Begrip, van de dag (128) Biologische hertaling van de bijbel

 

 

 

BIOLOGISCHE HERTALING VAN DE BIJBEL

 

Donderdagavond is boodschappenavond, snel met de auto naar de plaatselijke grutter. Vaak luister ik dan naar het programma Kunststof op Radio 1, even vaak luister ik het niet af want koffie, bier en appels moeten gehaald worden. Vanavond was er een interview met Carl van Schaik, bioloog en primatoloog. Hij heeft samen met Kai Michel een hertaling van de bijbel gemaakt. Samen bekijken ze de bijbel vanuit een biologische en antropologisch gezichtspunt. Dat moet ik eens opzoeken, niet beseffend dat het programma opnieuw beluisterd kan worden. Dat heb ik gedaan toen de boodschappen netjes op hun plek stonden. Ongelooflijk interessant om op die manier naar de bijbel kijken.

Ik ben mild katholiek opgevoed en katholieken zijn van nature luie christenen als het om bijbelvastheid gaat. Ik neem genoegen met de tien geboden als leidraad voor mijn leven en zelfs daar permitteer ik me nog een heleboel interpretatievrijheden. En dat is ook goed als ik Van Schaik beluister want de hele bijbel is opgeschreven om de wereld rondom de mens heen te verklaren. Daarmee is religie in zijn visie sterk tijd- en plaatsgebonden. Van Schaik begint bij het begin, de Hof van Eden. In de visie van de primatoloog is de verbanning vanuit het Paradijs niet meer dan een verklaring van de overgang van de jagerscultuur naar de landbouwcultuur. Dit bracht enorme veranderingen voor de mens met zich mee, het bezit werd er mee verklaard, mensen gingen in grotere gemeenschappen wonen en die gemeenschappen kregen meer te maken met overlast van elkaar, maar ook ziektes en rampspoed. Het zoeken naar verklaringen voor zaken die mensen overkwamen en/of die ze niet begrepen, werden vastgelegd en uitgelegd. Met de landbouwcultuur deed ook het monotheïsme zijn intreden.

Met bovenstaande doe ik het interview met Carl van Schaik te kort, laat staan dat het iets zegt over het boek, Het Oerboek van de Mens – De evolutie en de bijbel – dat ik tot een uur geleden nog niet kende, trouwens de auteurs ook niet. Ik wil het beslist lezen. Ik kan me zo voorstellen dat vanuit andere wetenschapsdisciplines of kennisbronnen ook hele creatieve manieren zijn om de bijbel te hertalen. Misschien waag ik me ooit aan de hertaling van de bijbel vanuit het perspectief van de boodschappen doende man. Als je heel creatief bent kun je daar vast een boek mee vullen. Voorwaarde is wel om die bijbel eens goed te lezen.
PS. Voor wie het programma wil beluisteren volg de link. In een tijd van snel, snel, snel is dat onnatuurlijk, zelf een tekst als hierboven is gemiddeld al te lang, maar echt, het is een aanrader.

 

Schelden, een ware volksaard

Dit stuk is in 2008 al geschreven, schelden zou eigenlijk ieder jaar geëvalueerd moeten worden, dit geeft een mooie sociologische reeks.

Niet alleen eten en drinken zeggen iets over de volksaard, scheldwoorden doen dat ook. Althans dat hoorde ik hedenmiddag op de radio waarin een Groningse psycholoog vertelde over een onderzoek in elf landen onder studenten nadat zij iemand (moedwillig) op hun voeten stonden. Voorzichtige conclusies kunnen hieruit getrokken worden.

In landen rondom de Middellandse Zee is de familieband heel erg belangrijk. Dus wil men daar een opponent treffen dan moeten de familiebanden gehekeld worden. Hoerenzoon of je zuster is een hoer is dan ook een heel treffend scheldwoord. Dit hebben we bij het laatste kampioenschap voetbal in de finale mogen aanschouwen. Nadat de Italiaan Materazzi de stervoetballer Zidane toeriep dat zijn zus een hoer was, keerde Zidane zich om en gaf een kopstoot. Het redden van de eer van de familie was belangrijker dan een waardig afscheid als voetballer. Over voetbal gesproken, ik weet me nog een schok te herinneren. Begin jaren negentig acteerden de Egyptenaren ook op een groot voetbaltoneel. Hun voorbereidingen verliepen niet goed en dat gaf natuurlijk hommeles. Voor de kijker was het aardig dat de camera hierbij was. Een geagiteerde speler riep naar een medespeler dat hij ‘maar met de kut van zijn moeder moest spelen, hoerenzoon dat ie was.’ Ik kan u melden dat ik volkomen verbouwereerd was. Na kennis genomen te hebben van het onderzoek kan ik de klankkleur plaatsen.
In Noorwegen wordt veelvuldig de duivel erbij gehaald en de Nederlanders en Duitsers halen hun inspiratie om te schelden uit de onderbroek. Er is echter tussen beide bevolkingsgroepen een pikant verschil. Daar waar de Duitse scheldwoorden vooral een anale herkomst hebben, mogelijk verwijzend naar reinheid, bezigen de Nederlanders scheldwoorden met verwijzingen naar de genitaliën. Onze calvinistische achtergrond zou hier debet aan zijn.

Gevoeligheden en taboes in het land van herkomst komen in scheldwoorden tot uiting. Ik vraag me zelf af of mogelijk een evolutie in scheldwoorden te achterhalen valt en of er specifieke tijdsgebonden scheldwoorden zijn die iets over de actuele geschiedenis zeggen. Tot ver in de 20e eeuw was het niet ongebruikelijk iemand een fascist of nazi te noemen, verwijzend naar de Tweede Wereldoorlog. Nu gebeurt dat minder.

Om taalverrijkend te zijn moet je zoeken naar gevoeligheden en taboes in een samenleving. ‘Ouwe lul’ is in deze heel treffend en zeer Nederlands. Jong blijven is in en oud zijn een taboe, maar erg taalverrijkend is het niet. Het wordt al erger als je iemand verkrachter van de hypotheekaftrek noemt, want dat is wel het kraken van een taboe. Of verwijs naar een naam van een politicus bij het schelden, want die staan wel heel laag in aanzien momenteel in Nederland. Over politici gesproken, ik heb nog wel een scheldwoord in de aanbieding dat gebruikt kan worden voor een grote groep aanhangers van een grotbewoner uit Afghanistan, maar dit terzijde.

Word ik nu uitgescholden, ga ik de persoon die mij voor iets lelijks uitmaakt nader psychologiseren de scheldwoorden tegen het licht te houden. Ik denk dat dit me veel sterker maakt. Maar eigenlijk is er ook niet zo veel nieuws onder de zon, want een bekende volkswijsheid is toch dat schelden meer zegt over de verzender dan de ontvanger.