Schijn een lichtje op: LELLEBEL

Wie kan zich de eerste verjaardag van zijn lief nog herinneren? Ik wel, het was nog heel pril en dan wil je uitpakken om indruk te maken. Tenminste ik wel, al had ik geen cent te makken. Uit mijn geheugen graaf ik een boek. Een heel verantwoorde keus met een woordje van mij. Het boek is uitgeleend, we weten aan wie, maar staat al bijna dertig jaar niet meer in onze boekenkast. Ook had ik een soort van roos voor haar. Geen echte, maar zo’n feestartikel waarbij de bloem bij het uitpakken een sexy lingeriebroekje bevatten. Met de kennis van nu vraag ik me af waar haalde ik het lef vandaan, zo ben ik helemaal niet. Voorts natuurlijk een paar zoete gedichten en een sieraad. Ik wist toen al dat ‘diamonds are a girls best friend’. Al wilde ik dat natuurlijk zijn, ik wist dat ik haar moest delen. Bovendien, diamanten waren natuurlijk te begrotelijk. Grote gekleurde oorbellen moesten het worden.

Ik woonde toen in Nijmegen en het adres was ‘Lellebel’. Meer dan 100 keer was ik de winkel waarschijnlijk al voorbijgelopen, maar nu bleek ik ineens tot de doelgroep te horen en wist de winkel te vinden. Grappige naam trouwens, lellebel, realiseer ik me nu pas, een bel voor in je lel. In de winkel was het minder aangenaam. We schrijven winter 1990 en als enige man in een klein winkeltje met allemaal eksterachtige vrouwen zonder fatsoen werd ik telkens naar de rafelranden van de winkel geduwd. Mijn niet gespeelde bescheidenheid in deze setting legde het af tegen de overmacht aan bazige oestrogenen. Na een half uur had ik eindelijk een setje uitgezocht en was blij dat ik de winkel kon verlaten. Het setje oorbellen completeerde mijn cadeaus voor haar eerste verjaardag met mij. Ik moest er vandaag aan denken toen ik ergens op de radio het woord lellebel hoorde.

 

20200801_212517

 

Een raar woord eigenlijk lellebel, toch maar eens zoeken waar het vandaan komt en hoe het gebruikt wordt. Ik besef terdege dat de zoektocht naar de herkomst van woorden een serieuze aangelegenheid is. Met een snelle zoektocht kan ik niet tippen aan de wetenschappelijke etymologie. Maar ik was nieuwsgierig dus ik waag maar een poging. Ik leer dat het woord voor het eerst officieel gedateerd wordt in 1887 in de betekenis van slonzige vrouw. De synoniemen voor lellebel zijn: 1) Del 2) Slet 3) Sloerie 4) Slons 5) Slonzige vrouw 6) Slordig mens 7) Slordig vrouwmens 8) Slordige vrouw 9) Viezerik. Ik heb niet kunnen achterhalen in welke context het woord voor het eerst gebruikt wordt. Maar de klankleur van het woord lellebel komt wel overeen met de synoniemen die gegeven worden. Het hangt inderdaad een beetje tussen slordig en hoerig in. Bij mij heeft het niet per definitie een negatieve connotatie. Lellebel is misschien wel de vrouwelijke vorm van schavuit? Ik zeg maar wat niet wetende of dit heden ten dagen nog wel mag, het rubriceren in mannelijk en vrouwelijk. Lellebel wordt in ieder geval veel gebruikt in de dragqueen-scene leert een korte studie. In die context is het zeker niet slordig en viezig, eerder zeer verzorgd tot in de puntjes. Misschien dat de overvloed aan uitgelopen make-up op het einde van de avond de typering lellebel wel eer aan doet. Ik kom tot de conclusie dat een chique prostitué nimmer een lellebel genoemd wordt en ook een viezige vrouw zal niet snel uitgescholden worden voor lellebel. Het is er echt iets tussen in, maar wat dat dan precies is?

Even hoop ik dat het antwoord komt van een heuse bierbrouwerij, de Eeuwige jeugd. Ze hebben een biertje dat Lellebel heet. Het wordt omschreven als: ,,Een licht geel gekleurd bier. Het bier heeft een redelijke schuimkraag. Je ruikt duidelijke aroma’s van Citrus en wat tropsich fruit. Soepel en verfrissend met een lichte prikkel in de nasmaak.”

Dit geeft helaas geen uitsluitsel, het is niet viezig en niet hoerig. Lellebel, het blijft voorlopig een beetje vaag. Maar ik ben altijd bereid dit blog uit te bereiden met goede suggesties en definities.

Moderne slavernij zomaar op vrijdagmiddag!

Doodmoe word ik ervan en doodziek tegelijk. Van die mensen die elke nuance missen in welke discussie dan ook. Die groepen mensen die elkaar onderling maar bevestigen in hun eigen bubbel en de ‘anderen’ verketteren. Of het nu over de landbouwhervorming gaat, de coronamaatregelen of het slavernijverleden van Nederland. Ik heb er geen zin meer in. Inclusie of exclusie, ik heb mijn conclusie getrokken. Ik doe niet meer mee! Ze polariseren maar raak, de ‘goeden’ van links en rechts.

 

IMG-20200728-WA0006

Voor de meesten van ons is het voor hun geestelijke gezondheid beter om in grijstinten te denken. Zwart-wit denken vraagt voor de meesten van ons een ondraaglijke verantwoordelijkheid. Sommigen worden door de omstandigheden helaas gedwongen.

 

Naïef

Dat wil niet zeggen dat ik blind ben voor bijvoorbeeld slavernij. In mijn naïviteit dacht ik op de middelbare school, en nog ver daarna, dat slavernij niet meer bestond en iets uit de geschiedenisboekjes was. De oude Grieken en Romeinen, de horigen in de Middeleeuwen en in het feodale Rusland. Uiteraard werd ik al onderwezen over onze eigen geschiedenis met mondiale slavenhandel van de 17e eeuw tot bijna de twintigste eeuw. Ik heb echter niet het goede geschiedenisonderricht gehad begrijp ik nu. De zinloze discussies, oorverdovende scheldpartijen en publieke veroordelingen op de (sociale) media zullen ongetwijfeld uitmonden in het herschrijven van de geschiedenis. Ik koop over twintig jaar wel een nieuw geschiedenisboek. Als de versie me bevalt zal het in mijn boekenkast prijken, zo niet dan verdwijnt het boek ergens achter in een hoek op de zolder.

Moderne slavernij

De jaren van naïviteit liggen alweer vele jaren achter me. Natuurlijk was er oorlog, armoede en ander sociaal onrecht, maar dat noemde ik geen slavernij. Misschien ten onrechte. Ik schrok daarom van artikelen die ik las de afgelopen jaren over kinderarbeid en vrouwenhandel. Moderne slavernij dus. Maar ook Noord-Koreaanse levens worden ingezet voor het hogere doel van Kim Jung Un in het land zelf en als exportproduct gaan mensenlevens naar het buitenland. Goedkope arbeid om het BNP van de heilstaat een beetje te stutten. Wat te denken van de Oeigoeren in China of de massale uitbuiting van arme buitenlandse arbeiders in Qatar. Ze werken onder zware omstandigheden, deels on(der)betaald en zeker zonder bewegingsvrijheid en met een reëel risico om te sterven tijdens het werk. Wat zullen we genieten met onze Oranje-leeuwen volgend jaar in Qatar!

De rauwe werkelijkheid

En toen kwam de moderne slavernij direct in mijn werksituatie kwam binnenvallen. We schrijven 17 juli 2020 aan de rafelranden van de werkweek. Het is bijna weekend en de gedachten waren al bij de komende vrije dagen. Nog even met een collega kijken naar de stapel adviesrapporten*. De collega ziet dat er in detentie een Spaans sprekende man zit. ,, Leuk, dan kan ik mijn Spaans een beetje ophalen.” Deze Mexicaanse man zat vast voor opium gerelateerde delicten. De fantasie over Escobar-achtige taferelen zat al in onze hoofden. Dat veranderde snel toen mijn collega het proces-verbaal las. Inderdaad Escobar-achtige toestanden, maar dan wel de scenes met de meeste emotionele impact. De man, hij verbouwt citrusvruchten en handelt in jonge stiertjes, heeft vijf kinderen en een echtgenote. Ogenschijnlijk een gewoon Mexicaans gezin, woonachtig in een gebied waar drugskartels het voor het zeggen hebben. Jonge mannen worden daar geronseld en gedwongen te vechten voor het leidende kartel. De man zegt: ,,Laat mijn zoon met rust, ik zal zijn plaats innemen.” De man wordt gedwongen naar Nederland te gaan om in een drugslaboratorium te werken. De gezinsleden zijn het onderpand voor volgzaam gedrag. Als het laboratorium wordt ontmanteld is hij primair verantwoordelijk, zo krijgt hij te horen. Zijn vrouw mag het dorp niet uit op straffe van mishandeling of erger. Bellen vanuit de gevangenis is moeilijk, want de kans dat er wordt meegeluisterd is groot, verzekert de man. Hij is zeer achterdochtig, wie kan hij vertrouwen? De Nederlandse politie, de Nederlandse rechtsstaat, zijn advocaat of misschien de reclassering? De angst voor represailles zit er goed in begrijp ik van mijn collega. Hij heeft immers vaak genoeg gezien waartoe de kartels in staat zijn in het dagelijkse leven. Hij heeft Netflix daarvoor niet nodig gehad.

We heffen het glas, deden een plas en alles bleef zoals het was.

Het gesprek met de reclassering heeft inmiddels plaatsgevonden. Wat kan mijn collega? Wat kunnen wij vanuit onze positie als reclasseringswerkers? Niets is mijn voorlopige conclusie. Uiteraard zullen wij het verhaal van de Mexicaanse man op papier zetten voor de rechtbank. Maar wie kijkt en luistert mee? Ik kan een column schrijven over moderne slavernij. Ik ben mij zeer bewust dat dit wel een zeer beperkte bijdrage is voor het leed van deze man. Maar ik ben wel ‘woke’ voor het bestaan van dit leed, de impact voor zijn gezin en de wetenschap dat er vele Mexicaanse slaven zijn zoals onze client. Gelukkig gebruik ik geen drugs en hoef me als zodanig niet te schamen.

 

*adviesrapporten van de reclassering worden geschreven ten behoeve van de zitting van een verdachte. Een plan van aanpak wordt gepresenteerd al dan niet met een strafadvies.

Plaggenstekerspad met mijn eigen heksje

Deze mooi-weer-wandelaar mocht weer vandaag, het volgende klompenpad en wel met mijn eigen lieve heks. Dit behoeft enige uitleg voordat iedereen op zijn achterste benen gaat staan. Er zijn mensen die heks geen scheldwoord vinden, en mijn heks is er daar een van. Het kwam ter sprake toen we het Plaggenstekerspad begonnen. Dit bleek ook een soort van kabouterroute te zijn voor de vakantie-vierende jeugd in de Veluwse bossen.

20200719_130242

 

De eerste aanwijzing was de keiharde wetenschap dat kabouters uit de bomen springen met een blad als parachuutje. Natuurlijk wist ik dat, maar ineens besefte ik dat ik dat ook wilde. Misschien nadat ik alle klompenpaden gelopen heb, zal ik het juiste gewicht bereiken? Ik heb er graag een geïmporteerd lianenblad voor over. Over honderd wandelingen misschien? Zo kwamen we op sprookjes, heksen en witte wieven. Plaggenhutten spreken natuurlijk tot de verbeelding met zompige moerassen, onwelriekende geuren en vooral veel enge verhalen. Het is niet voor niets dat de schrijver A. den Doolaard voor een belangrijk deel hier zijn werken heeft geschreven.

20200719_144556

De schrijvershut van A. den Doolaard

20200719_152211

Niets van dat alles vandaag. In 1844 telde Hoenderloo niet meer dan 24 plaggenhutten, dat was alles. Nu is het vakantiewelvaart dat de klok slaat, misschien nog wel meer dan anders in deze Coronatijd. Onderweg hoorden we de geruchten al, we moesten bij IJs van Co zijn. Zou heel speciaal zijn? De lange rij voor de winkel, extra indrukwekkend door de anderhalve meter maatschappij, was iets te veel van het goede. We zouden eens uit ons ritme komen. Dat willen we niet.

20200719_145640

De rij ging om het hoekje door, IJs bij Co. Mijn fotografiekunde is onvoldoende om dat mooi in beeld te brengen. Het is wel een stukje historie voor deze ijsmakers die dit al 82 jaar doen. Alleen daarom moeten we zeker een keer terug.

Zondag 19 juli 2020, de dag dat Feyenoord 112 jaar bestaat, zomaar een niet ter zake doend feit, lopen we weer in een prachtig stukje Nederland. Cultuur, natuur en boerenland wisselden elkaar mooi af.

20200719_145130

20200719_131607

En net toen we het einde naderden stapten twee vrouwen van een inrit en liepen zo’n vijftig meter voor ons. We hadden de kabouter en andere sprookjesfiguren allemaal besproken toen twee exemplaren uit het sprookjesbos zich aan ons toonden. Twee lieve heksen, met haar tot aan het stuitje, allebei. De een blond, de ander rood, naar later bleek waarschijnlijk moeder en dochter. Mijn eigen heks bedacht zich geen moment en vroeg hen of ze op de foto wilden voor haar vrouwengroepen. Geen probleem, maar ik kan moeilijk die foto’s gebruiken voor mijn blog om deze vrouwen te tonen. Daar hebben ze geen toestemming voor gegeven om samen met kabouters genoemd te worden op een willekeurig blog. Jammer. Deze dikke kabouter sjokt dan maar achter zijn eigen heks aan die tevreden is met het beeld dat deze twee vrouwen uitstraalden.

Voor meer foto’s, zie ook instagramacount titiissprakeloos

Mijn ideale sportavond

Ik weet wel hoe het zit in het leven. Uiteindelijk is er helemaal niets veranderd. Dat denken we, maar het gaat gewoon maar door. En omdat er niets veranderd, hanteren we ook maar weer de gewone oplossingsstrategieën. En daar hoort de sportschool voor mij niet bij. Coronatijd heeft bij mij geen levensomslag gemaakt. De rust heb ik niet gevonden, laat staan het licht. Anderen hebben dat wel als ik zo om me heen hoor, zeggen ze. Gelukkig is het ook niet zo dat ik er psychisch aan onderdoor ben gegaan. Zoals ik al zei, er is niet zoveel veranderd. Geen Coronakilo’s bij mij hoor, gewoon een beetje jojo-en in een bandbreedte van zo’n 3 à 4 kilo. Soms er een beetje onder, dan weer naar de bovengrens. En als die nadert, ben ik alert. In het verleden heb ik heel wat loze maandjes contributie voor de sportschool betaald. Dus dat doe ik nooit meer. Begrijp me goed, ieder zijn meug met Arie Boomsma voorop, maar de hedonistische cultuur in de sportschool is aan mij niet besteed. En het is zeker niet alleen om die randfiguren die er  zijn, dat is misschien nog wel het minst erg. Ook de kleedkamercultuur ervaar ik heel erg als zien en gezien worden met je hele hebben en houwen zullen we maar zeggen. Maar het allerergste vind ik misschien wel de wijze van sporten. Met zijn allen op de loopband, handdoekje om, koptelefoon op om je verder af te sluiten en maar kijken naar tv-zenders waar buiten de sportschool verder niemand verder naar kijkt. Bij mij komt het woord degeneratie boven. Bovendien hoe veilig zijn die sportscholen nu eigenlijk in deze coronatijd. Er gaan her en der wel geruchten dat de opkomende broedplaatsen daadwerkelijk van sportscholen komen, Arie Boomsma ten spijt. Ik ben niet het type dat nu gaat cancelen en tot een boycot op te roepen. Misschien is het maar een gerucht. Geruchten en fakenews zijn in tegenwoordig.

20200713_205704

Maar om helemaal veilig te zijn, heb ik mijn eigen sportcircuit voor vanavond uitgezocht. We fietsen een eindje tot buiten het dorp. Dat is stap één. We gaan even zitten om vervolgens met de fiets wat bicepsoefeningen te doen. Als ik oververhit raak kan ik altijd nog in een verse boerensloot springen. Met als ik met mijn fiets boven mijn hoofd sta, bedenk ik dat niemand mij gelooft. Snel een actiefoto, maar daar heb je een ander voor nodig. Een narcistische selfie is aan mij niet besteed en is ook zo onhandig met je fiets in de hand. De fiets maar even in de halter en wachten op een voorbijganger. Maar ik had echt een stil plekje gekozen. Ja wat auto’s, maar om die nu tegen te gaan houden? En dan slaat de twijfel toe. Is het wel een goed idee om op een bankje, bij de bosjes wildvreemden aan te spreken om een foto te maken van een powerliftende dikke man met zijn fiets boven het hoofd. Als er maar geen jonge meisjes langs komen. Die schrikken al bij het zien van een zittende man tegen de bosrand, laat staan als hij vraagt ‘dames mag ik u iets vragen’. Slecht idee, dus na twee sigaretten wachten geef ik het op om een superstrak blog te schrijven met bijbehorende foto.

20200713_211148

Maar het geluk is met me. Op weg naar huis kom ik langs een wetering waar ik even naar de zonsondergang kijk. Twee oudere dames fietsen langs. Ik was blijkbaar betrouwbaar genoeg, want ze stopten ietwat onzeker en wilde wel een foto maken. Met de fiets in de lucht poseer ik voor twee wildvreemde vrouwen. Alles voor de kunst zullen we maar zeggen, en alles voor de sportpromotie van mezelf. Ik ben tevreden met het resultaat en bedank de vrouwen. In onvervalst Duivens vragen ze ‘woar is dat veur?’ Ik zeg zonder blikken en blozen dat het voor de promotie is van de sportschool van Arie Boomsma. Een lege blik is mijn deel. ,,Dat was voor Arie Boomsma” zegt de fotografe die achter haar vriendin aanfietst. ‘Roare keerl’ is haar antwoord. Zou ze het nu over Arie hebben?

 

Ik beloof…….

In mijn maandelijkse column op het intranet van mijn werkgever (reclassering Leger des Heils) hieronder de weergave.

 

Bij mijn vorige column werd er al gemord: Kan het over iets anders gaan dan de coronacrisis? Nee, vond ik. Ook nu blijkt waar het hart van vol is. Dus ik ga niet beloven dat het niet over Corona gaat. Ter compensatie beloof ik niet over politiek, economie en voetbal te schrijven of dat ik als verdekt colporteur ga fungeren. Een faire deal. Toch?

Tijdens de lockdown werd uitgeroepen: ‘We komen er ‘ineens’ achter dat er onvoldoende opvang is voor dak- en thuislozen’. We wisten dat het beleid ruim onvoldoende was voor de inmiddels 40.000 mensen die onvrijwillig op straat leven. Met de slogan ‘Thuisblijven, hoe dan?’ vroeg het Leger des Heils aandacht voor de nood voor 10.000 structurele woonplekken voor de groepen die tijdelijk bivakkeerden in hotels en de ingerichte sporthalen. Onze directeur verscheen op diverse plekken in de media en ieder dag opende ik mijn computer nog met het bericht van de campagne. De overheid deed een belofte: in 2022 moet het doel gerealiseerd zijn. De campagne zou eigenlijk actief moeten blijven totdat de 10.000 woningen zijn gerealiseerd. Ik beloof hierbij dat ik ieder jaar voor de zomervakantie een vervolg zal schrijven op deze column, zolang het nodig is.

40.000 menselijke verhalen

Ik besef dat daarmee niet al het leed verdwenen is. Er zullen altijd Swiebertjes blijven, er zullen altijd mensen door pech tijdelijk huisvestingsproblemen hebben en ook verslavingsproblemen sluit je niet uit door 10.000 woningen. Achter de 40.000 daklozen schuilen 40.000 menselijke verhalen. Een aanpak op maat is nodig. En dan beloof ik je, dat het werk van de reclassering er anders uit gaat zien bij de realisering van de beloofde huizen. Mijn ervaring is dat bij tijdige constatering van (huisvestings)problemen en een passende huisvestingsoplossing veel mensen niet hoeven te stelen, wel een uitkering kunnen krijgen en hun leven al dan niet met tijdelijke ondersteuning opnieuw kunnen opbouwen.

Ook voor mensen met LVB of andere psychische problemen is het hebben van passende huisvesting sterk recidive verminderend. Ik word al helemaal blij dat er wordt gesproken over passende huisvesting met bijbehorende begeleiding in plaats van uitbreiding van maatschappelijke opvang. Maatschappelijke opvang is een pleister voor een te grote wond.

Fantoomgroei

Twee weken geleden wilde ik hiermee mijn column naar een einde brengen, totdat ik hoorde van het boek Fantoomgroei van de auteurs Sander Heijne en Hendrik Noten. Het boek heeft als ondertitel: ‘Waarom we steeds harder werken voor steeds minder’. Ik was op slag verliefd op het woord Fantoomgroei en uiteraard heel geïnteresseerd in de uitleg waarom de economie sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw booming is, maar de meeste mensen niet meeprofiteren.

Overtuig jezelf

Ook ik dacht altijd ‘we hebben het toch goed’. Misschien wel beter dan dertig jaar geleden. Tegelijkertijd beseffen en voelen steeds meer mensen dat de publieke sector is uitgekleed. We zien het in het onderwijs, de stand van de verpleegkundige zorg, de ouderenzorg en hoe we met onze daklozen omgaan. Economische groei is dus niet gelijk aan welzijn. In dit zeer leesbare boek, ook voor niet politicologen, economen of historici, wordt op een duidelijke manier de vraag beantwoord waar het verschil tussen het gevoel van niet mee te kunnen komen en de exorbitante economische winsten die bij een beperkt deel van de mensheid terecht komt. Dit wordt dus fantoomgroei genoemd. Ik ga zoals beloofd geen economisch relaas houden, ook zijn de uitkomsten niet richting een specifieke politieke voorkeur geschreven. Overtuig jezelf maar.

Als je niet geïnteresseerd bent, moet je het vooral niet aanschaffen. Ik zeg niet aanschaffen! Ik wil het trouwens best uitlenen hoor.

Zoals een groot denker uit Amsterdam ooit heeft gezegd, ieder nadeel heb zijn voordeel. Zo is het misschien ook wel met de coronacrisis. Jammer dat die denker bij de verkeerde club speelde, maar zoals beloofd: ik ga het ook niet over voetbal hebben.


Beek- en Bultpad met de grote kleine.

20200610_140652Ik viel van mijn stoel van verbazing of om in stijl te blijven, mijn klomp brak. Na het verdedigen van een schoolopdracht over export van Calsberg bier naar Kenia via ZOOM, Skype of Teamspeak, kwam mijn oudste zoon beneden met een goed resultaat. ,,Pa, wat ga je vanmiddag doen.” Hij noemt me altijd bij mijn voornaam die grote kleine van ons, maar dat past niet zo lekker in het verhaal. Hij wist dat ik vrij was. Ik gaf hem te kennen dat ik tot twaalf uur zou werken en daarna een klompenpaadje zou pakken. ,,Zal ik meegaan?” Tja, dè dag was aangebroken. Het heeft 25 jaar geduurd, maar ik mag het meemaken dat hij vrijwillige met zijn vader een klompenpad wil betreden. Hij die nooit wilde wandelen als kind, of het moest met een nadrukkelijke belofte dat er aan het eind een Horecagelegenheid zou zijn. En dan was het vaak nog feest met 100 keer de vraag of we er al zijn. Hij die bij een route toch heel graag wist hoe die precies liep en boos werd als er een fout in zat of erger nog, dat zijn ouders zich ergens vergisten. Hij die buiten stadswandelingen, veelal op zich zelf, de laatste 15 jaar toch geen bos meer is doorgelopen, hij die wat meewarig kijkt als zijn vader beweert dat hij alle 121 paden wil gaan lopen en het inschat als een seniorenziekte. Hij zegt in alle onschuld en oprechtheid mee te willen.20200610_151354

 

Ik had Wekerom op het oog, het Beek- en Bultpad. Hij vindt het allemaal best geloof ik, al is het in Roodeschool. We kozen er voor om tegen de klok in te wandelen, zodat we na 60% konden beslissen om een verlenging in te lassen. Prompt liepen we de route in de andere richting zodat we de keuze al sneller moesten maken. Ik liet de keus bij hem. Hij dacht blijkbaar niet overdrijven, ik houd het bij de korte variant. Zo’n 10 kilometer keuvelen met mijn zoon en dat gaat overal over. Politiek, economie, voetbal, corona en soms ook over de dingen die hem opvallen. Hij zag veel vrouwen in rokken en vroeg, waarom moet je van de kerk rokken dragen als vrouw? Daar kon ik het antwoord niet op geven en hij vond het blijkbaar niet interessant genoeg om het al wandelend even te googelen. Dat deed hij wel op het einde toen we langs de plaatselijke FC liepen. Hij zag op het hoofdveld van SDS 55 een reclamebord dat de club gesteund werd door het Legioen. Het Legioen? Ja er is maar één Legioen en dat is die van Feyenoord. Een groot pluspunt vonden we allebei. Tegelijkertijd wist hij te vertellen dat er een grootheid van de club zou stoppen vanwege werkverplichtingen, hoe ze staan in de competitie en dat 2014 een inktzwarte bladzijde was in de historie van SDS ’55. Door ongeregeldheden zijn ze uit de competitie gehaald. Mijn zoon is een wandelende Wikipedia over bijna alle onderwerpen en zoals gezegd, weet hij het niet dan lepelt hij het ter plekke wel even op. Zo geeft hij ongevraagd de prijs van een te koop staand huis en meldt dat ik die niet kan betalen. De mooie omgeving zal zeker een rol spelen bij die prijs.

20200610_145525

Samen wandelen we door de weilanden, de bossen en op de bult van Wekerom dat aangeeft het middelpunt van Nederland te zijn. Die heb ik al eens vaker gezien. In Amersfoort vinden ze dat ook en er schijnt eveneens in Lunteren onweerlegbaar een middelpunt van Nederland te zijn. Ik schud mijn hoofd, wetenschappelijk kan ik niets weerleggen of bevestigen. Eigenlijk is er maar één middelpunt en dat ben ik zelf, of voor mijn zoon hijzelf en zo is iedereen zijn eigen middelpunt. Het kan ook niet anders want je beziet het leven vanuit je eigen leef- gevoels en kijkwereld en dat is deze middag in Wekerom wonderwel prettig gegaan. Al vindt die kleine grote wel dat ik iets te veel foto’s maak.

20200610_152718

FF spuien en dan weer stilte

Een waarschuwing vooraf, dit is een blog zonder kop en staart. Aan de andere kant raakt het zowel kant als wal, tenminste mijn kant en mijn wal. Aanleiding is de ophef rondom Femke Halsema en de demonstratie gisteren in Amsterdam. Ik vind er wat van, maar wat? Ik spui zomaar wat dingen achter elkaar en u zoekt het maar uit. Daar gaat ie.

 

Trump is een gek en een dictator

Trump is niet de aanleiding van de ellende in Amerika, hij is het gevolg. De in en in zieke maatschappij aan de overkant van de plas wordt weliswaar minder verafgood dan enkele decennia terug. Nog steeds importeren we allerlei immaterieel gedachtegoed naar Nederland. De verontwaardiging van een belangrijk deel van de Amerikanen is dat per definitie de onze? Waarom niet massaal verontwaardigd tegen Assad, China, Suriname en Brazilië. In sommige landen sterven er meer mensen door geïnstitutionaliseerd overheidsgeweld per week, dan de Amerikaanse politie in een jaar vermoord. Dat ontneemt natuurlijk niemand om zijn of haar verontwaardiging om te zetten in protest. Sterker nog, met mijn waarden en normen zou een (economische) boycot van Amerika door Europa, of Nederland, of misschien wel alleen Amsterdam best op zijn plaats zijn. Het is echter niet verstandig en mogelijk zelfs hautain, want wie zijn wij? De Europeanen, de Nederlanders of de Amsterdammers.

 

Racisme is heel wijdverbreid, maar discriminatie is een menselijke eigenschap

Om alle scherpslijpers van de begrippen discriminatie en racisme voor te zijn, ik hanteer gewoon mijn eigen standaard. Discrimineren is hetgeen de mens doet op basis van (soms beperkte) kennis, maar vooral om zijn wereld overzichtelijk te maken. Ik zie een mens van 1 meter en het gaat naar school, ik handel daar na. Ik zie een oude vrouw die de weg wil oversteken en vraag of ze hulp nodig heeft. Discrimineren is dat. Het zou raar zijn als ik een moeilijke wiskundige stelling voorleg aan een kind, of een atletische man vraag om hem te helpen met oversteken. Zo gaat het finetunen volgens mij 24/7. Is iemand een man of een vrouw, is iemand dik of dun, komt iemand uit Friesland of Limburg, is iemand licht of donker etc. Uitsluiten is een menselijk tekort, racisme is het systematisch uitsluiten met voorbedachte rade. Kijk maar naar de foto hierboven en oordeel maar, een white priviliged male pig. Het doet me niets, ik weet dat er in Nederland misstanden zijn op dit gebied, maar ik weet ook dat racisme niet iets is van alleen de witte boze man maar dat deze etterende zweer bij alle bevolkingsgroepen kan voor komen en in dezelfde mate.

 

Dit gezegd hebbende zie, ervaar, lees en hoor ik het volgende de laatste 24 uur rondom mevrouw Halsema.

  1. Het doel van de demonstratie is belangrijk, zou Halsema hebben gezegd. Ik ben het daar volledig mee eens al lukt het mij niet me in zo’n massa mijn verontwaardiging te uiten. Maar als nu dezelfde verontwaardiging zou ontstaan bij een groep die de 500 Syrische kinderen niet naar Nederland wil hebben. Zou mevrouw Halsema eenzelfde middelvinger hebben opgestoken naar het Coronaverdriet in Nederland?
  2. Het valt mij op dat veel voorstanders van deze demonstratie het alleen maar over de inhoud van de demonstratie willen hebben. Het politiegeweld in Mineapolis en de verschrikkelijke dood van George Floyd. Ze willen niet eens aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid als ingezetene van Nederland met een duidelijk lopend coronabeleid. Daar gaat mijns inziens de hele discussie over en de laakbare reactie van het Amsterdamse stadsbestuur. Dus daar moet het over gaan, niet over de inhoud van de demonstratie. Hierop doorbordurend had burgemeester Halsema dezelfde reflex gisteren bij Op1, maar ze besefte wel dat ze iets moest maar haar verantwoordelijkheid van orde en veiligheid.
  3. Ik hoorde haar zeggen dat ze de opkomst van zo’n grote groep niet had verwacht. Nu breekt mijn klomp, haar grachtengordelkliek heeft sinds jaar en dag dit gedachtengoed omarmd en uitgebreid de ruimte gehad op televisie om iedereen buiten Amsterdam voor racistisch of in ieder geval dom te verklaren. Volgens mij had een Twentse boer zonder sociale media met het lezen van de krant en het kijken van het 8 uur-journaal kunnen aanvoelen dat dit uit de hand kon lopen. Moet ik constateren dat mevrouw Halsema geen politiek en maatschappelijk gevoel heeft?
  4. Of is het een vooropgezet plan met schijt aan de corona-maatregelen om haar eigen politieke agenda te gaan bepalen. In dat geval is het een slimme, zij het een zeer gewaagde zet.
  5. Ik vond trouwens haar optreden gisteren bij Op1 een evenaring van de Trumpiaanse interviews, ze had een zus van, of in ieder geval een nicht van de Amerikaanse dictator kunnen zijn. 20200602_182328Even een bloemetje tussendoor om af te koelen en we gaan weer verder

 

6. Ik moet erkennen, ik schaam me kapot, want naar aanleiding van haar optreden heb ik zelfs een tweet van Freek de Jonge, de vleesgeworden grachtengordel dominee geretweet: Hij opperde dat hij in Carré zijn optredens tegenwoordig demonstraties gaat noemen. Precedentwerking is het gevolg. De Boa’s staan machteloos, de politie staat in zijn hemd, de hardwerkende Nederlander heeft voor niets zich gehouden aan allerlei soms onduidelijke maatregelen, ondernemers vragen zich af waarvoor zij hun handel hebben moeten staken, de horeca gaat nu serieus denken om de regels aan de laars te lappen, de economie is naar de kloten en ik heb mijn 84-jarige alleenstaande moeder die net weduwe is geworden drie maanden niet kunnen omhelzen, maar mevrouw Halsema, burgemeester van Amsterdam maakt verkeerde inschattingen, praat haar fouten goed en met een Hoofdsteedse arrogantie denkt ze dat Amsterdam de huiskamer van Nederland is. Bah, ik ga geen hek om de grachten propageren, ik zal er ook niet tegen demonstreren. Ik zeker niet, zeker nu niet.

7. Moet ze weg? Ik ga daar niet over als oosterling. Ook de Tweede Kamer niet blijkbaar al heeft SGP-er Van der Staaij daar zo zijn bedenkingen over. De Amsterdamse Raad moet in al haar wijsheid beslissen. Ik memoreer dat in het buitenland hoogwaardigheid bekleders voor minder al weken door het slijk zijn gehaald.

8. En weet je wie hier nu garen bij spint? Mensen die hun terechte verontwaardigheid over Halsema-gate maar op één wijze kunnen kanaliseren. Stemmen op mensen als Geert en Thierry. Ik durf te beweren dat de grachtengordel voor 80% verantwoordelijk is voor het bestaan van de PVV of FvD. Een hele nare bijwerking van de arrogantie van het grachtengordelvirus. Ik las vandaag een tweet van Nico Dijkshoorn, ik weet niet of het naar aanleiding van de Halsema-affaire is, maar hij schreef: denk niet rechts, denk niet links maar denk na.

Ik weet niet of ik goed heb nagedacht. Het stuk zo nalezend heb ik heel wat groepen in het harnas gejaagd, als ze het tenminste lezen. Mijn doel is even mijn gal spuwen en net als vier jaar geleden ik in mijn wijsheid heb besloten nooit meer iets zinnigs te zeggen over de Zwarte Piet-discussie in Nederland, laat ik het ook bij dit blog. Maar als u het aardig vindt, deel het en ik ga dit blog op Twitter vergezellen met #demeestmensendeugenookFemke. Met mijn realiteitszin is het goed gesteld, dus dit zal wel niet lukken, maar ik ga morgen weer gewoon verder met nadenken.

Geveld door het Elsvoorderpad

20200530_131815

En met bovenstaande uitzicht starten we het Elsvoorder klompenpad in Veessen. Geen slecht begin zou ik zeggen. Terwijl mijn wandelgenote enthousiast op zoek gaat naar bruikbare ganzenveren, geen idee met welk doel, bekijk ik deze vier koeien net zo glazig als zij mij bekijken. Ook zittend in het gras bedenk ik dat het wel hele gelukkige beesten moeten zijn. Ze wandelen, relaxen, slapen, herkauwen en wat al niet meer, notabene in hun eigen voedsel. Vergelijk het met liggen in de boerenkool, of zwemmen in het bier. Het oer Nederlandse tafereel brengt rust in mij en heb zin in de wandeling. Als de ganzenveren bij elkaar zijn gevonden krijg ik het signaal dat we gaan. Het is een warme, winderige dag niets kan ons wandelplezier in de weg staan.

20200530_134241

Mijn vrouw vraagt, in mijn optiek volledig overbodig of ik geen last heb van hooikoorts. Objectief staan alle alarmsignalen op donkerrood, maar ervaringen uit de laatste weken hebben mij het groene licht gegeven. Ik lijk erover heen te groeien. Ieder jaar wordt het minder. Afgelopen week had ik met de aanhoudende droogte wel wat meer lichte verschijnselen. Voor de zekerheid had ik wel een pilletje genomen. ,,Geen zorg, ik voel me prima en die paar keer niezen overleef ik wel.”

20200530_141436

Nog geen kwartier later klopte het groeizame grasseizoen heel onbarmhartig mijn neusgaten binnen. Oef, toch een aanval. In mijn puberteit en ook nog later herinner ik me niesbuien van meer dan honderd keer per uur, 3 x oorontsteking op 6 juni, het symbolische hoogtepunt van de hooikoorts en natuurlijk altijd binnen blijven op de hoogtijdagen. Nee dan ziet het leven er nu anders uit met mijn klompenpadenplezier. Goed, ik herkende de signalen, maar dacht doorlopen maar, we slaan links af en komen daarmee een beetje uit de wind van de IJssel. Het werd niet minder en halverwege wist ik het zeker, een onvervalste hooikoortsaanval. Mijn rekenkundig inzicht had me nog niet verlaten, de weg terug is gelijk aan de weg vooruit. Dus gewoon doorgaan.

20200530_144812

Ondanks de misère heb ik genoten van het dorpje Vorchten. Hemelsbreed 16 kilometer, aan de andere kant van de IJssel ben ik opgegroeid, maar ik had er nog nooit van gehoord. Zelfs in moderne tijden is een rivier in veel opzichten blijkbaar nog een behoorlijke barrière. Ook Veessen, daar was ik trouwens wel eens doorheen gereden, heeft de potentie voor het maken van een scala aan mooie pittoreske foto’s. De omstandigheden zorgden ervoor dat ik geen puf meer had om een ommetje te maken om meer dorpskiekjes uit grootmoeders tijd met u te delen.

20200530_161734

Nog snel een ijsje en dan de auto in. Ik controleerde of de koeien er nog waren. Jaloers op hun ongecompliceerde leven met gras in de hoofdrol, de substantie waar ik die middag absoluut niet tegen kon, reden we weg. Het Elsvoorderpad heeft me geveld. Normaliter schrijf ik ’s avonds een blogje, maar niet vandaag. De dag erop aan het einde van de middag was ik genoeg mens om wat op te schrijven. Vandaag ben ik tot niets gekomen, totaal gevloerd heb ik op de bank gelegen. Veelal geslapen, ik was slechts in staat om wat flauwe grapjes met een artistieke neef te maken op Facebook. Het leven gaat op zo’n moment nergens over, hoewel buiten kijf staat dat mijn neef mooie kunstwerken maakt. Het verbeelde alles zoals ik me voel. Zon, wind en groen, als ziekmakende ingrediënten. De staat van zijn, mijn zijn dus, wordt verbeeld door de auto waarvan hij me het merk nog wel zal doorgeven.

kunstwerk Mark

Kunstwerk Mark Hurenkamp, mei 2020, meer van de kunstschilder op Instagram

Mijn knorretje heb ik binnen

We schrijven 1986, Nijmegen ergens in de zomer. Het WK voetbal heerst de warme dagen maar die bewuste avond was er geen voetbal. Om mensen naar het filmhuis te trekken waren de kaartjes goedkoper. Natuurlijk het filmhuis, want in ons gepreoccupeerde studentenbrein wisten we dat hier de betere films draaiden. Op goed geluk met een stel vrienden kozen we the Unbearable Lightness of Being. Het was de dag die mijn leven een beetje veranderde. Niet heel drastisch hoor, slechts een beetje. Door de film ben ik voor eeuwig fan van de hoofdrolspeelster geworden. Juliette Binoche. Stiekem een beetje verliefd, uiteraard op volledig platonische wijze. En sindsdien had ik ook een sterke voorkeur voor varkentjes. Dat waren pas echt leuke beesten.

We schrijven 1994, mijn vrouw is zwanger en we verwachten een kindje. U leest het goed, zij is zwanger en we krijgen een kindje. Aan die biologisch niet logische prietpraat van we zijn zwanger deed ik niet aan. Met terugwerkende kracht vind ik mezelf nog steeds heel verstandig. Natuurlijk moest het, mocht het een meisje worden, Juliette heten. Mijn vrouw wist van mijn filmische gevoelens voor mevrouw Binoche. Ik had dat vrij snel opgebiecht. Ik wist namelijk niet of vreemd gaan in je hoofd ook vreemd gaan is. Ik heb dat maar meteen op tafel gegooid. Het was geen probleem, maar Juliette als naam voor onze dochter, daar kon geen sprake van zijn. We kregen een gezonde zoon. In 1998 probeerde ik het nog een keer, maar uiteraard ook nu zonder succes. Gelukkig was de wolk van een baby weer een jongen.

We zijn nu 22 jaar verder en de strijd om wel of niet Juliette hoeft niet meer gestreden te worden. Meer kinderen komen er niet. Maar als ik ooit in de verre toekomst opa zou worden, ik ga daar niet overigens niet over, dan zal  ik heimelijk mijn invloed wel aanwenden.

20200529_181304

20200529_181425

Ondertussen bleef ik varkentjes leuk vinden en niet alleen op mijn bord. Als ik later groot ben en we kopen een boerderij met heel veel land, dan zou ik een varkentje krijgen. De voorpret is jaren intens geweest. De naam was zonder discussie al bekend. Het beestje zou Mephisto heten. Inderdaad, naar een van de hoofdrolspelers naast Juliette. Een allersnoezigst varkentje. Maar de boerderij ergens achteraf is er nog niet. Mijn vrouw dacht, we kunnen hem niet laten wachten tot in de eeuwigheid. De strijd om Juliette had ze gewonnen, maar ze gunde mij ook mijn kleine overwinning. Vanavond bij thuiskomst troonde ze me naar de auto. Ze had een verrassing. En achter in de auto stond ze dan. Een heuse Mephisto. Een flexibel draagbaar bankje voor in de tuin. Ik ben reuzeblij met mijn nieuwe vriend. En ik niet alleen, ook Pippa heeft er een vriendje bij.

20200529_182300_001

20200529_200711

Sociologische overwegingen in de tuin

20200330_11473820200330_114835

Begin april beschreef ik de eerste stappen van inkeer in coronatijd middels noeste arbeid in de tuin. Het is goed voor de geest en voor je fysieke gestel. En de tuin vaart er ook wel bij. We zijn zeven weken verder en vandaag voorlopig de laatste hand gelegd aan dit gedeelte van mijn tuin. Ondanks de hooikoorts toch maar aan de slag gegaan. Wat is dat met tuinieren en de mens? Zelf ben ik geen echte tuinman. Dat wil zeggen, op zeker moment moet het omdat…..omdat het moet. Ik vind het ook niet zo erg als je eenmaal bezig bent, soms zelfs wel leuk. Heel leuk vind ik de ritjes naar de tuincentra, waar ik me gedraag als een kind in een snoepwinkel. Het verschil is dat ik zelf de rekening dien te betalen.

20200523_131137

Tot de maand juli kan ik het wel redelijk opbrengen, dat spelen in de volwassen zandbak. Daarna laat ik het meestal versloffen. Geen zin meer, het groeit te hard, het onkruid is niet bij te houden om over de grassen tussen de tegels maar te zwijgen. In de maand juni is de tuin volgroeid en dan kijk ik er bijna niet meer naar om. Het is maar goed dat ik dat niet heb met mijn volwassen kinderen.

20200523_131212

Ik werk ook niet heel hard in de tuin. Mijmerend over het leven hang ik op de schoffel of bezem. Dat dromen zorgt voor weinig efficiëntie in mijn tuinarbeid. Zo bedacht ik me dat mijn gang naar de tuin misschien wel een vlucht is voor belangrijke huiselijke bezigheden. Vluchten voor het huishouden, immers druk bezig in de tuin. Of andere kleine klussen die je zelfs met twee linkerhanden toch wel zou kunnen uitvoeren? Daar heb ik een broertje dood aan, want die klussen duren met die twee linkerhanden vaak nog best lang. Laat mij maar tuinieren als minst slechte alternatief voor echte klussen.

 

Een aantal jaar geleden ging ik in de plaatselijke kwekerij eens ver over mijn grenzen heen door de aanschaf van geraniums. Dat deed je toch niet als je nog vijftig moest worden. Een paar jaar later zijn ze niet meer weg te denken in mijn creatieve tuindecoratieproces. Rode geraniums horen erbij. Geen tuin van mijn hand zonder rode geraniums. Gisteren ging ik een tweede grens over. Ongeveer de lelijkste bloemen heb ik gekocht. Mijn overweging was de prijs. Voor slechts €3,- kocht ik 12 Afrikaantjes voor de plek met de meeste schaduw in mijn border. Als ze het niet zouden doen dan is er geen man overboord en kan ik de schuld geven aan deze Afrikaantjes.

20200523_155852

Met de Afrikaantjes is toch iets bijzonders aan de hand. Mogen ze nog wel zo heten heten vraag ik me af. Terwijl Sinterklaas het tegenwoordig met Pieten moet doen, een lekkernij van crème met een chocolade omhulsel in de vorm van een tiet moet nu zoen worden genoemd in plaats van n..zoen. Het is maar goed dat onze kinderbenaming niet algemeen is geworden want dan aten we nu tieten in plaats van zoenen. Maar voor de Afrikaantjes is nog geen grachtengordelclubje opgericht die ons wijst op ons achterlijke koloniale verleden. Alleen al het feit dat we blijkbaar niet door hebben dat Afrika uit meer dan 54 landen bestaat en wij niet eens de moeite nemen om te specificeren. Het zijn namelijk geen Tanzaniaantjes, Marokkaantjes of Angoleesjes. Misschien omdat ze vaak oranje zijn mag het daarom wel?

20200523_131251

Ik heb dus nu Afrikaantjes in mijn tuin, de volgende stap in mijn verouderingsproces. Ja ik heb zo mijn vooroordelen als het gaat om planten. Hoewel, ik herinner me in de tuin van mijn opa en oma dat er altijd een klein strookje gereserveerd werd voor snijbloemen. Die vind ik met terugwerkende kracht wel heel mooi. Ik moet mijn moeder toch eens vragen wat dat voor bloemen waren. Voor later als ik groot ben en mee mag doen met de ruziemakende 50+ partij. Dan neem ik zo’n boeketje bejaarden snijbloemen mee uit eigen tuin om te verzoenen.

Dat tuinieren brengt me veel goeds bedenk ik me nu ik de dag zo overzie.