnik het ooit verwoordde: ‘Iedereen draagt zijn eigen klooster met zich mee.’

Dat is mooi, iedereen draagt zijn eigen klooster met zich mee ten behoeve van innerlijke rust en/of contemplatie. Ik vraag me af of bij mij de fundamenten voor een fijn klooster sterk genoeg zijn, maar goed, zonder al te veel bouwkundige kennis, weet je dat pas als het klooster een beetje af is. Is een klooster eigenlijk ooit af?

Bovendien mag een klooster ook een mooie synagoge moskee of hindoetempeltje zijn voor de broodnodige contemplatie?

Ik vind van wel.

PS. Ik heb een idee voor de boomplantwedstrijd. Op de autobanen moeten stevige bomen worden geplant, als een soort drempels om snelheidsovertreders tegen te gaan.

 

Andere wandelingen:

Hoe het begon; H. Remigius, Duiven; Andreasparochie, Groessen; Pauluskerk, Raalte; Abdij Sion, Diepenveen; Werenfriduskerk, Westervoort ; St. Antonius Abt Parochie, Loo; St. Stevenskerk, NijmegenMartinuskerk, Twello ; St. Mary -Star of the Sea Church, Hasting (GB); Ned. Herv. Kerk, Achlum; Kölnerdomkirche, Keulen; Stephanuskerk, Borne ; Vrij Katholieke Kerk ChristusPantocrator, Raalte, Stephanuskerk, Heel

Wandelen rond de hoogmis. Pauluskerk te RAALTE

Waarom gaat een mens naar de kerk? In mijn geval om een blogje te schrijven. Maar zult u misschien denken, waarom dan niet naar een tentoonstelling, of schrijven over het leven van je tante Truus of over de politiek in het algemeen. Dat doe ik ook wel, misschien met uitzondering van het leven van tante Truus, maar de kerk heeft mijn belangstelling vanwege mijn mild liberale katholieke opvoeding in combinatie met belangstelling voor de rol van het geloof in de hedendaagse maatschappij en natuurlijk het schrijven an sich is een belangrijke motivator.

Waarom andere mensen gaan? Ik kan er vele redenen voor bedenken, zowel positieve als negatieve.  Maar ik denk dat voor de meesten, op zijn of haar manier, de kerkdienst een meditatief momentje is. Een punt van bezinning, al dan niet in gesprek en/of contact met God, uitgaande van het katholieke geloof. Na voor de derde keer een kerk bezocht te hebben, ga ik nu al genieten van het meditatieve karakter van de serie ‘Wandelen rond de hoogmis’ en dan niet alleen in de kerk, maar ook de weg ernaar toe.

In dit geval is de dienst in de kerk waar ik jarenlang parochiaan was en waarvan ik niet eens zeker weet of uitschrijving uit de gemeente Raalte ook betekent dat ik bij de Pauluskerk ben uitgeschreven.

Pauluskerk vanaf de straat waar mijn ouderlijk huis staat

De kerkgang

De weg naar Raalte kan ik uiteraard dromen want het is nog steeds de plaats waar mijn ouderlijke huis staat, inclusief het toebehoren, een gezonde vader en moeder. Zij wonen op zo’n 200 meter van de kerk. Op de vroege zondagochtend is met een beperkte overschrijding van de maximumsnelheid de afstand in 40 minuten te overbruggen. Uiteraard met de radio op het eerste net. Om acht uur begon het programma ‘Vroege Vogels’ hetgeen iedereen kent, maar volgens mij slechts een beperkte groep ook daadwerkelijk beluistert. Geheel ten onrechte kan ik u nu zeggen, want in de auto (mijn eigen oude Volvo 850) met de radio aan, is het programma ‘Vroege Vogels’ al een meditatief moment op zich. Het programma, dat muzikaal ondersteund wordt door licht klassieke muziek, waarbij vooral de klavecimbels opvallen, brengt je in de wereld van de natuur, terwijl de grote boze buitenwereld mijlenver weg lijkt. De lente is in aantocht, dus uiteraard gepaste aandacht voor allerlei lentekriebels. Een rapportage over de Europese bizon (wisents) gaat over twee jonge stiertjes die overgeplaatst worden naar een andere kudde om inteelt te voorkomen. Het gaat verder over de vogeltrek, waarbij op kundige wijze melding wordt gemaakt over succesvogels en pechvogels. De ene vogelsoort doet het namelijk beter met de veranderende klimaatomstandigheden dan andere soorten. Ook de balszang van de vink komt ter sprake, de zogenaamde vinkenslag. Ik wist niet dat dit zo heette, maar goed, de winter zorgt ervoor dat het mannetje de typerende lokroep een beetje verleerd is. De lente zorgt ervoor dat die kunde weer bijgeschaafd wordt en zo niet, dan geen vrouwtje volgens mij.

Voor ik de auto uitstap gaat het over ‘Earth hour’ waarbij mondiaal stil wordt gestaan bij de zorg voor de Aarde. Een uur lang worden eind maart de lampen, ook van belangrijke gebouwen, uitgedaan.  Deze wereldse boodschap gaat geruisloos over in de soortelijke kerkelijke boodschap van het rentmeesterschap.

Vandaag dus in de Pauluskerk te Raalte.

 

De Pauluskerk in Raalte

Er kan ongetwijfeld veel gezegd worden over de bouw van de Pauluskerk, maar ik laat het bij de stichting ervan in de jaren zestig. Toentertijd was het een zeer modern gebouw en in feite is dat nog steeds het geval. Het is de kerk waar ik mijn Eerste Heilige Communie heb gedaan en ook het Vormsel heb ondergaan. De kerk waar ik twee jaar misdienaar was, parochieblaadjes wegbracht en zelfs omwille van de liefde, zitting nam in het kerkkoor, hoewel mijn zangkwaliteiten nooit als zodanig opgevallen zijn. Nu nog steeds niet. Het is ook de kerk die vanaf het tuinpad van mijn ouders meteen te zien was en iedere ochtend om kwart voor acht van zich liet horen als aankondiging van de mis om acht uur. Om klokslag half negen was de dienst klaar en konden de misdienaars op tijd naar school. Na mijn twaalfde ben ik er met uitzonderingen zoals kerst of een begrafenis, niet meer geweest.

Volgens mij zijn mijn ouders ook zelden meer in die kerk geweest, zeker mijn vader niet na de clash met de pastoor na mijn eerste communie in 1974. (zie ook onderschrift foto) Lange tijd is hij met hoogtijdagen naar de abdijkerk Sion geweest, met ons af en toe in zijn kielzog.

Mei 1974, het ultimieme doel is bereikt, de eerste heilige communie een feit voor Sprakeloos (vierde kind van links, zittend op de onderste rij). De festiviteiten kunnen beginnen en de cadeau’s uitgepakt. Die ochtend heeft zich buiten mijn belevingswereld nog een klein drama voorgedaan. De ouderparticipatie is door mijnheer pastoor ingetrokken. Toen vader Sprakeloos bij de evaluatie verhaal wilde halen, was hoon zijn deel, ook van vele andere ouders. De autoriteit van het kerkelijk gezag was toen nog onfeilbaar, dus niet aan kritiek onderhevig.

 

 

Vier jaar later, het Vormsel. Sprakeloos is het derde jongetje van rechts. De twee heren naast hem waren ‘concurrenten. Alle drie wilden we vereeuwigd worden bij het meisje met de blonde haren en het witte ‘holly hobby’ jurkje aan. Ze stond precies achter ons, totdat de compositie op gezag van het hoofd van de school veranderd werd. Er moest nog een laatkomer tussen. De concurrentie om de aandacht van haar te krijgen heeft overigens goede vriendschap toen nooit in de weg gestaan. 

De viering

 Ik was deze keer ruim op tijd. Voor mijn gevoel was de kerk kleiner dan ik in gedachten had en uiteraard ook minder vol dan op de zondagen in vroeger tijden. Ik schat een man of tachtig, hoofdzakelijk vijftigplussers. Bekenden zag ik in de ouders van een vroegere schoolvriend. Ze zagen of herkenden mij niet. De kerk is weliswaar een ontmoetingsplaats, maar het ging mij te ver om even uit mijn bank te lopen en de mensen de hand te schudden. Het had waarschijnlijk best gekund, want in de tien minuten die restte tot aan het begin van de dienst, leek het op een rustige reünie waarbij men elkaar nog even het laatste nieuws doorgaf. Gezien de hoeveelheid mensen zorgde dat voor een gezellig geroezemoes.

Op de site van de Pauluskerk schrijft pastor Astrid van Engeland over ‘Verborgen Geloof’, waarbij ze aangeeft dat geloven niet alleen met kerkgang heeft te maken en dat  niet gaan zeker niet slechter hoeft te zijn. Tijdens de catecheselessen van Mijnheer Pastoor op de Paulusschool, begreep ik dat hij daar beslist heel anders over dacht.

Om negen uur begon de dienst met pastor Astrid van Engeland en nog een mevrouw. Zij werden gevolgd door een misdienaar en een misdienette. Een luxe in deze tijd. Ik bekeek mijn oude beroepsgroep met belangstelling en moet constateren dat de aanwezigheid van deze jongelingen een levendige choreografie met zich meebracht die er voor zorgde dat er ook wat te kijken was voor de minder meditatief ingestelde kerkganger.

Een van de pastors ging in op de vertelling van De Verloren Zoon. Zij legde de kerkgangers uit dat dit verhaal gezien moest worden als een parabel waarbij je je altijd een voorstelling moet maken welke rol jij speelt in het geheel. De jongste zoon, die na het hoeren en snoeren, terugkomt bij zijn vader. De hartelijk ontvangende vader, die zonder nadenken zijn vreugde over de terugkeer prefereert boven een arsenaal aan verwijten of de oudste zoon die is gebleven voor de zekerheid en de verwachting alles te krijgen van de vader. Zij stelt de vraag of in de kerkzittende katholiek per definitie een beter katholiek is dan de zogenaamde ongelovige. Wie mag of moet daar over oordelen, vraagt zij zich af. Daarmee is het verband gelegd tussen de Bijbeltekst en het verhaal op de site van de kerk.

Boven het altaar hing een schilderij. Ik vond het niet mooi, maar het bleek een wisselende tentoonstelling te zijn, dat wil zeggen iedere week wordt er stil gestaan bij bepaalde details van het schilderij. Het blijkt om een Hongerdoek te gaan. Ik kende het begrip niet, maar gedurende de vastentijd zal stil worden gestaan bij de klimaatveranderingen en de gevolgen voor met name de allerarmsten in Afrikaanse landen. De parochie in Raalte richt zich op boerengezinnen in het Afrikaanse Malawi.

De uitleg van vandaag ging over de mensen aan de tafel. De tafel staat symbool voor de Aarde. De mensen komen uit alle windstreken en zullen samen moeten delen. Opvallend is de vogel in de hand van derde persoon, een Chinese man. Hij heeft een geluksvogel in zijn hand. En daarmee is de link al snel gelegd met het Aardse meditatieve moment op weg naar de kerk waar het ging over pech- en succesvogels, maar vooral ook over de zorg voor de Aarde.

 

Het hongerdoek

Als zeer vroege vogel op weg naar de Pauluskerk, word ik maar liefst op twee manieren gewezen op de zorg voor de wereld om ons heen. De eerste keer op een wereldlijke manier, de tweede keer via de kerkelijke weg. Qua intentie en bedoelingen is hierin voor mij geen verschil te ontdekken. Ik geloof, in beide boodschappen.

 De terugweg.

Uiteraard te voet tot aan mijn ouderlijke huis voor koffie en koek en met de belofte dat mijn ouders erg nieuwsgierig zijn naar het verslag dat zij zullen lezen op maandagochtend, neem ik afscheid. En uiteraard de verzekering dat ze het groene beoordelingsknopje boven aan de tekst zullen indrukken. Onderweg naar huis was er een documentaire over de Zusters van Liefde in Velp. De, inmiddels, dames op leeftijd vertelden over van alles en nog wat tijdens hun verblijf bij de zusters en vooral over de totale afwezigheid van iedere vorm van liefde. Er was geen sprake van seksueel misbruik, maar het heeft iets bevreemdends dat opvoeding en scholing in handen werd gelegd van groepen mensen die in veel gevallen ver weg stonden van de maatschappelijke werkelijkheid. Kinderen die niet meer hadden misdaan dan wees worden of mogelijk ongewenst zwanger worden, werden met jarenlange militaire tucht benaderd. Andere tijden zullen we maar zeggen, maar geldt dat ook voor de nieuwste feiten over misbruik.

Ook in de Pauluskerk is tijdens de dienst stilgestaan bij de seksschandalen in het land.

Overpeinzing

Hoe anders is een dienst die gedaan wordt door leken? Daarmee wil ik alle goedbedoelde pastoors en kapelaans niets te kort doen. Maar wordt de verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen in een kerkgemeenschap niet veel meer bij het individu en de gemeenschap zelf gelegd. Is een wereldse kijk niet de voorwaarde om over het zielenheil te kunnen waken. Is de kans op uitwassen niet minder door die gezamenlijke verantwoordelijkheid?

 

PS. Voor de goede orde, als misdienaar, koorknaap of gewoon kerkganger heb ik nimmer slechte ervaringen gehad met welke kerkelijke dienaar of gezag dan ook. Hoewel ik toen al ‘theologische’ geschillen ontwaarde met bijvoorbeeld de pastoor, heeft dit voor mij nimmer geleid tot enige vorm van onheuse bejegening.

Andere wandelingen:

Hoe het begon; H. Remigius, Duiven; Andreasparochie, Groessen; Pauluskerk, Raalte; Abdij Sion, Diepenveen; Werenfriduskerk, Westervoort ; St. Antonius Abt Parochie, Loo; St. Stevenskerk, NijmegenMartinuskerk, Twello ; St. Mary -Star of the Sea Church, Hasting (GB); Ned. Herv. Kerk, Achlum; Kölnerdomkirche, Keulen; Stephanuskerk, Borne ; Vrij Katholieke Kerk ChristusPantocrator, Raalte, Stephanuskerk, Heel

Wandelen rond de hoogmis. Andreasparochie te GROESSEN

De Kerkgang

 De koude ochtendlucht maakt me meer wakker dan de douche dat heeft gedaan. Het is half tien geweest en de wandeling gaat naar de Andreasparochie in Groessen. Het kost me enige zelfdiscipline, want het is zo’n ‘day after the night before’.  Een feest van een collega die zijn vijftigste verjaardag vierde, zorgde voor enig fysiek ongemak, dus de koude ochtendlucht is erg welkom. Trouwens onder het mom ‘’s Avonds de kerel, ’s morgens de kerel, of gezien het doel van de wandeling kan ik beter zeggen ‘ ‘s Avonds het heertje, ’s morgens het heertje’, laat ik me natuurlijk niet kennen.

Een afstand van ongeveer twee kilometer moet overbrugd worden, dus ik zet er flinke de pas in. Ondanks de nabijheid van het kerkdorpje, kun je met gemak overvallen worden door een gevoel van landelijkheid. Onwillekeurig, of eigenlijk helemaal niet zo onwillekeurig, moet ik denken aan plattelandsjongeren die op zaterdagavond uit gaan en waarschijnlijk veel meer gebruiken dan ik en mogelijk ook nog wel andere spulletjes dan een ‘onschuldig glaasje Grolsch’. Ik denk dan aan oude caravans die op de boerenerven staan, vaak in de ‘Bible Belt’ van Nederland, tenminste ik ken ze van Barneveld en Ede en omstreken.

Hoe zullen deze jongens en meisjes naar de kerk gaan op zondag? En vaak moeten zij ook nog. Wat zullen zij oppikken van een dienst? Als de Andreasparochie nadert, de klokken hadden inmiddels hun uitnodigende werk al gedaan, moet ik helaas constateren dat ik wederom te laat ben. En geloof me, ik heb echt geen nieuwe hoed of jas die getoond moet worden aan de hele kerkgemeenschap door te laat te komen. Trouwens, wie kent me hier in deze kerkgemeenschap, al is de kerk hemelsbreed nog geen kilometer van mijn eigen huis. Ik ben weliswaar te laat, maar fris genoeg om mijn gedachten erbij te kunnen houden. Dat is tenminste wat.

 

De Andreasparochie

 

De keus voor de tweede kerkgang is gemakkelijk gemaakt. Als het bijna twee kilometer lopen is naar de Remigiuskerk midden in Duiven, dan heeft de Andreasparochie net zoveel recht op mijn bezoek. Bovendien zijn de klokken van de Groessense kerk veel beter te horen, mogelijk omdat de decibels niet worden tegengehouden door al te veel bebouwing. Groessen dus, voor wie het niet kent, het is samen met Loo een van de kerkdorpen van de gemeente Duiven. Een hechte gemeenschap met ongeveer 2000 zielen. De gehechtheid heeft vele uitingsvormen. Naast politieke verbondenheid, Lijst Groessen, inmiddels opgegaan in een groter geheel, heeft  jarenlang een prominente rol gespeeld in de plaatselijke politiek. Maar naast de politiek heerst er in Groessen een mentaliteit van:

‘Als de gemeente niets voor ons doet, dan doen we het zelf wel.’

Als inwoner van Duiven kun je het een beetje een Calimero-gevoel noemen, maar niet zonder gevolgen. Een feest is snel georganiseerd en als het jaarlijks moet terugkeren, geen enkel probleem. Moet het meer dan een feest zijn, zo voor elkaar. Ik durf niet te beweren dat de Groessense feesten berucht zijn, maar vanuit mijn woonkamer zijn ze vaak goed te horen. Het geeft iets vertrouwds. Als aan het begin van de herfst de muziek over de velden schalt, dan realiseren we ons:

‘Hé, de maïsfeesten zijn begonnen, het is al weer oktober, wat gaat de tijd toch snel.’

De gemeenschapszin zorgt uiteraard niet alleen voor feesten, maar ook het verenigingsleven is bruisend. Maar ook voor serieuze landelijke politieke zaken speelt de gemeenschap als een geheel een belangrijke rol. De Betuweroute loopt direct ten zuiden van het dorp en heeft ervoor gezorgd dat het dorp deels afgesneden werd van de landelijke buitengebieden. Het protest heeft niet mogen baten. De volgende bedreiging is al aanstaande, want ook het doortrekken van de A15 van Bemmel naar Zevenaar is een ‘zwaard van Damocles’ dat boven de Groeessense gemeenschap hangt. Al vele jaren trouwens.

 

Enkele jaren terug ondervond ik de bereidheid om iets te doen voor elkaar in de verbouwing/ restauratie van de Andreaskerk. Als freelancer van De Gelderlander werd mij gevraagd een verslag te doen van de werkzaamheden. Op een zonnige zomerdag trof ik een aantal vakmensen die vanuit hun eigen bedrijf de handen uit de mouwen staken en mij in een enorme stofwolk de kerk, hun kerk, lieten zien die ze aan het verbouwen waren. De tegels moesten deels uitgehakt worden. Nadien ben ik er niet meer binnen geweest, maar ik was onder de indruk van de schoonheid van deze kerk.

Deze kerk heeft een geschiedenis die stamt van voor het jaar 1000 na Christus. De laatste grote verbouwing dateert van de jaren dertig van de twintigste eeuw. De recente verbouwingen, waar ik een klein beetje getuige van mocht zijn, hebben de kerk gebracht tot een oud gebouw dat voldoet aan de hedendaagse eisen en als een sieraad pronkt in de kleine dorpsgemeenschap.

De kerkbijeenkomst

 Wederom te laat dus, maar ik kan gemakkelijk aanschuiven op de achterste bank met goed zicht op het altaar waar het allemaal gebeurt. Het is behoorlijk leeg in de kerk, bij elkaar tel ik zo’n veertig kerkgangers, waaronder het zevenkoppige kinderkoor dat onder begeleiding van een synthesizer verantwoordelijk is voor de muzikale omlijsting. De terugloop in het bezoek werd trouwens tijdens de Eucharistieviering op een mooie manier ter sprake gebracht. 

Sfeer

Het is dus zeer rustig met hoofdzakelijk mensen van boven de vijftig tot ver boven de vijftig en de dienst is in handen van de parochianen zelf met als voorganger pastor Ria Doornbusch en een andere man die verder niet bij name werd genoemd in de boekjes of de site. Mogelijk is het wel gezegd, maar heb ik het gemist door mijn verlate binnenkomst. Een oudere dame voor mij had door de verschijning van een onbekende oog voor mijn onrustige zoektocht naar een boekje van de kerkdienst en wees mij de juiste plek. Verder bood het gezelschap in de kerk aanwezig weinig reden tot afleiding. Des te meer kon ik de kerk goed in me opnemen en luisteren naar de teksten van de voorgangers.De sfeer werd versterkt toen, mogelijk de pastoor in zijn zondagse kleding, de wierook aanstak waarbij de kerkgangers gevraagd werd hun gebeden mee te laten dwarrelen met de wierook.

‘Heb ik een gebed of een wens’, vraag ik me snel af.

‘O ja, een wens, al betwijfel ik of je de Allesbestierende als een grote Sinterklaas mag aanspreken.’

‘Och, misschien ook wel als je het maar niet al te dwingend doet.’

Een collega onthulde gisteren dat ze een date had vandaag met een relatief onbekende. Ze had er zin in, ze was verwachtingsvol en ik hoop dat het een positieve ervaring gaat worden voor haar. Het is een wens die van mij mee mag dwarrelen met de wierook. De geur van wierook nestelt zich al snel in mijn neusgaten en ik ben verbaasd over het natuurkundige fenomeen van de verspreiding van de luchtdeeltjes en het tempo waarin dat gaat. Ik weet dan ook maar weinig van natuurkunde.Waar ik ook vrij weinig van weet is fotografie en dat spijt me enorm tijdens de ontbranding van de wierook. Of het bewust is gedaan of toeval, ik weet het niet, maar de zon scheen in stralen door de glas-in-lood ramen. Een gekleurde straal nam de wierookkrinkels mee naar boven. Eerst onder de indruk van de schoonheid van het fenomeen, daarna een vloek onderdrukkend omdat het me zo spijt dat ik niet zo’n goede fotograaf ben om dit vast te leggen. Bovendien, al zou ik het kunnen, dan durf ik de dienst niet op een brute wijze te onderbreken.

 

Thema

Het thema van de bijeenkomst was ‘Een kans geven’ waarbij uit het boek Lucas 13, 1-9 het verhaal verteld werd over een vijgenboom in een boomgaard die na drie jaar nog geen vruchten heeft gegeven. De verbouwer van de boom krijgt de boodschap de boom maar om te hakken. Het is immers zonde van de moeite. Toch wil de boer niet zo ver gaan en vraagt nog om een kans. Misschien volgend jaar als ik mijn best doe. Een kans geven als thema waarbij de pastor ‘zonder naam’ de ontvolking van de kerkgemeenschap aanhaalt en vooral ook de link legt tussen de zeer negatieve berichtgeving over de katholieke kerk. Hij kan zich niet vinden in het onthouden van de hostie aan homo’s, de bezoedeling van kinderen in ’s Heerenberg en de reactie van de katholieke kerk in Ierland, VS en Duitsland die de kerkgemeenschap financieel laat opdraaien voor de geldboetes van het seksueel misbruik bij kinderen door hun priesters.

De pastor benoemt zijn eigen werksituatie waarin hij aangeeft dat de werkvloer de managers moet aansturen, omdat de werkvloer waarschijnlijk beter weet waar het om gaat. Hij roept de parochianen op om de kerkelijk leiders op te voeden en de weg te wijzen hoe het moet. Het aansturen van kerkleiders is een betere reactie dan teleurgesteld weglopen van de katholieke kerk. Zij moeten ook nog een kans krijgen. Hij zal bij het uitspreken van deze woorden ook gedacht hebben hoe de kerk er twintig jaar geleden bij stond. Ook in Groessen heeft de ontkerkelijking zijn sporen nagelaten, ondanks de gemeenschapszin.

   

Overpeinzing

Het opvoeden van de leiders, of ze nu kerkelijk zijn of niet. Het is een zeer actueel thema in tijden dat er door de media gesproken wordt over een gezagscrisis bij politiek leiders. Ook het aanhalen van de kennis van de werkvloer in de zorg, het onderwijs en vele andere maatschappelijke gebieden, is een belangrijk issue. Een managers’ manager zorgt voor bureaucratie, maar een ‘people’s manager (een vreselijk woord trouwens, ik zou liever willen spreken over een voorman of vrouw of voor mijn part een primus inter parus) laat mensen beter functioneren. Zo zouden kerkelijk leiders dat ook moeten doen, zodat parochianen zich weer thuis voelen bij hun kerk.

Maar hoe zit dat dan met die politieke leiderscrisis. Is een politieke partij met een ondemocratisch gekozen leider de oplossing? Is een leider iemand die alleen de ontevredenheid van zijn kiezers laat weergalmen, zonder met oplossingen te komen dan het ideaalbeeld? Is het laten zegevieren van louter ontevredenheid niet gedoemd tot verdere maatschappelijke escalatie?

Er is denk ik niet alleen sprake van een leiderschapscrisis, maar ook een algehele maatschappelijk en culturele crisis.

De wandeling terug

De warme zon op mijn rug, terwijl het aan de schaduwkant tijdens het lopen nog behoorlijk koud is, brengt me gelukkig uit de doemstemming. Onderweg word ik tot twee keer toe aangesproken door totaal onbekende joggers, terwijl ik in een rustig tempo naar huis loop. Geheel toevallig roepen ze beide dat ik maar moet gaan hardlopen.

Ik kijk ze verbaasd na.

‘Jullie moeten maar naar de kerk gaan’, wil ik ze naroepen.

Maar och, dat moeten ze ook zelf weten, misschien werkt hardlopen ook wel heel louterend. Ik weet het eigenlijk wel heel zeker, terwijl ik een sigaret opsteek.

 

Andere wandelingen:

Hoe het begon; H. Remigius, Duiven; Andreasparochie, Groessen; Pauluskerk, Raalte; Abdij Sion, Diepenveen; Werenfriduskerk, Westervoort ; St. Antonius Abt Parochie, Loo; St. Stevenskerk, NijmegenMartinuskerk, Twello ; St. Mary -Star of the Sea Church, Hasting (GB); Ned. Herv. Kerk, Achlum; Kölnerdomkirche, Keulen; Stephanuskerk, Borne ; Vrij Katholieke Kerk ChristusPantocrator, Raalte, Stephanuskerk, Heel

Wandelen rond de hoogmis: H. Remigiuskerk DUIVEN

De Kerkgang

 ‘On a mission’ naar de kerk om een stukje te schrijven. Het eerste blogje zal vanzelfsprekend in mijn eigen woonplaats beginnen. Een wandeling van ongeveer twintig minuten vanaf mijn eigen huis. Het blijkt iets te krap ingeschat, want met het luiden van de klok voor half elf, moest ik nog 50 meter afleggen. Te laat dus en ik schuif ergens achteraan om tegen een pilaar aan te kijken. Voor een volgende keer neem ik me voor hier meer aandacht aan te besteden om zo een strategische plek op een strategisch tijdstip binnen te komen in het belang van betere observaties.

  

Onderweg hoor ik gedurende meer dan vijf minuten de klokken me al welkom heten. Als kind is me verteld dat ze riepen:

‘Komt allen, komt allen!’

Ik hoorde dat er dan ook echt in, als de klokken beierden. Nu niet meer, desalniettemin denk ik welkom te zijn.

  Met een flinke pas loop ik door de nieuwbouwwijken met bijbehorende parkjes en waterpartijen. Sommige mensen groet ik, anderen niet. Duiven is een uit de kluiten gewassen groeigemeente waar het vanzelfsprekend is om mensen te groeten, maar voor hetzelfde geld gebeurt dat niet en dat wordt dan niet als een grove daad van oneindige onbeleefdheid gezien. Het is winderig, maar beslist niet koud. Er schijnt zelfs een waterig zonnetje. Dat hadden de weergoden niet hadden voorspeld. Maar die gaan er dan ook niet over. Het is een typische herfstige, net geen lente, zondag.

De Kerk 

Het doel van de wandeling is de Heilige Remigiuskerk te Duiven. Het oude gebouw is eigenlijk heel atypisch in de overwegend moderne kern van het dorp Duiven. In de vaart der volkeren is er van het oude lintdorp Duiven hoegenaamd niets meer over. Alles heeft moeten wijken voor nieuwbouw en tot overmaat van ramp moet die nieuwbouw weer wijken voor een prestigieus nieuw centrumplan. Dat heeft vier jaar geleden veel politieke commotie veroorzaakt. Het gevolg was dat het toenmalige zittende college (PvdA, VVD en een lokale partij) in zijn geheel vervangen is door het CDA en GroenLinks. Met name de deelname van deze laatste partij is zeer opmerkelijk in de Duivense politieke verhoudingen. Vier jaar later zijn de plannen met tussenkomst van een referendum aangepast. Op het plein voor de kerk zijn de eerste aanzetten voor de werkzaamheden gestart. Aankomende woensdag mag de bevolking van Duiven zich uitspreken of het CDA en GroenLinks verder mogen.

De Remigiuskerk heeft de tand des tijds doorstaan. In de negende eeuw was er al sprake van een kerk in en rond Duiven als onderdeel van een Frankisch Herenhof. In de huidige staat zijn resten (turfstenen) uit de twaalfde eeuw nog te vinden in de fundering van de toren. De bouwstijl uit de vijftiende eeuw is gotisch, met een neogotische uitbereiding aan het begin van de vorige eeuw. (Voor meer informatie volg de link)

Remigius is een Heilige die ik, voordat ik in Duiven kwam, niet kende. De kerk is dus genoemd naar de Heilige Remigius (Saint Remi) van Reims. Hij was bisschop van Reims en ijverde zich sterk voor de uitbereiding van het Christendom in het toenmalige Gallië. Hij doopte koning Clovis l (466-511). De bisschop van Reims is patroonheilige tegen pest, keelpijn, slangen, epidemieën, koorts en religieuze onverschilligheid. Al met al een respectabel rijtje voor één patroon.

Om half elf begon de viering met pastor Mirjam Verschure en pastor Huls. Het thema van de presentatieviering voor aankomende communicanten was ‘Ik ken je wel’. De muzikale omlijsting was in handen van het kinderkoor Do-re-mi-gius onder leiding van een enthousiaste dirigente Anneke Klepper en begeleid door organist Guus van Marwijk.

De dienst, mis of viering

Thema

Voorbereiding op de eerste Heilige Communie, dat belooft een bijeenkomst met veel kinderen. De kerk zat dan ook behoorlijk vol bij mijn binnenkomst. Onder het gezang van het koor ‘Maak een vrolijk geluid voor de Heer’ nam ik zoals gezegd achterin plaats, onbewust een beetje afzijdig van de andere kerkgangers. Met het thema ‘Ik ken je wel’ stelden de kinderen zich publiekelijk voor. Want iemand zijn, een naam hebben, dat is heel belangrijk voor je medemens, maar ook voor God. In begrijpelijke taal gericht op de jonge kinderen wordt uitgelegd wie of wat God is. God is liefde en liefde kun je niet zien, maar wel voelen, de zogenaamde hand van God. En God heeft onze handen nodig om een Goede Herder te zijn, door goed voor elkaar te zijn. Pastor Mirjam Verschure maakt wel meteen duidelijk dat minder fraaie dingen die mensen doen niet de schuld zijn van God, maar van de mensen zelf. Maar God kan wel naast je staan om te helpen het goede te doen.

Ik denk dat de pastor er heel goed in geslaagd is om het een en ander in klare ‘Jip en Janneke-taal’ over te brengen op de kinderen. Ik begrijp het in ieder geval heel goed wat ze wil overbrengen. Over de vastentijd wordt trouwens geen woord gerept, maar dat is ook helemaal niet zo’n leuk thema voor vrolijke jonge aanstaande communicantjes.

Sfeer

De bijeenkomst kenmerkt zich door een informele sfeer, los en vrolijk. Dat doet me denken aan een opmerkelijk teletekst bericht gisteren op tv. Belgische priesters zouden naar Nederland uitwijken om dat de Vlaamse kerk te progressief zou zijn. Qua stijl was de dienst in Duiven verre van conservatief. Maar ook inhoudelijk viel het mij op dat pastor Huls bij de ‘Dienst van de Tafel’ een minieme afwijking maakte ten opzichte van de tekst in het bijbehorende blaadje. God, onze Vader, zoals te lezen was, werd tot twee keer toe aangevuld met Moeder. Het beeld van de man met baard, in de katholieke beleving dan meestal nog een goede man die heel vergevingsgezind is, wordt aangevuld met ‘Moeder’. Misschien begrijp ik het niet helemaal en heb ik een theologische afslag gemist, maar dat komt mij verre van conservatief over.

Aan de andere kant, op het moment dat ik sinds jaren weer op zondag naar een kerkdienst ga, zet de katholieke kerk zichzelf in de negatieve schijnwerpers door moeilijk te doen over het ter communie gaan van homo’s. Dat is dan even lekker, en heel reactionair. Dus in die zin hebben de Belgische priesters gelijk.

Over de communie gesproken, het was bruin brood. Mijn voorkeur ging vroeger altijd uit naar witgebakken hosties. Maar voor mij was het een primeur om het brood te mogen dopen in de wijn. Dit was volgens mij altijd voorbehouden aan de priester.

Een van de jonge communicantjes in spé wilde overigens ook ter communie, of beter gezegd, hij wilde niet alleen achterblijven, terwijl zijn moeder naar voren liep. Persoonlijk had ik de indruk dat er veel jonge aanwezigen nog niet zo vaak de kerk van binnen hadden gezien. Sommigen hadden moeite stil te zijn, anderen stonden op de stoelen om maar niets te missen en zelf werd ik menigmaal aangestaard door een meisje van amper vier jaar, die omgekeerd op haar stoel zat, tenminste als ze geen ruzie maakte met haar oudere broer. En als die dan reageerde, siste ze snel ‘ssstttt’ terwijl ze haar moeder braaf aankeek. Deze jongedame had de Jip en Janneke taal van de pastor nog niet helemaal begrepen. Haar tijd komt vast nog wel.

Met ‘Ik ken je wel’ als thema, zijn wij allen schaapjes van de Goede Herder die onderling allemaal herkenbaar zijn voor God en voor elkaar. Zo leert pastor Mirjam Verschure ons dat. Ik kende niemand van de aanwezigen, des te meer schrok ik bij het Gebed om Vrede dat de tekst van het bijbehorende liedje ‘Geef mij je hand’, ook letterlijk werd genomen. Alle anderen wisten dat blijkbaar wel. Ze gaven elkaar de hand en wensten elkaar vrede. Ik zat wat afzijdig, en sloeg het vriendelijke geroezemoes gade. Maar een oudere collectant, ietwat streng vorsend de kerk in kijkend, sloeg mij blijkbaar gade. Heel vaderlijk stond hij op om ook mij een hand te geven en vrede te wensen. Uiteraard heb ik hem hetzelfde gewenst.

Wegsjokken

Als de laatste noten van het afscheidslied klinken, wordt de bel geluid als teken dat het klaar is voor vandaag. Organisatorisch moeten er nog enige mededelingen gedaan worden aan de communicanten en hun ouders. Dus van een massaal wegsjokken en elkaar bijpraten, zoals ik dat ken van vroeger, was geen sprake. Velen bleven nog even achter. Voor mensen die koffie verwachtten, moesten wachten tot dinsdag. Dan is er na de Eucharistieviering van half tien wel de mogelijkheid tot koffie drinken.

Wat een onmogelijk tijdstip en wie zal er dan zijn, vraag ik me af. Ik verwacht veel minder kerkgangers dan vandaag in de Remigiuskerk.

Het gelijknamige café is er, maar een traditie van kroegbezoek na de kerkdienst bestaat niet. Het Grand café is dan ook gesloten. Het maken van een foto met vooraanzicht is niet mogelijk in verband met de werkzaamheden.

Overpeinzing

De goede gaven tijdens de collecte gingen niet alleen naar de kerk zelf, maar ook naar een spaaractie die ondersteund wordt door de communicanten. Het geld wordt  ingezameld via ‘Wereldkinderen projecthulp China’ onder leiding van Sjaak Kleintjes. Hij benoemt de schrijnende situatie van de vele gehandicapte weeskinderen in China en probeert via de actie een bijdrage te leveren om hun noden te stelpen. Hij vertelt ter verduidelijking een Chinese parabel.

Tijdens een storm, drijven duizenden zeesterren op het strand. Een meisje pakt de zeesterren en zet ze terug. Een oude man beziet haar verrichtingen en zegt:

‘Wat heeft het voor zin, er liggen duizenden zeesterren op het strand?’

Het meisje kijkt de man aan en pakt andermaal een zeester en geeft het diertje de vrijheid terug.

Ze zegt tegen de oude man: ‘Maar voor deze heeft het wel geholpen.’

Op het Remigiusplein kijk ik tegen de dreigende bouwput die mogelijk zal ontstaan de komende maanden. Woensdag mag de Duivense bevolking zich politiek weer uitspreken. Hoe ‘verschillig’ zijn zij over de opbouw van hun dorp en hun woonomgeving? Midden in Duiven staat de kerk van de patroonheilige tegen religieuze onverschilligheid. Misschien dat hij vanaf ‘Boven’ een oogje dicht wil knijpen en er ook even wil zijn voor onverschilligheid in het algemeen, want de verwachting dat meer dan veertig procent belangstelling gaat tonen voor de gemeenteraad is niet erg waarschijnlijk.

Wandeling terug

De eerste wandeling rond de hoogmis is hiermee ten einde. We laten de informatie indalen in de twintig minuten lopen terug. Kunnen we er wat mee, is er een blogje van te maken? Ach, we zullen zien. Het zal nog wel even zoeken zijn naar de vorm.

 

Andere wandelingen:

Hoe het begon; H. Remigius, Duiven; Andreasparochie, Groessen; Pauluskerk, Raalte; Abdij Sion, Diepenveen; Werenfriduskerk, Westervoort ; St. Antonius Abt Parochie, Loo; St. Stevenskerk, NijmegenMartinuskerk, Twello ; St. Mary -Star of the Sea Church, Hasting (GB); Ned. Herv. Kerk, Achlum; Kölnerdomkirche, Keulen; Stephanuskerk, Borne ; Vrij Katholieke Kerk ChristusPantocrator, Raalte, Stephanuskerk, Heel

Wandelen rond de hoogmis: INLEIDING

De geboorte van een idee. We schrijven zondag 21 februari 2010, een sombere zondagochtend. In het kader van meer bewegen en ter voorbereiding van wat hardlopen ben ik gestart met stevig wandelen, precies zoals vermeld staat in allerlei opbouwschema’s. Het kost relatief weinig inspanning, maar het zuurstofgehalte in je lichaam neemt per stap toe. En met een overdosis aan zuurstof, schijnt het denkvermogen ook toe te nemen. Als roker denk ik stiekem het tegenovergestelde, want de sigaret geeft me de ontspanning en het concentratievermogen. Wetenschappelijk is dat echter niet te onderbouwen.

Goed, zondagochtend een wandeling van vijf kilometer in de buurt met alle vrijheid om je gedachten de loop te laten. En natuurlijk sigaretten bij de hand omdat een overdosis zuurstof dreigt. Tijdens het wandelen zie ik fietsende kerkgangers. Hun plicht zit er op, als er sprake is van plicht. Wat zullen ze gehoord hebben of als ik cynisch ben, wat zouden ze gehoord kunnen hebben? Was het druk in de kerk en wat voor soort mensen zouden er aanwezig zijn? Zijn er überhaupt wel mensen aanwezig geweest, behalve de wegfietsende kerkgangers? En de preek, was die een beetje ter lering ende vermaeck. Of mag het niet vermakelijk zijn? Hoe zou ik de preek hebben ervaren? Nooit zal ik erachter komen, want het is al jaren geleden dat ik met regelmaat naar een kerkdienst ging.

Van huis uit ben ik katholiek opgevoed, heel liberaal katholiek weliswaar, want mijn ouders hadden begin jaren zeventig al moeite met het conservatisme van het Roomsche kerkelijke leven, hoewel zij zich tot op de dag van vandaag verbonden voelen met het geloof. Het is echter nimmer meer een gespreksonderwerp. Het laatste gesprek hieromtrent was het bidden aan tafel. In de puberteit hadden mijn broer en ik genoeg van de ‘Onze vaders’ en ‘Weesgegroetjes’. De kerkgang was nooit een verplichting, maar bidden voor het dagelijkse brood bleef heel lang een vanzelfsprekendheid. Niet voor mijn broertje en mij dus en we ageerden hiertegen. Kort maar onverwacht verzet boden mijn ouders. Op mijn voorstel, zoekende naar een compromis, stelde ik voor niet de Here te bedanken, maar mijn vader voor zijn inspanningen om het geld te verdienen en mijn moeder die de gelden wist om te zetten in een heerlijke (brood)maaltijd. Hulde voor mijn ouders. In mijn herinnering hebben we dit eenmalig gedaan. Iedereen zag het belachelijke ervan in en daarmee was op mijn veertiende het laatste kerkelijke ritueel ten einde. Tot mijn twaalfde levensjaar was ik trouwens het vroomste jongetje in het gezin. Ik was misdienaar, ik bracht parochieblaadjes rond en met onheuse intenties, ik was verliefd op een meisje dat op het kinderkoor zat,  liet ik mij ook nog van mijn beste vocale kant horen.

Op dit moment ben ik formeel nog katholiek, maar wat ik informeel ben, weet ik eigenlijk niet zo goed. Dit gebrek aan kerkelijke identiteit ervaar ik geenszins als een gemis. Wel heb ik naarmate ik ouder ben interesse in waarom mensen geloven, hoe ze geloven en wat geloof voor hen betekent in het dagelijkse leven. En al neemt de kerkelijkheid nog steeds af, de levensvragen in relatie tot geloof, ongeloof of van mijn part het ‘ietsisme’ blijven onverminderd aanwezig. De samenleving lijkt er op dit moment zelfs door te splijten in twee of meerdere delen.

Terug naar mijn zuurstofrijke momentje. Wat let mij om met enige regelmaat op te tekenen wat er tegenwoordig in de verschillende kerken gebeurt? Helemaal niets dus, ik hoef er alleen maar naar toe te gaan en te luisteren. Dan kom ik er achter wie er zitten, wat ze doen of niet doen en kan mijn eigen gedachten laten gaan over wat er gezegd wordt. Een nieuwe serie ‘Wandeling rond de Hoogmis’ is geboren. Een soort persoonlijk kerkverslag dus. We gaan ons zelf maar eens verbazen. Ik heb al een nieuw fototoestel gekocht, nu maar hopen dat ik mijn woorden kan versterken met een aantal passende foto’s. Ik hoop dat u me zult en kunt volgen tijdens mijn wandelingen.