Een Kuip dagje is een puik dagje: Feyenoord – Heerenveen 280811

IN DEN BEGINNE

Er waren eens twee mensen, mijn vader en moeder, heel rustige mensen. Op een genoeglijke voorjaarszondag in 1974 werd de rust heel onverwacht verstoord. Gekluisterd aan de radio, Langs de Lijn, schreeuwden ze het uit. Mogelijk Theo Koomen kondigde het kampioenschap van Feyenoord aan. Ik zeg met opzet ‘ze’ want voetballen dat deed ik voornamelijk zelf, de rest interesseerde me niet. Sinds dien was dat anders. Na dat ik getroost werd, ik was enorm geschrokken, ben ik het voetbal gaan volgen en uiteraard was Feyenoord mijn club. Op het schoolplein was ik voortaan Willem van Hanegem of Eddy Treytel als ik keeper was. Op mijn manier is de liefde voor de club nooit meer weggegaan. ’s Zondags Langs de Lijn en Studio Sport met het spreekwoordelijke bord bami natuurlijk. Later is dat minder frequent geworden, maar altijd teletekst bij de hand. Als jongetje ben ik twee keer met mijn vader naar het Diekmanstadion in Enschede geweest om Feyenoord te zien, twee keer heb ik Feyenoord zien spelen in Deventer, één met Johan Cruijff in de gelederen en in 1983 hadden we kaartjes voor de match in het Olympisch stadion.

Eenmaal groot geworden, bleef het liefde op afstand, maar met met oudste zoon moest ik beslist naar een wedstrijd en het werd De Graafschap in Doetinchem, een beroerde wedstrijd met Peter van Vossen nog in het team. Het heeft daarna bijna tien jaar geduurd voor hij mijn Feyenoordpassie heeft overgenomen. Ondertussen was ik op mijn 41e voor het eerst in De Kuip geweest voor een wedstrijd tegen Vitesse. Recent pikken we af en toe een wedstrijd mee via ‘Eredivisie Live’.

Mijn broer stelde voor een seizoenkaart te delen zodat we ieder met onze beider oudste zonen naar de thuiswedstrijden konden gaan. ‘Strak plan.’ Op zijn kaart en die van zijn jongste zoon konden wij immers ook met clubcard naar binnen en die had ik inmiddels al half jaar. Vanmiddag was het zo ver, de wedstrijden zijn eerlijk verdeeld, en de primeur was voor mijn zoon en mij, Feyenoord-Heerenveen.

 

TOEN WIJ NAAR ROTTERDAM VERTROKKEN

Toen wij naar Rotterdam vertrokken, vertrokken wij dan richting De Kuip. Printje mee voor de juiste route, de 128 kilometer verliepen probleemloos en op advies van mijn broer, die al een paar keer vaker was geweest, parkeerden we de auto bij metrostation Lombardije, veilig, gratis en goed loopbaar naar het Stadion. Een primeur voor mijn zoon die zich heeft ontwikkelt tot een wandelende encyclopedie. Hij weet veel nieuwtjes, roddels en achterklap via Twitter en andere sociale media. De eerlijkheid gebied me te zeggen dat dit zoveel is, dat veel me ontgaat, maar samen met mijn oudste zoon naar Feyenoord geeft toch een heel feestelijk gevoel.

‘Zou mooi zijn als Ron Jans vanavond vertrekt’ De logica van zijn woorden ontgaat me, hij ziet mijn vragende gezicht en verduidelijkt zijn stelling: ‘Tja, dan hebben we in ieder geval gewonnen.’ Zo snel ben ik niet, bovendien verwonder ik me over de aanzwellende stroom supporters, terwijl het eigenlijk nog vroeg is. Om één uur stonden we voor de ticketoffice, met kopieën van paspoorten, betalingsbewijzen en bevestigingsbrieven van mijn broer en uiteraard onze eigen identiteitspapieren. Zou het goed gaan, want zo’n telefonische afspraak gaat 9 van de 10 keer fout. Geen enkel probleem, we kregen twee enveloppen mee met daarin de seizoenkaarten en hulpvaardige stewards leggen ons ongevraagd van alles uit. Hulde hiervoor. Dit waren we in de Arena anders gewend bij een wedstrijd van het Nederlands elftal, te beroerd om ons ook maar een beetje wegwijs te maken. Aangekomen op de juiste plaatsen, kwamen we tevreden tot de conclusie dat het hele beste plekken waren. Meteen maar een fotootje schieten. Het is geen straf nog een uurtje te wachten, kijkend naar een vol lopende Kuip. Jammer dat internet en de telefoonverbinding niet werken, maar och als dat het enige probleem is, tekenen we ervoor.

DE WEDSTRIJD

We komen natuurlijk voor de wedstrijd tegen Heerenveen. Na enkele minuten was het voor mij duidelijk dat de Friezen in theorie geen probleem moesten opleveren en toch was ik niet echt onder de indruk. Met name het individuele loopvermogen van de Friezen baarde me zorgen. Bovendien vond ik de verdediging van Feyenoord te afwachtend op beslissende momenten. Even is mijn aandacht weg als het vuurwerk ontstoken wordt. ‘Twaalfde minuut’ zegt mijn zoon. Nu wist ik dat bij Feyenoord geen nummer 12 speelt want dat is het publiek, en ik ben vandaag ook een beetje nummer 12, maar dat ook precies de twaalfde minuut voor het publiek is, wist ik niet. Wel mooi. Heerenveen maakte het eerste doelpunt uit, volgens mij, een te gemakkelijke strafschop, terwijl de Rotterdammers een strafschop werd onthouden. Bovendien mocht Heerenveen niet klagen door slechts met een gele kaart weg te komen bij een overtreding op een doorgebroken speler. Met een doelpunt van Fer is het gelijkspel in de rust. Tijd en ruimte genoeg om het karwei af te maken, hoewel Heerenveen al op de slachtbank had moeten liggen, want in hun vierde wedstrijd straalt het niveau van de Friezen al de geur van degradatie uit.

In de pauze leer ik iets van de communicatie van het Legioen, bijvoorbeeld door naar andere vakken te zwaaien wordt het gesprek gestart. Of wat te denken van de uitroep “Komen wij uit Rotterdam dan” dat beantwoord wordt met “Ken je dat niet hore dan?’ Ik zal een taalcursus Rotterdams gaan overwegen.

Na de pauze komen de Friezen snel op een voorsprong. Feyenoord moet dan alle energie weer steken in de gelijkmaker die komt via Cabral. Het doelpunt werd voorafgegaan door mooi voorbereiden werk, hetgeen ik ook te weinig zag deze middag. Want waar ik in de eerste helft me zorgen maakte over de verdediging, ergerde ik me in de tweede helft af en toe aan de besluiteloosheid van de aanval. Veel spelers, waaronder Cabral hebben veel te veel bewegingen nodig om een actie te maken. Bij Cabral is het voordeel dat er ook wel een aantal zaken goed gaan. Ik was minder content met het optreden van Fer. Te vaak na het aannemen van de bal is het één keer kappen en dan……niet schieten, maar nog een keer kappen en de kans is weg. Die besluiteloosheid zag ik meer, waardoor de daadkracht ontbrak, de duimschroeven moesten aangezet worden en dat lukte niet echt, ook niet tegen negen Friezen vanwege twee terechte rode kaarten. Het maakte de wedstrijd wel spannend, waarbij het angstzweet je in de bilnaad stond omdat kans op kans werd gecreëerd, zonder echt heel gevaarlijk te worden. Dus mijn advies aan Koeman voor mijn volgende wedstrijd en dat is tegen VVV om de spelers te voorzien van duimschroeven en laat hij dan ook Anas Ashahbar weer opstellen. De zeventienjarige debuteerde vandaag en dat ziet er veelbelovend uit.

Trouwens over duimschroeven gesproken, zelf ben ik ook op de pijnbank gelegd en wel door de Rotterdamse parkeerpolitie. Een bon van €53,50. Was er dan een parkeermeter dan? Ik heb niets gezien daaro, dat is lekker dan. Tegen VVV op 16 oktober beter opletten en zal me broer maar waarschuwen voor de wedstrijden tegen De Graafschap en ADO.

Sportverslag? Of gewoon een sfeertekening?

Nostalgie naar de jaren tachtig

Een affiche, begin jaren tachtig in Raalte, met daarop ROHDA- Rheden, deed je als vaste supporter van de roodgelen sidderen. Al had ROHDA inmiddels zijn sporen verdiend, de topclub van de hoofdklasse B (toen nog) was Rheden. Een grote club voor mij als tiener. Sinds 1984 ben ik weg uit Raalte, maar via de verschillende media volg ik de uitslagen nog wekelijks, al zeggen de namen me niets meer. De laatste jaren heb ik af en toe een wedstrijd gezien in de buurt van mijn woonplaats. Onlangs zag ik het eerste elftal niet onverdienstelijk spelen tegen RKHVV. Vanmiddag dus in Rheden en ik ken de stand op dit moment. Een voetbalthriller zal het niet worden.

Als hobbyschrijver en blogger over van alles en nog wat, ga ik mijn primeur maar eens maken op het gebied van de sportverslaggeving. Hoewel, mezelf kennende zal het eerder een sfeerverslag worden.

Vroeger was alles beter?

De ambiance van het sportpark in Rheden voldeed in de verste verte niet aan mijn hooggespannen verwachtingen van zo’n club met naam en faam. Weliswaar een vriendelijke uitstraling, maar onmiskenbaar een dorpsclub met bijpassende belevingscultuur. Bij binnenkomst werden alle namen opgenoemd, te laat om dit snel mee te schrijven in het programmaboekje, dus mijn eerste foutje als sportverslaggever. Gelukkig had ik mijn zoon als co-supporter meegenomen, dus we probeerden tijdens de wedstrijd de namen en nummers met elkaar te corresponderen.

 

Vlak voor de aftrap keek ik eens om me heen. Ik wist dat 1500 toeschouwers van vroeger niet meer gehaald werd. Nu zijn er ruim honderd. Ik tel de voetballers zelf gemakshalve maar mee. Een dame zat in de zon te studeren, anderen genoten in het begin vooral van de zon.

 ROHDA speelde de eerste twintig minuten met een indrukwekkend veldoverwicht. Ze wisten elkaar tot aan de zestien meterlijn goed te vinden, maar een echte kans werd er nog niet gecreëerd. Mogelijk dat dit ook aan de assistent-scheidsrechter lag. Hij vlagde drie keer buitenspel, waarvan twee keer onjuist en de derde keer was discutabel. Vanaf onze positie was dit onweerlegbaar duidelijk.

Nu weet ik weer waarom ik als keeper nooit furore heb kunnen maken. Mijn ogen waren (en zijn) te slecht, want de op de shirts gedrukte namen, waren amper leesbaar voor mij (en mijn co-supporter) en daarmee komt er geen contentieus voetbalverslag.

In de 28e minuut scoort Sander Kok de verwachte 0-1.

Terwijl we toch ons best doen de namen te vinden bij de juiste nummers, constateer ik dat naast echt Sallandse namen, ook meerdere buitenlandse namen in ‘loondienst’ zijn van ROHDA. En dat is natuurlijk heel logisch, maar in mijn gedachten speelt het kampioensteam van toen. ‘We’ hadden één donkere jongen, de Parel van Salland en omstreken, Fons van Gorkum, als ik het me goed kan herinneren. Een andere held uit die tijd, was Frans Leushuis, die ondanks zijn weinig atletische voorkomen regelmatig belangrijke doelpunten meepikte.

Met in de 38e minuut het eerste schot op doel van Rheden, blijft ROHDA de duidelijk sterkere partij.

Twee supporters op leeftijd van de thuisclub merken dat ook en mopperen aan een stuk door over het spelniveau van hun cluppie. Dat zijn ze in het verleden wel anders gewend. Terwijl ze de wedstrijd zeer kritisch bekijken, verhalen ze over vroeger tijden als twee volleerde Muppets, die zitting hebben op het balkon van de gelijknamige show.

Met 0-1 wordt de rust ingegaan.

 

 

 

Rust

Op de nauwelijks bezette tribune staat een heel sympathiek hokje waar je koffie kunt halen. Dat is handig, dan hoef je niet naar een drukke kantine. In ‘Willy’s Hôkske’ wordt er gelijk nog een plak koek bij geserveerd. Een clubman loopt langs het veld en ruimt hier en daar een blikje en een prulletje op. En ik, ik verbaas me over de grote hoeveelheid dovenetel lang het veld. Tenminste, ik denk dat het dovenetel is. Wat in al die jaren trouwens niet veranderd is, zijn de cassettebandjes met pauzemuziek. Maar hoe aftands de muziek ook is, het heeft wel iets vertrouwds.

Kom op ‘Réje’ 

Bij aanvang van de tweede helft blijven we in de buurt van Willy’s Hôkske zitten. Bij gebrek aan klandizie gaat, waarschijnlijk Willy zelf, ook maar op de tribune zitten, keuvelen over voetbal en andere zaken met een clubgenote. Bijna smekend klinkt er vanaf de tribune enkele keren ‘Kom op, Reje’. Het mag niet baten.

 Andermaal scoort Sander Kok, 2-0 voor de roodgelen. Heel terecht roept een van de ROHDA-spelers. “We zijn nog niet klaar.”

En dan gebeurt er toch wat ik als voetbalkenner verwacht, maar natuurlijk niet hoop. De thuisclub lijkt zich al verzoend te hebben met de aanstaande degradatie en in plaats van door te drukken, overvalt gemakzucht het elftal uit Raalte. Een collega van Willy schreeuwt vanuit het ‘hôkske’  bijna wanhopig ‘Kop Réje. Het helpt. Alle spelers van ROHDA zitten het derde doelpunt al te bedenken.

Een van de eerste uitvallen van Rheden, levert een corner op, Branco de Kock scoort voor de thuisclub in de 53e minuut. 1-2.

Er gloort weer hoop, het ‘kom op Réje klinkt minder wanhopig. Langs de kant belooft Willy een van de spelers een lekker drankje na afloop van de wedstrijd. ‘Er hoeven er nog maar twee in.’ Het smeergeld van Willy was niet genoeg.

Puntjes op de i

In de 68e minuut vervolmaakt Sander Kok zijn hattrick, 1-3. Daarna is het een kwestie van uitspelen en ruim vijf minuten later scoort Melvin Velthuis uit een goed genomen corner. De hoofden van de Rhedenspelers zijn al bij de eerste klasse. Ze zijn echt een flinke maat te klein voor ROHDA. 1-4 tevens de eindstand.

Willy hoeft geen drankje te betalen, hooguit een troostborreltje. En ROHDA, ik blijf het volgen. Ik vind dat er een goed combinerend team stond vandaag, met fysiek sterke en snelle jongens. Het afwerken kan over de hele linie scherper. De ploeg lijkt, op basis van deze wedstrijd, voor doelpunten te afhankelijk van één speler. Dit jaar zit er geen kampioenschap meer in, misschien volgend jaar. Ik hoop trouwens dat de ambities verder reiken en ROHDA binnen enkele jaren weer bij de topclubs uit Groesbeek in de overgangsklasse komt te voetballen. Ook Groesbeek is relatief gemakkelijk te bereizen voor me.

Helden zijn bedrog, maar Willem van Hanegem kan zingen

Politici zijn zelden helden, misschien even tijdens verkiezingen. En als ze al een held zijn dan wordt dat tenietgedaan door de altijd bestaande concurrentie van andere helden. Als kind vond ik Willem van Hanegem de meest tot de verbeelding sprekende voetballer. Ik was en ben nog steeds voor Feyenoord. Dat heb ik trouwens op mijn kinderen kunnen overbrengen. Over de rest van de opvoeding zal ik me hier niet uitlaten.

Willem van Hanegem, mijn held van vroeger. Nu doe ik niet meer aan helden. Helden zijn bedrog. Voetballen kon hij als de beste, sidekick zijn misschien ook wel, presenteren dan weer niet zag ik net bij Wilfried de Jong’s Holland Sport.

Maar hij kan wel zingen blijkt.

Helden zijn niet altijd bedrog