Kakelkrant van Sprakeloos 73: OV-kaart ellende

 

Maandag 6 oktober 2014: De trein van kwart voor negen net gemist, tien minuten wachten op de volgende. Kan me even vermaken met mijn telefoon en ik ben getuige van een echtelijke kibbeltwist. Een ouder stel van rond de zeventig heeft ruzie met de digitale kaartjes en vooral met elkaar. Zij ziet het dagje uit ogenschijnlijk niet meer zitten met haar hangen schouders. Hij is vooral boos op de hele wereld en kijkt vooral boos naar zijn vrouw.

Dinsdag 7 oktober 2014: Het is wat winderig, maar een met regenjassen voorzien stel, zo te zien zussen van dik in de zeventig kijken glazig naar het stempelautomaat. Er boven staat nadrukkelijk ‘Buiten Gebruik’. Hoewel ze geen ruzie maken met elkaar, kijken ze mismoedig voor zich uit met een stuk papier in hun handen. ‘We vragen het wel aan de conducteur, ‘ zegt de oudste van het stel. De andere knikt:, Als er eentje is.’ Samen staren ze naar de vertrekkende trein die de andere kant op gaat.

Woensdag 8 oktober 2014: Ik hoef niet met de trein, maar moet wel boodschappen doen. Ik passeer daarbij het station en zie een groepje fitte zestigers, allen van vrouwelijke Kunne. Onder hen heeft zich een soort van akela ontpopt die omstandig uitlegt hoe zij de reisbescheiden heeft georganiseerd voor die dag. De anderen kijken gelaten en vertrouwen erop dat het goed komt. Ik zal het niet weten, want ik hoef, zoals ik al zei, niet met de trein die dag.

Donderdag 9 oktober 2014: Ruim op tijd voor de trein van kwart voor negen, dus ik mag nog even wachten. Een typisch babyboomstel komt met kaki-broek, stevige stappers en rode sportieve jassen, soort uniseks waarbij alleen de maten onderling verschillen. Zij is klein, hij is reusachtig met een rood hoofd. Ik dacht dat het misschien een ongezonde levensstijl was, maar het tomatenhoofd wordt waarschijnlijk veroorzaakt door opzichtige woede. Ze waren al een paar keer op en neer gelopen van de kaartjesautomaat naar de scanpaal. De kleine vrouw verdwijnt bijna in de pompeuze woede van haar levensgezel. Ze zeggen niets tegen elkaar.

Vrijdag 10 oktober 2014: Wederom een man en vrouw, potentiële omroep MAX liefhebbers, hebben woorden met elkaar. Nu laat de vrouw zich niet onbetuigd en verwijt haar man dat hij had moeten luisteren naar hun zoon. “Je had ze op de computer moeten activeren.” De man geeft haar van repliek:,, We hebben ze besteld via de computer, we moeten ze alleen maar scannen.” Dat scannen lukt blijkbaar niet. ‘Bovendien moeten we wachten tot het negen uur is.” zegt zijn vrouw jennerig. Ze stappen inderdaad niet in, mogelijk ook niet in de trein later. Ik zal het niet weten.

De week resumerend, vraag ik me af of het in de lucht zit, al die echtelijke twisten van allerlei bejaarden. Of zijn de mensen in Duiven boosaardiger of stommer dan in andere regio’s omdat ze geen weet hebben hoe te reizen met de trein. Maar ik weet heel goed dat een dagje uit met het openbaar vervoer geen sinecure is tegenwoordig, zeker niet voor ouderen. Ze begrijpen het vaak niet, Duivenaren zijn geen negatieve uitzondering hoor. Mijn ouders bijvoorbeeld zijn al drie keer met de auto naar Deventer gereden om hun kaart te activeren of anderszins de trein-hocusspocus te ontrafelen. Ze zijn niet zo sterk met de computer, want inmiddels tachtig. Ze willen het nog wel graag zelfstandig doen, heeft iets met autonomie te maken. Zolang ze vooral nog met de auto reizen, laat ik het ook maar zo. Maar ik voel heel erg mee met hun frustraties en soms zelf woede op de eens zo betrouwbare vervoerder.

En als ik diep in mijn ziel kijk, vind ik het ook een gedoe. Spontaan reizen is er niet meer bij. Noodgedwongen hebben we in ons gezin een gepersonificeerde OV-kaart omdat een trajectabonnement noodzakelijk was, nota bene ook nog bij een andere vervoerder dan de NS. Tel uit je winst. We zullen er waarschijnlijk toch aan moeten, want voor reisdeclaraties bij je werkgever heb je bewijzen nodig. Een onpersoonlijke OV-kaart is niet toereikend, of je moet die laten uitlezen op het station. Dat kan heb ik me laten vertellen, maar ik denk: Een hoop gedoe en mogelijk zullen ze daar een vergoeding voor vragen. En als het nu nog niet is, dan wel in de toekomst. Een dagkaartje, dat kan, maar een euro extra per rit. Ik zal het woord dieven niet in mijn mond nemen. Bovendien wil ik helemaal niet dat mijn reisgedrag geregistreerd staat bij welke instantie dan ook, laat staan bij die klaplopers van de NS. 16 miljoen hebben ze al ‘verdiend’ aan het vergeten uit te checken. Op sommige trajecten mag je trouwens voor een retourtje soms wel dertig keer in- en uitchecken. Ronduit belachelijk en zeker niet ontspannen voor een dagje uit voor veel mensen die dan gebruik maken van de trein.

Ik ben wel de laatste die compassie wil prediken voor babyboomers, maar eigenlijk zou die zelfbenoemde protestgeneratie massaal moeten gaan zwartrijden onder de bezielende begeleiding van omroep MAX. Want het hele instituut NS met zijn privatiseringsgedoe is toch een grote catastrofe voor een gemiddelde sterveling. Voor het promoten van het OV hoeft geen geld meer uitgetrokken worden, want dat is bij voorbaat verspilde moeite. Toeristen maak je ook niet lekker met ons OV-stelsel. Zelf heb ik het afgelopen jaar al twee keer kaartjes voor bezoekers uit ons buurland voorgeschoten. Ik pinde en zij betaalde mij met heuse euro’s. Ze bedankte me hartelijk, maar bij mij stond het schaamrood op mijn kaken. Ik moet hen bedanken dat ze ondanks de trein toch nog naar Nederland komen. En hoe gaat dat straks met al die stations, die zogenaamd een onderdeel van de stad moeten worden. Je hebt een OV-kaart nodig om de poortjes te openen in de nabije toekomst. Niets meer gezellig doorgangen, maar in kilte wachten op treinen die te duur zijn. Ik zal vast een ‘grumpy old man’ zijn met mijn 48 jaar, het zij zo. Deze balkonmuppet vindt de NS wel een van de meest uitgerangeerde bedrijven in Nederland en toch moet ik er helaas regelmatig gebruik van maken.

Filmblik: Clouds of Sils Maria

 

,,Ga je zaterdagavond mee naar de film.”
Die vraag werd me onlangs gesteld door niemand minder dan mijn vrouw. Dan zeg ik geen nee, ze weet namelijk echt wel wat ik leuk vind en vooral wat ik niet te pruimen vind. Vrouwenfilms in het algemeen en Bridget Jones’s Diary in het bijzonder, tenminste dat gehalte is aan mij niet besteed. Noem het inflexibel, bot, ongeëmancipeerd, of beschouw me vooral niet als metroman, ik vind het allemaal best. Mijn vrouw weet het immers allemaal, dus ‘in the blind’ zeg ik ja, is goed. Leuk, zeker als we vooraf ook nog ergens gaan eten, al is het in Arnhem.

,,We gaan naar ‘Clouds of Sils Maria’ in het filmhuis in Arnhem.”

Ik was nog nooit in het filmhuis in Arnhem geweest, dus dat is mooi, maar bij de titel van de film ging geen lampje branden. Tussen neus en lippen door gaf ze te kennen dat het de nieuwste film met Julliette Binoche is. Ze kon mijn verbaasde gezicht niet gezien hebben, want de mededeling kwam via de telefoon. Maar ik weet nu dat ik op mijn hoede moet zijn. Bij de keuze van de namen voor de kinderen kwam bij mij de naam Julliette zeer hoog op het namenlijstje, sterker nog het had mijn sterke voorkeur. Sinds 1986 ben ik onder de indruk van de actrice Binoche en haar vertolking in ‘The Unbearable Lightness of Being’, als actrice en als onbereikbare vrouw. Dit zal ongetwijfeld de reden zijn geweest dat de naam Julliette resoluut werd afgestreept van het lijstje van mogelijke namen voor een dochter. We kregen twee zoons, dus ik hoefde hierover niet lang te treuren. Een kleine drie jaar geleden kregen we een hond, een teefje, dus opnieuw probeerde ik mijn heldin in mijn dagelijkse leven te krijgen. No way, het werd Pippa. En nu ineens neemt zij het initiatief voor juist een film met haar. Ik vroeg haar waarom deze keuze en ze wist waar ik op doelde.
,,Ze heeft inmiddels ook een ouwe kop gekregen.” Ook had ze gelezen dat ze de rol vertolkte van een ietwat verlopen actrice. Ik had het kunnen weten. Vrouwen!!!

Op de dag dat Arnhem volgelopen was met mensen die Operation Market Garden herdachten en ’s avonds vooral biertjes dronken op de verschillende pleinen in de stad, vonden wij een tafeltje bij Rubens. Omdat we vrij vroeg waren vertrouwden we erop dat we bij Filmhuis Focus nog wel een kop koffie konden drinken. Dat kon, maar de entourage beviel ons niet zo heel erg. Een holle ruimte met een eenzijdig publiek dat alle stereotypen van filmhuispubliek goed wist te vertolken en personeel dat er die avond weinig zin in had, zo oordeelden wij. Maar het ging uiteindelijk om de film natuurlijk en een beetje om Julliette.

 

Ik had in de krant vluchtig gelezen waarover de film handelde. Julliette Binoche speelt een gevierde actrice (Maria Enders) die twintig jaar daarvoor doorbrak met de rol van assistente van een belangrijke zakenvrouw waarbij een liefdesrelatie aan de orde was. Nu zou ze de rol van die oudere vrouw spelen, een confrontatie van tijd en leeftijd. Ik heb gelezen dat er parallellen lopen met de loopbaan van Binoche zelf en de schrijver van haar eigen filmdoorbraak en de schrijver van Clouds of Sils Maria. Maria Enders gaat de confrontatie aan met de tijd(sgeest) en wordt daarbij geassisteerd door de jonge Valentine (Kirsten Stewart) die haar terzijde staat om zich de rol eigen te maken en de strijd aan te gaan met haar tegenspeelster en enfant-terrible Jo-Ann Ellis (Chloë Grace Moretz).

 

En het was maar goed dat ik wat ankerpunten had om de film te volgen, want zelfs nu kostte het me het moeite om in de film te komen. Het begon nog wel vermakelijk met een veelheid aan moderne middelen qua communicatie. Je doet in de (film)wereld niet meer mee als je niet minimaal twee mobieltjes hebt om te communiceren met ‘tout le monde’, maar dit gegeven had meer te maken met wat projectie op mijn eigen dagelijkse leven en minder met de film. Na ongeveer een half uur was ik in de film en kon ik me losmaken van de geluiden van de Korenmarkt die tot in de filmzaal doordrongen. De oefensessie tussen Maria en Valentine in de Zwitserse Alpen waren soms vermakelijk, soms heel intens en soms ook wat minder begrijpelijk. Ze boeide me wel, maar omdat dit ongeveer het enige was dat me echt raakte, is dit voor de film als geheel wel wat mager. Omdat Jullliette Binoche meespeelde zocht ik nog naar argumenten om de film echt mooi te vinden. Het lukte me niet. Vanwege de dialogen tussen Binoche en Stewart heb ik grote delen zeer aandachtig bekeken. Zo aandachtig dat ik niet merkte dat mijn wederhelft echt afhaakte en haar ogen even heeft gesloten, hoe lang weet ze zelf niet. Ik was vooral geïrriteerd over de slapte van het einde van de film dat voor mijn gevoel een beetje afgeraffeld werd.

Natuurlijk heb ik de parallellen die overal ingeweven waren wel kunnen ontdekken, maar diep onder de indruk was ik niet. Natuurlijk wel over Julliette Binoche, ook nu ze een rijpere actrice speelde. Ze heeft voor mij niet ingeboet in populariteit. Het is bij mij net als bij boeken, die moeten vooral niet over schrijvers en het schrijverschap gaan. Zo moeten films maar niet over het filmwereldje gaan en niet over actrices en hun lege levens. Al met al een film die normaal gesproken een zeer mager zesje zou zijn geweest als Julliette Binoche niet meegespeeld had. Ik ga nu voor een 7-.
Meer filmblikken, volg de link

Engelsen proberen wereldvrede te bewerken

In het diepste geheim is er wekenlang gewerkt aan een vredesplan in Engeland. De Engelse premier David Cameron heeft opdracht gegeven om alles in het werk te stellen om een allesomvattend vredesplan voor Europa, Afrika en het Midden-Oosten te ontwikkelen. Naast electorale motieven in eigen land, ziet Cameron nadrukkelijk een rol weggelegd voor de Britse diplomatie. Terrorismedreiging in eigen land, mogelijke nieuwe militaire missies in Irak, Afghanistan en Syrië en mogelijk een directe ‘tour de force’ met de NAVO tegen de Russische Beer zien ze niet zitten in Engeland.
Vroeger toen alles nog beter was en de Britten de baas waren over de zeven zeeën, was militair tromgeroffel voldoende om de wereldgeschiedenis in het eigen voordeel te laten verlopen. Tegenwoordig werkt het niet meer zo.
De cumulatie van brandhaarden noopt de Engelsen, net als alle andere bevriende naties tot stringente maatregelen. In Londen doen ze er een schepje bovenop.

Bron foto: nu.nl
‘Iedereen weet dat het al heel lang geleden vijf voor twaalf is geweest en eigenlijk de diepe donkerte van middernacht aanstaande is.’
De Engelsen zetten met man en macht de tijd terug ter eer en glorie van het Britse Rijk en de uiteraard de wereldvrede.

33. WIE BEN IK? uit de serie de kabbelende 100

Kent u dat spelletje ‘Wie ben ik?’, een stel lollige BN-ers doen een raadspelletje. Een regelrechte dijenkletser, want al jaren wordt dat de bevolking voorgeschoteld. Er is een publiek voor. In mijn studententijd speelden we het ook wel eens, met shagvloeitjes die dan op het voorhoofd werden geplakt. Lachen, gieren, brullen, tenminste als het bier rijkelijk vloeide. Ik moest er vanmorgen aan denken op weg naar mijn werkplek in Deventer. Al rokend liep ik langs de stadsschouwburg. Het gebouw heeft een opzichtige tekst op de rand van het dak namelijk: BREEK DE LUCHT, RAAK DE GRENS, OPEN DE TIJD, VIND DE MENS. Ik moest even denken of VIND niet met dt moest, maar vooral overdacht ik de gedachtekronkel met het roemruchte tv-spelletje Wie ben ik eigenlijk, vroeg ik me af. Een mens zou zijn leven lang met een vloeitje op zijn voorhoofd moeten
lopen en zich afvragen: ‘Wie ben ik?’

2014-05-19 09.59.22
De eerlijke mens moet concluderen dat het antwoord niet eenduidig is in plaats en tijd. Tenminste dat is mijn mening. Wie ben ik is vooral tijd en plaatsgebonden en vooral eerlijkheid naar jezelf. Kortom tal van complicaties bij de beantwoording van de vraag ‘Wie ben ik’ oftewel VIND DE MENS in jezelf. Die ochtend was ik ondanks het stralende warme lenteweer niet best te pas, wat onbestedde lichamelijke klachten zorgden voor een even zo onbestend humeur. Die ochtend was ik vooral een rokende chagrijn die naar zijn werk moest. Op andere momenten geniet ik wel van het mooie weer en ik ben me ervan bewust dat ik op het werk een ander mens ben (of speel) dan thuis, in de trein of met oude studievrienden. Naarmate de rollen meer naadloos in elkaar overgaan zit een mens mogelijk evenwichtiger in elkaar, is hij zichzelf zou je kunnen zeggen. Maar of dat nu altijd zo wenselijk is vraag ik me af. Wil ik wel weten hoe de buurvrouw daadwerkelijk is achter de voordeur, moet die ene collega op de werkplek ook zo nadrukkelijk doen alsof ie thuis is, of geef ik de voorkeur aan al die rollenspelen in het leven. Al die mensen die zo lekker authentiek zichzelf zijn lijkt me heel vermoeiend. Ik stel dus voor om die luchten maar te laten breken door professionele acteurs, kunnen ze meteen grenzen raken en de tijd openen. Ik houd me wel bezig met het vinden van de mens in mijzelf, moeilijk genoeg.

Louis de buschauffeur (1)

 

Ik ga niet prat op mijn universitaire achtergrond. De ervaring heeft mij geleerd dat een titel geen garantie voor wijsheid is. Ook mijn professionele achtergrond in de GGZ wil ik niet misbruiken om mensen te diagnosticeren of anderszins een stempel op te drukken. Dat is niet kies, al moet ik heel eerlijk bekennen dat bij Louis van Gaal het wel heel moeilijk is. Ben ik nu werkelijk zo dom, of is hij zo slim? Al mijn reflexen om mensen te etiketteren moet ik bij ome Louis heel geforceerd negeren. Gisteravond was hij niet alleen ex-voetballer, sportleraar, de succesvolste trainer van Europa, de uitvinder van veel voetbalsystemen, degene die aan de wieg heeft gestaan van menig succesvolle voetballoopbaan, de redder van Ajax, Bayern München en vanaf augustus ook van Manchester United. Bovenal is hij het die Nederland wereldkampioen gaat maken. Toch? Gisteravond hoorde ik bij de grootste Louis van Gaalfans van Nederland, de voetbaltafel van VI, dat Louis eigenlijk ook bussenbouwer is geworden. Eigenlijk heeft Louis de bus van het Nederlands elftal gemaakt?

Mijn ogen tolden in mijn oogkassen, ik beet op mijn tong om geen psychiatrische termen te gebruiken en verzoende me met mijn eigen domheid dat ik slechts blogjesschrijver ben en niet zo veelzijdig als de vader van de godenzonen uit Amsterdam. Louis van Gaal blijkt dus eigenlijk de schepper van heel veel te zijn, dus eigenlijk GOD zelf. Louisverdomme! Na de terechte lachsalvo’s van Wilfred Genee en Johan Derksen te hebben aangehoord, terwijl ik mee moest lachen met de uithalen van Rene van der Gijp en moet glimlachen om de tranen die Jan Boskamp moet wegvegen, vroeg ik me af of het journaille echt zo dom is als Van Gaal beweerd. Juist de stupiditeit van de vragen van veel sportjournalisten is het enige dat ik soms kon delen met Van Gaal. Met dit gedrag van de Schepper, vraag je er ook zelf om het doelwit van treiterijen te worden.

Louis van Gaal zorgt er niet voor dat mijn Oranjekoorts aanwakkert. Sterker nog, ik overweeg misschien wel voor België of Duitsland te zijn, hoewel mijn Feyenoordhart zal bloeden. Waar brengt de bussenbouwer en ongetwijfeld ook nog de beste buschauffeur ons de komende maanden nog overal naar toe? Vanavond al zullen we een geheel nieuw systeem uitproberen tegen Ecuador. 5-3-2 wordt mogelijk de nieuwe basis voor de Oranjesuccessen. Bij de uitleg van een van de vele analytici vond ik het eigenlijk best wel logisch. Louis is een raar mannetje, een heel raar mannetje, maar ik zal als collega bondscoach niet beweren dat hij geen verstand heeft van voetbal, al denk ik wel eens dat voetbalverstand dan ook het enige is.

Dus waar gaat Louis de buschauffeur ons de komende maanden heenbrengen? Met welke trouvailles zal hij ons nog laten huiveren, welke zaken laat hij liggen en welke mensen of groepen mensen blameren zich ook als gevolg van de hoogoplopende Oranjekoorts. Ik voel dat er een blogjesserie aan gaat komen op weg naar de Wereldkampioenschappen in Brazilië. Ik heb nog absoluut geen koorts, sterker nog als er sprake is van wk-frigiditeit of impotentie dan lijk ik daar nu aan te lijden. Misschien gaat Louis van Gaal mij verbazen en blijkt dat God echt is opgestaan. In dat geval zal ik nooit meer vloeken, maar tot die tijd verwacht ik dat de Louisverdommes niet van de lucht zullen zijn.

30. DE VERFOEIDE PAUZEWANDELING uit de serie de kabbelende 100

Ik vind het bijzonder eng. Laat ik er maar eerlijk voor uitkomen. Als ik ergens pukkeltjes van krijg zijn het groepjes wandelende collega’s die hun broodjes oppeuzelen in de straten rondom hun kantoor. Vaak zijn ze nog hevig discussiërend en met volle mond pratend hun werk aan het overdoen. In die pauzes lijken sommigen tot hoogstaande inzichten te komen en proberen een murw gewerkte collega juist op dat moment te overtuigen. Ze praten alsof ze de directeur zijn en dat het bedrijf zonder hun inbreng tot een desolate ruïne van bureaucratische existentie zal verworden. Misschien dat de frisse lucht tot die Einsteinachtige plannen noopt, maar ’s middags zullen ze gewoon weer een radartje zijn in hun eigen machinerie. Andere groepen lopen doods en zwijgend soms met wel acht mannen. Vast een bedrijf met veel bèta’s en die ene vrouw die meehuppelt was blijkbaar goed op haar toekomst voorbereid.

2014-03-31 12.29.45

Ik heb het niet op de middagwandeling, maar het is wel gezond zeggen mijn collega’s. De hele dag op je krent zittend in ongezonde kantoorlucht, je rug en je ogen naar hun grootje helpend van het computerwerk is ook niks. Ik zou het eigenlijk standaard moeten doen, maar mijn eigen vastgeroeste oordeel over groepjes loonslaven houdt me tegen. Daarmee ben ik dus een rem op mijn eigen gezondheid, want wie mij ziet, denkt niet meteen aan een man die zijn lichaam als een tempel onderhoudt. De oplettende lezer kan nu het verband leggen met een gezonde geest. Dus als de druk van ongetwijfeld goedbedoelde collega’s samenvalt met een opkomende koppijn, ga ik overstag en praat natuurlijk de hele weg over het werk als een directeur die de sleutel in handen heeft voor verbeteringen in de zaak. Of ik praat over Feyenoord en dat is dan wel weer leuk. En eerlijk is eerlijk, er is niets mis met mijn collega’s, maar mogelijk met mij want waar ik ook loop in de pauze, ik zie plukjes werknemers en probeer hun beroepsmatig in te schalen. Wat doe je trouwens als je in de haven van Rotterdam werkt op een bezoedeld kantoortje, of wanneer je je ontspanning moet zoeken tussen de flats van de Zuidas in Amsterdam? Ik moet me dan maar gelukkig prijzen met het Arnhemse Sonsbeekpark in de directe nabijheid. Hoewel ook hier de werktorens oprukken, zijn ze nu nog slechts horinzonvervuiling, een uitzondering, net als ik met mijn rare ideeen over de verfoeide pauzewandeling.

28. OORLOGSVERKLARING AAN MILKA uit de serie de kabbelende 100

 

Ik moet even mijn hart luchten. Ik ben boos, of eigenlijk gefrustreerd, nog beter gezegd beide. Ik zal aanstonds uitleggen waarom, eerst een stukje voorgeschiedenis. In een tijdperk van voortschrijdende technieken, zou je zeggen dat die techniek de mens dient. Vaak is dat zo, maar niet altijd. Een veelgehoorde klacht is dat de verpakkingsindustrie dusdanig geïnnoveerd heeft dat alles wat maar verpakt kan worden ook in papier, karton, piepschuim of plastic is vervat. Zeer schadelijk voor het milieu, maar ook voor mijn humeur. Kleine genoegens worden een helse onderneming. Thuis, voor kaas, vleeswaren of koffie pak ik al standaard een schaar. Vroeger, vijftien jaar geleden gebruikte ik meestal brute kracht, toen lukte dat nog. Misschien is mijn kracht iets afgenomen, maar dit natuurlijke fenomeen bij het ouder worden is niet dusdanig dat ik voor het openen van een eenvoudige candybar de neiging heb de oorlog te verklaren aan de fabrikant.

2014-03-03 20.56.30

Dus, wachtend op de trein na je werk, voel je een honger- en suikeraanval opkomen. Meestal kun je die weerstaan, niet altijd. Dan is het aanbod twee voor een euro erg aanlokkelijk. Milka is mijn favoriete reep. De reclames met die lila koeien en Alpendirndels zijn dan verschrikkelijk, maar dit terzijde. En als de Milka gevuld met karamel naar me knipoogt, ben ik verkocht, licht ontvlambaar als ik ben. Maar dan komt het! Ik stap de trein in en wil de amuse verorberen, want uiteraard wachten de piepers thuis. Ik constateer dat de innovatie van de Milkajongens en meisjes qua verpakking al vergevorderd is, want het nutteloos uit elkaar trekken van de wikkel heeft plaats gemaakt voor instructies om het open te maken, een pluspuntje. Echter, met geen mogelijkheid is de reep te openen. Mijn intellectuele capaciteiten zijn niet toereikend om de eenvoudige instructies op te volgen. Je schijnt een HBO opleiding te moeten volgen om van de candybar te kunnen genieten. Tegenover me zit een menopauzer met belangstelling mijn verrichtingen gade te slaan. Ik denk: ,, Nog nooit iemand een wikkel zien weghalen? Nu dat kan kloppen, want dat gebeurd ook zelden.” Ik zeg: ,, Geen eenvoudig opgave tegenwoordig.” Ze knikt. Met mijn meest ontspannen gezicht gebruik ik al mijn kracht om bij de chocola te komen. Het lukt, hoewel mijn polsen pijnlijk aanvoelen. ,,Jongens en meisjes van Milka, een dringende oproep, dit kan zo niet langer, dit moet anders wil ik jullie duivelse producten nog gaan kopen. Kiezen of delen!”

27. VERGANKELIJKHEID uit de serie de kabbelende 100

 

In de afzichtelijke dossierkast, ooit gekregen als afdankertje, is nog veel werk te verrichten. Dat is voor later. Bovenop die kast is het stofvrij, de spinnenwebben zijn verwijderd en er staat helemaal niets. Maar niet voor lang, want helemaal niets is ook maar niets. Bovendien heb ik nog wat snuisterijen die nog een plekje behoeven. Ten eerste heb ik al enkele jaren twee heel onhandige kandelaars. Een keer stoten en de met Chinese tekens versierde kap ligt eraf. Volgens mij is dit een aanschaf van mijn wederhelft die inzag dat het een miskoop betrof. De kandelaars zijn dus gedegradeerd tot mijn werkhok. Ook een antiek klokje, volgens mij van Franse makelij, staat al vele jaren op mijn kamertje. Ooit heeft het gelopen, maar de laatste verhuizing heeft het niet overleefd. Als laatste een wereldbol, gekregen van Sinterklaas in 1978. Ik zeul het ding al heel mijn leven achter mij aan.

2014-03-01 14.51.59

Het levert een stilleven op, gemarkeerde tijd, de vergankelijkheid van de Aarde en de onhandige kandelaars. Waarom bewaart een mens dit? Van die kandelaars weet ik het niet. Ik vind ze lelijk, ze hebben geen waarde en enige emotionele band met de kitch heb ik niet. Samen met het klokje levert het min of meer een evenwichtig plaatje op. Het staanklokje is een cadeau van een tante van mijn wederhelft. Zij zou dus de emotionele waarde moeten koesteren. Echter omdat het een wrakkig ding is, zonder tijdsbesef, functioneert het nu als stilleven. Bij antiek denk je al snel aan waarde, ook al is het kapot. Ik durf er echter geen serieuze uitspraak over te doen. De globe heeft acht verhuizingen overleefd, maar niet ongeschonden. Ooit heeft het langdurig bij een gloeilamp gestaan. Bruine brandwegen zijn in de Indische Oceaan nog zichtbaar. Als kind dacht ik dat het een massieve houten bol was, maar een stuiter op de grond heeft me hard uit die droom gehaald. Het noordelijk halfrond past niet meer op het zuidelijk halfrond. Het kan verkeren met de wereld, maar niet met mijn aardbol. In de huiskamer is er geen plaats voor. Ik kan het billijken, maar voor een stilleven op mijn eigen hokje is de wereldbol goed genoeg. Of de snuisterijen op de afzichtelijke dossierkast voor altijd een verstild bestaan zullen leiden, waag ik te betwijfelen. Stofvrij zal het zeker niet blijven, maar ik zweer dat ik mijn globe mee zal blijven zeulen tot het absolute einde, mijn einde.

TOPTWEET Ik laat me uitlokken tot slechts een blogje

Eerlijk is eerlijk, als beginnende tiener heb ik meegebruld met de liedjes van Het Goede Doel. België, Vriendschap en vele andere Nederlandstalige teksten. Dat was toen in, Nederlandstalige liedjes en eigenlijk is het sindsdien niet meer weggeweest. Aan helden deed ik niet, dus van mij geen poster van Henk Westbroek. Gelukkig maar, want de jaren die volgden heb ik me vaak aan hem geërgerd. Provocerend, quasi jongensachtig en hippig, maar vooral ook veel zeurend. Zijn bemoeienis met de Leefbaren, in zijn geval te Utrecht, maakte bij mij zijn populariteit niet beter. Hoeft ook niet, ik doe niet aan helden zei ik al, maar ook aan anti-helden heb ik een broertje dood. Laatst zag ik hem bij Knevel & Van de Brink. Hij was de Sjaak door een lokjongere. In zijn café Starway to Heaven, heeft de overheid een 17-jarige Vamp ingezet om Henk Westbroek een bekeuring te kunnen geven. Ze had een alcoholische versnapering besteld en dat mag niet meer.

Screenshot 2014-01-16 13.26.39

Nu ben ik al erg ontstemd door de toenemende betutteling van de overheid de laatste 10 jaar, maar lokjongeren in te gaan zetten is de limit. Henk Westbroek heeft mijn zegen in alle mogelijke procedures al weet ik niet of ze er wat aan hebben in Starway to Heaven. Derhalve vielen mij de tweets op van @Harry_Dillema waarvan ik er één van harte retweette. Deze twitteraar doet allerlei suggesties voor onze overheid om op andere beleidsterreinen nog net onschuldige burgers over de streep te trekken alsnog een misdaad te begaan. Treffend vond ik zijn voorstel om bejaarden in te zetten in een achterstandswijk om als oude-vandagen-met-joi-de-vivre-en-geld te gaan pinnen in een achterstandswijk. Ik kan nog wel enkele perverse voorbeelden van de hand doen om mensen aan te pakken, maar om nu iets te schrijven over lokkleuters maakt dit blog wat ranzig. Maar mijn verontwaardiging over de betutteling van de overheid, lokt mij ook uit tot ranzige stukjes. Ik ken echter mijn grenzen, maar ik durf te stellen dat die grenzen van gezond verstand bij de overheid ver te zoeken zijn.

De laatste uitspraak herlezend, verbaas ik me zelf heel erg. Ik zal bij deze eens een ontboezeming prijsgeven. Als twintiger en dertiger ergerde ik me altijd enorm aan dat gezeik van (meestal VVD-achtige types) over belasting en zo. Ik provoceerde dan nog wel eens dat ik erg blij was met het betalen van belastingen, want er worden toch nuttige zaken van gedaan voor ons allemaal. U hoort het al, een sociaaldemocraat in hart en nieren. En dat ben ik nog steeds, maar een passende politieke partij is er niet meer in Nederland. Heden ten dagen is mij houding naar de overheid als belastingbetaler steeds negatiever. Een PvdA in de regering die zelfs al moeite heeft om sociale rechtvaardigheid met de mond te belijden, laat staan uit te dragen. De regeringspartner VVD is al helemaal van het liberale padje door de hausse aan repressieve maatregelen en PVV-gebral van met name staatssecretaris Teeven. Lekker stoer doen voor ontevreden kiezers, maar constructief beleid voeren is er niet bij. Na de 10 jaar van Balkenende, die met de kennis van nu slechts als mild-ongeschikt bestempeld kan worden, zijn we met Rutte c.s. van de regen in de drup gekomen.

Mijn vriendschap met en voor de overheid is er niet meer, of zoals Het Goede Doel het al verwoordde, vriendschap is een illusie. Want één keer trek je de conclusie. Ik dank @harry_dillema voor de tweet want het leverde weer een blogje op in de serie TOPTWEETS.

De scheurspijkerbroek, om je te bescheuren!

 

Ik monster de spijkerbroek van een collega. Hoewel zonder foute bijgedachten, zal ik zeker te lang hebben gekeken. De broek zit vol met scheuren. Ongetwijfeld is de compositie van scheuren zorgvuldig bij elkaar gebracht. Het is mode en al enige jaren. Ik durf niet te beweren of de scheuren in de jeans in 2010 anders gecomponeerd zijn dan in 2014.

 

 

Enkele weken terug had ik met mijn zoon, die zich ook een scheurenbroek had aangemeten, een discussie. Uiteraard niet over de scheuren zelf, ik begrijp dat ik, hoe absurd ik het kopen van een scheurenbroek ook vind, die discussie niet kan winnen. Ik sprak met hem over de grootte van een van de gaten. Ik opperde dat zo’n gat snel veel groter zal worden. Bovendien, hoewel de winter nog niet streng was, vreesde ik de kou voor het gestel van mijn zoon. De wind zou vrij spel hebben over zijn linkerbovenbeen. Ik begreep er niets van, maar vond dat wel best.

,,Is er iets?” vraagt mijn collega. Ik herhaal de discussie enkele weken daarvoor met mijn zoon. Ze beaamt dat bij het aantrekken van de broek enige voorzichtigheid geboden was, want de kleine teen kan ongemakkelijk blijven haken. Buiten dat zoiets pijnlijk kan zijn, is verder uitscheuren niet ondenkbeeldig. Verder kan ze me niet uitleggen waarom zo’n broek nu mooi is en gedragen wordt, ook door haar.

Ik probeer die vraag voor mezelf te beantwoorden. In vroeger tijden was een scheur natuurlijk niet wenselijk, zelfs een ramp voor arme gezinnen. Menig vlijtig huisvrouw was derhalve heel handig met draad en naald om scheuren te herstellen en gaten te verhelpen. Soms moesten er nieuwe stukken gezet worden op knieen en ellebogen. Ook dat heeft geleid tot modetrends waarbij nieuwe kledingstukken werden verkochten met stukken (!?!). Nu dus met de spijkerbroek die gescheurd moet zijn. Ondanks de crisis, dragen de meeste dragers de gescheurde spijkerbroek niet uit armoede. Wat is in deze het ‘retro-gevoel’ bij dit kledingstuk?

Is het sexy, is het stoer? Ik google en kom op enkele beduimelde fora die dit vraagstuk bespreken. Inderdaad, veel verder dan dat het ‘gûwôhn’ cool is, komen de meeste bakvissen niet. Vind ik het zelf stoer? Eigenlijk niet, al zie ik er wel veel stoere jongens in lopen zoals mijn zoon, maar dat heeft niets met het kledingstuk te maken. Is het sexy, stukjes blote benen of soms zelfs billen te zien? Misschien, hoewel er kledingsstukken op grote voorraad te koop zijn die veel meer bloot vrouwenvlees laten zien. Dus dat kan niet de reden zijn. En zoals met meer modetrends, ik leg me erbij neer. De mening van een onmodieuze ‘midlifecriser’ is in deze niet relevant. Echter wat mij triggert, is de massale adhesie bij groepen (jonge) mensen om zoiets in een keer leuk te vinden.

Het is eigenlijk bizar dat er ogenschijnlijk een macht in/boven de mensheid aanwezig is, die ons dingen laat doen die rationeel niet te bevatten zijn. Want wees nu eerlijk, het dragen van een gescheurde spijkerbroek heeft weinig rationeels, het kopen ervan is zelfs bovenmatig irrationeel. Als je dan toch zo nodig als een zwerver erbij wilt lopen, dan scheur je toch een oude spijkerbroek en gaat er geen geld aan uitgeven. Nu heb ik al ‘vodden’ gezien die een heel palet aan draadjes geven. De term ‘ton sur ton’ komt bij mij naar boven. Geinig hoor, maar geld hieraan uitgeven, ik begrijp het niet. Om mezelf van repliek te dienen, gooi ik de termen mode & marketing in de discussie. Misschien is dat de sleutel, maar toch vraag ik me af of alles dan maar geslikt wordt door de modieuze mens?

 

Nu zijn het gescheurde spijkerbroeken, vorig jaar het laaghangende kruis en ooit de foeilelijke broekrokken. Heeft de moderne mens dan geen vrije wil? Of denken we allemaal hetzelfde, zijn we helemaal niet zo uniek? Als er maar genoeg reclame, of zelfs misleidende propaganda tegenaan wordt gegooid, dragen we alles? En dan niet omdat het moet, maar omdat we blijkbaar ergens voelen dat het ook nog mooi is? Dus, om maar een dwarsstraat te noemen zonder in extremen te schieten, als die grote onbekende macht in/boven de mensheid bedenkt dat we allemaal een handdoek als assecoires mee moeten tronen, dan kan zoiets in enkele jaren bewerkstelligd worden. ,,Gûwôhn, lekker nonchalant een rood handdoekje over je schouders laten waperen, is heel handig en kleed zo lekker af.” Voor de feestdagen wordt een witte voorgesteld en voor jonge kinderen is een fluoriserende helemaal vet. Het lijkt raar, maar zo moet het toch ook gegaan zijn met de scheurspijkerbroek. Mijn conclusie is dat de mensheid, inclusief ikzelf, geen eigen mening heeft als het gaat om mode(grillen). De mens is blijkbaar niet in staat om na te denken. Ik dan wel een beetje meer dan de gemiddelde mens, want ik draag geen scheurspijkerbroek.